22 JUNI 2020. - Koninklijk besluit waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen
Art. 1-5
Artikel 1. Met toepassing van artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen wordt de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij ermee belast met de opdracht (i) om aan de naamloze vennootschap Aviapartner Belgium, met zetel te 1930 Zaventem, Luchthaven Brussel Nationaal zn, ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer 0404.529.392 (RPR Brussel) een in aandelen converteerbare lening te verlenen of om in te schrijven op door deze laatste uitgegeven instrumenten van equity of quasi-equity, ten belope van een maximaal bedrag van 25.000.000 EUR (vijfentwintig miljoen euro) en om deze lening of dit instrument in één of meerdere keren uit te keren, (ii) in voorkomend geval een overbruggingslening voor het nodige bedrag toe te kennen in afwachting van de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van die lening of instrumenten, (iii) om de aldus verleende lening te beheren, met inbegrip van, in voorkomend geval, het nemen van een besluit met betrekking tot de omzetting ervan en om de daaruit voortvloeiende participatie te beheren, met inbegrip van de overdracht van deze participatie, in welke vorm dan ook, (iv) om aan een dergelijke tussenkomst alle soorten waarborgen of zekerheden te verbinden, en (v) om alle overeenkomsten met dat oogmerk aan te gaan, met inbegrip van alle arbitrageovereenkomsten.
Art.2. De opdracht die door dit besluit aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij wordt toevertrouwd, wordt door deze laatste in eigen naam maar voor rekening van de Staat uitgevoerd.
Art.3. De Staat stelt ter aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij de noodzakelijke fondsen ter beschikking voor de gedelegeerde opdracht, voor een bedrag van maximum 25.000.000 EUR (vijfentwintig miljoen euro).
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. De minister die de Financiën onder zijn bevoegdheden heeft, is ook belast met de uitvoering van dit besluit.