Details





Titel:

16 APRIL 2025. - Besluit van de Regering tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het personeel van het Ministerie en van bepaalde organismen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap (I)



Inhoudstafel:


Art. 1-45



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1997033001  1997033116  1997033117  2001033049  2003033085  2006033026  2012207443  2019203817  2019203818 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2022/2041 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie.

Art.2. In artikel 2 van het besluit van de Regering van 20 november 1996 betreffende de controle van de afwezigheden wegens ziekte in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij het besluit van 7 september 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de inleidende zin worden de woorden "of diens plaatsvervanger" ingevoegd tussen het woord "Gemeenschap" en het woord "benoemt";
  2° in de bepaling onder het eerste streepje wordt het woord "ambtenaren" vervangen door het woord "personeelsleden".

Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit van de Regering, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 24 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 worden in de eerste zin de woorden "zijn afdelingschef" vervangen door de woorden "de ambtenaar-controleur" en worden in de tweede zin de woorden "de ambtenaar-controleur" vervangen door de woorden "de onmiddellijke hiërarchische meerdere van het personeelslid";
  2° in § 2, tweede lid, wordt het woord "afdelingschef" vervangen door het woord "ambtenaar-controleur";
  3° in paragraaf 3 wordt het tweede lid vervangen als volgt:
  "De arts stelt een medisch attest op waaruit de duur van de afwezigheid wegens ziekte van het personeelslid blijkt.";
  4° § 3, derde lid, wordt vervangen als volgt:
  "Dit medisch attest wordt onmiddellijk bezorgd aan de ambtenaar-controleur.";
  5° in § 3, vierde lid, wordt het woord "afdelingschef" vervangen door de woorden "onmiddellijke hiërarchische meerdere".

Art.4. In artikel 3bis van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 19 oktober 2006 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 24 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in § 1, eerste lid, wordt het woord "Secretaris-generaal" vervangen door de woorden "Secretaris-generaal of diens plaatsvervanger" en worden de woorden "de afdelingschef" vervangen door de woorden "het bevoegd departementshoofd";
  2° in paragraaf 3 wordt het woord "Secretaris-generaal" vervangen door de woorden "Secretaris-generaal of diens plaatsvervanger".

Art.5. In artikel 4 van hetzelfde besluit van de Regering, vervangen bij het besluit van de Regering van 13 maart 2008, wordt het woord "formulier" telkens vervangen door de woorden "medisch attest".

Art.6. In artikel 5, § 2, van hetzelfde besluit van de Regering worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt het woord "afdelingschef" vervangen door de woorden "onmiddellijke hiërarchische meerdere";
  2° in het tweede lid worden de woorden "Minister bevoegd inzake Personeel of, desgevallend, de ertoe gemachtigde Secretaris-generaal" vervangen door de woorden de Secretaris-generaal of diens plaatsvervanger,".

Art.7. In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit van de Regering, vervangen bij het besluit van de Regering van 19 oktober 2006 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 24 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "de afdelingschef" vervangen door de woorden "het bevoegd departementshoofd";
  2° in het derde lid worden de woorden "krachtens het formulier bedoeld in artikel 3, § 3, het recht niet had om uit te gaan" vervangen door de woorden "overeenkomstig het medisch attest vermeld in artikel 3, § 3, het recht niet had om de woning te verlaten".

Art.8. De bijlage bij hetzelfde besluit van de Regering, vervangen bij het besluit van de Regering van 5 juli 2007, wordt opgeheven.

Art.9. In artikel 3 van het besluit van de Regering van 20 november 1996 betreffende de controle van de afwezigheden wegens ziekte in de organismen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap, vervangen bij het besluit van de Regering van 7 september 1998, worden de regel "Afdelingshoofd: Directeur van het organisme van openbaar nut" en de regel "Minister bevoegd inzake Personeel: Op het organisme toezichthoudende Minister" opgeheven.

Art.10. Artikel 9 van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren, vervangen bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 9 - § 1 - Voor de niveaus I, II+ en II beslist de Regering over de vacantverklaring van betrekkingen.
  Voor de niveaus III en IV beslist de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger na overleg met de directieraad over de vacantverklaring van betrekkingen.
  § 2 - Voor de niveaus I, II+, II, III en IV beslist de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger over de toelatingen tot de stage en de benoemingen.
  In afwijking van het eerste lid beslist de Regering over de toelatingen tot de stage en de benoemingen voor de dienstgraden van de rangen I.A en I.B."

Art.11. In artikel 11.2 van hetzelfde besluit van de Regering wordt het eerste lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013 en vervangen bij het besluit van de Regering van 19 januari 2017, aangevuld met de woorden "of is betrokkene contractueel personeelslid van niveau II+ of niveau I".

Art.12. In artikel 49 van hetzelfde besluit van de Regering worden de woorden "tot benoemen" vervangen door de woorden "overeenkomstig artikel 9, § 1,".

Art.13. In artikel 66, eerste lid, van hetzelfde besluit van de Regering worden de woorden "tot benoemen bevoegde overheid verklaard" vervangen door de woorden "overeenkomstig artikel 9, § 1, bevoegde overheid verklaart".

Art.14. In artikel 70 van hetzelfde besluit van de Regering wordt het tweede lid vervangen als volgt:
  "De wedde is nooit lager dan het gewaarborgd minimuminkomen voor volledige prestaties overeenkomstig artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 juli 2005 tot bepaling van de minimale rechten in de zin van artikel 9bis, § 5, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel."

Art.15. In artikel 109 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, vervangen bij het besluit van de Regering van 19 januari 2017 en gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 28 oktober 2021 en 7 september 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de bepaling onder 3° wordt aangevuld met de woorden ", die de ambtenaar opneemt binnen vier maanden na de dag van het overlijden";
  2° het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidende:
  "Met behoud van de toepassing van andere bepalingen die zijn vastgelegd in het eerste lid, wordt het bijzonder verlof opgenomen op of vanaf de dag van de gebeurtenis die aanleiding geeft tot het verlof, dan wel op de werkdagen die voorafgaan aan of volgen op die gebeurtenis."

Art.16. In artikel 109.1 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het decreet van 7 september 2023, wordt tussen het eerste en het tweede lid, dat het derde lid wordt, een nieuw lid ingevoegd, luidende:
  "Het geboorteverlof wordt opgenomen in de eerste vier maanden na de geboorte."

Art.17. In artikel 146 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in § 1, eerste lid, wordt een bepaling onder 1.1° ingevoegd, luidende:
  "1.1° voltijds politiek verlof;"
  2° in § 1, eerste lid, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:
  "3° voltijdse loopbaanonderbreking;"
  3° in § 1, eerste lid, wordt de bepaling onder 6° opgeheven;
  4° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:
  " § 2 - De werkdagen die gedekt worden door een medisch attest van arbeidsongeschiktheid, worden in mindering gebracht van het saldo van het ziekteverlof."

Art.18. In artikel 148 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "of tijdens" ingevoegd tussen het woord "van" en het woord "een";
  2° § 1, tweede lid, wordt opgeheven;
  3° § 1, derde lid, wordt opgeheven;
  4° in de inleidende zin van paragraaf 2 worden de woorden ", lid 1," opgeheven.

Art.19. Artikel 150 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 150 - Een ambtenaar kan niet tijdelijk arbeidsongeschikt worden verklaard in de zin van artikel 117 van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel als hij niet alle verlofdagen wegens ziekte die hem toekomen, heeft opgebruikt en de overheid geen maatregelen heeft genomen om de ambtenaar professioneel te re-integreren."

Art.20. In artikel 151 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het tweede lid wordt de bepaling onder 2° opgeheven;
  2° in het vierde lid worden de woorden "is in actieve dienst en" ingevoegd tussen het woord "ambtenaar" en het woord "behoudt".

Art.21. In artikel 152 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, wordt het eerste lid vervangen als volgt:
  "De ambtenaar die wegens ziekte een wachtwedde krijgt, wordt opgeroepen voor een controle bij de gezondheidsdienst van het Ministerie wanneer de maatregelen voor de professionele re-integratie van de ambtenaar niet succesvol waren."

Art.22. In artikel 18.1 van het besluit van de Regering van 7 juni 2001 houdende organisatie van de organismen van openbaar nut der Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren ervan, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 7 september 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "getuigschrift van het hoger" vervangen door de woorden "bekwaamheidsgetuigschrift van het zesde jaar van het";
  2° in de bepaling onder 2° worden de woorden "getuigschrift van het hoger" vervangen door de woorden "bekwaamheidsgetuigschrift van het zevende jaar van het";
  3° de bepaling onder 3° wordt opgeheven;
  4° in de bepaling onder 5° worden de woorden "het studiegetuigschrift van het zesde jaar van het beroepsonderwijs in de studierichting Kinderverzorging, aangevuld met" opgeheven;
  5° in de bepaling onder 6° worden de woorden "het studiegetuigschrift van het zesde jaar van het secundair beroepsonderwijs in de studierichting Gezinshulp, aangevuld met" opgeheven.

Art.23. In artikel 1, tweede lid, van het besluit van de Regering van 17 juli 2003 tot bepaling van de rechtspositie van het contractueel personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en van bepaalde organismen van openbaar nut, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 28 september 2017, worden de woorden "artikel 2, § 1, 8°, van het decreet van 17 januari 2000 tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap" vervangen door de woorden "artikel 5, eerste lid, 5°, van het decreet van 13 november 2023 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid en inzake arbeidsbemiddeling".

Art.24. In artikel 3 van hetzelfde besluit van de Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 17 januari 2013 en 19 januari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° § 1, tweede lid, wordt vervangen als volgt:
  "De indienstnemingen worden verricht door de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger binnen het door de Regering vastgelegde kader van het maximumaantal indienstnemingen in elk weddeschaalniveau gedurende een door de Regering bepaalde periode.";
  2° § 1, derde lid, wordt vervangen als volgt:
  "In afwijking van het tweede lid worden in de instellingen vermeld in artikel 1, 2° en 5°, de indienstnemingen in weddeschalen van de niveaus IV en III verricht door de afgevaardigd directeur en de indienstnemingen in weddeschalen van de niveaus II, II+ en I door de raad van bestuur.";
  3° paragraaf°2 wordt hersteld als volgt:
  " § 2 - De arbeidsverhouding wordt desgevallend vroegtijdig beëindigd door de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger.
  In afwijking van het tweede lid wordt de vroegtijdige beëindiging van de arbeidsverhouding in de instellingen vermeld in artikel 1, 2° en 5°, desgevallend verricht door de afgevaardigd directeur voor de weddeschalen van de niveaus IV en III en door de raad van bestuur voor de weddeschalen van de niveaus II, II+ en I."

Art.25. In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit van de Regering wordt het derde lid vervangen als volgt:
  "De wedde is nooit lager dan het gewaarborgd minimuminkomen voor volledige prestaties overeenkomstig artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 juli 2005 tot bepaling van de minimale rechten in de zin van artikel 9bis, § 5, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel."

Art.26. In artikel 9.2 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 19 januari 2017 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 september 2022, wordt een derde lid ingevoegd, luidende:
  "Het contractueel personeelslid vermeld in het tweede lid kan in afwijking van artikel 8, § 1, tweede lid, in dienst genomen worden in een ander niveau dan dat waartoe zijn diploma toegang verleent, als dat personeelslid minstens zes jaar een vergelijkbare functie vervuld heeft bij een andere Belgische of buitenlandse overheid."

Art.27. In artikel 12, tweede lid, van hetzelfde besluit van de Regering, vervangen bij het besluit van de Regering van 19 januari 2017, wordt de laatste zin opgeheven.

Art.28. In artikel 12.1, eerste lid, van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 19 januari 2017, wordt tussen de eerste zin en de tweede zin, die de derde zin wordt, een nieuwe zin ingevoegd, luidende:
  "Als de in dienst nemende overheid een van de instellingen vermeld in artikel 1, 2° tot 5°, is, wordt voor dit besluit de goedkeuring van de Regering gevraagd."

Art.29. In het opschrift van het besluit van de Regering van 22 december 2005 tot inrichting van een sociale dienst voor het personeel van de Regering, van het Ministerie en van bepaalde paragemeenschappelijke instellingen van de Duitstalige Gemeenschap wordt het woord "paragemeenschappelijke" opgeheven.

Art.30. In artikel 2 van hetzelfde besluit van de Regering, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 7 september 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt de bepaling onder 4° hersteld als volgt:
  "4° de personeelsleden van het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap;"
  2° in het eerste lid worden de bepalingen onder 6.1° en 6.2° ingevoegd, luidende:
  "6.1° de personeelsleden van de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap;
  6.2° de personeelsleden van de dienst met afzonderlijk beheer Service en Logistiek in het Gemeenschapsonderwijs;"
  3° in het eerste lid, 7°, worden de woorden "3° tot 6°" vervangen door de woorden "3° tot 6.2°";
  4° in het eerste lid, 8°, worden de woorden "1° tot 6°" vervangen door de woorden "1° tot 6.2°";
  5° in het eerste lid, 9°, worden de woorden "1° tot 6°" vervangen door de woorden "1° tot 6.2°";
  6° in het eerste lid, 10°, worden de woorden "1° tot 6°" vervangen door de woorden "1° tot 6.2°";
  7° in het derde lid worden de woorden "1° tot 6°" vervangen door de woorden "1° tot 6.2°".

Art.31. In artikel 3, § 2, derde lid, van hetzelfde besluit van de Regering, vervangen bij het besluit van de Regering van 20 februari 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 7 september 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de inleidende zin wordt het woord "paragemeenschappelijke" opgeheven;
  2° de bepaling onder 2° wordt hersteld als volgt:
  "2° het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap betaalt het bedrag voor de personen bedoeld in artikel 2, eerste lid, 4°, alsook voor de personen bedoeld in de bepalingen onder 7° en 8°, indien ze voordien tot de categorie vermeld in de bepaling onder 4° behoorden;"
  3° het lid wordt aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende:
  "5° de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap betaalt het bedrag voor de personen bedoeld in artikel 2, eerste lid, 6.1°, alsook voor de personen bedoeld in de bepalingen onder 7° en 8°, indien ze voordien tot de categorie vermeld in de bepaling onder 6.1° behoorden."

Art.32. In artikel 2.1, § 1, tweede lid, van het besluit van de Regering van 6 december 2012 houdende organisatie van de dienst met afzonderlijk beheer "Service en Logistiek in het Gemeenschapsonderwijs", ingevoegd bij het besluit van de Regering van 3 oktober 2024, worden de woorden "alsook de personeelsleden van het Ministerie of van het onderwijs die belast zijn met een opdracht voor de dienst van afzonderlijk beheer" ingevoegd tussen de woorden "afzonderlijk beheer" en het woord "alle".

Art.33. In artikel 75 van het besluit van de Regering van 23 mei 2019 houdende organisatie van het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren wordt het tweede lid vervangen als volgt:
  "De wedde is nooit lager dan het gewaarborgd minimuminkomen voor volledige prestaties overeenkomstig artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 juli 2005 tot bepaling van de minimale rechten in de zin van artikel 9bis, § 5, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel."

Art.34. In artikel 121 van hetzelfde besluit van de Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 28 oktober 2021 en 7 september 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de bepaling onder 3° wordt aangevuld met de woorden ", die de ambtenaar opneemt binnen vier maanden na de dag van het overlijden";
  2° het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidende:
  "Met behoud van de toepassing van andere bepalingen die zijn vastgelegd in het eerste lid, wordt het bijzonder verlof opgenomen op of vanaf de dag van de gebeurtenis die aanleiding geeft tot het verlof, dan wel op de werkdagen die voorafgaan aan of volgen op die gebeurtenis."

Art.35. In artikel 121.1 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het decreet van 7 september 2023, wordt tussen het eerste en het tweede lid, dat het derde lid wordt, een nieuw lid ingevoegd, luidende:
  "Het geboorteverlof wordt opgenomen in de eerste vier maanden na de geboorte."

Art.36. In artikel 161 van hetzelfde besluit van de Regering worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in § 1, eerste lid, wordt een bepaling onder 1.1° ingevoegd, luidende:
  "1.1° voltijds politiek verlof;"
  2° in § 1, eerste lid, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:
  "3° voltijdse loopbaanonderbreking;"
  3° in § 1, eerste lid, wordt de bepaling onder 6° opgeheven;
  4° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:
  " § 2 - De werkdagen die gedekt worden door een medisch attest van arbeidsongeschiktheid, worden in mindering gebracht van het saldo van het ziekteverlof."

Art.37. In artikel 163 van hetzelfde besluit van de Regering worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "of tijdens" ingevoegd tussen het woord "van" en het woord "een";
  2° § 1, tweede lid, wordt opgeheven;
  3° § 1, derde lid, wordt opgeheven;
  4° in de inleidende zin van paragraaf 2 worden de woorden ", eerste lid," opgeheven.

Art.38. Artikel 165 van hetzelfde besluit van de Regering wordt vervangen als volgt:
  "Art. 165 - Een ambtenaar kan niet tijdelijk arbeidsongeschikt worden verklaard in de zin van artikel 117 van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel als hij niet alle verlofdagen wegens ziekte die hem toekomen, heeft opgebruikt en de overheid geen maatregelen genomen heeft om de ambtenaar professioneel te re-integreren."

Art.39. In artikel 166 van hetzelfde besluit van de Regering worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het tweede lid wordt de bepaling onder 2° opgeheven;
  2° in het vierde lid worden de woorden "is in actieve dienst en" ingevoegd tussen het woord "ambtenaar" en het woord "behoudt".

Art.40. In artikel 167 van hetzelfde besluit van de Regering wordt het eerste lid vervangen als volgt:
  "De ambtenaar die wegens ziekte een wachtwedde krijgt, wordt opgeroepen voor een controle bij de gezondheidsdienst van het BRF wanneer de maatregelen voor de professionele re-integratie van de ambtenaar niet succesvol waren."

Art.41. In artikel 1 van het besluit van de Regering van 23 mei 2019 tot bepaling van de rechtspositie van het contractueel personeel van het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap, wordt tussen het eerste lid en het tweede lid, dat het derde lid wordt, een tweede lid ingevoegd, luidende:
  "Dit besluit is niet van toepassing op werknemers in de zin van de wet van 7 april 1999 betreffende de PWA-arbeidsovereenkomst die tewerkgesteld worden door de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap in het kader van de taak die aan die dienst wordt toevertrouwd bij artikel 5, eerste lid, 5°, van het decreet van 13 november 2023 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid en inzake arbeidsbemiddeling."

Art.42. In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit van de Regering wordt het vierde lid vervangen als volgt:
  "De wedde is nooit lager dan het gewaarborgd minimuminkomen voor volledige prestaties overeenkomstig artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 juli 2005 tot bepaling van de minimale rechten in de zin van artikel 9bis, § 5, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel."

Art.43. Het besluit van de Regering van 17 september 2020 tot aanwijzing van de leden van de commissie van beroep bevoegd voor de ambtenaren van de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 11 februari 2021, wordt opgeheven.

Art.44. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2025, met uitzondering van de artikelen 29 tot 31, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2025.

Art. 45. De minister bevoegd voor Personeel is belast met de uitvoering van dit besluit.