18 MEI 2022. - Wet tot uitstel van de inwerkingtreding van de bepalingen inzake de uitvoering van vrijheidsstraffen van drie jaar of minder
Hoofdstuk 1. - Algemene bepaling
Art. 1
Hoofdstuk 2. - Wijzigingen van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten
Art. 2
Hoofdstuk 3. - Wijziging van artikel 26 van de wet van 5 mei 2019 tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten tot aanpassing van de procedure voor de strafuitvoeringsrechter voor de vrijheidsstraffen van drie jaar
Art. 3
Hoofdstuk 4. - Wijzigingen van de wet van 29 juni 2021 tot operationalisering van de procedure voor de uitvoering van vrijheidsstraffen van drie jaar of minder
Art. 4-5
Hoofdstuk 5. - Inwerkingtreding
Art. 6
Hoofdstuk 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Hoofdstuk 2. - Wijzigingen van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten
Art.2. In artikel 109 van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 november 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "en uiterlijk op 1 juni 2022" worden vervangen door de woorden "en uiterlijk op 1 september 2022";
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:
"In afwijking van het eerste lid treden de bepalingen van deze wet die betrekking hebben op de door de strafuitvoeringsrechter toe te kennen strafuitvoeringsmodaliteiten bepaald in titel V, ten aanzien van de veroordeelde die een of meer vrijheidsstraffen ondergaat waarvan het uitvoerbaar gedeelte twee jaar of minder bedraagt, in werking op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 september 2023.".
Hoofdstuk 3. - Wijziging van artikel 26 van de wet van 5 mei 2019 tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten tot aanpassing van de procedure voor de strafuitvoeringsrechter voor de vrijheidsstraffen van drie jaar
Art.3. In artikel 26 van de wet van 5 mei 2019 tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten tot aanpassing van de procedure voor de strafuitvoeringsrechter voor de vrijheidsstraffen van drie jaar of minder, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 november 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "en uiterlijk op 1 juni 2022" worden vervangen door de woorden "en uiterlijk op 1 september 2022";
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:
"In afwijking van het eerste lid treden de bepalingen van deze wet die betrekking hebben op de door de strafuitvoeringsrechter toe te kennen strafuitvoeringsmodaliteiten bepaald in titel V van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, ten aanzien van de veroordeelde die een of meer vrijheidsstraffen ondergaat waarvan het uitvoerbaar gedeelte twee jaar of minder bedraagt, in werking op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 september 2023.".
Hoofdstuk 4. - Wijzigingen van de wet van 29 juni 2021 tot operationalisering van de procedure voor de uitvoering van vrijheidsstraffen van drie jaar of minder
Art.4. In artikel 16 van de wet van 29 juni 2021 tot operationalisering van de procedure voor de uitvoering van vrijheidsstraffen van drie jaar of minder, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "De bepalingen" vervangen door de woorden "Met inachtneming van de datum van inwerkingtreding bedoeld in artikel 17, zijn de bepalingen" en worden de woorden "laatstelijk gewijzigd bij deze wet, zijn" opgeheven;
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:
"In afwijking van het eerste en het tweede lid blijft het door de penitentiaire administratie toegekende elektronisch toezicht, dat lopende is op het ogenblik dat de bepalingen die betrekking hebben op de door de strafuitvoeringsrechter toe te kennen strafuitvoeringsmodaliteiten bepaald in titel V op de veroordeelde van toepassing worden, verder lopen totdat het vonnis van de strafuitvoeringsrechter over het elektronisch toezicht in kracht van gewijsde is getreden.".
Art.5. In artikel 17 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 28 november 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "en uiterlijk op 1 juni 2022" worden vervangen door de woorden "en uiterlijk op 1 september 2022";
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:
"In afwijking van het eerste lid treden de bepalingen van deze wet die betrekking hebben op de door de strafuitvoeringsrechter toe te kennen strafuitvoeringsmodaliteiten bepaald in titel V van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, ten aanzien van de veroordeelde die een of meer vrijheidsstraffen ondergaat waarvan het uitvoerbaar gedeelte twee jaar of minder bedraagt, in werking op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 september 2023.".
Hoofdstuk 5. - Inwerkingtreding
Art. 6. Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad word bekendgemaakt.