Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

22 JULI 1993. - Decreet II betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-12-1999 en tekstbijwerking tot 12-05-2014)



Inhoudstafel:


Art. 1-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1989027129  1990027874 



Uitvoeringsbesluit(en):

1994027069  1994027328  1994027575  1994027615  1994031132  1994031133  1994031156  1994031304  1994031443  1994031502  1994031504  1994110751  1994110752  1995022051  1995027036  1995027055  1995027073  1995027124  1995027128  1995027133  1995027136  1995027194  1995027276  1995027277  1995027310  1995027333  1995027334  1995027335  1995027336  1995027337  1995027338  1995027339  1995027340  1995027341  1995027342  1995027365  1995027402  1995027403  1995027404  1995027415  1995027441  1995027604  1995027660  1995029463  1995031269  1995031446  1995041951  1996027001  1996027021  1996027022  1996027024  1996027035  1996027071  1996027074  1996027088  1996027295  1996027332  1996027342  1996027374  1996027387  1996027399  1996027453  1996027495  1996027520  1996027537  1996027542  1996027547  1996027554  1996027659  1996027669  1996027678  1996027697  1996031001  1996031309  1996062752  1997011660  1997027003  1997027004  1997027005  1997027031  1997027069  1997027126  1997027127  1997027153  1997027187  1997027254  1997027255  1997027257  1997027258  1997027291  1997027293  1997027300  1997027336  1997027348  1997027349  1997027350  1997027369  1997027388  1997027405  1997027442  1997027443  1997027444  1997027618  1997027677  1997027680  1997031128  1998027016  1998027103  1998027208  1998027327  1998027403  1998027478  1998027481  1998027482  1998027483  1998027488  1998027503  1998027657  1998027658  1998027715  1998031437  1998092450  1999027009  1999027012  1999027195  1999027430  1999027441  1999027463  1999027485  1999027492  1999027497  1999027498  1999027502  1999027507  1999027510  1999027511  1999027543  1999027544  1999027605  1999027630  1999027651  1999027661  1999027797  1999027811  1999031349  1999031416  1999A21298  1999A27430  1999A27485  1999A29514  1999A31233  1999A35667  1999A35691  2000027003  2000027050  2000027092  2000027093  2000027163  2000027166  2000027167  2000027291  2000027297  2000027345  2000027405  2000027406  2000027407  2000027408  2000027409  2000027410  2000027411  2000027412  2000027413  2000027414  2000027415  2000027416  2000027501  2000027510  2000031329  2000031330  2000031331  2000031332  2000031333  2000031334  2000031335  2000031336  2000031337  2000031338  2000031339  2000031340  2000A27592  2000A27593  2000A29425  2000A29426  2001027046  2001027272  2001027275  2001027394  2001027486  2001027487  2001027595  2001027708  2001027759  2001027760  2001031382  2002027036  2002027574  2002027608  2002027668  2002028093  2002A27505  2003027281  2003027681  2003027749  2003031131  2003031618  2003200995  2003A29057  2003A29614  2003A31401  2004027177  2004027197  2004027301  2004031455  2004035066  2004200754  2004200869  2004202409  2004202427  2004202635  2004202692  2004202743  2004A31271  2004A31275  2005201816  2005202886  2006021117  2006200279  2006201007  2006201229  2006202360  2006203033  2007027196  2007029050  2007201803  2007202434  2007203600  2007A00177  2007A01735  2007A02255  2008027008  2008202398  2008203630  2009027097  2009027135  2009027144  2009027145  2009029454  2009029457  2009200675  2009200788  2009202648  2009204540  2009204970  2009A00861  2009A31280  2010200515  2011027223  2011029063  2011029506  2011206410  2013024180  2013027132  2013204999  2013206479  2013A27132  2014203119  2014204434  2014204994  2014A03693  2014A03698  2014A03910  2014A04672  2015031134  2015202342  2015205981  2016A31124  2017012974  2018010776  2018030859  2019204033  2019204496  2023043784  2024009723 



Artikels:

Artikel 1.
  <Opgeheven bij DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>

Art.2.
  <Opgeheven bij DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>

Art.3.
  <Opgeheven bij DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>

Art.4.
  <Opgeheven bij DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>

Art.5.
  <Opgeheven bij DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>

Art.6.
  <Opgeheven bij DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>

Art.7. § 1. Vanaf het begrotingsjaar 1994 worden bijzondere dotaties, vastgelegd (overeenkomstig § 2 tot § 6bis) van dit besluit, uitgetrokken op de begroting van de Gemeenschap en jaarlijks toegekend aan de Commissie en aan het Gewest. <DWG 1999-12-16/44, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>
  § 2. Het basisbedrag is op 21.000 miljoen vastgesteld.
  Vanaf 1994 wordt dat bedrag volgens de in artikel 13, § 2, van de financieringswet bedoelde modaliteiten aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en jaarlijks tot en met 1999 met 1 % verhoogd.
  § 3. Van het in § 2 bedoelde bedrag wordt een bedrag afgetrokken dat gelijk is aan de totale lasten van het Gewest en de Commissie. Die lasten worden berekend als volgt :
  1. jaarlijks wordt een coëfficiënt met vier decimalen berekend die overeenstemt met de verhouding tussen de krachtens § 4 vastgelegde jaarlijkse percentages voor het Gewest en de Commissie, en met één éénheid vermeerderd;
  2. jaarlijks wordt een tweede coëfficiënt berekend door de in punt 1 bedoelde coëfficiënt te vermenigvuldigen met een in 1994 op 100 % vastgesteld percentage. Vanaf 1995 wordt dat percentage met de instemming van de Regeringen en het College tussen 95 en 100 % vastgesteld. De tweede coëfficiënt wordt met vier decimalen berekend;
  3. (Jaarlijks worden de totale lasten van het Gewest en de Commissie berekend door het bedrag dat bepaald is overeenkomstig artikel 83quater, § 1, eerste lid, laatste gedachtenstreep, van de wet van 12 januari 1989, te vermenigvuldigen met de overeenkomstig punt 2 verkregen coëfficiënt.) <DWG 1999-12-16/44, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>
  § 4. Het overeenkomstig § 2 en § 3 verkregen bedrag wordt jaarlijks op volgende wijze onder de Commissie en het Gewest verdeeld :
  1. In 1994 en 1995 :
  - voor de Commissie : 25 %;
  - voor het Gewest : 75 %.
  2. Vanaf 1996 zullen de Gemeenshapsregering, de Waalse Regering en het College eenstemmig een verdeling bepalen die uitgaat van de reële lokalisatie van de uitgaven zonder dat het aan de Comissie toegekend deel keiner dan 20 % en groter dan 25 % mag zijn.
  In geval van onenigheid wordt de verdeling vastgesteld als volgt :
  - voor de Commissie : 23 %;
  - voor het Gewest : 77 %.
  § 5. De in § 4 bedoelde dotaties worden in 1994 met 1.100 miljoen, in 1995 met 2.200 miljoen, in 1996 met 3.300 miljoen en in de volgende jaren met 4.400 miljoen vermeerderd. Die bedragen worden onder het Gewest en de Commissie verdeeld volgens een sleutel die eenstemmig bepaald wordt door de Gemeenschapsregering, de Waalse Regering en het College. Die sleutel wordt vastgelegd naar verhouding van de leningen die werden aangegaan voor de aankoop van schoolgebouwen van de Gemeenschap door publiekrechtelijke vennootschappen opgericht krachtens het decreet van 7 juli 1993 tot oprichting van vijf publiekrechtelijke vennootschappen voor het beheer van schoolgebouwen van het door de overheid gesubsidieerd onderwijs.
  § 6. Voor het jaar 1994 worden de in § 1 bedoelde overgehevelde bedragen verminderd met :
  - 800 miljoen voor de Commissie;
  - 1.600 miljoen voor het Gewest, na aftrek van de inbreng van het Gewest ten bate van de " Etablissement " in 1993.
  (§ 6bis. Vanaf het jaar 2000 worden de dotaties die aan de Commissie en aan het Gewest worden toegekend overeenkomstig de voorgaande paragrafen, verminderd met 800 miljoen frank en 2,4 miljard frank vermenigvuldigd met een coëfficiënt die in gezamenlijk overleg bepaald wordt door beide Regeringen en het College, zonder dat bedoelde coëfficiënt lager dan 1 of hoger dan 1,5 mag zijn. Voor het jaar 2000 is bedoelde coëfficiënt gelijk aan 1. Vanaf 2001 is coëfficiënt, indien er geen overeenkomst is bereikt, gelijk aan de coëfficiënt van het voorgaande jaar.
  Het bedrag van de aftrek dat berekend is overeenkomstig voorgaand lid wordt jaarlijks aangepast aan de procentuele veranderingen van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen. In afwachting van een definitieve vastlegging van bedoeld indexcijfer worden de bedragen aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer in de loop van het voorgaande jaar.) <DWG 1999-12-16/44, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>
  § 7. De in § 1 vermelde bedragen worden vanaf de inwerkingtreding van de in artikel 6 bedoelde besluiten verhoogd met een bedrag dat vastgesteld is bij een op eensluidend advies van de Waalse Regering en het College door de Gemeenschapsregering genomen besluit. Dat bedrag mag niet hoger zijn dan het totale bedrag van de uitgaven veroorzaakt door de bezoldiging en de werkingskosten van het krachtens artikel 6 overgehevelde personeel.
  § 8. De dotaties worden overeenkomstig de modaliteiten die vastgesteld werden bij een op eensluidend advies van de Waalse Regering en het College door de Gemeenschapsregering genomen besluit en met inachtneming van de in artikel 54, § 1, derde lid, en § 2, van de financieringswet bedoelde beginselen vereffend op de eerste werkdg na de dag waarop de in voornoemd artikel bedoelde middelen naar de Gemeenschap overgeheveld werden.

Art.8.
  <Opgeheven bij DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>

Art.9.[1 ...]1.
  Blijven echter ten laste van de Gemeenschap :
  1° de vóór de inwerkingtreding van dit decreet door haar aangegane verplichtingen die vóór die datum als vastlegging op niet-gesplitste kredieten van haar begroting moeten worden aangerekend;
  2° de vóór de inwerkingtreding van het in artikel 7, § 7, bedoelde decreet door haar aangegane verplichtingen betreffende de bezoldiging en de werkingskosten van het krachtens artikel 6 overgeheveld personeel en die vóór die datum als vastlegging op niet-gesplitste kredieten van haar begroting moeten worden aangerekend;
  3° de verplichtingen waarvan de betaling of het nakomen opeisbaar waren voor de eigendomsoverdracht van de in artikel 5 bedoelde goederen.
  [1 ...]1.
  ----------
  (1)<DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>

Art.10.Het " Instituut de formation permanente des classes moyennes " (Instituut voor de Voortgezette Opleiding van de Middenstand) opgericht bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 3 juli 1991 betreffende de voortgezette opleiding voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen wordt, wat betreft de uitoefening van zijn onderwijsbevoegdheid, met name inzake echtverklaring en homologatie, volgens de in een samenwerkingsovereenkomst voorziene modaliteiten gezamelijk beheerd door het Gewest, de Commissie en de Gemeenschap. De samenwerkingsovereenkomst voorziet de wijzigingen die eventueel in voornoemd decreet of in de krachtens dat decreet genomen toepassingsbesluiten moeten worden aangebracht.
  § 2. [1 ...]1.
  § 3. [1 ...]1.
  § 4. [1 ...]1.
  § 5. [1 ...]1.
  ----------
  (1)<DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>

Art.11.[1 ...]1.
  3° de Europese structurele fondsen in het kader van de in artikel 3 bedoelde bevoegdheden, met het oog op de oprichting van een gemeenshappelijke cel bij de Gemeenschap, waarbij deze laatste de betrekkingen met de Europese Gemeenschap namens het Gewest en de Commissie waarneemt.
  ----------
  (1)<DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>

Art.12.
  <Opgeheven bij DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>

Art.13.
  <Opgeheven bij DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>

Art.14.[1 ...]1.
  De normen die op 30 juni 1989 van toepassing zijn op de instellingen die het optierecht krachtens artikel 65, § 5, van de financieringswet in de Gemeenschap hebben uitgeoefend, zoals zij in voorkomend geval krachtens het in het eerste lid bedoelde decreet gewijzigd werden, blijven van kracht tot de dag waarop de Commissie ze krachtens dit decreet gewijzigd zal hebben.
  ----------
  (1)<DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>

Art. 15.
  <Opgeheven bij DWG 2014-04-11/05, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2014, op de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 13, zijnde het Kaderakkoord tot samenwerking NO 2014-02-27/44 (zie 2014-04-11/082014-02-27/462014-04-03/54)>