8 MEI 2020. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
Art. 1-11
Artikel 1. Artikel 1 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:
" § 1. De ondernemingen die goederen of diensten aanbieden aan consumenten mogen openen, onder de voorwaarden bepaald in dit besluit.
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
- "onderneming": elke natuurlijke of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft ;
- "consument": elke natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die niet onder zijn commerciële, industriële, ambachtelijke activiteit of activiteit van een vrij beroep vallen.
In afwijking van het eerste lid, zijn de volgende ondernemingen gesloten, met inbegrip van wat betreft dienstverlening aan huis:
1° de schoonheidssalons;
2° de niet-medische pedicurezaken;
3° de nagelsalons;
4° de massagesalons;
5° de kapperszaken en barbiers;
6° de wellnesscentra, met inbegrip van sauna's;
7° de fitnesscentra;
8° de tatoeage- en piercingsalons;
9° de casino's, speelautomatenhallen en wedkantoren.
§ 2. In alle in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde ondernemingen moeten de nodige maatregelen getroffen worden om eenieder te beschermen tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, met inbegrip van de toepassing van de regels van social distancing, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.
Deze ondernemingen kunnen enkel klanten ontvangen overeenkomstig de volgende modaliteiten:
- Eén klant per 10 m2 wordt toegelaten gedurende een periode van maximum 30 minuten of zolang als gebruikelijk in geval van een afspraak;
- Indien het voor klanten toegankelijke vloeroppervlakte minder dan 20 m2 bedraagt, is het toegelaten om twee klanten te ontvangen, mits een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon gegarandeerd is;
- De onderneming stelt middelen om de noodzakelijke handhygiëne te voorzien ter beschikking van het personeel en de klanten.
Er wordt individueel gewinkeld en gedurende een periode van maximum 30 minuten, behalve in geval van een afspraak.
In afwijking van het derde lid, mag een volwassene de minderjarigen die onder hetzelfde dak wonen of een persoon die nood heeft aan begeleiding, vergezellen.
§ 3. De in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde ondernemingen, nemen tijdig passende preventiemaatregelen om de toepassing van de regels voorzien in paragraaf 2, eerste lid, te garanderen of, indien dit niet mogelijk is, een minstens gelijkwaardig niveau van bescherming te bieden.
Deze gepaste preventiemaatregelen zijn veiligheids- en gezondheidsvoorschriften van materiële, technische en/of organisatorische aard, zoals gedefinieerd in :
- de "Generieke gids betreffende de opening van de handelszaken om de verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan", beschikbaar op de website van de Federale Overheidsdienst Economie, aangevuld met richtlijnen op sectoraal en/of ondernemingsniveau, en/of andere gepaste maatregelen die een gelijkwaardig beschermingsniveau bieden;
- de "Generieke gids om de verspreiding van COVID-19 op de werkplaats tegen te gaan", op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, aangevuld met richtlijnen op sectoraal en/of ondernemingsniveau, en/of andere gepaste maatregelen die een gelijkwaardig beschermingsniveau bieden. Collectieve maatregelen hebben steeds voorrang op individuele maatregelen.
Deze passende preventiemaatregelen worden op ondernemingsniveau uitgewerkt en genomen met inachtneming van de regels van het sociaal overleg in de onderneming, of bij ontstentenis daarvan in overleg met de betrokken werknemers, en in overleg met de diensten voor preventie en bescherming op het werk.
De ondernemingen informeren de werknemers tijdig over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken hen een passende opleiding. Ze informeren ook derden tijdig over de geldende preventiemaatregelen.
Werkgevers, werknemers en derden zijn ertoe gehouden de in de onderneming geldende preventiemaatregelen toe te passen.
§ 4. Winkelcentra kunnen enkel klanten ontvangen overeenkomstig de volgende modaliteiten:
- Eén klant per 10 m2 wordt toegelaten gedurende een periode die niet langer is dan noodzakelijk en gebruikelijk;
- Het winkelcentrum stelt middelen om de noodzakelijke handhygiëne te voorzien ter beschikking bij de in- en uitgang;
- Het winkelcentrum vergemakkelijkt het behoud van een afstand van 1,5 meter middels het aanbrengen van markeringen op de grond en/of signalisaties.
Er wordt individueel gewinkeld en niet langer dan noodzakelijk en gebruikelijk.
In afwijking van het tweede lid, mag een volwassene de minderjarigen die onder hetzelfde dak wonen of een persoon die nood heeft aan begeleiding, vergezellen.
§ 5. Winkels mogen open blijven volgens de gebruikelijke dagen en uren.
Nachtwinkels mogen geopend blijven vanaf het gebruikelijke openingsuur tot 22u00.
§ 6. Onverminderd paragraaf 4 en onverminderd de opdrachten van de hulp- en interventiediensten, wordt de toegang tot de winkelcentra, winkelstraten en parkings door de bevoegde gemeentelijke overheid, in overeenstemming met de instructies van de minister van Binnenlandse Zaken, op dusdanige wijze georganiseerd, zodat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.
De in paragraaf 1, eerste lid bedoelde ondernemingen organiseren geen verkoopacties op de openbare weg, en plaatsen er geen uitstallingen, vlaggen of andere objecten.
De markten zijn verboden, behalve voedselkramen die onontbeerlijk zijn voor de voedselvoorziening in gebieden die geen commerciële voedselinfrastructuren hebben. Een individuele ambulante activiteit mag worden uitgeoefend op de gebruikelijke plaats mits voorafgaande toelating van de gemeentelijke overheid.
§ 7. De inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, recreatieve, toeristische, sportieve en horecasector zijn gesloten.
Het terrasmeubilair van de horecasector moet naar binnen gebracht worden. Levering van maaltijden en maaltijden om mee te nemen zijn toegestaan. De ondernemingen mogen geen culturele, feestelijke, recreatieve, toeristische of sportieve activiteiten organiseren.
In afwijking van het eerste lid mogen open blijven:
1° de hotels en aparthotels, met uitzondering van hun eventuele restaurants, vergaderzalen en recreatiefaciliteiten;
2° de noodzakelijke infrastructuren voor de uitoefening van fysieke activiteiten in open lucht die geen fysieke contacten impliceren, met uitzondering van de kleedkamers, douches en cafetaria's."
Art.2. Artikel 2 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:
" § 1. Telethuiswerk is aanbevolen bij alle niet-essentiële ondernemingen, welke grootte zij ook hebben, voor alle personeelsleden wiens functie zich ertoe leent.
Indien telethuiswerk niet wordt toegepast, nemen de ondernemingen de nodige maatregelen om de maximale naleving van de regels van social distancing te garanderen, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon. Deze regel is eveneens van toepassing op het vervoer georganiseerd door de werkgever.
§ 2. De ondernemingen nemen tijdig passende preventiemaatregelen om de toepassing van de regels voorzien in de eerste paragraaf te garanderen of, indien dit niet mogelijk is, een minstens gelijkwaardig niveau van bescherming te bieden.
Deze passende preventiemaatregelen zijn veiligheids- en gezondheidsvoorschriften van materiële, technische en/of organisatorische aard zoals bepaald in de "Generieke gids om de verspreiding van COVID-19 op het werk tegen te gaan", die ter beschikking wordt gesteld op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, aangevuld met richtlijnen op sectoraal en/of ondernemingsniveau, en/of andere passende maatregelen die minstens een gelijkwaardig niveau van bescherming bieden. Collectieve maatregelen hebben steeds voorrang op individuele maatregelen.
Deze passende preventiemaatregelen worden op ondernemingsniveau uitgewerkt en genomen met inachtneming van de regels van het sociaal overleg in de onderneming, of bij ontstentenis daarvan in overleg met de betrokken werknemers, en in overleg met de diensten voor preventie en bescherming op het werk.
De ondernemingen informeren de werknemers tijdig over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken hen een passende opleiding. Ze informeren ook derden tijdig over de geldende preventiemaatregelen.
Werkgevers, werknemers en derden zijn ertoe gehouden de in de onderneming geldende preventiemaatregelen toe te passen.
§ 3. De sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en sociaal overleg zijn belast met het informeren en begeleiden van werkgevers en werknemers, en overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek met het toezien op de naleving van de verplichtingen die gelden in ondernemingen overeenkomstig paragrafen 1 en 2.
§ 4. De niet-essentiële ondernemingen zijn toegankelijk voor het publiek, onder de voorwaarden bedoeld in de paragrafen 1 en 2.
Het eerste lid is niet van toepassing op de bedrijven en diensten waarvan de opening voor het publiek toegelaten is overeenkomstig artikel 1"
Art.3. Artikel 3 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:
"De bepalingen van artikel 2 zijn niet van toepassing op de ondernemingen van de cruciale sectoren en de essentiële diensten, zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit, met inbegrip van producenten, leveranciers, aannemers en onderaannemers van goederen, werken en diensten die essentieel zijn voor de uitvoering van de activiteit van deze ondernemingen en deze diensten.
Deze ondernemingen en diensten zijn echter gehouden om, in de mate van het mogelijke, het systeem van telethuiswerk en de regels van social distancing toe te passen.
Sectoren en werkgevers behorende tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten en die hun activiteiten niet hebben onderbroken en die zelf reeds de nodige veiligheidsmaatregelen hebben genomen, kunnen de generieke gids bedoeld in artikel 2 gebruiken als inspiratiebron.
De ondernemingen van de cruciale sectoren en de essentiële diensten zijn toegankelijk voor het publiek. De regels van social distancing moeten in de mate van het mogelijke worden nageleefd.
Het vierde lid is niet van toepassing op de ondernemingen en diensten waarvan de opening voor het publiek toegelaten is overeenkomstig artikel 1"
Art.4. Artikel 4 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:
"Het openbaar vervoer blijft behouden.
Eenieder is vanaf de leeftijd van 12 jaar verplicht om de mond en de neus te bedekken met een masker of elk ander alternatief in stof, vanaf het betreden van de luchthaven, het station, op het perron of een halte, in de bus, de (pre)metro, de tram, de trein of elk ander vervoersmiddel dat door een openbare overheid wordt georganiseerd."
Art.5. Artikel 5 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:
"Worden verboden:
1° de samenscholingen;
2° de privé- en publieke activiteiten van culturele, maatschappelijke, feestelijke, folkloristische, sportieve, toeristische en recreatieve aard;
3° de ééndaagse schooluitstappen;
4° de meerdaagse schooluitstappen;
5° de activiteiten in het kader van jeugdbewegingen, op en vanaf het nationaal grondgebied;
6° de activiteiten van de erediensten.
In afwijking van het eerste lid, worden toegestaan:
- begrafenisceremonies, maar enkel in aanwezigheid van maximaal 15 personen, met een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon en zonder de mogelijkheid van blootstelling van het lichaam;
- burgerlijke huwelijken, maar enkel in het bijzijn van de echtgenoten, hun ouders, hun getuigen en de ambtenaar van de burgerlijke stand;
- religieuze huwelijken, maar enkel in het bijzijn van de echtgenoten, hun ouders, hun getuigen en de bedienaar van de eredienst;
- religieuze plechtigheden die zijn opgenomen met de bedoeling ze via alle beschikbare kanalen te verspreiden en die alleen met maximaal 10 personen plaatsvinden, met inbegrip van de personen die voor die opname verantwoordelijk zijn, met het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon, en voor zover de plaats van eredienst tijdens de opname voor het publiek gesloten blijft;
- wandelingen en fysieke activiteiten in open lucht die geen fysieke contacten impliceren, alleen of in het gezelschap van personen die onder hetzelfde dak wonen en/of in het gezelschap van maximum twee, steeds dezelfde, andere personen, met respect van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon;
- ritten te paard, en dit enkel met het oog op het welzijn van het dier en met een maximum van twee ruiters."
Art.6. Aan het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt een artikel 5bis toegevoegd, dat luidt als volgt :
" § 1. In afwijking van artikel 5, zijn samenscholingen van personen die niet onder hetzelfde dak wonen, toegelaten onder de voorwaarden voorzien in de paragrafen 2 en 3.
§ 2. Een huishouden, ongeacht de grootte, mag thuis tot vier personen ontvangen. Deze vier personen zijn steeds dezelfde personen en maken al dan niet deel uit van eenzelfde huishouden.
Wanneer een persoon van een huishouden bij een andere persoon thuis is uitgenodigd, dan verbindt zijn volledige huishouden zich, en zelfs indien deze persoon zich alleen naar de afspraak begeeft.
De leden van de nieuwe op die manier gevormde "groep" mogen thuis geen andere personen ontvangen, noch door andere personen ontvangen worden.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder "huishouden": personen die onder hetzelfde dak wonen.
§ 3. De regels van social distancing zijn van toepassing tussen de verschillende huishoudens."
Art.7. Artikel 6 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:
"De lessen en activiteiten in het kleuter-, lager en secundair onderwijs worden geschorst, behoudens deze bepaald door de onderwijsinstellingen voor de proefdag van 15 mei 2020.
Opvang wordt echter verzekerd.
Het personeel en alle leerlingen vanaf de leeftijd van 12 jaar zijn ertoe gehouden om de mond en de neus te bedekken met een masker of elk ander alternatief in stof.
De scholen mogen nieuw pedagogisch materiaal ter beschikking stellen van de leerlingen thuis.
De internaten, opvangtehuizen en permanente opvangtehuizen blijven open.
Hogeronderwijsinstellingen werken enkel via afstandsonderwijs, met uitzondering van de stages voor de studenten die een bijdrage kunnen leveren aan de zorg."
Art.8. Artikel 8 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:
"De personen zijn ertoe gehouden thuis te blijven. Het is verboden om zich op de openbare weg en in openbare plaatsen te bevinden, behalve in geval van noodzakelijkheid.
Worden onder meer beschouwd als noodzakelijk, verplaatsingen zoals:
- om zich te begeven van en naar de plaatsen waarvan de opening is toegelaten op basis van artikel 1;
- om zich te begeven van en naar de plaatsen waarvan de opening is toegelaten op basis van artikel 3;
- om toegang te hebben tot bankautomaten en postkantoren;
- om toegang te hebben tot medische zorgen;
- om tegemoet te komen aan familiale noden, zoals een bezoek brengen aan een partner of kinderen in het kader van co-ouderschap;
- om bijstand en zorgen te voorzien voor oudere personen, voor minderjarigen, voor mindervalide personen en voor kwetsbare personen;
- om te zorgen voor dieren;
- om de professionele verplaatsingen uit te voeren, met inbegrip van het woon-werkverkeer;
- om de verplaatsingen in het kader van vrijwilligerswerk binnen een bedrijf van een cruciale sector of een essentiële dienst zoals bedoeld in artikel 3 uit te voeren, met inbegrip van het woon-werkverkeer;
- om activiteiten bedoeld in artikel 5, tweede lid en artikel 5bis uit te oefenen;
- om de verplaatsingen uit te voeren in het kader van artikel 6."
Art.9. Artikel 10 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:
"Inbreuken op de bepalingen van de volgende artikelen worden beteugeld met de straffen bepaald door artikel 187 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid:
- artikel 1, met uitzondering van paragraaf 6, eerste lid, en met uitzondering van de bepalingen die betrekking hebben op de relatie tussen de werkgever en de werknemer ;
- artikelen 4, 5, 8 en 8bis."
Art.10. Artikel 13 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt:
"De maatregelen voorzien in dit besluit zijn van toepassing tot en met 17 mei 2020.
In afwijking van het eerste lid:
- is de maatregel voorzien in artikel 5, eerste lid, 4° van toepassing tot en met 30 juni 2020;
- is de maatregel voorzien in artikel 7 van toepassing tot en met 8 juni 2020;
- zijn beroeps- en amateursportwedstrijden geannuleerd tot en met 31 juli 2020."
Art. 11. Dit besluit treedt in werking op 11 mei 2020, met uitzondering van artikel 6, dat in werking treedt op 10 mei 2020.