Details





Titel:

27 MAART 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 houdende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen



Inhoudstafel:


Art. 1-6
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2005022820 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 3, van het koninklijk besluit van 10 november 2005 ter vastlegging van de retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1, eerste alinea, wordt vervangen door de volgende tekst : "De prestaties bedoeld in artikel 2, die niet specifiek getarifeerd zijn conform de bijlagen bij dit besluit of conform de besluiten genomen in uitvoering van paragraaf 2, zijn onderworpen aan het algemeen tarief van 27,84 EUR per aangevat halfuur per persoon en van 39,84 EUR indien ze reglementair moeten uitgevoerd worden door een houder van een universitair diploma of gelijkgestelde."
  2° paragrafen 4 en 5 worden ingevoegd luidende als volgt:
  " § 4. In afwijking van paragraaf 1, kan het Agentschap aan een operator een ontheffing verlenen van de retributie op grond van de bijlagen bij dit besluit of op grond van de besluiten genomen krachtens paragraaf 2, voor een door de operator aangeduide plaats. De ontheven prestaties worden gelijkgesteld aan niet specifiek getarifeerde prestaties zoals bedoeld in paragraaf 1. De beslissing wordt genomen op vraag van de operator overeenkomstig de bepalingen van deze paragraaf. In deze beslissing stelt het Agentschap tevens de praktische modaliteiten vast.
  De in het eerste lid bedoelde ontheffing wordt verleend aan de operator indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  1° in functie van de activiteiten van de operator, worden de aan retributies onderworpen prestaties op regelmatige en ononderbroken wijze verleend op de door de operator aangeduide plaatsen,
  2° het bedrag van de retributie overeenkomstig de bijlagen bij dit besluit of overeenkomstig de besluiten genomen krachtens paragraaf 2, wordt uitsluitend bepaald op basis van de aanwezigheid van door het Agentschap aangeduide agenten.
  De in het eerste lid bedoelde aanvraag wordt bij aangetekende zending of via elk ander middel dat een vaste datum toekent aan de verzending ingediend. Deze is vergezeld van een formulier waarvan het Agentschap het model vaststelt en op zijn website publiceert.
  Op straffe van onontvankelijkheid is het in het derde lid bedoelde formulier ondertekend, deugdelijk ingevuld en bevat het minstens de volgende elementen:
  1° een voorstel van praktische modaliteiten die tenminste het volgende inhouden:
  a. een realistische planning van de prestaties;
  b. de periodes waarvoor de aanwezigheid van de door het Agentschap aangeduide agenten is vereist;
  c. een raming van de prestaties;
  d. de dienst van het Agentschap verantwoordelijk voor de verlening van de prestaties;
  e. de frequentie waarmee de onder a, b en c vermelde gegevens worden geactualiseerd en overgemaakt aan de betrokken dienst. De termijn tussen de overmaking van de geactualiseerde planning en de betrokken prestaties, bedraagt minstens 7 dagen.
  2° het bewijs dat de aanvrager zich verbindt tot het naleven van de modaliteiten indien de ontheffing wordt verleend.
  Het Agentschap nodigt de aanvrager uit, indien deze dit vraagt bij zijn aanvraag op binnen een termijn van 10 werkdagen die aanvangt op de dag van ontvangst van de aanvraag.
  Indien het Agentschap van oordeel is dat het dossier onvolledig is of aangepast moet worden dan wordt de operator hiervan in kennis gesteld.
  Het Agentschap geeft kennis van zijn beslissing binnen een termijn van 1 maand die aanvangt op de dag van de ontvangst van het in voorkomend geval aangepast dossier.
  Het Agentschap kan de in het eerste lid bedoelde ontheffingsbeslissing schorsen of opheffen indien:
  1° de activiteiten niet meer kunnen worden georganiseerd volgens de wettelijke voorschriften of de modaliteiten vastgesteld in de ontheffingsbeslissing;
  2° de operator de bepalingen van de ontheffingsbeslissing niet respecteert.
  § 5. De retributies vastgesteld bij en krachtens dit besluit worden van rechtswege verhoogd met het bedrag van de kosten die door het Agentschap worden gemaakt indien deze kosten:
  1° noodzakelijk zijn voor de verlening van de prestatie en niet in het uurtarief opgenomen zijn;
  2° rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan de individuele prestatie.
  Onverminderd de bepalingen van artikel 5, worden de kosten bedoeld in het eerste lid, gegroepeerd opgenomen in de factuur met vermelding van de wettelijke verplichting op grond waarvan deze werden gemaakt."

Art.2. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 1 vervangen door de bijlage 1 gevoegd bij dit besluit.

Art.3. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 2, hoofdstuk 1, punten 6., 7., 8. vervangen door:
  "6. De retributies, verbonden aan het keuringstarief op slachtdieren, gevogelte en konijnen worden vermeerderd met 31,2127 EUR per dier of groep dieren wanneer de exploitant van het slachthuis aan de keurder een dier of een groep dieren aanbiedt waarvan de identificatie ongeldig is.
  7. Wanneer het dagelijks bedrag van de aan het keuringstarief verbonden retributies lager is dan het bedrag dat verschuldigd zou zijn in toepassing van een uurtarief van 60,06 EUR, is dit laatste van toepassing met een minimum van één uur.
  8. In een slachthuis van gevogelte waar de keurder met het akkoord van het Agentschap wordt bijgestaan door medewerkers van het slachthuis, wordt het bedrag per slachtlijn als volgt vastgesteld:
  - een slachtlijn:
  slachttijd X 60,06 EUR X 1,1
  - twee slachtlijnen gelijktijdig:
  slachttijd X 60,06 EUR X 0,8".

Art.4. In hetzelfde besluit wordt bijlage 2, hoofdstuk 2, punt 1 vervangen door de bijlage 2 gevoegd bij dit besluit.

Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2022.
  In afwijking van het eerste lid, treedt het besluit in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt als dit besluit bekend wordt gemaakt na 1 april 2022.

Art.6. De minister die de Veiligheid van de Voedselketen onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.


BIJLAGEN.
Art. N1.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-03-2022, p. 26252)

Art. N2.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-03-2022, p. 26255)