14 MEI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan en vaststelling van de hiërarchie van de bijzondere graden waarvan de ambtenaren van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kunnen titularis zijn.
Art. 1-6
Artikel 1. Een artikel 5bis, luidend als volgt, wordt in het koninklijk besluit van 7 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan en vaststelling van de hiërarchie van de bijzondere graden waarvan de ambtenaren van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kunnen titularis zijn, ingevoegd :
" Art. 5bis. § 1. Tot de bijzondere graad van adjunct-adviseur van de sociale zekerheid kunnen worden benoemd of de titularissen van de graad van adjunct-adviseur, die aan de volgende voorwaarden voldoen :
1°) een graadanciënniteit van ten minste zes jaar hebben;
2°) gedurende ten minste 4 jaar in de loop van de zes jaar die aan de benoeming tot de graad van adjunct-adviseur van de sociale zekerheid voorafgaan, functies uitgeoefend hebben in een dienst waarvan de opdracht hetzij de studie en de toepassing van de sociale zekerheidswetgeving, hetzij de studie en het beheer van de financiële stromen en van de statistische gegevens in verband met de sociale zekerheid inhoudt;
3°) geslaagd zijn voor een beroepsbekwaamheidsproef waaruit moet blijken dat de kandidaat de nodige geschiktheid bezit om het ambt van de te verlenen graad uit te oefenen.
§ 2. Het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid legt de lijst van de in § 1, 2°, beoogde diensten vast.
§ 3. De beroepskwaamheidsproef waarvan sprake in § 1, 3°, wordt georganiseerd door het Vast Wervingssecretariaat op verzoek van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
De deelname aan deze beroepsbekwaamheidsproef is beperkt tot tweemaal.
Het programma van de beroepsbekwaamheidsproef, de organisatorische modaliteiten en de regels voor de samenstelling van de jury worden vastgelegd door de Vaste Wervingssecretaris met het akkoord van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. ".
§ 4. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de bijzondere graad van adjunct-adviseur van de sociale zekerheid worden benoemd en die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit in dienst waren in de graad van adjunct-adviseur (rang 10), worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in de graad van adjunct-adviseur (rang 10), geacht verricht te zijn in de bijzondere graad van adjunct-adviseur van de sociale zekerheid. ".
Art.2. Een artikel 5ter, luidend als volgt, wordt in hetzelfde koninklijk besluit ingevoegd :
" Art. 5ter. Tot de bijzondere graad van adviseur van de sociale zekerheid kunnen worden bevorderd, de titularissen van de graad van adjunct-adviseur van de sociale zekerheid. Deze bevordering wordt verleend volgens de regelen van de vlakke loopbaan. ".
Art.3. Een artikel 15bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde koninklijk besluit ingevoegd :
" Art. 15bis. § 1. Tot de bijzondere graad van adviseur van de sociale zekerheid kunnen eveneens worden benoemd, de titularissen van de graad van adviseur die aan de volgende voorwaarden voldoen :
1°) gedurende ten minste 3 jaar in de loop van de vier jaar die de datum van benoeming in de graad van adviseur van de sociale zekerheid voorafgaan, functies uitgeoefend hebben in een dienst zoals die in artikel 5bis, § 1, 2° omschreven is;
a) geslaagd zijn voor de in artikel 5bis, § 1, 3°, vermelde beroepsbekwaamheidsproef.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de bijzondere graad van adviseur van de sociale zekerheid worden benoemd en die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit in dienst waren, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in de graad van adviseur, geacht verricht te zijn in hun nieuwe bijzondere graad. ".
Art.4. In bijlage VI van hetzelfde koninklijk besluit worden de vermeldingen van de volgende graden onder het opschrift " Afdeling A : Administratief personeel " ingevoegd :
" - in rang 13 : Adviseur van de sociale zekerheid;
- in rang 10 : Adjunct-adviseur van de sociale zekerheid ".
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 1998.
Art. 6. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 mei 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
F. VANDENBROUCKE.