24 DECEMBER 2020. - Wet tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II)
Art. 1-34
2020010385 2020010393 2020015023 2020015061 2020015098 2020015099 2020020733 2020020781 2020020911 2020020917 2020020950 2020030581 2020030582 2020030639 2020030640 2020030655 2020030708 2020030729 2020030838 2020040979 2020040980 2020040981 2020040984 2020041295 2020041340 2020041598 2020041780 2020041939 2020041990 2020041991 2020041992 2020042007 2020042012 2020042279 2020201918 2020202260 2020202432 2020202507 2020202544 2020202631 2020202798 2020202811 2020202861 2020202903
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art.2. Het koninklijk besluit nr. 1 van 6 april 2020 betreffende de bestrijding van de niet-naleving van de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken door de invoering van gemeentelijke administratieve sancties, wordt bekrachtigd.
Art.3. § 1. Het koninklijk besluit nr. 2 van 9 april 2020 met betrekking tot de verlenging van de verjaringstermijnen en de andere termijnen om in rechte te treden, alsmede de verlenging van de termijnen van de rechtspleging en de schriftelijke behandeling voor de hoven en rechtbanken, wordt bekrachtigd.
§ 2. Het koninklijk besluit van 28 april 2020 tot verlenging van sommige maatregelen genomen bij het koninklijk besluit nr. 2 van 9 april 2020 met betrekking tot de verlenging van de verjaringstermijnen en de andere termijnen om in rechte te treden, alsmede de verlenging van de termijnen van de rechtspleging en de schriftelijke behandeling voor de hoven en rechtbanken, wordt bekrachtigd.
Art.4. § 1. Het koninklijk besluit nr. 3 van 9 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake strafprocedure en uitvoering van straffen en maatregelen in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, wordt bekrachtigd.
§ 2. Het koninklijk besluit van 28 april 2020 tot verlenging van de maatregelen genomen bij het koninklijk besluit nr. 3 van 9 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake strafprocedure en uitvoering van straffen en maatregelen in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, wordt bekrachtigd.
§ 3. Het koninklijk besluit van 13 mei 2020 tot verlenging van de maatregelen genomen bij het koninklijk besluit nr. 3 van 9 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake strafprocedure en uitvoering van straffen en maatregelen in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, wordt bekrachtigd.
Art.5. § 1. Het koninklijk besluit nr. 4 van 9 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrecht in het kader van de strijd tegen de COVID-19-pandemie, wordt bekrachtigd.
§ 2. Het koninklijk besluit van 28 april 2020 tot verlenging van de maatregelen genomen bij het koninklijk besluit nr. 4 van 9 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrecht in het kader van de strijd tegen de COVID-19-pandemie, wordt bekrachtigd.
Art.6. § 1. Het koninklijk besluit nr. 5 van 9 april 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, met het oog op de aanpassing van bepaalde regels die van toepassing zijn in de land- en tuinbouwsector, wordt bekrachtigd.
§ 2. De Koning kan de artikelen 8bis en 31bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, gewijzigd door het besluit vermeld in § 1, wijzigen, opheffen of vervangen.
Art.7. Het koninklijk besluit nr. 6 van 16 april 2020 betreffende uitstel in de aanstelling van de leden van de Hoge Raad voor de Justitie, wordt bekrachtigd.
Art.8. Het bijzondere-machtenbesluit nr. 7 van 19 april 2020 houdende bijkomende steunmaatregelen inzake vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting, belasting niet-inwoners, personenbelasting, belasting over de toegevoegde waarde, bedrijfsvoorheffing, registratierechten en retributies, wordt bekrachtigd.
Art.9. Het koninklijk besluit nr. 8 van 19 april 2020 tot wijziging van artikel 101 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, wordt bekrachtigd.
Art.10. Het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19, wordt bekrachtigd.
Het koninklijk besluit nr. 35 van 24 juni 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 10 van 19 april 2020 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19, wordt bekrachtigd.
Art.11. Het koninklijk besluit nr. 11 van 22 april 2020 houdende maatregelen op het vlak van de modaliteiten inzake hypothecair krediet in het kader van de Coronacrisis, wordt bekrachtigd.
Het koninklijk besluit nr. 38 van 24 juni 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 11 houdende maatregelen op het vlak van de modaliteiten inzake hypothecair krediet in het kader van de Coronacrisis, wordt bekrachtigd.
Art.12. Het koninklijk besluit nr. 13 van 27 april 2020 tot wijziging van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen, in het bijzonder voor wat betreft de uitbreiding naar bepaalde zelfstandigen in bijberoep en actieve gepensioneerden, wordt bekrachtigd.
Art.13. § 1. Het bijzondere-machtenbesluit nr. 14 van 27 april 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tot vrijwaring van een vlotte arbeidsorganisatie in de kritieke sectoren, wordt bekrachtigd.
§ 2. Het koninklijk besluit van 4 juni 2020 tot verlenging van de maatregelen op vlak van tewerkstelling in de vitale sector ten gevolge van de COVID-19-pandemie, wordt bekrachtigd.
Art.14. § 1. Het koninklijk besluit nr. 15 van 24 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting ten voordele van ondernemingen van uitvoeringsmaatregelen en andere maatregelen gedurende de COVID-19-crisis, wordt bekrachtigd.
§ 2. Het koninklijk besluit van 13 mei 2020 tot verlenging van de maatregelen genomen bij het koninklijk besluit nr. 15 van 24 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting ten voordele van ondernemingen van uitvoeringsmaatregelen en andere maatregelen gedurende de COVID-19-crisis, wordt bekrachtigd.
Art.15. Het koninklijk besluit nr. 17 van 4 mei 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 3°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 met het oog op het verlenen van uitstel van betaling aan bepaalde werkgevers van de bedragen geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, wordt bekrachtigd.
Het koninklijk besluit nr. 30 van 4 juni 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 17 van 4 mei 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 3°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, met het oog op het verlenen van uitstel van betaling aan bepaalde werkgevers van de bedragen geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, wordt bekrachtigd.
Art.16. § 1. Het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19-pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, wordt bekrachtigd.
Het koninklijk besluit nr. 28 van 3 juni 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19-pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, wordt bekrachtigd.
§ 2. In artikel 72 van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19-pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging wordt de eerste zin aangevuld met de woorden "en ten laatste tot 31 december 2025".
Art.17. § 1. Het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020 houdende tijdelijke aanpassingen aan de vergoedingsvoorwaarden en administratieve regels in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten gevolge van de COVID-19-pandemie, wordt bekrachtigd.
§ 2. In artikel 31 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020 houdende tijdelijke aanpassingen aan de vergoedingsvoorwaarden en administratieve regels in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten gevolge van de COVID-19-pandemie, worden in de eerste zin de woorden "en ten laatste tot 31 december 2025" ingevoegd tussen de woorden "te bepalen datum" en de woorden "zelfs als".
Art.18. Het koninklijk besluit nr. 22 van 4 juni 2020 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor de vrijwilligers COVID-19-slachtoffers, wordt bekrachtigd.
Het koninklijk besluit nr. 40 van 26 juni 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 22 van 4 juni 2020 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor de vrijwilligers COVID-19-slachtoffers, wordt bekrachtigd.
Art.19. Het koninklijk besluit nr. 23 van 13 mei 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 houdende het corona ouderschapsverlof, wordt bekrachtigd.
Art.20. Het koninklijk besluit nr. 24 van 20 mei 2020 tot tijdelijke uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers tot de organisaties die door de bevoegde overheid zijn erkend voor de bijstand aan en de zorg voor bejaarden en voor de opvang en de huisvesting van bejaarden in de private commerciële sector, wordt bekrachtigd.
Het koninklijk besluit nr. 36 van 23 juni 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 24 van 20 mei 2020 tot tijdelijke uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers tot de organisaties die door de bevoegde overheid zijn erkend voor de bijstand aan en de zorg voor bejaarden en voor de opvang en de huisvesting van bejaarden in de private commerciële sector, wordt bekrachtigd.
Art.21. Het koninklijk besluit nr. 29 van 5 juni 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 2°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, met het oog op assimilatie van onvoorziene stageperiodes van artsen in opleiding, wordt bekrachtigd.
Art.22. Het koninklijk besluit nr. 31 van 16 juni 2020 houdende bijzondere maatregelen voor de militairen in het kader van de gezondheidscrisis ten gevolge van het coronavirus COVID-19, wordt bekrachtigd.
Art.23. Het koninklijk besluit nr. 32 van 15 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken met betrekking tot sommige postdiensten, wordt bekrachtigd.
Art.24. Het koninklijk besluit nr. 33 van 23 juni 2020 tot aanpassing van de inkomsten van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging om specifieke uitgaven gelinkt aan de COVID-19-pandemie te dekken, wordt bekrachtigd.
Art.25. Het koninklijk besluit nr. 34 van 23 juni 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 1°, 2° en 6°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, met het oog op het verzekeren en het goed beheer van de geneesmiddelenvoorraden en houdende verlenging van de apotheekvergunningen, wordt bekrachtigd.
Art.26. Het bijzondere-machtenbesluit nr. 37 van 24 juni 2020 tot uitvoering van artikelen 2 en 5 van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tot ondersteuning van de werknemers, wordt bekrachtigd.
Art.27. § 1. Het koninklijk besluit nr. 39 van 26 juni 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 maart 1969 houdende vaststelling van de lijst van beroepsziekten die aanleiding geven tot schadeloosstelling en tot vaststelling van de criteria waaraan de blootstelling aan het beroepsrisico voor sommige van deze ziekten moet voldoen wegens COVID-19, wordt bekrachtigd.
§ 2. De Koning kan artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 maart 1969 houdende vaststelling van de lijst van beroepsziekten die aanleiding geven tot schadeloosstelling en tot vaststelling van de criteria waaraan de blootstelling aan het beroepsrisico voor sommige van deze ziekten moet voldoen en de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd door het besluit vermeld in § 1, wijzigen, opheffen of vervangen.
Art.28. Het koninklijk besluit nr. 41 van 26 juni 2020 tot wijziging van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen, wordt bekrachtigd.
Art.29. Het koninklijk besluit nr. 42 van 27 juni 2020 tot instelling van een coronaverlof voor ouderschapsbescherming voor de militairen in het kader van de gezondheidscrisis ten gevolge van het coronavirus COVID-19, wordt bekrachtigd.
Art.30. Het koninklijk besluit nr. 43 van 26 juni 2020 tot wijziging van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie met het oog op een tijdelijke verhoging van het terugbetalingspercentage van het leefloon door de staat ten opzichte van de OCMW's in het kader van COVID-19, wordt bekrachtigd.
Art.31. Het koninklijk besluit nr. 45 van 26 juni 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tot verlenging van sommige maatregelen en tot verduidelijking van bepaalde modaliteiten van het corona ouderschapsverlof en van de consumptiecheque, wordt bekrachtigd.
Art.32. Het koninklijk besluit nr. 46 van 26 juni 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tot ondersteuning van de werkgevers en de werknemers, wordt bekrachtigd.
Art.33. Het koninklijk besluit nr. 47 van 26 juni 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 3° en 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het corona-virus COVID-19, met het oog op het toekennen van een tijdelijke premie aan de gerechtigden op bepaalde sociale bijstandsuitkeringen, wordt bekrachtigd.
Art. 34. Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.