19 MAART 1998. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 24 oktober 1991 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden voor de leercontracten en leerverbintenissen in de permanente vorming voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen (VERTALING).
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 13, 15, van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 24 oktober 1991 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden voor de leercontracten en leerverbintenissen in de permanente vorming voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, wordt vervangen als volgt :
"15. aan de leerling een progressieve maandelijkse toelage te betalen van :
a) F 7 500 voor het eerste leerjaar;
b) F 10 000 voor het tweede leerjaar;
c) F 13 000 voor het derde leerjaar.
Als de bevoegde paritaire commissie hogere bedragen heeft vastgesteld, moet het bedrijfshoofd deze betalen.
Wanneer het contract voor een kortere duur gesloten wordt, moet bij de berekening van de toelage rekening worden gehouden met de vorige opleiding waardoor de leertijd kon worden ingekort.
Deze toelage bevat de voordelen in natura verleend door het bedrijfshoofd op grond van de percentages die vastgesteld zijn krachtens de reglementering waarin bepaald wordt boven welk toelagebedrag de leerling geen recht meer heeft op kinderbijslag.
Ze is verschuldigd zowel voor de verrichtingen van de leerling binnen het bedrijf als voor de leergangen die hij volgt en de examens die hij aflegt overeenkomstig het contract.
Het bedrijfshoofd stelt de leerling zijn maandelijkse toelage op geldige wijze ter hand, behalve verzet van de vader, moeder of voogd indien de leerling jonger is dan 18 jaar.
De in het eerste lid bedoelde bedragen worden jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand december van het voorgaande jaar.
Het geïndexeerde bedrag van de progressieve maandelijkse basistoelage, met inbegrip van de voordelen in natura, mag evenwel niet hoger zijn dan het bedrag waarboven de leerling geen recht meer heeft op kinderbijslag.
Het Instituut stelt de partijen schriftelijk in kennis van de geïndexeerde bedragen van de maandelijkse leertoelage.
Voor de leercontracten die na 1 januari 1998 worden gesloten, wordt de in het eerste lid bedoelde maandelijkse basistoelage verhoogd op 1 augustus voorafgaand aan de overgang naar het hogere jaar.
Voor de leercontracten die vóór 1 januari 1998 zijn gesloten, wordt de in het eerste lid bedoelde maandelijkse basistoelage verhoogd op de verjaardag van de sluiting van het contract."
Art.2. De Minister van Tewerkstelling en Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.