9 FEBRUARI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 juli 2018 tot vaststelling en uitkering van de jaarlijkse tegemoetkoming aan de vzw "Instituut voor functieclassificatie" zoals voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de federale gezondheidssector en dat op 25 oktober 2017 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 5 juli 2018 tot vaststelling en uitkering van de jaarlijkse tegemoetkoming aan de vzw "Instituut voor functieclassificatie" zoals voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de federale gezondheidssector en dat op 25 oktober 2017 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, gewijzigd bij het besluit van 22 mei 2019, worden de woorden "kost voor de tewerkstelling van 11 VTE" vervangen door de woorden "kost voor de tewerkstelling van maximum 11 VTE".
Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 22 mei 2019, wordt vervangen als volgt :
"Art. 3 § 1. De financiële tegemoetkoming vermeld in artikel 2 dekt uitsluitend de volgende kosten die zijn verbonden aan de tewerkstelling van de maximum 11 VTE :
a) de totale jaarlijkse loonkost, premies en andere voordelen die voor deze maximum 11 VTE verschuldigd zijn in uitvoering van collectieve arbeidsovereenkomsten die zijn gesloten in het paritair comité 330, evenals de eventuele andere voordelen van toepassing voor het personeel van IF.IC, met inbegrip van de patronale lasten;
b) de kost voor verplaatsingen van en naar het werk zoals die wettelijk is voorzien;
c) een werkingskost van maximum 15 %.
§ 2. In afwijking van § 1 van dit artikel, kan de financiële tussenkomst vermeld in artikel 2 gebruikt worden om de uitzonderlijke kosten te dekken die gebonden zijn aan de invoering van de nieuwe functieclassificatie binnen de publieke ziekenhuizen, met een maximaal uniek bedrag van 90.000 euro. Het gebruik van dit bedrag zal exclusief bestemd zijn om de uitzonderlijke kosten te dekken die gebonden zijn aan de invoering van de nieuwe functieclassificatie binnen de publieke ziekenhuizen en kan enkel verantwoord worden binnen de 6 maanden die voorafgaan aan, of binnen de 18 maanden die volgen op de uitvoering van de implementatie."
Art.3. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 22 mei 2019, worden de woorden "11 VTE" vervangen door de woorden "maximum 11 VTE".
Art.4. Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 22 mei 2019, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
" § 3. Vanaf het kalenderjaar 2020 kan het IF.IC aan het Riziv een voorschot vragen voor het lopend kalenderjaar. Dit voorschot bedraagt 80 % van de kost die in de door de algemene vergadering van IF.IC goedgekeurde begroting van het kalenderjaar is voorzien voor de kosten bedoeld in artikel 3. De regularisatie hiervan gebeurt op het ogenblik dat IF.IC in toepassing van artikel 5 het jaarverslag over dat kalenderjaar overmaakt aan het Riziv. Indien het betaalde voorschot groter is dan de kost die blijkt uit het jaarverslag, wordt het verschil afgehouden van het voorschot van het kalenderjaar dat er op volgt."
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.