Details





Titel:

22 APRIL 2020. - Koninklijk besluit nr. 11 houdende maatregelen op het vlak van de modaliteiten inzake hypothecair krediet in het kader van de Coronacrisis (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij W2020-12-24/20, art. 11) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-04-2020 en tekstbijwerking tot 02-07-2020)



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2020042007 



Artikels:

Artikel 1. In Boek VII, hoofdstuk 2, afdeling 5, onderafdeling 2, van het Wetboek economisch recht, ingevoegd bij de wet van 22 april 2016, wordt een artikel VII.145/1 ingevoegd, luidende :
  " VII.145/1. § 1. Bij een hypothecair krediet met een onroerende bestemming kan de kredietnemer de kredietgever verzoeken tot de verlenging van de looptijd of de tijdelijke opschorting van betaling van kapitaalaflossingen en interest. De kredietgever is vrij om al dan niet in te gaan op dit verzoek.
  De bepalingen van artikel VII.133 WER zijn niet van toepassing op het tijdelijke uitstel van betaling of verlenging van de looptijd.
  § 2. Om wijzigingen aan het contract van hypothecair krediet met onroerende bestemming te verzoeken zoals bedoeld in § 1, is voldaan aan de volgende cumulatieve voorwaarden :
  1° De kredietnemer lijdt een inkomensverlies door de economische gevolgen van het Coronavirus;
  2° De kredietnemer vraagt om die reden aan zijn of haar kredietgever een tijdelijk uitstel van betaling of verlenging van de looptijd van zijn lopende hypothecaire kredietovereenkomst;
  3° Het krediet dat het voorwerp uitmaakt van de aanvraag tot tijdelijk uitstel van betaling of verlenging van de looptijd vertoonde geen betalingsachterstand op 1 februari 2020.
  § 3. De wijziging van de kredietovereenkomst die bestaat uit het uitstel van terugbetaling of verlenging van de looptijd hoeft niet in de kredietovereenkomst zelf te worden geformaliseerd, maar kan worden vastgesteld via een bijvoegsel op een duurzame drager dat het bewijs levert van de instemming van de partijen met de inhoud.
  De kredietgever zal in dit geval geen dossierkosten aanrekenen.".

Art.2. Artikel VII.148, paragraaf 2, eerste lid, van het WER wordt aangevuld met een punt 7°, luidende :
  "7° de toekenning van een tijdelijk uitstel van betaling bedoeld in artikel VII.145/1 en de datum van die toekenning.".

Art.3.Dit besluit en artikelen VII.145/1 en VII.148, § 2, lid1, 7° hebben uitwerking vanaf 1 april 2020 en treden buiten werking op [1 1 januari 2021]1.
  ----------
  (1)<KB 38 2020-06-24/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 12-07-2020>

Art. 4. De minister bevoegd voor Economie en Consumenten is belast met de uitvoering van dit besluit.