Details





Titel:

7 JUNI 2001. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap houdende organisatie van de organismen van openbaar nut der Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren ervan. (Vertaling) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-08-2001 en tekstbijwerking tot 09-07-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-15.17, 15bis, 16-27



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992033026  1993033093 





Artikels:

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de ambtenaren van de volgende organismen :
  1. [1 de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven]1;
  2. het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's;
  3. de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap.
  ----------
  (1)<BDG 2022-09-15/12, art. 28, 011; Inwerkingtreding : 01-10-2022>

Art.2. § 1. Het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren is van toepassing op de ambtenaren en de stagiairs van de organismen vermeld in artikel 1, behoudens de modaliteiten vastgelegd in dit besluit.
  § 2. De bepalingen die die van het in § 1 vermelde besluit wijzigen, aanvullen of vervangen, zijn van rechtswege toepasselijk op de ambtenaren en de stagiairs, behalve als ze afwijken van bepalingen waarop de aanpassingsmaatregelen waarin dit besluit voorziet, betrekking hebben.

Art.3. Met het oog op zijn toepassing op de ambtenaren en stagairs van de organismen vermeld in artikel 1 wordt het bovenvermelde besluit van 27 december 1996 aangepast zoals bepaald in de artikelen 4 tot 18.

Art.4.<BDG 2003-12-11/51, art. 23, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2003> In de artikelen 1 tot 5, 11, 12, lid 1, 13 tot 15, 23, 32, lid 1, eerste en derde zin, 36.1, 36.12, 36.14, [1 41, 44, 45]1, 69, 71, 73 en 90, van het bovenvermelde besluit van 27 december 1996, alsmede in de titel van de bijlagen 1 en 3 bij dit besluit worden de woorden " Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap " en " Ministerie " door het woord " organisme " vervangen.
  ----------
  (1)<BDG 2007-07-05/32, art. 12, 006; Inwerkingtreding : 11-08-2007>

Art.5. In artikel 3, § 1, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden " Minister bevoegd inzake openbaar ambt " door de woorden " toezichthoudende minister " vervangen.

Art.6. <BDG 2003-12-11/51, art. 24, 004; Inwerkingtreding : 11-12-2003> Artikel 9 van hetzelfde besluit luidt als volgt :
  " Artikel 9. De vacantverklaring van betrekkingen, de toelatingen tot de stage en de benoemingen worden, behalve voor de betrekking als afgevaardigd directeur, door de Raad van beheer besloten. De vacantverklaring van betrekkingen moet door de Regering bekrachtigd worden. "

Art.7. Artikel 10 van hetzelfde besluit luidt als volgt :
  " Artikel 10. De afgevaardigde directeur leidt het organisme en houdt toezicht op de uitvoering van de beslissingen van de Raad van beheer.
  De afgevaardigde directeur of een door hem onder de ambtenaren met een graad van niveau I aangewezen ambtenaar, past maatregelen toe mbt de integratie van de stagiairs en de vorming van de stagiairs of ambtenaren en begeleidt de stageperiode ".

Art.8.[1 In de artikelen 14, 23, 26, 28, 55, 62, 87.1 en 90 ]1 van hetzelfde besluit worden, naargelang het geval, de woorden " Secretaris-generaal ", " hoofd van de afdeling waar de stage plaatsvindt ", " hoofd van de afdeling waarin de stage verricht wordt " en " afdelingshoofd dat de evaluatie toekent " telkens door " afgevaardigde directeur " vervangen.
  ----------
  (1)<BDG 2007-07-05/32, art. 13, 006; Inwerkingtreding : 11-08-2007>

Art.9. Artikel 11, § 1, van hetzelfde besluit luidt als volgt :
  " Artikel 11. § 1. De Regering legt de samenstelling en de werking van de directieraad van elk organisme vast ".

Art.9.1. [1 In artikel 11.1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
   1. in het eerste lid worden de woorden "van het Ministerie" vervangen door de woorden "van het organisme", worden de woorden "De Regering" vervangen door de woorden "De raad van bestuur" en worden de woorden "de Minister die bevoegd is voor de betrokken aangelegenheden" vervangen door de woorden "de afgevaardigd directeur";
   2. het artikel wordt aangevuld met een derde lid, luidende:
   "De Regering bepaalt het aantal departementen en het aantal administratieve eenheiden binnen het organisme.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BDG 2021-10-28/35, art. 16, 010; Inwerkingtreding : 01-11-2021>


Art.9.2. [1 In artikel 11.2 van hetzelfde besluit worden de woorden "De Regering" vervangen door de woorden "De raad van bestuur" en worden de woorden "het Ministerie" vervangen door de woorden "het organisme.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BDG 2021-10-28/35, art. 17, 010; Inwerkingtreding : 01-11-2021>


Art.9.3. [1 In artikel 11.3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
   1. de woorden "het Ministerie" worden vervangen door de woorden "het organisme" en de woorden "de plaatsvervangende secretaris-generaal bevoegd voor Personeel" wordt telkens vervangen door de woorden "de afgevaardigd directeur";
   2. het artikel wordt aangevuld met een zesde lid, luidende:
   "Als het organisme geen directieraad heeft, worden de taken van de directieraad uitgeoefend door de raad van bestuur.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BDG 2021-10-28/35, art. 18, 010; Inwerkingtreding : 01-11-2021>


Art.10. <BDG 2003-12-11/51, art. 25, 004; Inwerkingtreding : 11-12-2003> Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgend lid :
  " Het programma van het vergelijkend wervingsexamen voor de graad " afgevaardigd directeur " wordt door de Regering van de Duitstalige Gemeenschap vastgelegd na overleg met de Vaste Wervingssecretaris. "

Art.11. Artikel 15, § 1, van hetzelfde besluit luidt als volgt :
  " Artikel 15. § 1. Bijzondere wervingsvoorwaarden kunnen worden opgelegd, wanneer het te verlenen ambt het vereist. Zij worden bepaald door de afgevaardigde directeur na overleg met de Vaste Wervingssecretaris en de directieraad. "

Art.12. In artikel 32 van hetzelfde besluit wordt de zin " De secretaris-generaal of een door hem binnen het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap aangewezen vertegenwoordiger bekleedt het voorzitterschap " door " De afgevaardigde directeur of een door hem aangewezen vertegenwoordiger bekleedt het voorzitterschap " vervangen, behalve voor het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's, waar het woord " secretaris-generaal " door de woorden " voorzitter van de Raad van beheer " wordt vervangen.

Art. 12.1. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 26; Inwerkingtreding : 01-10-2003> In de artikelen 36.1, 36.3, 36.4 en 36.6 van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 wordt het woord " secretaris-generaal " door de woorden " president van de Raad van beheer " vervangen.
  In de artikelen 36.2, 36.4, lid 3, 36.6 en 36.7 van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 wordt het woord " Regering " door de woorden " Raad van beheer " vervangen.

Art. 12.2. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 27; Inwerkingtreding : 01-10-2003> Artikel 36.4, lid 4, luidt als volgt : De president van de Raad van beheer stelt drie weken vóór het einde van de stage een vierde stageverslag op met een aanbeveling om al dan niet tot een benoeming over te gaan. De stagiair moet dit verslag onverwijld viseren om te bekrachtigen dat hij ervan kennis heeft genomen. Hij krijgt een afschrift ervan. Het verslag en de aanbeveling worden onverwijld aan de Raad van beheer toegestuurd.

Art. 12.3. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 28; Inwerkingtreding : 01-10-2003> Artikel 36.8, § 1, luidt als volgt :
  § 1. Stelt de Raad van beheer op het einde van de stage vast dat de stage met vrucht werd volbracht, dan gaat de Regering onmiddellijk over tot de benoeming.

Art.13.[1 ...]1
  ----------
  (1)<Opgeheven bij BDG 2007-07-05/32, art. 19, 006; Inwerkingtreding : 11-08-2007>

Art.14.[1 Artikel 39 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
   « Artikel 39. § 1. Na overleg met de afgevaardigde directeur nodigt de onmiddellijke hiërarchische meerdere de ambtenaar tot een gesprek uit ten einde voor de evaluatie pertinente gegevens te verkrijgen en de evaluatie voor te bereiden. De evaluatiecriteria vermeld in artikel 38, § 2, dienen als basis.
   Na het gesprek stelt de onmiddellijke meerdere een verslag op. De ambtenaar kan zijn opmerkingen doen gelden. De afgevaardigde directeur bepaalt de nadere vorm van het verslag.
   De directieraad wijst de onmiddellijke hiërarchische meerderen aan wier naam vooraf door de afgevaardigde directeur werd medegedeeld. Het kan gaan om ambtenaren, contractuele personeelsleden en personeelsleden van het onderwijs die in de inrichting een bijzondere opdracht vervullen.
   § 2. De afgevaardigde directeur verricht de evaluatie nadat hij het verslag gelezen en een gesprek met de ambtenaar heeft gehad.
   § 3. Bij het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's vindt, in afwijking van § 1, geen gesprek plaats in het kader van de evaluatie en wordt geen verslag opgesteld. »]1
  ----------
  (1)<BDG 2007-07-05/32, art. 14, 006; Inwerkingtreding : 11-08-2007>

Art.14.1. [1 Artikel 58 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een vierde lid, luidende:
   "De 'vermindering van de rang- of niveauanciënniteit' vermeld in het tweede en het derde lid moet vooraf schriftelijk worden goedgekeurd door de Regering.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BDG 2021-10-28/35, art. 19, 010; Inwerkingtreding : 01-11-2021>


Art.15.[1 In artikel 41 worden de woorden « het bevoegde afdelingshoofd » en « de secretaris-generaal » respectievelijk vervangen door « de afgevaardigde directeur » en « de Minister bevoegd inzake Personeel]1
  ----------
  (1)<BDG 2007-07-05/32, art. 15, 006; Inwerkingtreding : 11-08-2007>

Art. 15.1. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 29; Inwerkingtreding : 01-01-2004> In de artikelen 88, 91, 99, 140, 146, 149, § 2, 152, 161, 167, § 4, en 202 van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 dient onder " Ministerie " " het betrokken organisme van openbaar nut " te worden verstaan.

Art. 15.2.<BDG 2006-10-19/41, art. 25, 005; Inwerkingtreding : 25-12-2006> In de artikelen 89, 91, 104, 117, lid 2, 120, § 2, 125.1, 126, 132, 154, 155, 168, lid 1, 169, 171, 172 [1 , 191.2, 191.5]1 en 217 van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 dient onder " secretaris-generaal " " afgevaardigde directeur " te worden verstaan.
  ----------
  (1)<BDG 2022-09-15/12, art. 29, 011; Inwerkingtreding : 01-10-2022>

Art. 15.3.[1 In de artikelen 105, 121, 137, tweede lid, 139, 159, 162, 170, 174 en 187 van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 dient onder " afdelingshoofd " " afgevaardigde directeur " te worden verstaan.]1
  ----------
  (1)<BDG 2008-03-13/32, art. 23, 007; Inwerkingtreding : 16-05-2008>

Art. 15.4. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 32; Inwerkingtreding : 01-01-2004> In de artikelen 89, 138, 180, 181 en 183 van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 dient onder " Regering " " Raad van beheer " te worden verstaan.

Art. 15.5. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 33; Inwerkingtreding : 01-01-2004> Artikel 117, lid 3, van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 luidt als volgt :
  " De beslissing wordt door de afgevaardigde directeur genomen. "

Art. 15.6. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 34; Inwerkingtreding : 01-01-2004> Artikel 120, lid 1, van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 luidt als volgt :
  " Een ambtenaar die een verlof voor persoonlijke aangelegenheden wenst te genieten, dient uiterlijk twee maanden vóór het begin van dit verlof een schriftelijke aanvraag bij de afgevaardigde-directeur in die daarover beslist. "

Art. 15.7. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 35; Inwerkingtreding : 01-01-2004> Artikel 137, lid 3, van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 luidt als volgt :
  " De afgevaardigde-directeur neemt de beslissing. "

Art. 15.8. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 36; Inwerkingtreding : 01-01-2004> Artikel 158, tweede zin, van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 luidt als volgt :
  " De verplichting om een opleiding of voortgezette opleiding te volgen, wordt door de afgevaardigde-directeur uitgesproken. "

Art. 15.9. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 37; Inwerkingtreding : 01-01-2004> Artikel 160, van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 luidt als volgt :
  " Artikel 160. De afgevaardigde-directeur beslist over de aanvraag van de ambtenaar binnen 10 werkdagen en deelt zijn beslissing aan de ambtenaar schriftelijk mede.
  Indien de aanvraag verworpen wordt, is een motivering geëist.
  De betrokken ambtenaar kan tegen de beslissing bij de president van de Raad van beheer opkomen, die de definitieve beslissing neemt. De president van de Raad van beheer informeert de Raad van beheer over de beroepen. "

Art. 15.9.1. <Ingevoegd bij BDG 2006-10-19/41, art. 26; Inwerkingtreding : 25-12-2006> Artikel 161 van bovenvermeld besluit luidt als volgt :
  De Raad van beheer bepaalt de gevallen waar de kosten van een opleiding of voortgezette opleiding door de Duitstalige Gemeenschap worden gedragen.

Art. 15.10. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 38; Inwerkingtreding : 01-01-2004> Artikel 168, lid 2, van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 luidt als volgt :
  " Ten minste twee maanden vóór het begin van het gewenste verlof dient de ambtenaar zijn met redenen omkleed verzoek langs hiërarchische weg bij de afgevaardigde directeur in. Een studiebeschrijving en een lijst met de voorziene afwezigheidsperiodes moeten bij de aanvraag worden gevoegd. "

Art. 15.11. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 39; Inwerkingtreding : 01-01-2004> Artikel 175 van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 luidt als volgt :
  " De aanvraag om dienstvrijstelling om een opdracht uit te voeren wordt bij de president van de Raad van beheer ingediend. Een uitvoerige beschrijving van de opdracht met vermelding van de begindatum van de opdracht alsmede de vermoedelijke duur van de dienstvrijstelling wordt bij de aanvraag gevoegd.
  De president van de Raad van beheer beslist na het advies van de betrokken afgevaardigdedirecteur te hebben ingewonnen en deelt zijn beslissing aan de ambtenaar schriftelijk mede.
  In geval van een ongunstige beslissing ontvangt de ambtenaar een schriftelijke motivering binnen 10 werkdagen na ontvangst van de aanvraag. "

Art. 15.12. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 40; Inwerkingtreding : 01-01-2004> In artikel 178 van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 dient onder " Minister bevoegd inzake Personeel " " president van de Raad van beheer " te worden verstaan.

Art. 15.13. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 41; Inwerkingtreding : 01-01-2004> In de artikelen 173 en 198 van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 dient onder " afdelingshoofd " " afgevaardigde-directeur " te worden verstaan.
  De woorden " en aan de secretaris-generaal ", ", de secretaris-generaal " en " en van de secretaris-generaal " worden geschrapt zonder vervangen te worden.

Art. 15.14. <Ingevoegd bij BDG 2003-12-11/51, art. 42; Inwerkingtreding : 01-01-2004> Artikel 201 van bovenvermeld besluit van 27 december 1996 luidt als volgt :
  " Artikel 201. Het voorstel dat ertoe strekt een tuchtstraf op te leggen wordt door de afgevaardigde-directeur gedaan. Betreft het voorstel de afgevaardigde directeur, dan wordt het door de minister bevoegd inzake Personeel gedaan.
  De afgevaardigde-directeur die het voorstel heeft gedaan, neemt niet deel aan de beraadslaging over het uitspreken van de tuchtstraf. "

Art. 15.15.[1 Artikel 87.2, § 1, van het voormelde besluit van 27 december 1996 wordt vervangen door de volgende bepaling :
   " § 1. De afgevaardigd directeur kan een toelage toekennen aan een personeelslid dat managements- of stafopdrachten binnen een bepaald werkterrein vervult. Indien de betrokken instelling een directieraad heeft, geschiedt dit op voorstel van de directieraad.
   Onder personeelslid wordt verstaan : een contractueel personeelslid, een stagiair of een ambtenaar van de instelling of een personeelslid dat door het onderwijs belast is met een opdracht voor de betrokken instelling.
   De Regering bepaalt, per instelling, het maximale aantal toelagen dat kan worden toegekend.
   In afwijking van het eerste lid kan alleen de minister bevoegd voor Personeel die toelage toekennen aan de afgevaardigd directeur.]1
  [2 Tijdens de duur van zijn aanwijzing als eenheidshoofd ontvangt het eenheidshoofd een toelage voor managements- en stafopdrachten.]2
  ----------
  (1)<BDG 2017-01-19/18, art. 43, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<BDG 2021-10-28/35, art. 20, 010; Inwerkingtreding : 01-11-2021>

Art. 15.16.[1 Het tweede en het derde lid van artikel 87.3 van het bovenvermeld besluit van 27 december 1996 worden vervangen door de volgende bepalingen :
   "In afwijking van het eerste lid schrapt de afgevaardigd directeur de toelage voortijdig als het personeelslid geen managements- of stafopdrachten meer vervult." Indien de betrokken instelling een directieraad heeft, geschiedt dit na advies of op voorstel van de directieraad.
   In afwijking van het eerste lid schrapt de minister bevoegd voor Personeel vroegtijdig de toelage als het personeelslid geen afgevaardigd directeur meer is of geen managements- of stafopdrachten meer vervult.]1
  ----------
  (1)<BDG 2017-01-19/18, art. 44, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.15.17. [1 In artikel 87.5 van hetzelfde besluit van de Regering worden de woorden "door de Regering" vervangen door de woorden "door de raad van bestuur]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BDG 2021-10-28/35, art. 21, 010; Inwerkingtreding : 01-11-2021>


Art. 15bis. <Ingevoegd bij BDG 2003-02-20/57, art. 5; Inwerkingtreding : 01-01-2003> Artikel 73 § 2 lid 3 van hetzelfde besluit zal als volgt luiden :
  " Boven de 10 jaar, maximale grens bepaald in het tweede lid, kan de Raad van Bestuur op voorwaarde dat de Regering het goedkeurt elke andere beroepservaring als in aanmerking komende diensten erkennen, voor zover het nuttige beroepservaring is en zij in de oproep tot de kandidaten vermeld is. ".

Art.16. Voor de toepassing van dit besluit moet de bijlage I van hetzelfde besluit rekening houdend met volgende aanvullingen gelezen worden :

GraadRang
Afgevaardigd DirecteurI.B
Pedagogisch adviseurI.D
Leidend psycholoogI.D
Adjunct-adviseur (pedagoog)I.E
Eerstaanwezend psycholoogI.E
Pedagogische voordrachtgeverI.F
PsycholoogI.F
Eerste leersecretarisII+.A
Eerste arbeidsadviseurII+.A
Eerste boekhouderII+.A
[<font color="red">1</font> Eerste pedagogisch assistentII+.A]<font color="red">1</font>
Eerstaanwezend leersecretarisII+.B
Eerstaanwezend arbeidsadviseurII+.B
Eerstaanwezend boekhouderII+.B
[<font color="red">1</font> Eerstaanwezend pedagogisch assistentII+.B]<font color="red">1</font>
LeersecretarisII+.C
ArbeidsadviseurII+.C
BoekhouderII+.C
[<font color="red">1</font> Pedagogisch assistentII+.C]<font color="red">1</font>
(<font color="red">1</font>)<BDG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2015102920" target="_blank">2015-10-29/20</a>, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 16-07-2015>


Art.17. Voor de toepassing van dit besluit moet de bijlage III van hetzelfde besluit rekening houdend met volgende aanvullingen gelezen worden :

GraadWeddeschaal
[<font color="red">2</font> Afgevaardigd directeur M3]<font color="red">2</font>I/11
Pedagogisch adviseurI/8
Leidend psycholoogI/8
Adjunct-adviseur (pedagoog)I/4
Eerstaanwezend psycholoogI/4
Pedagogische voordrachtgeverI/1
PsycholoogI/1
Eerste leersecretarisII+/3
Eerste arbeidsadviseurII+/3
Eerste boekhouderII+/3
[<font color="red">1</font> Eerste pedagogisch assistentII+/3]<font color="red">1</font>
Eerstaanwezend leersecretarisII+/2
Eerstaanwezend arbeidsadviseurII+/2
Eerstaanwezend boekhouderII+/2
[<font color="red">1</font> Eerstaanwezend pedagogisch assistentII+/2]<font color="red">1</font>
LeersecretarisII+/1
ArbeidsadviseurII+/1
BoekhouderII+/1
[<font color="red">1</font> Pedagogisch assistentII+/1]<font color="red">1</font>
(<font color="red">1</font>)<BDG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=fr&lg_txt=f&cn_search=2015102920" target="_blank">2015-10-29/20</a>, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 16-07-2015>
(<font color="red">2</font>)<BDG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2022091512" target="_blank">2022-09-15/12</a>, art. 30, 011; Inwerkingtreding : 01-10-2022>


Art.18. Voor de toepassing van dit besluit moet de bijlage IV van hetzelfde besluit rekening houdend met volgende aanvullingen gelezen worden :

Toenmalige graadNieuwe graad
Inspecteur-generaalAfgevaardigd Directeur
Directeur-hoofd van dienstAfgevaardigd Directeur
DirecteurEerste adviseur
Pedagogisch adviseurAdjunct-adviseur (pedagoog)
Pedagogische voordrachtgeverPedagogische voordrachtgever
AttacheVoordrachtgever
Eerste leersecretarisEerste leersecretaris
Eerstaanwezend leersecretarisEerstaanwezend leersecretaris
LeersecretarisLeersecretaris
GegradueerdeArbeidsadviseur
Eerstaanwezend gegradueerdeEerstaanwezend arbeidsadviseur
GegradueerdeMaatschappelijk assistent
Eerstaanwezend gegradueerdeEerstaanwezend maatschappelijk assistent
Eerste gegradueerdeEerste arbeidsadviseur
AssistentOpsteller
Eerstaanwezend assistentEerstaanwezend opsteller
OperateurVakman
AdjunctSecretaris


Art.19. In artikel 1 van het besluit van de Executive van 22 juni 1993 tot vastlegging van de specifieke opdrachten waarvoor de " Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung sowie für die besondere soziale Fürsorge " contractueel personeel mag aanwerven, wordt de weddeschaal " 10/1 " vervangen door " I/1 ".

Art.20. Het besluit van de Executieve van 24 februari 1992 tot vaststelling van het statuut en van de dienstgraad van de directeur van de " Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung sowie für die besondere soziale Fürsorge " wordt opgeheven.

Art.21. Bij de inwerkingtreding van dit besluit worden de desgevallend toegekende evaluaties " zeer goed " en " goed " in de evaluatie " positief " en de evaluatie " onvoldoende " in " negatief " omgezet totdat een nieuwe evaluatie plaatsvindt.
  Indien bij de inwerkingtreding van dit besluit geen evaluatie toegekend was, dan geldt de evaluatie " positief " totdat een nieuwe evaluatie plaatsvindt.

Art.22. De ambtenaren die een graad in de linkse kolom van de door artikel 19 aangevulde tabel van de bijlage IV van het in artikel 2, § 1, bedoelde besluit bekleden, worden bij de inwerkingtreding van voorliggend besluit met de graad van de rechtse kolom bekleed.
  De verworven rang- en graadanciënniteit wordt in de graad van de rechtse kolom overgenomen.
  Toepasselijke voorschriften die desgevallend benamingen van graden van de linkse kolom gebruiken, worden op de ambtenaren met graden van de rechtse kolom mutatis mutandis aangewend.

Art.23. De ambtenaren die bij de inwerkingtreding van dit besluit geslaagd waren voor een bevorderingsexamen mbt een graad behorend tot de toenmalige rang 22 of van een equivalente rang worden geacht voor het bevorderingsexamen bedoeld in artikel 55, lid 1, van het in artikel 2, § 1, vermeld besluit geslaagd te zijn. Dit geldt eveneens voor de ambtenaren die vóór de inwerkingtreding van dit besluit voor een bevorderingsexamen mbt de toenmalige rang 22 of een equivalente rang ingeschreven waren en na de inwerkingtreding van dit besluit voor dit examen slagen.

Art.24. Als overgangsbepaling en in afwijking van de artikelen 17 en 18 worden de ambtenaren van de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap die vóór de inwerkingtreding van hun overheveling van het Waalse Gewest naar de Duitstalige Gemeenschap geslaagd waren voor een bevorderingsexamen van rang B2 naar rang B1 in niveau II+ vanaf de inwerkingtreding van voorliggend besluit met de graad eerste arbeidsadviseur en de weddeschaal II+/4 bekleed.

Art.25. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art.26. De bevordering in een vlakke loopbaan en de verhogingen van weddeschaal bedoeld in artikel 71 van het in artikel 2 § 1 vermeld besluit zijn van toepassing vanaf 1 januari 2001 overeenkomstig de nieuwe desbetreffende geldige voorschriften.

Art. 27. De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, is belast met de uitvoering van dit besluit.