15 DECEMBER 2013. - Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging
TITEL 1. - Inleidende bepaling
Art. 1
TITEL 2. - Kanselarij van de Eerste Minister
HOOFDSTUK 1. - Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging
Art. 2-4
HOOFDSTUK 2. - Voorafgaande regelgevingsimpactanalyse
Afdeling 1. - Definities
Art. 5
Afdeling 2. - De impactanalyse
Art. 6-7
Afdeling 3. - Vrijstellingen en uitzonderingen
Art. 8
Afdeling 4. - Wijzigingsbepalingen
Art. 9-11
Afdeling 5. - Inwerkingtreding
Art. 12
TITEL 3. - Economie
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen
Art. 13
HOOFDSTUK 2. - Elektronische maaltijdcheques
Art. 14
TITEL 4. - Binnenlandse zaken
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen
Art. 15-20
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen
Art. 21-23
TITEL 5. - Sociale zaken
ENIG HOOFDSTUK. - Online toetredingen tot de akkoorden
Art. 24-26
1975071708 1984021127 1991000380 1997021155 1998016046 2007002011 2009021138 2013015084
2013021141 2014002017 2014009126 2014009295 2014021061 2014022504 2014207688 2015000437 2015000729 2015000753 2015014192 2015022304 2015024155 2015200479 2015201555 2015202642 2015203899 2015203901 2016009663 2016014081 2016014399 2016020012 2016022314 2016022368 2016024004 2016024050 2016024096 2016024150 2016205098 2016205811 2017010835 2017010836 2017010837 2017011983 2017012696 2017012955 2017012980 2017013889 2017014399 2017030301 2017040067 2017040887 2017206064 2018012596 2018012945 2018013000 2018014965 2018015219 2018015220 2018015221 2018015405 2018015626 2018030903 2018030935 2018030937 2018203078 2018205872 2019010128 2019010590 2019011040 2019011721 2019011722 2019011803 2019011989 2019013497 2019013508 2019013509 2019015834 2019015918 2019030793 2019030794 2019030795 2019030796 2019030797 2019031154 2019031161 2019040870 2019041878 2019042157 2019042158 2019042684 2019200088 2019200231 2019200512 2019200808 2019201165 2019201235 2019201640 2020010001 2020010017 2020010398 2020010415 2020010423 2020010455 2020015061 2020015099 2020015434 2020015982 2020016466 2020020215 2020020991 2020021019 2020021090 2020021143 2020030302 2020030303 2020030331 2020030347 2020030455 2020030572 2020030639 2020030640 2020030656 2020030704 2020030838 2020030877 2020030933 2020030965 2020030994 2020031151 2020031237 2020031255 2020031268 2020031273 2020031537 2020031557 2020031559 2020031562 2020031627 2020031695 2020031708 2020031757 2020031758 2020031759 2020040984 2020041104 2020041244 2020041295 2020041340 2020041485 2020041598 2020041774 2020041775 2020041780 2020041990 2020042036 2020042240 2020042279 2020042418 2020042502 2020042620 2020043186 2020043666 2020043884 2020044416 2020044555 2020044610 2020044627 2020044681 2020044702 2020201678 2020201918 2020202000 2020202260 2020202363 2020202457 2020202507 2020202544 2020202903 2020203024 2020203025 2020203853 2020204006 2020204246 2021010033 2021020444 2021020445 2021021791 2021021967 2021022129 2021022456 2021022547 2021022606 2021022756 2021022757 2021022869 2021022880 2021030055 2021030118 2021030264 2021030266 2021030367 2021030465 2021030774 2021031034 2021031320 2021031742 2021031857 2021031928 2021032234 2021032555 2021032842 2021032901 2021033040 2021033216 2021033914 2021033943 2021040221 2021040345 2021040550 2021040620 2021040741 2021040940 2021041103 2021041192 2021041404 2021042257 2021042678 2021042679 2021042712 2021043360 2021200282 2021200524 2021200702 2021201191 2021201711 2021201964 2021202178 2021202294 2021202482 2021203167 2021203382 2021203684 2021204068 2021204263 2021204943 2021204945 2021205047 2021205647 2021A22880 2022015204 2022015327 2022015524 2022020043 2022020044 2022020045 2022020096 2022020369 2022020506 2022020595 2022020617 2022020618 2022020622 2022020683 2022020689 2022020903 2022020911 2022030767 2022030845 2022031247 2022031360 2022031370 2022031372 2022031378 2022031405 2022031456 2022031692 2022031695 2022031696 2022031811 2022031891 2022031969 2022031985 2022032222 2022032677 2022032704 2022032748 2022032829 2022033124 2022033234 2022033371 2022033863 2022034683 2022040361 2022040520 2022040737 2022040745 2022040758 2022040915 2022040932 2022041081 2022041403 2022041542 2022041543 2022041556 2022041636 2022041748 2022041772 2022042530 2022043049 2022043106 2022043233 2022043234 2022043241 2022043406 2022200135 2022200564 2022200869 2022200915 2022200943 2022201116 2022201176 2022201218 2022201348 2022201349 2022201459 2022201484 2022201608 2022201631 2022201665 2022201738 2022201794 2022201913 2022201916 2022202138 2022202532 2022202791 2022203714 2022207367 2023030136 2023030946 2023040348 2023041862 2023042859 2023042862 2023043216 2023043725 2023045707 2023045879 2023046196 2023046210 2023047173 2023047908 2023047928 2023048084 2023048488 2023048661 2023200115 2023201080 2023203270 2023203560 2023203561 2024000212 2024000904 2024002592 2024002617 2024002704 2024003894 2024004094 2024004162 2024004373 2024005134 2024005459 2024005991 2024006215 2024006879 2024007444 2024007663 2024008577 2024200366 2024200603 2024200607 2024200608 2024201466 2024202742
TITEL 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld als in artikel 78 van de Grondwet.
TITEL 2. - Kanselarij van de Eerste Minister
HOOFDSTUK 1. - Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging
Art.2. In artikel 41 van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in de eerste zin van § 1, worden de woorden ", de burgers, de verenigingen en de overheidsdiensten" ingevoegd tussen de woorden "de ondernemingen" en de woorden "en de kosten";
b) in § 1, 1°, worden de woorden "aan de ondernemingen en de K.M.O.'s in het bijzonder" opgeheven;
c) in § 1 wordt het 2° vervangen door wat volgt :
"2° door voorstellen te formuleren tot vermindering van de administratieve lasten voor de ondernemingen, K.M.O.'s in het bijzonder, de burgers, de verenigingen en de overheidsdiensten";
d) paragraaf 1 wordt aangevuld met het 5°, luidende :
"5° door het formuleren van voorstellen, het promoten en het coördineren van acties tot verbetering van de kwaliteit van de regelgeving.";
e) in § 2 worden de woorden ", na advies van het College van Secretarissen-generaal" opgeheven.
Art.3. Artikel 42 van dezelfde wet wordt opgeheven.
Art.4. Artikel 3 treedt in werking op 1 januari 2014.
HOOFDSTUK 2. - Voorafgaande regelgevingsimpactanalyse
Afdeling 1. - Definities
Art.5. § 1. Voor de toepassing van deze wet wordt onder "regelgevingsimpactanalyse", hierna "impactanalyse" genoemd, verstaan de evaluatie van de potentiële gevolgen van elk in artikel 6 bedoeld voorontwerp van regelgeving op de economie, het leefmilieu, de sociale aspecten en de overheidsdiensten, voorafgaand aan de goedkeuring ervan door de politieke overheid.
§ 2. De impactanalyse heeft betrekking op :
1° de volgende transversale doelstellingen :
a) de duurzame ontwikkeling als algemene beleidsdoelstelling, zoals bedoeld in artikel 7bis van de Grondwet;
b) de gelijkheid van vrouwen en mannen, zoals bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Grondwet;
c) de beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling.
2° de volgende aangelegenheden :
a) de administratieve lasten;
b) de kleine en middelgrote ondernemingen.
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de impactanalyse tot andere transversale doelstellingen en andere aangelegenheden uitbreiden, om de kwaliteit en de coherentie van de regelgeving verder te verbeteren.
Afdeling 2. - De impactanalyse
Art.6. § 1. Elk regeringslid voert, volgens de voorwaarden die door de Koning zijn vastgelegd bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de in artikel 5 bedoelde impactanalyse uit van de voorontwerpen van wet en van de ontwerpen van koninklijke of ministeriële besluiten die onder zijn bevoegdheid vallen en waarvoor de tussenkomst van de Ministerraad is vereist door een wettelijke of reglementaire bepaling.
§ 2. Elk regeringslid kan de in artikel 5 bedoelde impactanalyse van de voorontwerpen van wet, de ontwerpen van koninklijke of ministeriële besluiten, omzendbrieven en beslissingen die onder zijn bevoegdheid vallen en waarvoor geen tussenkomst van de Ministerraad is vereist, uitvoeren onder dezelfde voorwaarden als deze bedoeld in § 1.
Art.7. § 1. De in artikel 5, § 1, bedoelde impactanalyse wordt uitgevoerd op basis van relevante criteria en indicatoren die het mogelijk maken de potentiële gevolgen op de transversale doelstellingen en aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 2, te evalueren. Deze criteria en indicatoren worden uitgewerkt in een geïntegreerd impactanalyseformulier, opgesteld door het Impactanalysecomité en goedgekeurd door de Ministerraad.
§ 2. De impactanalyse bedoeld in artikel 5 kan worden voorgelegd aan het Impactanalysecomité om de kwaliteit ervan na te gaan binnen de termijnen die door de Koning worden bepaald bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
§ 3. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de opdrachten van het Impactanalysecomité, zijn samenstelling, de nadere regels inzake de werking ervan, de basiscriteria voor de impactanalyse alsook de voorwaarden waaronder en de wijze waarop uitgevoerde impactanalyses openbaar worden gemaakt.
Afdeling 3. - Vrijstellingen en uitzonderingen
Art.8. § 1. Worden vrijgesteld van de impactanalyse de voorontwerpen van regelgeving :
1° houdende instemming met internationale verdragen en akkoorden;
2° houdende instemming met samenwerkingsakkoorden tussen de Federale Staat en een of meerdere gemeenschappen of gewesten;
3° met een louter formeel karakter, waaronder de ontwerpen waarvoor het advies van de Raad van State niet verzocht wordt overeenkomstig artikelen 3, § 1, eerste lid, en 5 van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973;
4° houdende autoregulering van de federale overheid.
§ 2. Worden uitgezonderd van de impactanalyse de voorontwerpen van regelgeving :
1° die de nationale veiligheid en de openbare orde aanbelangen;
2° waarvoor het advies van de Raad van State wordt gevraagd met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, of waarover geen advies van de Raad van State wordt gevraagd in het met bijzondere redenen omklede geval van hoogdringendheid, bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, van diezelfde wetten.
Afdeling 4. - Wijzigingsbepalingen
Art.9. Hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2010 en dat artikelen 19/1 tot 19/3 omvat, wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 19/1. De effectbeoordeling wordt georganiseerd door titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, en haar uitvoeringsbesluiten.".
Art.10. In artikel 3 van de wet van 12 januari 2007 strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen wordt het 2° vervangen door wat volgt :
"2° gaat hij over tot de voorafgaande impactanalyse van de respectieve situatie van vrouwen en mannen, "Gender test" genoemd, op de wijze bepaald in titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging en haar uitvoeringsbesluiten op voorontwerpen van wet en ontwerpen van koninklijke en ministeriële besluiten waarvoor de tussenkomst van de Ministerraad bij wettelijke of reglementaire bepaling vereist is.".
Art.11. Artikel 31 van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische ontwikkelingssamenwerking wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 31. Teneinde de coherentie van het Belgisch beleid te verzekeren ten gunste van de ontwikkeling, conform de artikelen 2, 16°, en 8, worden de voorontwerpen van wet en de ontwerpen van koninklijke of ministeriële besluiten waarvoor de tussenkomst van de Ministerraad bij wettelijke of reglementaire bepaling vereist is, aan een voorafgaande impactanalyse onderworpen, op de wijze bepaald in titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging en haar uitvoeringsbesluiten.".
Afdeling 5. - Inwerkingtreding
Art.12. Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 januari 2014.
TITEL 3. - Economie
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen
Art.13. In artikel 4 van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit n° 22 van 15 december 1978 en door de wet van 1 juli 1983, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
"Voor de ondernemingen die overeenkomstig artikel 21bis, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling over de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde beschikken over een geregistreerd kassasysteem, worden het bijzondere hulpdagboek voor de verkoopverrichtingen, bedoeld in het tweede lid, en het derde dagboek voor die verrichtingen, vermeld in artikel 5, eerste lid, 3°, vervangen door het geregistreerde kassasysteem vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen.".
HOOFDSTUK 2. - Elektronische maaltijdcheques
Art.14. In de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen wordt een artikel 184/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 184/1. De erkende uitgevers van elektronische maaltijdcheques zijn ertoe gemachtigd het in artikel 2, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen bedoelde Rijksregisternummer te gebruiken teneinde de begunstigden van elektronische maaltijdcheques eenduidig te kunnen identificeren".
TITEL 4. - Binnenlandse zaken
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen
Art.15. Artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 mei 2007, wordt aangevuld met de bepalingen onder 15°, 16° en 17°, luidende :
"15° de vermelding van de ascendenten in de eerste graad, ongeacht of de afstamming tot stand komt door de geboorteakte, een gerechtelijke beslissing, een erkenning of een adoptie;
16° de vermelding van de afstammelingen in rechtstreekse, dalende lijn in de eerste graad, ongeacht of de afstamming tot stand komt door de geboorteakte, een gerechtelijke beslissing, een erkenning of een adoptie;
17° de akten en beslissingen betreffende de bekwaamheid van de meerderjarige en de onbekwaamheid van de minderjarige, alsook de vermelding van de vertegenwoordiger of van de persoon die de meerderjarige of de minderjarige bijstaat".
Art.16. In dezelfde wet wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidende :
"Art. 4bis. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de akte van burgerlijke stand werd opgesteld registreert in het Rijksregister de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, en opgenomen in deze akte.
De Koning stelt de procedure en nadere regels vast van deze registratie evenals van de procedure van verificatie van de informatiegegevens door de overheden bedoeld in artikel 4, eerste lid.".
Art.17. In artikel 8 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 25 maart 2003, worden de woorden "identificatienummer van het Rijksregister" telkens vervangen door het woord "Rijksregisternummer".
Art.18. In artikel 9 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 25 maart 2003 en gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007, wordt het woord "geaccrediteerde" opgeheven
Art.19. In artikel 16 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 maart 2003 en gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, 1°, worden de de woorden "identificatienummer van het Rijksregister" vervangen door het woord "Rijksregisternummer";
2° in het eerste lid, 8°, wordt het woord "geaccrediteerde" opgeheven.
Art.20. § 1. De artikelen 15 en 16 treden in werking op 1 januari 2015.
§ 2. De Koning kan voor artikel 15 een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de in § 1 vermelde datum, en dit voor elk ontbrekend informatiegegeven bedoeld in artikel 3, eerste lid, 15° tot 17°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Aan de gemeenten wordt vanaf de inwerkingtreding van artikel 15 een termijn van één jaar toegekend om de ontbrekende gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 15° tot 17°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen aan te vullen.
§ 3. De Koning kan voor artikel 16 een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de in § 1 vermelde datum.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen
Art.21. In artikel 6 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, vervangen bij de wet van 25 maart 2003 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2010, wordt het woord "geaccrediteerde" telkens opgeheven.
Art.22. In artikel 6bis, § 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 maart 2003 en gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007, wordt het woord "geaccrediteerde" opgeheven.
Art.23. In artikel 7, eerste lid, van dezelfde wet wordt het woord "frank" vervangen door het woord "euro".
TITEL 5. - Sociale zaken
ENIG HOOFDSTUK. - Online toetredingen tot de akkoorden
Art.24. In artikel 50 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 maart 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt :
" § 3. Die akkoorden treden in werking in een bepaalde streek, vijfenveertig dagen na hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, behoudens indien meer dan 40 percent van de geneesheren of van de tandheelkundigen elektronisch via een beveiligde onlinetoepassing die hun ter beschikking is gesteld door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering kennis hebben gegeven van hun weigering tot toetreding tot de termen van de genoemde akkoorden. Het exclusieve gebruik van de elektronische identiteitskaart van de geneesheer of van de tandheelkundige is voor die kennisgeving verplicht. Voor de tandheelkundigen wordt dat percentage globaal berekend op niveau van het Rijk. Bovendien, opdat in elke streek de akkoorden in werking kunnen treden, mogen niet meer dan 50 percent van de tandheelkundigen en niet meer dan 50 percent van de algemeen geneeskundigen,
noch meer dan 50 percent van de geneesheren-specialisten geweigerd hebben tot het akkoord toe te treden.
Van de weigering tot toetreding wordt kennis gegeven via de voormelde beveiligde onlinetoepassing uiterlijk de dertigste dag na de bekendmaking van de akkoorden in het Belgisch Staatsblad aan het voormelde Instituut.
De telling van de geneesheren of van de tandheelkundigen die kennis hebben gegeven van hun weigering tot toetreding tot de termen van de akkoorden, wordt streek per streek uitgevoerd door de in § 2 bedoelde commissies vóór de inwerkingtreding van de akkoorden.
Indien het voormelde Instituut evenwel via de beveiligde onlinetoepassing boodschappen ontvangt die door de geneesheren of de tandheelkundigen na afloop van die termijn van vijfenveertig dagen zijn verzonden en die strekken tot intrekking van een weigering tot toetreding waarvan eerder kennis is gegeven, stelt de Nationale Commissie vast dat het akkoord in werking treedt in een bepaalde streek, voor zover, ingevolge die boodschappen, de percentages van weigering tot toetreding aldaar één van de in het eerste lid bedoelde percentages niet meer overschrijden.
Indien geneesheren of tandheelkundigen, overeenkomstig de bedingen van een akkoord, elektronisch via de beveiligde onlinetoepassing kennis hebben gegeven van hun weigering om dit akkoord verder na te leven, stelt de Nationale Commissie eventueel vast dat het akkoord geen toepassing meer vindt zodra deze nieuwe weigeringen tot gevolg hebben dat de percentages van weigering tot toetreding voor een bepaalde streek de in het eerste lid bedoelde percentages overschrijden.
De geneesheren en de tandheelkundigen die geen kennis hebben gegeven van hun weigering tot toetreding tot de akkoorden volgens de in deze paragraaf vermelde procedure, worden van rechtswege geacht tot die akkoorden te zijn toegetreden voor hun volledige beroepsactiviteit, behoudens indien ze aan het voormelde Instituut elektronisch en via de in deze paragraaf vermelde beveiligde onlinetoepassing, volgens de door de Koning te bepalen termijnen en regels, mededeling hebben gedaan van de voorwaarden inzake tijd en plaats, waaronder zij de daarin vastgestelde honorariumbedragen niet zullen toepassen.
Buiten de uren en dagen meegedeeld overeenkomstig het voorgaande lid, worden de zorgverleners geacht tot de akkoorden te zijn toegetreden. Dit geldt ook wanneer zij de gerechtigden niet vooraf geïnformeerd hebben over de dagen en uren waarvoor zij niet tot de akkoorden zijn toegetreden.
De Koning bepaalt, na advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, de nadere regels volgens welke de tekst van het akkoord samen met de richtlijnen over het gebruik van de beveiligde onlinetoepassing aan de geneesheren en de tandheelkundigen wordt bezorgd. Die nadere regels zorgen ervoor dat die documenten aan alle geneesheren of tandheelkundigen worden bezorgd en houden rekening met hun recht om kennis te geven van hun weigering tot toetreding.
Wanneer een nieuw akkoord wordt afgesloten of een nieuw in artikel 51, § 1, zesde lid, 2°, bedoeld document bestaat, en dit akkoord of document de periode dekt die onmiddellijk volgt op een akkoord of document dat is verstreken, behouden de geneesheren en tandheelkundigen voor wat hun toetreding of weigering tot toetreding betreft, de situatie waarin zij zich bevonden op de laatste dag van dat akkoord of document dat is verstreken, ofwel tot de dag waarop zij kennis geven van hun weigering tot toetreding tot het nieuwe akkoord of document, ofwel tot de dag waarop zij worden geacht te zijn toegetreden tot het nieuwe akkoord of document.
De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels ter uitvoering van deze paragraaf.";
2° in § 3bis worden de woorden "achtste lid" vervangen door de woorden "zevende lid";
3° paragraaf 5 wordt opgeheven.
Art.25. In artikel 51 van dezelfde wet wordt de tussenzin onder § 1, 2°, vervangen door de volgende bepaling :
"De geneesheren of tandheelkundigen die uiterlijk op de dertigste dag volgend op de datum van bekendmaking van dit document in het Belgisch Staatsblad, geen kennis van hun weigering hebben gegeven volgens de procedure vermeld in artikel 50, § 3, worden geacht te zijn toegetreden. De bepalingen van dit document treden in werking overeenkomstig de bepalingen van artikel 50, § 3. Onverminderd de andere bepalingen die voortvloeien uit de vaststelling dat meer dan 40 percent van de geneesheren of van de tandheelkundigen kennis hebben gegeven van hun weigering, wordt het voordeel van het sociaal statuut toegekend aan de geneesheren of tandheelkundigen die volgens de geldende procedure daarom verzoeken. De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels ter uitvoering van deze bepaling;".
Art. 26. De artikelen 24 en 25 treden in werking op 1 januari 2017.
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid voor iedere van deze bepalingen, enerzijds voor de toetredingen van de geneesheren en anderzijds voor de toetredingen van de tandheelkundigen.
Tot de in het eerste en in het tweede lid vermelde data van inwerkingtreding, kunnen de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen en de Nationale commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen de nadere regels bepalen waaronder de procedure van toetreding tot het akkoord ook elektronisch kan worden uitgevoerd.