Details





Titel:

24 APRIL 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan en het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 3-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2012201922  2012201924 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen
Artikel 1. In artikel 12bis van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, gewijzigd bij koninklijk besluit van 15 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het derde lid worden de woorden "Onverminderd het vierde lid," vervangen door de woorden "Onverminderd het vijfde lid,".
  2° tussen het derde en het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
  "Onverminderd het vijfde lid, wordt bij wijze van aanvullend voorschot op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling met betrekking tot de levering van aardgas aan de beschermde residentiële afnemers aangewezen door de Koning overeenkomstig artikel 15/10, § 2/2, derde lid van de wet, een bedrag van 170.4 miljoen euro uitbetaald door de CREG aan de leveranciers uiterlijk 30 dagen volgend op de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 24 april 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan en het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan. Hiertoe ontvangt de CREG het voormelde bedrag uiterlijk 15 dagen volgend op de inwerkingtreding van voornoemd koninklijk besluit van 24 april 2022. Dit bedrag wordt geput uit de in het Fonds aanwezige middelen bedoeld in artikel 15/11, § 1bis/1 van de wet en wordt proportioneel verdeeld over de leveranciers op basis van het aantal beschermde residentiële afnemers van elke leverancier per 31 december 2021.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan
Art.2. In artikel 12bis van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, gewijzigd bij koninklijk besluit van 5 maart 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het derde lid worden de woorden "Onverminderd het vierde lid," vervangen door de woorden "Onverminderd het vijfde lid,".
  2° tussen het derde en het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
  "Onverminderd het vijfde lid, wordt bij wijze van aanvullend voorschot op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling met betrekking tot de levering van elektriciteit aan de beschermde residentiële afnemers aangewezen door de Koning overeenkomstig artikel 20, § 2/1, tweede lid van de wet, een bedrag van 108.4 miljoen euro uitbetaald door de CREG aan de leveranciers uiterlijk 30 dagen volgend op de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 24 april 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan en het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan. Hiertoe ontvangt de CREG het voormelde bedrag uiterlijk 15 dagen volgend op de inwerkingtreding van dit voornoemd koninklijk besluit van 24 april 2022. Dit bedrag wordt geput uit de in het Fonds aanwezige middelen bedoeld in artikel 21bis, § 1/1 van de wet en wordt proportioneel verdeeld over de leveranciers op basis van het aantal beschermde residentiële afnemers van elke leverancier per 31 december 2021."

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.3. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4. De minister bevoegd voor Economie en de Minister bevoegd voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.