4 SEPTEMBER 2012. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren
Art. 1-18
BIJLAGEN.
Art. N1-N7
Artikel 1. In artikel 4 van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren, gewijzigd bij het besluit van 11 december 2003, worden het derde en het vierde lid vervangen als volgt :
" De lijst van de diploma's of getuigschriften die toegang geven tot de betrekkingen in de verschillende niveaus vormt bijlage VII.
Voor de niveaus III en IV is geen diploma of getuigschrift vereist. "
In hetzelfde besluit wordt de bijlage VII ingevoegd die als bijlage VI is gevoegd bij dit besluit.
Art.2. Artikel 71, negende lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 27 april 2000, wordt opgeheven.
Art.3. Artikel 71 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tiende lid, luidende :
" Ambtenaren van niveau IV, III, II en II+ die een geldelijke anciënniteit van 25 jaar hebben en ambtenaren van niveau I die een geldelijke anciënniteit van 23 jaar hebben, nemen op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin ze 59 jaar zijn geworden, de weddeschaal met het eindcijfer 59 in die overeenstemt met hun loopbaanontwikkeling op dat ogenblik. "
Art.4. De artikelen 77 en 78 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art.5. In artikel 83, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de tweede zin opgeheven.
Art.6. In artikel 105, vierde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 13 maart 2008, worden de bepalingen onder 4° en 5° vervangen als volgt :
" 4° vanaf 53 jaar : 29 dagen;
5° vanaf 55 jaar : 30 dagen; "
Hetzelfde lid wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende :
" 6° vanaf 58 jaar : 31 dagen. "
Art.7. In artikel 117, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt :
" 1° 42 kalenderdagen per jaar om redenen van familiaal belang, die per hele dagen en telkens met perioden van minstens zeven kalenderdagen moeten worden genomen. "
Art.8. In artikel 136, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 9 december 2004, wordt het woord "drie" vervangen door het woord "vier".
Art.9. Artikel 136.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 19 oktober 2006, wordt vervangen als volgt :
" Art. 136.1. De bepalingen van deze onderafdeling voorzien in de omzetting van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad van 8 maart 2010 tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamovereenkomst en tot intrekking van Richtlijn 96/34/EG. "
Art.10. In artikel 204, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het cijfer "30" vervangen door het woord "vijfenveertig".
Art.11. In hetzelfde besluit wordt de bijlage II - Weddeschalen, vervangen bij het besluit van 13 maart 2008 en gewijzigd bij het besluit van 10 december 2009, vervangen door de bijlage I gevoegd bij dit besluit.
Art.12. In hetzelfde besluit wordt de bijlage II - Weddeschalen vervangen door de bijlage II gevoegd bij dit besluit.
Art.13. In hetzelfde besluit wordt de bijlage II - Weddeschalen vervangen door de bijlage III gevoegd bij dit besluit.
Art.14. In hetzelfde besluit wordt de bijlage II - Weddeschalen vervangen door de bijlage IV gevoegd bij dit besluit.
Art.15. In hetzelfde besluit wordt de bijlage II - Weddeschalen vervangen door de bijlage V gevoegd bij dit besluit.
Art.16. In hetzelfde besluit wordt de bijlage III - Toepassing van weddeschalen op de graden in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap vervangen door de bijlage VII gevoegd bij dit besluit.
Art.17. De artikelen 1 en 5 tot 10 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2012.
De artikelen 2 en 4 hebben uitwerking met ingang van 1 september 2011.
De artikelen 3, 11 en 16 treden in werking op 1 januari 2013.
Artikel 12 treedt in werking op 1 januari 2014.
Artikel 13 treedt in werking op 1 januari 2015.
Artikel 14 treedt in werking op 1 januari 2018.
Artikel 15 treedt in werking op 1 januari 2019.
Art.18. De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 4 september 2012.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap,
De Minister-President,
Minister van Lokale Besturen,
K.-H. LAMBERTZ
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 2. - Weddeschalen vanaf 1 januari 2013
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. van 01-10-2012, p. 60104-60109)
Art. N2. Bijlage 2.- Weddeschalen vanaf 1 januari 2014
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 01-10-2012, p. 60110-60115)
Art. N3.. Bijlage 2. - Weddeschalen vanaf 1 januari 2015
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. van 01-10-2012, p. 60116-60121)
Art. N4. Bijlage 2. - Weddeschalen vanaf 1 januari 2018
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. van 01-10-2012, p. 60122-60127)
Art. N5. Bijlage 2. - Weddeschalen vanaf 1 januari 2019
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. van 01-10-2012, p. 60128-60134)
Art. N6. Bijlage 7. - Lijst van de diploma's of getuigschriften die toegang geven tot de betrekkingen in de verschillende niveaus
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. van 01-10-2012, p. 60134-60138)
Art. N7. Bijlage 3. - Toepassing van weddeschalen op de graden in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. van 01-10-2012, p. 60139-60140)
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 4 september 2012.
Eupen, 4 september 2012.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap,
De Minister-President,
Minister van Lokale Besturen,
K.H. LAMBERTZ