16 MEI 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 12 juni 2014 tot uitvoering van het decreet van 27 maart 2014 betreffende de communicaties via elektronische weg tussen de gebruikers en de Waalse openbare overheden, voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 138 van de Grondwet
Art. 1-8
Artikel 1. Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet aangelegenheden bedoeld in de artikelen 127, § 1, en 128, § 1, van de Grondwet.
Art.2. Het opschrift van het besluit van de Waalse Regering van 12 juni 2014 tot uitvoering van het decreet van 27 maart 2014 betreffende de communicaties via elektronische weg tussen de gebruikers en de Waalse openbare overheden, voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 138 van de Grondwet wordt vervangen als volgt: "Besluit van de Waalse Regering van 12 juni 2014 betreffende de communicaties via elektronische weg en de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox tussen de gebruikers en de Waalse openbare overheden, voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 138 van de Grondwet".
Art.3. Artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 12 juni 2014 tot uitvoering van het decreet van 27 maart 2014 betreffende de communicaties via elektronische weg tussen de gebruikers en de Waalse openbare overheden, voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 138 van de Grondwet wordt vervangen als volgt:
"Art. 1. Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet aangelegenheden bedoeld in de artikelen 127, § 1, en 128, § 1, van de Grondwet.
Art. 1bis. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder:
1° "openbare overheid": de in artikel 2, 1°, van het decreet bedoelde overheden;
2° "decreet": het decreet van 27 maart 2014 betreffende de communicaties via elektronische weg tussen de gebruikers en de Waalse openbare overheden, voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 138 van de Grondwet;
3° "elektronische handtekening": de elektronische handtekening bepaald in artikel 3, punt 10, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG;
4° "gekwalificeerde elektronische handtekening": de gekwalificeerde elektronische handtekening bepaald in artikel 3, punt 12, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG;
5° "formulier": elk document, ongeacht de drager, dat in het kader van een administratieve procedure gebruikt wordt en waarmee een interne of externe gebruiker aanvragen kan richten aan een openbare overheid of informatie met haar kan uitwisselen;
6° "elektronisch formulier" : elektronische versie van een formulier;
7° "geprotocolleerde gegevens": alle technische connectie- of trafiekgegevens geregistreerd door de informaticaservers van de openbare overheden;
8° "wet": de wet van 27 februari 2019 inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox.".
Art.4. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 3. De vereiste van een geschrift, van een papieren of duurzame drager wordt vervuld door ieder hulpmiddel zoals bepaald in artikel I.1., 15°, van het Wetboek van economisch recht.".
Art.5. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 6. De vereiste inzake aangetekende verzending wordt vervuld:
1° via technieken inzake aangetekende elektronische verzending die de voorwaarden bepaald bij de artikelen 4 en 7 van de wet, zoals de eBox, in acht nemen;
2° via een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging conform Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG en Boek XII, titel 2, en de bijlagen ervan, van het Wetboek van economisch recht.".
Art.6. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "via het door de openbare overheid voorgestelde elektronisch middel" ingevoegd tussen de woorden "langs de elektronische weg" en de woorden "te krijgen";
2° in het tweede lid worden de woorden "het aldus voorgestelde elektronische middel en" ingevoegd tussen de woorden "verstrekt met betrekking tot" en de woorden "het recht om zich, voor de toekomst, te verzetten".
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2019.
Art. 8. De Minister bevoegd voor e-government en de administratieve informatica is belast met de uitvoering van dit besluit.