Details





Titel:

27 FEBRUARI 2019. - Wet inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-03-2019 en tekstbijwerking tot 27-11-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Definities
Art. 2
Art. 2 TOEKOMSTIG RECHT
HOOFDSTUK 3. - eBox
Art. 3-7
HOOFDSTUK 4. - Gebruik van persoonsgegevens
Art. 8-10
HOOFDSTUK 5. - Erkenning van diensten
Art. 11
HOOFDSTUK 6. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 12-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2019013116  2019014705  2019014706  2019202721  2019202722  2024000122 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Definities
Art.2.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:
  1° gebruiker: alle hierna vermelde diensten [1 en personen]1:
  a. de rijksbesturen en andere rijksdiensten bedoeld in artikel 1, 1°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;
  b. de diensten behorende tot het ministerie van Defensie;
  c. de diensten bedoeld in artikel 2, 2 ° en 3°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
  d. de rechterlijke orde, met inbegrip van de diensten die de leden ervan bijstaan;
  e. de rechtspersonen van publiek recht bedoeld in artikel 1, 3°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;
  f. de natuurlijke personen of rechtspersonen aan wie bij wet taken van openbare dienst of algemeen belang zijn toevertrouwd inclusief zij die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven uitgezonderd autonome overheidsbedrijven waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 2, 3°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;
  g. de instellingen van sociale zekerheid, bedoeld in artikel 2, 2°, a) tot d), van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
  h. de actoren in de gezondheidszorg, bedoeld in artikel 4 van de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform en diverse bepalingen;
  i. het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector;
  [1 j. de natuurlijke personen of houders van een ondernemingsnummer die antwoorden op een bericht naar hen verzonden via de eBox door de gebruikers bedoeld in de bepalingen onder a. tot i.;
   k. de verlener van een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging zoals bedoeld in artikel 3, punten 20 en 37, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG, enkel voor de verzending van een notificatie om te melden dat een gekwalificeerde elektronisch aangetekende bezorging voor de bestemmeling beschikbaar is bij de verlener van een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging;]1
  2° bericht: alle schriftelijke mededelingen, inclusief brieven en zendingen van gegevens, ongeacht de drager.
  3° eBox: de dienst aangeboden door de federale overheidsdienst bevoegd voor Digitale Agenda die gebruikers toelaat om elektronische berichten [2 te versturen naar en te ontvangen van]2 natuurlijke personen of hun vertegenwoordigers en de dienst aangeboden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid die gebruikers toelaat om elektronische berichten [2 te versturen naar en te ontvangen van]2 houders van een ondernemingsnummer zoals bepaald in artikel III.16 van het Wetboek van Economische Recht of hun vertegenwoordigers.
  4° Algemene Verordening Gegevensbescherming 2016/679: Europese Verordening 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.
  ----------
  (1)<W 2023-09-13/17, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2023>
  (2)<W 2023-09-13/17, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2023>

Art.2 TOEKOMSTIG RECHT.    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:
  1° gebruiker: alle hierna vermelde diensten [1 en personen]1:
  a. de rijksbesturen en andere rijksdiensten bedoeld in artikel 1, 1°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;
  b. de diensten behorende tot het ministerie van Defensie;
  c. de diensten bedoeld in artikel 2, 2 ° en 3°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
  d. de rechterlijke orde, met inbegrip van de diensten die de leden ervan bijstaan;
  e. de rechtspersonen van publiek recht bedoeld in artikel 1, 3°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;
  f. de natuurlijke personen of rechtspersonen aan wie bij wet taken van openbare dienst of algemeen belang zijn toevertrouwd inclusief zij die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven uitgezonderd autonome overheidsbedrijven waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 2, 3°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;
  g. de instellingen van sociale zekerheid, bedoeld in artikel 2, 2°, a) tot d), van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
  h. de actoren in de gezondheidszorg, bedoeld in artikel 4 van de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform en diverse bepalingen;
  i. het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector;
  [1 j. de natuurlijke personen of houders van een ondernemingsnummer die antwoorden op een bericht naar hen verzonden via de eBox door de gebruikers bedoeld in de bepalingen onder a. tot i.;
   k. de verlener van een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging zoals bedoeld in artikel 3, punten 20 en 37, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG, enkel voor de verzending van een notificatie om te melden dat een gekwalificeerde elektronisch aangetekende bezorging voor de bestemmeling beschikbaar is bij de verlener van een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging;]1
  [2 l. de verlener van een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging zoals bedoeld in artikel 3, punten 20 en 37, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG, wanneer hij een gekwalificeerde elektronisch aangetekende bezorging verzendt in naam en voor rekening van natuurlijke personen of houders van een ondernemingsnummer die van de dienst van die dienstverlener gebruik maken.]2
  2° bericht: alle schriftelijke mededelingen, inclusief brieven en zendingen van gegevens, ongeacht de drager.
  3° eBox: de dienst aangeboden door de federale overheidsdienst bevoegd voor Digitale Agenda die gebruikers toelaat om elektronische berichten uit te wisselen met natuurlijke personen of hun vertegenwoordigers en de dienst aangeboden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid die gebruikers toelaat om elektronische berichten uit te wisselen met houders van een ondernemingsnummer zoals bepaald in artikel III.16 van het Wetboek van Economische Recht of hun vertegenwoordigers.
  4° Algemene Verordening Gegevensbescherming 2016/679: Europese Verordening 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.

  (1)<W 2023-09-13/17, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2023>
  (2)<W 2023-09-13/17, art. 2,b, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >


HOOFDSTUK 3. - eBox
Art.3.De federale overheidsdienst bevoegd voor Digitale Agenda wordt belast met het aanbieden van een eBox voor natuurlijke personen.
  De Rijksdienst voor sociale zekerheid wordt belast met het aanbieden van een eBox voor houders van een ondernemingsnummer.
  [1 ...]1
  [1 Met uitzondering van de componenten die gebruikt worden voor de ontvangst in de eBox van berichten verzonden door de gebruikers bedoeld in artikel 2, 1° l., vallen de eBox en de componenten voor elektronische handtekeningen, elektronische aangetekende zendingen, elektronische tijdstempel, elektronische zegels en elektronische archivering, die gebruikt worden voor de werking van de eBox, onder de uitsluiting bepaald in artikel XII.24, § 3, van het Wetboek van Economisch Recht.]1
  ----------
  (1)<W 2023-09-13/17, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2023>

Art.4. Bij het aanbieden en beheren van de eBox nemen bevoegde instanties vermeld in artikel 3 de nodige technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen en die onder meer:
  - de oorsprong en de integriteit van de inhoud van het bericht verzekeren;
  - de vertrouwelijkheid van de inhoud van het bericht waarborgen.
  Deze bevoegde instanties maken ook gebruik van veilige informaticatechnieken die:
  - de gebruiker en de bestemmeling ondubbelzinnig identificeren en authenticeren en het tijdstip van de verzending en ontvangst ondubbelzinnig vaststellen;
  - een bewijs van verzending en ontvangst van de zending registreren in het systeem en ter beschikking stellen;
  - de identiteit van de gebruiker en de bestemmeling, het tijdstip van de verzending en de ontvangst, de kennisgeving en het uniek nummer toegekend aan het bericht registreren;
  - systeemfouten vaststellen en de tijdstippen registreren waarop systeemfouten verhinderen dat er wordt verzonden of ontvangen en deze informatie beschikbaar maken voor de belanghebbenden.

Art.5.De ter beschikking gestelde informatie betreffende de tijdstippen waarop systeemfouten verhinderen dat er wordt verzonden of ontvangen, geldt als bewijs daarvan en kan worden ingeroepen als bewijs van overmacht.
  [1 Tenzij anders bepaald in de toepasselijke regelgeving geldt als tijdstip van elektronische verzending aan de bestemmeling het tijdstip waarop de gebruiker het bericht heeft toevertrouwd aan een informatiesysteem voor de elektronische uitwisseling van berichten op een wijze die de gebruiker niet langer toelaat om het bericht te herroepen of te wijzigen.
   Tenzij anders bepaald in de toepasselijke regelgeving geldt als tijdstip van elektronische ontvangst door de bestemmeling het tijdstip waarop het bericht toegankelijk is voor de bestemmeling.
   Tenzij anders bepaald in de toepasselijke regelgeving, begint, ingeval de verzending of de ontvangst van een bericht een termijn doet lopen, zulke termijn te lopen vanaf de eerste werkdag volgend op het tijdstip van elektronische verzending, respectievelijk van elektronische ontvangst.]1
  ----------
  (1)<W 2023-09-13/17, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2023>

Art.6.De gebruikers [1 bedoeld in artikel 2, 1°, a. tot i.,]1 informeren de bestemmelingen vooraf over de te volgen procedures en over de rechtsgevolgen die de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox heeft. [1 ...]1
  [1 Voor het gebruik van de eBox voor natuurlijke personen moeten de bestemmelingen vooraf uitdrukkelijk instemmen met de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox met de gebruikers bedoeld in artikel 2, 1°, a. tot i., en zij moeten deze instemming voor toekomstige berichten op elk moment kunnen intrekken.
   Voor de ontvangst in de eBox voor natuurlijke personen van notificaties of elektronisch aangetekende bezorgingen van de gebruikers bedoeld in artikel 2, 1°, k. en l., moeten de bestemmelingen vooraf uitdrukkelijk instemmen en moeten zij deze instemming voor toekomstige berichten op elk moment kunnen intrekken. Deze instemming en de intrekking ervan gebeuren afzonderlijk van deze bedoeld in het tweede lid.
   De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorwaarden en nadere regels voor de maatregelen die tot doel hebben de bestemmelingen te verwittigen over de beschikbaarheid van een bericht in de eBox en te herinneren aan de ongelezen berichten en aan de rechtsgevolgen verbonden aan de eBox.
   De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorwaarden en nadere regels voor het deactiveren van ongebruikte eBoxen voor natuurlijke personen door de aanbieder van de eBox bedoeld in artikel 3, eerste lid.
   De natuurlijke persoon die instemt met het gebruik van de eBox voor natuurlijke personen kan gedurende twee jaren na de inwerkingtreding van dit lid één of meerdere verzenders uitdrukkelijk verzoeken om een kopie van de in de toekomst via de eBox verzonden elektronische berichten eveneens op papier te ontvangen gedurende een periode van maximaal één jaar. Dit verzoek kan eenmaal worden herhaald gedurende twee jaren na de inwerkingtreding van dit lid. De elektronische berichten die in deze periode werden verzonden, brengen de rechtsgevolgen tot stand zoals bedoeld in artikel 7. De verzenders staan in voor de verzending van de kopie op papier.
   De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de datum van inwerkingtreding van het zesde lid.]1
  ----------
  (1)<W 2023-09-13/17, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2023>

Art.7.De elektronische uitwisseling van berichten via de eBox [1 met de gebruikers bedoeld in artikel 2, 1°, a. tot i., in de uitvoering van hun taken van openbare dienst of algemeen belang, en met de gebruikers bedoeld in artikel 2, 1°, j.,]1 brengt dezelfde rechtsgevolgen tot stand als de uitwisseling op niet-elektronische dragers en deze uitwisseling wordt geacht te voldoen aan een eventuele verplichting tot gebruik van een aangetekende zending al dan niet met ontvangstbewijs. [1 In voorkomend geval vermelden zij bij verzending van het bericht via de eBox op zichtbare wijze de woorden "aangetekende zending" of een gelijkwaardige vermelding.]1
  ----------
  (1)<W 2023-09-13/17, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2023>

HOOFDSTUK 4. - Gebruik van persoonsgegevens
Art.8.Bij het aanbieden en beheren van de eBox zijn de bevoegde instanties vermeld in artikel 3 en de gebruikers [1 bedoeld in artikel 2, 1°, a. tot i.,]1 die berichten elektronisch uitwisselen via de eBox gemachtigd om de contactgegevens, zoals bedoeld in artikel 3, 17°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, de contactgegevens ingezameld binnen de authenticatiedienst bedoeld in artikel 9 van de wet van 18 juli 2017 inzake elektronische identificatie, met uitdrukkelijke instemming van de persoon [1 , de contactgegevens opgegeven door de bestemmelingen]1 en het identificatienummer van de natuurlijke personen opgenomen in het Rijksregister, te gebruiken voor identificatie en authenticatie van de natuurlijke persoon en voor communicatie tussen de gebruikers en de bestemmelingen. [1 Onverminderd artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, zijn de gebruikers bedoeld in artikel 2, 1°, k. en l., gemachtigd om het Rijksregisternummer te gebruiken voor de identificatie en authenticatie van de natuurlijke persoon bij verzending van berichten via de eBox.]1
  ----------
  (1)<W 2023-09-13/17, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2023>

Art.9. De bevoegde instanties vermeld in artikel 3 zijn verwerkingsverantwoordelijken zoals gedefinieerd in de Algemene Verordening Gegevensbescherming 2016/679 voor de verwerking van persoonsgegevens die nodig zijn voor het beheer en voor het verzekeren van de goede werking van de door hem aangeboden eBox.

Art.10.Wat betreft de verwerkingen die nodig zijn voor elke individuele terbeschikkingstelling van documenten zijn de gebruikers [1 , met uitzondering van de natuurlijke personen bedoeld in artikel 2, 1°, j.,]1 die documenten ter beschikking stellen via de eBox verwerkingsverantwoordelijken zoals gedefinieerd in de Algemene Verordening Gegevensbescherming 2016/679. Zij bepalen in deze hoedanigheid de bewaartermijn van de ter beschikking gestelde documenten.
  ----------
  (1)<W 2023-09-13/17, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2023>

HOOFDSTUK 5. - Erkenning van diensten
Art.11. § 1. De federale overheidsdienst bevoegd voor Digitale Agenda kan dienstverleners die geen overheidsinstanties zijn, erkennen, zodat deze dienstverleners de elektronische berichten van gebruikers voor natuurlijke personen kunnen ontsluiten. De erkenning heeft enkel betrekking op de ontsluiting van de eBox door de erkende dienstverleners, en heeft geen enkel rechtsgevolg voor eventuele bijkomende diensten die de dienstverleners aanbieden aan de bestemmelingen op basis van een overeenkomst tussen de erkende dienstverleners en de bestemmelingen, overeenkomstig § 6.
  § 2. De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de voorwaarden, de procedure en de gevolgen van de erkenning zoals bedoeld in § 1, de gevolgen van schorsing en intrekking van de erkenning en de vrijwillige stopzetting van de dienst door de erkende dienstverlener.
  De federale overheidsdienst bevoegd voor Digitale Agenda bepaalt, in overleg met de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, de technische specificaties.
  § 3. Voor elektronische identificatie van de bestemmeling wordt de dienstverlener van een erkende dienst gemachtigd om het rijksregisternummer te gebruiken uitsluitend voor aanbieding van de erkende dienst in interacties met gebruikers, onder de voorwaarden die de erkennende overheid zal opleggen aan de dienstverleners.
  § 4. Na de elektronische identificatie van de bestemmeling wendt de dienstverlener van een erkende dienst de persoonsgegevens die hij ontvangt in het kader van de aanbieding van de erkende dienst enkel aan voor het aanbieden van de erkende dienst op vraag van de bestemmeling, daarbij handelend als verwerkingsverantwoordelijke zoals gedefinieerd in de Algemene Verordening Gegevensbescherming 2016/679 voor alle verwerkingen van persoonsgegevens die de dienstverlener uitvoert voor de verlening van de erkende dienst.
  § 5. De dienstverlener van een erkende dienst neemt binnen het kader van de erkende dienst geen kennis van de inhoud van berichten die via de dienstverlener verlopen, noch maakt deze er op enige andere wijze gebruik ervan, tenzij dit strikt noodzakelijk is voor het aanbieden van een bijkomende dienst zoals gevraagd door de bestemmeling overeenkomstig § 6 en mits zijn ondubbelzinnige voorafgaande toestemming.
  § 6. De erkende dienstverleners hebben het recht om hun bestemmelingen diensten met toegevoegde waarde aan te bieden die ook betrekking mogen hebben op de berichten die worden ontsloten via de eBox, op basis van een overeenkomst tussen de erkende dienstverleners en de bestemmelingen. De erkende dienstverleners mogen in dit geval op geen enkele wijze suggereren dat de erkenning ook betrekking heeft op deze diensten met toegevoegde waarde.
  § 7. Onverminderd de bevoegdheden van andere overheden of controlediensten kan de federale overheidsdienst bevoegd voor Digitale Agenda de dienstverleners van erkende diensten aan een controle onderwerpen bij klacht of vermoeden van niet-overeenstemming van de dienstverlening met de erkenningsvoorwaarden.
  § 8. Wanneer de federale overheidsdienst bevoegd voor Digitale Agenda vaststelt dat de dienstverlening niet overeenstemt met de erkenningsvoorwaarden, kan de federale overheidsdienst bevoegd voor Digitale Agenda de erkenning schorsen voor een periode van maximaal drie maanden en tijdens deze periode corrigerende maatregelen opleggen, onverminderd de bevoegdheden van andere overheden of controlediensten.
  § 9. De federale overheidsdienst bevoegd voor Digitale Agenda kan de erkenning intrekken wanneer de dienstverlener van de erkende dienst niet de nodige maatregelen heeft getroffen om te verhelpen aan de overtredingen die hebben geleid tot de schorsing van de erkenning in § 8.

HOOFDSTUK 6. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.12. Onder de voorwaarden en volgens de nadere regels bepaald door de Gewesten en de Gemeenschappen, kunnen de Gewesten, de Gemeenschappen, de lokale overheden en de instanties die van hen afhangen, gebruik maken van de eBox.

Art. 13.[1 De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, vanaf hoeveel verzonden berichten per jaar de gebruikers bedoeld in artikel 2, 1°, a. tot i., verplicht in een elektronische uitwisseling van berichten via de eBox voor natuurlijke personen en via de eBox voor houders van een ondernemingsnummer voorzien op een door Hem bepaalde datum. Deze datum kan per gebruiker en per soort van bericht verschillen.
   De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, vanaf welke datum en onder welke voorwaarden de gebruikers bedoeld in artikel 2, 1°, l., gebruik kunnen maken van de eBox voor natuurlijke personen en van de eBox voor houders van een ondernemingsnummer.
   De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het gebruik van de eBox voor houders van een ondernemingsnummer verplichten op een door Hem te bepalen datum voor alle of voor bepaalde categorieën van houders van een ondernemingsnummer. Deze datum kan niet vroeger zijn dan 1 januari 2025.]1
  ----------
  (1)<W 2023-09-13/17, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2023>