Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

8 JANUARI 1973. - Koninklijk besluit houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut. (NOTA : opgeheven voor het Brussels hoofdstedelijk gewest bij BESL2002-09-26/43, art. 416, 18°, Inwerkingtreding : 01-03-2001)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-11-2013 en tekstbijwerking tot 26-09-2018)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - WERKINGSSFEER EN TERMINOLOGIE.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - BEPALINGEN DIE VAN TOEPASSING GEMAAKT WORDEN OP DE AMBTENAREN VAN DE INSTELLINGEN EN DIE HUN BEZOLDIGINGSREGELING UITMAKEN.
Art. 3, 3bis
HOOFDSTUK III. - NADERE REGELEN VOOR TOEPASSING VAN SOMMIGE BEPALINGEN DIE GELDEN VOOR DE AMBTENAREN VAN DE MINISTERIES MET HET OOG OP DE TOEPASSING ERVAN OP DE AMBTENAREN VAN DE INSTELLINGEN.
Afdeling I. - Algemene bepalingen.
Art. 4-6
Afdeling II.
Art. 7-10
Afdeling III. - (...) <KB 10-05-1976, art. 3, § 1, BS 23-06-1976, Inwerkingtreding : 01-08-1973>
Art. 11
Afdeling IV. - (...) <KB 2002-09-05/37, art. 165>
Art. 12
Afdeling IVbis. - (...) <Ingevoegd bij KB 1999-04-30/58, art. 5, inwerkingtreding door de Koning te bepalen, opgeheven bij KB 2001-10-29/42, art. 29>
Art. 12bis
Afdeling V. - (Nadere regelen voor toepassing van de bepalingen betreffende de uitoefening van hogere ambten.) <KB 1983-08-08/37, art. 19, § 2, 2°, Inwerkingtreding : 01-10-1983>
Art. 13
Afdeling VI. - (Nadere regelen voor toepassing van het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel van de federale overheidsdiensten). <KB 2002-09-05/37, art. 166>
Art. 14
Afdeling VII. - (Toepassingsmodaliteiten voor het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten). <Ingevoegd bij KB 1994-05-20/35, art. 1, Inwerkingtreding : 01-07-1994>
Art. 14bis, 14ter
HOOFDSTUK IV. - OPHEFFINGSBEPALINGEN.
Art. 15
HOOFDSTUK V. - OVERGANGSBEPALINGEN.
Art. 16
HOOFDSTUK VI. - SLOTBEPALINGEN.
Art. 17-18



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

  1974120601  1985013181  1991022036  1991022305  1991035914  1991036592  1993000110  1993025046  1993035741  1993036023  1994000215  1994000517  1994009651  1994016063  1994022131  1994022264  1994022295  1994022539  1994027661  1994027662  1994035074  1994035224  1994035225  1994035490  1994035670  1994035732  1994036401  1994036462  1994036493  1995000212  1995000948  1995012233  1995022030  1995022052  1995022243  1995027135  1995035209  1995035814  1995036095  1995036096  1995036313  1995036382  1996012009  1996022008  1996022268  1996022299  1996022303  1996022378  1996022529  1996022540  1996912758  1997002022  1997002113  1997007167  1997007234  1997022100  1997022102  1997022547  1997022554  1997022761  1997022762  1997022768  1997022787  1997022792  1997022835  1997022836  1998002062  1998012330  1998014250  1998016104  1998022022  1998022023  1998022193  1998022265  1998022266  1998022306  1998022307  1998022308  1998022309  1998022728  1998022771  1999002043  1999002060  1999002096  1999002102  1999002152  1999007166  1999012029  1999012527  1999012529  1999014230  1999024055  2000002100  2000003472  2000021018  2000022449  2000022450  2001003555  2001003565  2001003566  2001003572  2001022521  2001022954  2001031324  2002002323  2002022015  2002022185  2002022412  2002022576  2002022920  2002023002  2002023036  2002031386  2002031554  2002A14325  2003002066  2003007318  2003011502  2003022412  2003022413  2003022914  2003023068  2003023137  2004002138  2004012329  2004022680  2004022835  2004022966  2004031207  2005002084  2005007004  2005022106  2005022122  2005022340  2005200291  2006002083  2006012526  2006012546  2006022863  2007022308  2007022384  2007022528  2007022842  2008011428  2008022088  2009007169  2010022063  2010022533  2011018280  2011018372  2012021116  2012031027  2013002052  2014207656  2016002038  2017020598  2017203324  2018204737 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - WERKINGSSFEER EN TERMINOLOGIE.
Artikel 1. Aan dit besluit zijn onderworpen de ambtenaren voor wie het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut gelding heeft.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit worden de instellingen van openbaar nut bedoeld bij het koninklijk besluit van 8 januari 1973 aangeduid door de term " instellingen ".

HOOFDSTUK II. - BEPALINGEN DIE VAN TOEPASSING GEMAAKT WORDEN OP DE AMBTENAREN VAN DE INSTELLINGEN EN DIE HUN BEZOLDIGINGSREGELING UITMAKEN.
Art.3.§ 1. Onverminderd de door de wet vastgestelde statuutbepalingen vinden de volgende besluiten, zoals zij gewijzigd zijn, toepassing op de ambtenaren van de instellingen, onder voorbehoud van de in dit besluit neergelegde nadere regelen :
  1° besluit van de regent van 30 maart 1950 de toekenning regelend van toelagen wegens buitengewone prestaties;
  2° koninklijk besluit van 30 november 1950 betreffende de huisvesting van sommige categorieën van het door de Staat bezoldigd personeel;
  3° (koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten;) <KB 2002-09-05/37, art. 162, 1°>
  4° (koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden;) <KB 2002-09-05/37, art. 162, 2°>
  5° (koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen;) <KB 1983-08-08/37, art. 19, § 2, 1°, Inwerkingtreding : 01-10-1983>
  6° (...) <KB 20-08-1973, art. 5, § 1, BS 08-09-1973, Inwerkingtreding : 01-04-1973>
  7° (koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel van de federale overheidsdiensten;) <KB 2002-09-05/37, art. 162, 3°>
  8° (...) <KB 1994-09-14/39, art. 144, 1°, ED 01-01-1994>
  9° koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten;
  10° (koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel van de federale overheidsdiensten;) <KB 2002-09-05/37, art. 162, 4°>
  11° koninklijk besluit van 26 maart 1965 betreffende de kinderbijslag toegekend aan sommige categorieën van het door de Staat bezoldigd personeel;
  12° (koninklijk besluit van 13 april 1965 tot regeling van de bijdragen van de Staat in de kosten wegens standplaatsverandering van de leden van het personeel van de federale overheidsdiensten;) <KB 2002-09-05/37, art. 162, 5°>
  13° koninklijk besluit van 15 april 1965 houdende toekenning van een weddenbijslag aan sommige leden van het door de Staat bezoldigd personeel wier indiensttreding door de oorlog 1940-1945 merkelijk is vertraagd;
  14° (koninklijk besluit van 29 april 1965 betreffende de valorisatie van de voordelen in natura toegekend aan de conciërges van de federale overheidsdiensten, van de programmatorische federale overheidsdiensten en van de diensten die ervan afhangen;) <KB 2002-09-05/37, art. 162, 6°>
  15° (koninklijk besluit van 21 mei 1965 tot regeling van de toekenning van een vergoeding wegens begrafeniskosten in geval van overlijden van een lid van het personeel van een federale overheidsdienst;) <KB 2002-09-05/37, art. 162, 7°>
  16° (...) <KB 2002-09-05/37, art. 162, 8°, Inwerkingtreding : 26-09-2002>
  17° (...) <KB 1995-04-10/B3, art. 66, 2°, Inwerkingtreding : 30-12-1995>
  18° (...) <KB 1993-03-04/31, art. 23, Inwerkingtreding : 23-03-1993>
  19° (...) <KB 1993-03-04/31, art. 23, Inwerkingtreding : 23-03-1993>
  20° (...) <KB 10-05-1976, art. 1, § 3, BS 23-06-1976, Inwerkingtreding : 01-08-1973>
  21° Ministerieel besluit van 25 september 1970 houdende vaststelling van het model van de reiswijzer voor voertuigen van de Staat;
  22° (...) <KB 1993-03-04/31, art. 23, Inwerkingtreding : 23-03-1993>
  23° (koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende toekenning van een gewaarborgde bezoldiging aan sommige personeelsleden van de federale overheidsdiensten;) <KB 2002-09-05/37, art. 162, 9°>
  24° (...) <KB 1993-03-04/31, art. 23, Inwerkingtreding : 23-03-1993>
  25° (...) <KB 1993-03-04/31, art. 23, Inwerkingtreding : 23-03-1993>
  26° (...) <KB 1993-03-04/31, art. 23, Inwerkingtreding : 23-03-1993>
  27° (koninklijk besluit van 28 september 1976 tot instelling van de toelage voor sommige ambtenaren van de Rijksbesturen, die geslaagd zijn voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau); <Ingevoegd bij KB 1984-01-26/31, art. 10, Inwerkingtreding : 18-02-1984>
  28° (koninklijk besluit van 31 juli 1976 houdende toekenning van de toelage voor vervanging van de huisbewaarder tijdens het vakantieverlof, aan personen vreemd aan de Administratie;) <Ingevoegd bij KB 1984-01-26/31, art. 10, Inwerkingtreding : 18-02-1984>
  29° (koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten;) <KB 2002-09-05/37, art. 162, 10°>
  30° (...) <KB 2002-09-05/37, art. 162, 11°, Inwerkingtreding : 26-09-2002>
  31° (koninklijk besluit van 30 april 1991 tot toekenning van een premie voor tweetaligheid aan het personeel van de rijksbesturen;) <Ingevoegd KB 07-08-1991, art. 1, A, BS, 26-09-1991, Inwerkingtreding : 01-01-1991>
  32° (koninklijk besluit van 25 november 1993 tot toekenning van een overbruggingstoelage aan sommige personeelsleden van de Rijksbesturen;) <Ingevoegd bij KB 25-11-1993, art. 1, A, BS 04-12-1993, Inwerkingtreding : 01-12-1993>
  33° (koninklijk besluit van 12 november 1991 betreffende het administratief en geldelijk statuut van het informaticapersoneel van de rijksbesturen, Hoofdstuk III, getiteld " Geldelijk statuut ";) <Ingevoegd bij KB 1994-05-20/35, art. 2, A, Inwerkingtreding : 01-12-1991>
  34° (...) <KB 1995-04-10/B3, art. 66, 2°, Inwerkingtreding : 30-12-1995>
  § 2. De bepalingen die de hiervoren genoemde besluiten mochten wijzigen, aanvullen of vervangen, vinden van rechtswege toepassing op de ambtenaren van de instellingen, tenzij zij afbreuk doen aan bepalingen die het voorwerp zijn gewest van de in dit besluit bepaalde aanpassingsmaatregelen.
  § 3. (De bepalingen van het hiervoren (onder 29°, 30°, 31°, 32° en 33°) genoemde besluit zijn enkel van toepassing op de personeelsleden van de hierna vermelde instellingen, opgenomen in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut : <KB 1994-05-20/35, art. 2, B, Inwerkingtreding : 01-12-1991>
  - Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  - Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden onder Belgische vlag;
  - Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
  - Bijzondere Verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders van de diamantnijverheid;
  [1 - Fedris;]1
  [1 ...]1
  - Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers;
  - Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  - Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers;
  - Rijksdienst voor pensioenen;
  - Rijksdienst voor sociale zekerheid;
  - Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie;
  - Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
  - Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen;
  - Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;
  - Pool van zeelieden ter koopvaardij;
  - Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers;
  - Instituut voor veterinaire keuring;
  - Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen;
  - Regie der gebouwen;
  - Dienst voor de overzeese sociale zekerheid;
  - Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap;
  - Hulp- en informatiebureau voor gezinnen van militairen;
  - Nationaal geografisch instituut;
  - (...) <KB 1995-03-17/30, art. 66, Inwerkingtreding : 29-03-1995>
  - (...) <KB 1995-03-17/30, art. 66, Inwerkingtreding : 29-03-1995>
  - Belgisch instituut voor normalisatie;
  - Belgische Dienst voor bedrijfsleven en landbouw;
  - Dienst voor regeling der binnenvaart.) <KB 07-08-1991, art. 1, B, BS 26-09-1991, Inwerkingtreding : 01-01-1991>
  ----------
  (1)<KB 2018-09-06/13, art. 86, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art. 3bis. [1 Behoudens andersluidende bepaling dienen, voor de toepassing op de ambtenaren van de in artikel 3 bedoelde bepalingen, de woorden "Voorzitter van het directiecomité", die voorkomen in de bepalingen, vervangen te worden door de woorden "leidend ambtenaar".
   Voor de toepassing van dit besluit moet er onder leidend ambtenaar worden verstaan de ambtenaar die belast is met het dagelijks beheer van de instelling.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2016-08-03/21, art. 24, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2016>


HOOFDSTUK III. - NADERE REGELEN VOOR TOEPASSING VAN SOMMIGE BEPALINGEN DIE GELDEN VOOR DE AMBTENAREN VAN DE MINISTERIES MET HET OOG OP DE TOEPASSING ERVAN OP DE AMBTENAREN VAN DE INSTELLINGEN.
Afdeling I. - Algemene bepalingen.
Art.4. Behoudens strijdige bepaling vinden de in artikel 3 bedoelde bepalingen toepassing op de ambtenaren van de instellingen alsof zij (tot een federale overheidsdienst) behoorden, al naar het geval, als vastbenoemde, stagedoende (...) ambtenaar. <KB 2002-09-05/37, art. 163> <KB 1994-09-14/39, art. 145, Inwerkingtreding : 01-01-1994>

Art.5. Wanneer een regel, die door artikel 3 toepasselijk wordt verklaard op het personeel van de instellingen, bepaalt dat het advies van de Inspecteur of van de Inspectie van Financiën moet worden aangevraagd, wordt dat advies gegeven door de afgevaardigde van de Minister van Financiën bij de instelling.

Art.6. De regelen bedoeld in artikel 3, § 1, worden voor de toepassing ervan op de ambtenaren van de instellingen aangepast zoals in de artikelen 7 tot 14 is vermeld.

Afdeling II.   
Art.7.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 75, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.8.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 75, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.9. (...) <KB 10-05-1976, art. 2, § 4, BS 23-06-1976, Inwerkingtreding : 01-08-1973>

Art.10. (...) <KB 10-05-1976, art. 2, § 4, BS 23-06-1976, Inwerkingtreding : 01-08-1973>

Afdeling III. - (...)
Art.11. (...) <KB 10-05-1976, art. 3, § 2, BS 23-06-1976, Inwerkingtreding : 01-08-1973>

Afdeling IV. - (...)
Art.12. (...) <KB 2002-09-05/37, art. 165>

Afdeling IVbis. - (...)
Art. 12bis. (...)<Ingevoegd bij KB 1999-04-30/58, art. 5, inwerkingtreding door de Koning te bepalen, opgeheven bij KB 2001-10-29/42, art. 29>

Afdeling V. - (Nadere regelen voor toepassing van de bepalingen betreffende de uitoefening van hogere ambten.)
Art.13. (...) Wanneer in de betrokken instelling geen geschikte personeelsleden voorhanden zijn mag, op voorstel van de directieraad van die instelling, de uitoefening van een hoger ambt toevertrouwd worden aan een personeelslid van een andere instelling die onder het toezicht van dezelfde minister ressorteert, voor zover zijn werkelijke graad ingedeeld is in hetzelfde niveau als dat waarin de graad die overeenstemt met de tot wederopzeggens toe te kennen functie is ingedeeld of voor zover het betrokken personeelslid aan de door het statuut voorgeschreven vereisten voldoet om tot dit niveau te worden bevorderd. <KB 1983-08-08/37, art. 19, § 2, 3°, Inwerkingtreding : 01-10-1983>

Afdeling VI. - (Nadere regelen voor toepassing van het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel van de federale overheidsdiensten).
Art.14. Artikel 7 moet als volgt worden gelezen :
  " Art. 7. Onverminderd de regelen betreffende de administratieve en begrotingscontrole worden de vergoedingen en toelagen door Ons vastgesteld. "

Afdeling VII. - (Toepassingsmodaliteiten voor het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten).
Art. 14bis.
  <Opgeheven bij KB 2016-08-03/21, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2016>

Art. 14ter.
  <Opgeheven bij KB 2016-08-03/21, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2016>

HOOFDSTUK IV. - OPHEFFINGSBEPALINGEN.
Art.15. Opgeheven worden :
  1° (...) <KB 20-08-1973, art. 5, § 3, BS 08-09-1973, Inwerkingtreding : 01-04-1973>
  2° Alle bepalingen van de koninklijke en de ministeriële besluiten, voor zover zij aangelegenheden regelen die door dit besluit zijn geregeld.

HOOFDSTUK V. - OVERGANGSBEPALINGEN.
Art.16. § 1. De bijzondere regeling ingevoerd bij de §§ 2 tot 4 is van toepassing op elke ambtenaar die, op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit, behoort tot een van de bij dit besluit bedoelde instellingen en zonder onderbreking blijft behoren tot een ervan.
  § 2. De in § 1 bedoelde ambtenaar heeft in de graad door hem bekleed op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit nooit een lagere weddenschaal dan die welke hij de dag vóór die datum genoot.
  § 3. De in § 1 bedoelde ambtenaar telt, voor de vaststelling van zijn wedde, ten minste de anciënniteit door hem verkregen in zijn weddenschaal op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit.
  (...) <KB 1994-09-14/39, art. 147, Inwerkingtreding : 01-01-1994>
  § 4. De Minister die het toezicht op de instelling uitoefent, regelt met instemming van (de Minister tot wiens bevoegdheid de Ambtenarenzaken behoren), de gevallen die een zodanig bijzonder aspect vertonen dat een minder letterlijke toepassing van het onderhavige besluit verantwoord is. Die gevallen worden geregeld naar de zin van dit besluit.

HOOFDSTUK VI. - SLOTBEPALINGEN.
Art.17. Dit besluit treedt op 1 april 1973 in werking.

Art. 18. Onze Vice-Eerste Minister, Onze Minister van Landsverdediging, Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Volksgezondheid en van het Gezin, Onze Minister van Openbare Werken, Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Onze Minister van Sociale Voorzorg, Onze Minister van Landbouw en Middenstand, Onze Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking en Onze Staatssecretaris voor Begroting, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.