Details





Titel:

28 APRIL 1999. - Wet houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-06-1999 en tekstbijwerking tot 19-04-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Art. 1/1, 2
HOOFDSTUK II. - [1 Verrekening en overboekingsopdrachten.]1
Art. 3
HOOFDSTUK III. - Overboekingsopdrachten.
Art. 4
HOOFDSTUK IV. - Bepalingen met betrekking tot de procedures bij insolventie van een deelnemer. - Doorzichtigheid van de systemen.
Art. 5-6
HOOFDSTUK V. - Internationaal privaatrecht.
Art. 7
HOOFDSTUK VI. - Doeltreffendheid van de zekerheden.
Art. 8
HOOFDSTUK VII. - Niet vatbaarheid voor beslag van de afwikkelingsrekeningen.
Art. 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Art. 1/1.[1 Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :
   1° "systeem" : een formele overeenkomst
   - tussen drie of meer deelnemers, niet meegerekend de systeem exploitant, noch in voorkomend geval een afwikkelende instantie, een centrale tegenpartij, een clearing house of een indirecte deelnemer, met gemeenschappelijke regels en standaardprocedures voor de clearing, al dan niet via een centrale tegenpartij, of het uitvoeren van overboekingsopdrachten tussen de deelnemers;
   - waarop het recht van een door de deelnemers gekozen lidstaat van toepassing is. De deelnemers kunnen echter uitsluitend kiezen voor het recht van een lidstaat waarin ten minste een van hen zijn hoofdkantoor heeft; en
   - die door de lidstaat waarvan het recht toepasselijk is, als systeem is aangemerkt en bij [3 de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten]3 is aangemeld, nadat die lidstaat zich ervan heeft vergewist dat de regels van het systeem adequaat zijn;
   2° "instelling" :
   - een kredietinstelling in de zin van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, of;
   - een beleggingsonderneming in de zin van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, of;
   - een overheidsinstantie of onderneming met overheidsgarantie, of;
   - een onderneming met hoofdkantoor buiten het grondgebied van de Europese Unie waarvan de werkzaamheden overeenstemmen met die van kredietinstellingen of beleggingsondernemingen in de Europese Unie, zoals bedoeld in de eerste en tweede streepjes,
   die deelneemt aan een systeem en verantwoordelijkheid draagt voor het nakomen van de financiële verplichtingen die ontstaan uit overboekingsopdrachten binnen dat systeem.
   Rechtspersonen die deelnemen aan één van de effectenafwikkelingssystemen, bedoeld in artikel 2, § 1, b), worden als instellingen beschouwd, op voorwaarde dat ten minste drie andere deelnemers aan dit systeem behoren tot één van de categorieën als bedoeld in het eerste lid, als deze gelijkstelling in het licht van het systeemrisico gerechtvaardigd is. Deze rechtvaardiging wordt vastgesteld door de Nationale Bank van België. Daartoe zorgt de Nationale Bank van België voor de opstelling en de publicatie van de criteria die ze gebruikt. Ze kan het bestaan van deze rechtvaardiging vaststellen per categorie van deelnemers of op individuele basis.
   Rechtspersonen die op de publicatiedatum van deze wet effectief deelnemen aan één van de effectenafwikkelingssystemen, bedoeld in artikel 2, § 1, b), van deze wet worden beschouwd als instellingen op voorwaarde dat ten minste drie andere deelnemers aan dit systeem behoren tot één van de categorieën als bedoeld in het eerste lid, als een rechtvaardiging in het licht van het systeemrisico wordt vastgesteld door de Nationale Bank van België binnen een termijn van één jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding van deze wet;
   3° [5 "centrale tegenpartij": een centrale tegenpartij als bedoeld in artikel 2, punt 1) van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters;]5
   4° "afwikkelende instantie" : een entiteit die aan instellingen en/of een centrale tegenpartij die deelnemen aan systemen, afwikkelingsrekeningen beschikbaar stelt via welke overboekingsopdrachten binnen die systemen worden afgewikkeld, en die in voorkomend geval aan die instellingen en/of centrale tegenpartijen krediet verleent voor afwikkelingsdoeleinden;
   5° "clearing house" : een entiteit die verantwoordelijk is voor de berekening van de nettoposities van de instellingen, een eventuele centrale tegenpartij of een eventuele afwikkelende instantie;
   6° "deelnemer" : een instelling, een centrale tegenpartij, een clearing house, een afwikkelende instantie [5 , een systeemexploitant of een clearinglid van een centrale tegenpartij waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 648/2012]5. Naar gelang van de regels van het systeem kan eenzelfde deelnemer optreden als centrale tegenpartij, clearing house of afwikkelende instantie of alle of een deel van deze taken uitvoeren.
   Wanneer een indirecte deelnemer op grond van een systeemrisico als deelnemer wordt beschouwd, doet dit niets af aan de verantwoordelijkheid van de deelnemer via dewelke de indirecte deelnemer overboekingsopdrachten aan het systeem doorgeeft. Het bestaan van een systeemrisico wordt vastgesteld door de Nationale Bank van België. Daartoe zorgt de Nationale Bank van België voor de opstelling en de publicatie van de criteria die ze gebruikt. Ze kan het bestaan van deze rechtvaardiging vaststellen per categorie van indirecte deelnemers of op individuele basis;
   7° "indirecte deelnemer" : een instelling, een centrale tegenpartij, een afwikkelende instantie, een clearing house of een systeemexploitant die contractueel verbonden is met een deelnemer aan een systeem dat overboekingsopdrachten uitvoert, waardoor de indirecte deelnemer overboekingsopdrachten in het systeem kan doorgeven, mits de indirecte deelnemer bij de systeemexploitant bekend is;
   8° "effecten" : alle financiële instrumenten bedoeld in artikel 2, 1°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en de rechten op of met betrekking tot deze effecten, met inbegrip van de rechten van mede-eigendom, van onlichamelijke aard, op de universaliteit van effecten van dezelfde aard;
   9° "overboekingsopdracht" :
   - een opdracht door een deelnemer om door middel van een boeking op de rekeningen van een kredietinstelling, een centrale bank, een centrale tegenpartij of een afwikkelende instantie contanten ter beschikking van een ontvanger te stellen, of iedere opdracht die resulteert in het op zich nemen of het nakomen van een betalingsverplichting zoals gedefinieerd in de regels van het systeem, of
   - [4 een opdracht door een deelnemer om door middel van een boeking in een register, op een rekening, die kan worden bewaard in of door middel van beveiligde mechanismen voor elektronische registratie, met inbegrip van mechanismen voor gedistribueerde elektronische registratie, of anderszins, de rechten op of de belangen in één of meer effecten over te boeken. De Koning kan de voorwaarden bepalen waaraan dergelijke beveiligde mechanismen voor elektronische registratie dienen te voldoen;]4
   10° "insolventieprocedure" : elke collectieve maatregel waarin de wetgeving van een lidstaat of van een derde land voorziet, met het oog op de liquidatie of de sanering van de deelnemer indien een dergelijke maatregel gepaard gaat met opschorting van, of oplegging van beperkingen aan overboekingen of betalingen. De daden van beschikking bedoeld in artikel 57bis, § 1, van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen en degenen bedoeld in artikel 36/27, § 1, van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België maken een insolventieprocedure uit;
   11° "tijdstip waarop een insolventieprocedure wordt geopend" : het moment waarop de ter zake bevoegde rechterlijke of administratieve instantie van een lidstaat of een derde land haar beslissing heeft uitgesproken;
   12° "verrekening (netting)" : het in één nettovordering of nettoverplichting omzetten van vorderingen en verplichtingen die voortvloeien uit overboekingsopdrachten die een deelnemer of deelnemers geeft/geven aan of ontvangt/ontvangen van één of meer andere deelnemers, met als gevolg dat er alleen een nettovordering of een nettoverplichting ontstaat;
   13° "afwikkelingsrekening" : een rekening bij een centrale bank, een afwikkelende instantie of een centrale tegenpartij die gebruikt wordt voor het houden van contanten of effecten en waarmee ook transacties tussen deelnemers aan een systeem worden afgewikkeld;
   14° "werkdag" : de periode voor afwikkeling overdag zowel als 's nachts en omvattende alle gebeurtenissen die tijdens de bedrijfscyclus van een systeem plaatsvinden;
   15° "interoperabele systemen" : twee of meer systemen waarvan de systeemexploitanten een onderling akkoord getroffen hebben voor de uitvoering tussen de systemen van overboekingsopdrachten. Een dergelijk akkoord kan niet van rechtswege een systeem vormen;
   16° "systeemexploitant" : entiteit of entiteiten die wettelijk aansprakelijk is of zijn voor de werking van een systeem. Een systeemexploitant mag ook optreden als afwikkelende instantie, centrale tegenpartij of clearing house;
   17° "Lidstaat" : een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, binnen de grenzen vastgesteld in deze Overeenkomst en de daarmee samenhangende akten.]1
  [2 18° "Europees Comité voor systeemrisico's" : het Europees Comité voor systeemrisico's opgericht bij Verordening nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico's;
   19° "Europese Autoriteit voor effecten en markten" : de Europese Autoriteit voor effecten en markten opgericht bij Verordening nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie.]2
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2011-09-26/19, art. 3, 013; Inwerkingtreding : 10-11-2011>
  (2)<KB 2013-11-12/02, art. 34, 014; Inwerkingtreding : 29-11-2013>
  (3)<W 2016-10-25/05, art. 85, 017; Inwerkingtreding : 01-12-2016>
  (4)<W 2021-06-27/09, art. 410, 019; Inwerkingtreding : 19-07-2021>
  (5)<W 2021-07-11/08, art. 12, 020; Inwerkingtreding : 23-07-2021>

Art.2.[2 § 1. Deze wet is van toepassing op alle systemen, zoals gedefinieerd in artikel 1/1, 1°, die geregeld worden door het Belgisch recht, zoals hieronder omschreven :
   a) Betalingssystemen
   1° [6 het systeem genoemd "TARGET-BE", dat door de Nationale Bank van België wordt beheerd;]6
   2° [4 het systeem genoemd "Uitwisselings- en verrekeningscentrum" ("UCV"), dat door de VZW UCV wordt beheerd.]4
   b) Effectenafwikkelingssystemen
   1° het door de naamloze vennootschap naar Belgisch recht "Interprofessionele effectendeposito- en girokas" ("CIK") beheerde stelsel van giraal verkeer van financiële instrumenten, waarvan de commerciële benaming Euroclear Belgium is;
   2° het effectenafwikkelingssysteem van de Nationale Bank van België [7 ("NBB-SSS")]7, dat door de Nationale Bank van België wordt beheerd;
   3° het "Euroclear systeem" beheerd door de naamloze vennootschap naar Belgisch recht Euroclear Bank.]2
  [5 4° [7 ...]7]5
  [2 § 2. Deze wet is van toepassing op iedere deelnemer aan de systemen omschreven in de eerste paragraaf.]2
  [2 § 3. ...]2
  [2 § 4. Deze wet is desgevallend tevens van toepassing op de vaststelling, ten aanzien van het Belgisch recht, van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de deelname van een rechtspersoon naar Belgisch recht die erkend is als deelnemer door de wet van de lidstaat of van de derde Staat van toepassing op het systeem, aan een systeem van een lidstaat dat door de bevoegde autoriteiten van die Staat als dusdanig werd aangemeld bij de Europese Commissie, of van een derde Staat.]2
  § 5. 1° De Koning kan de lijst van de onder de eerste paragraaf bedoelde systemen wijzigen en publiceert deze lijst jaarlijks in het Belgisch Staatsblad.
  2° De Koning kan de lijst van de deelnemers, zoals gedefinieerd [2 in § 2]2, aan deze systemen uitbreiden, onder de voorwaarden voorzien in artikel 2 van de Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen.
  3° De minister van Financiën is belast met de aanmelding van de in deze wet bedoelde systemen en de in artikel 5 bedoelde autoriteit bij de [3 Europese Autoriteit voor effecten en markten]3.
  ----------
  (1)<KB 2011-01-27/07, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 19-06-2010>
  (2)<W 2011-09-26/19, art. 4, 013; Inwerkingtreding : 10-11-2011>
  (3)<KB 2013-11-12/02, art. 35, 014; Inwerkingtreding : 29-11-2013>
  (4)<KB 2014-12-10/23, art. 1,1°, 016; Inwerkingtreding : 01-04-2013>
  (5)<KB 2014-12-10/23, art. 1,2°, 016; Inwerkingtreding : 06-08-2013>
  (6)<KB 2023-03-06/07, art. 1,1°, 022; Inwerkingtreding : 20-03-2023>
  (7)<KB 2023-03-06/07, art. 1,2°, 022; Inwerkingtreding : 19-04-2023>

HOOFDSTUK II. - [1 Verrekening en overboekingsopdrachten.]1   ----------   (1)
Art.3.[2 § 1. Overboekingsopdrachten en verrekening in een systeem zijn rechtsgeldig en kunnen aan derden worden tegengeworpen, ook in geval van insolventieprocedure tegen een deelnemer aan dit systeem of aan een interoperabel systeem of tegen de systeemexploitant van een interoperabel systeem indien die geen deelnemer is, voor zover de overboekingsopdrachten conform de regels van het systeem in het systeem werden ingevoerd vóór het tijdstip waarop de insolventieprocedure werd geopend.
   Indien overboekingsopdrachten in een systeem worden ingevoerd nadat er een insolventieprocedure is geopend en worden uitgevoerd binnen de werkdag, als omschreven in de regels van het systeem, gedurende welke een dergelijke procedure wordt geopend, zijn deze slechts rechtsgeldig en kunnen deze slechts aan derden worden tegengeworpen indien de systeem-exploitant kan aantonen dat hij op het tijdstip waarop deze overboekingsopdrachten onherroepelijk werden, niet op de hoogte was noch had moeten zijn van de opening van de insolventieprocedure.
   § 2. De verrekening als bedoeld in paragraaf 1 kan niet in het gedrang worden gebracht ingevolge [3 boek XX van het Wetboek van economisch recht]3, noch ingevolge enige wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling, regel of praktijk naar Belgisch of buitenlands recht betreffende de nietigheid van overeenkomsten en transacties die zijn aangegaan vóór het tijdstip waarop een insolventieprocedure is geopend.
   § 3. Bij interoperabele systemen stelt elk systeem in zijn eigen regels het tijdstip van invoering in het systeem zodanig vast dat er zoveel mogelijk voor wordt gezorgd dat de regels van alle betrokken interoperabele systemen in dit opzicht gecoördineerd worden. Tenzij zulks in de regels van alle systemen die van de interoperabele systemen deel uitmaken uitdrukkelijk is bepaald, laten de regels van de andere systemen waarmee een systeem interoperabel is, de in dat systeem gehanteerde regels over het tijdstip van invoering onverlet.
   § 4. Niettegenstaande het openen van een insolventieprocedure tegen een deelnemer aan een systeem of tegen een systeemexploitant van een interoperabel systeem die geen deelnemer is, mag de systeemexploitant of de afwikkelende instantie, indien de toepasselijke contractuele bepalingen hem daartoe machtigen :
   - overgaan tot het ambtshalve debiteren van de afwikkelingsrekening van de deelnemer of van de systeemexploitant van een interoperabel systeem die in gebreke blijft zijn verbintenissen uit te voeren, in het bijzonder teneinde het debetsaldo van deze laatste na verrekening aan te zuiveren en aldus de eindafwikkeling van het systeem mogelijk te maken;
   - ambtshalve de sommen of effecten, vereist voor de uitvoering van de verbintenissen van de deelnemer of de systeemexploitant van een interoperabel systeem, in het bijzonder wat betreft de aanzuivering van het debetsaldo van de in gebreke blijvende deelnemer of systeemexploitant van een interoperabel systeem, opnemen door gebruikmaking van de kredietopening (leningen van financiële instrumenten inbegrepen) die eventueel aan die deelnemer of de systeemexploitant van een interoperabel systeem werd toegestaan, binnen de perken van de waarborgen die zijn verbonden aan de kredietopening op de dag van de afwikkeling.
   § 5. Indien de regels van een systeem voorzien in de onherroepelijkheid van overboekingsopdrachten, is deze onherroepelijkheid steeds bindend voor de deelnemer-opdrachtgever of voor iedere derde. Bij interoperabele systemen stelt elk systeem in zijn eigen regels het tijdstip van onherroepelijkheid zodanig vast dat er zoveel mogelijk voor wordt gezorgd dat de regels van alle betrokken interoperabele sustemen op dit punt gecoördineerd worden. Tenzij zulks in de regels van alle systemen die bij de interoperabele systemen zijn betrokken uitdrukkelijk is bepaald, laten de regels van de andere systemen waarmee een systeem interoperabel is, de in dat systeem gehanteerde regels over het tijdstip van onherroepelijkheid onverlet.]2
  ----------
  (1)<KB 2010-12-19/15, art. 24, 011; Inwerkingtreding : 03-02-2011>
  (2)<W 2011-09-26/19, art. 6, 013; Inwerkingtreding : 10-11-2011>
  (3)<KB 2022-04-18/12, art. 13, 021; Inwerkingtreding : 11-06-2022>

HOOFDSTUK III. - Overboekingsopdrachten.
Art.4.
  <Opgeheven bij W 2011-09-26/19, art. 7, 013; Inwerkingtreding : 10-11-2011>

HOOFDSTUK IV. - Bepalingen met betrekking tot de procedures bij insolventie van een deelnemer. - Doorzichtigheid van de systemen.
Art.5.§ 1. Wanneer het gaat om een deelnemer naar Belgisch recht als bedoeld in artikel 2, § 2 [2 ...]2, van deze wet, moet iedere aanvraag [1 tot gerechtelijke reorganisatie]1, ingediend op verzoek van deze deelnemer [2 of, wanneer het een gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag betreft, door één van de personen opgesomd in de bepalingen van artikel [5 XX.84 van het Wetboek van economisch recht]5]2, elke aangifte van faillissement en elke vordering tot faillietverklaring, ieder vonnis waarbij een [1 ...]1 opschorting wordt verleend, uitgesteld of beëindigd en ieder vonnis van faillietverklaring uitgesproken door een [4 ondernemingsrechtbank]4, ambtshalve door de griffie van de bevoegde rechtbank worden meegedeeld aan de Nationale Bank van België, en voor [3 ...]3 beleggingsondernemingen die aan haar toezicht onderworpen zijn, eveneens aan de [3 Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten]3, per fax of per drager, binnen een uur na de neerlegging, (betekening) of uitspraak. De Nationale Bank van België ziet er op haar beurt op toe dat de vordering of het vonnis onverwijld wordt medegedeeld aan de beheerders en afwikkelende instanties van de systemen vermeld in artikel 2, alsmede elk hogerbedoeld vonnis aan de door de andere lidstaten van de Europese Unie aangestelde autoriteiten die betrokken zijn bij [1 de gerechtelijke reorganisatie]1 of het faillissement van de deelnemer in kwestie. De Nationale Bank van België ziet er eveneens op toe dat elke beslissing betreffende een insolventieprocedure [3 ...]3 die haar medegedeeld wordt door een autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie, onverwijld wordt medegedeeld aan de vermelde beheerders en afwikkelende instanties. <Erratum, zie B.St. 17.11.1999, p. 42538>
  [3 De Nationale Bank van België brengt het Europees Comité voor systeemrisico's, de overige lidstaten en de Europese Autoriteit voor effecten en markten op de hoogte van de vordering of het vonnis.]3
  § 2. Ieder systeem dat onder de toepassing van deze wet valt, verstrekt aan de Nationale Bank van België de lijst van deelnemers aan het systeem, met inbegrip van elke indirecte deelnemer in de zin van [2 artikel 1/1, 7°]2, van deze wet, alsook iedere wijziging achteraf in die lijst van deelnemers. De Nationale Bank van België is gehouden de vertrouwelijkheid van deze gegevens te waarborgen.
  § 3. Iedere persoon die een gewettigd belang kan aantonen, mag aan een [2 ...]2 instelling [2 ...]2 vragen hem de systemen mee te delen waaraan zij deelneemt en hem op kosten van de aanvrager informatie te verstrekken betreffende de belangrijkste werkingsvoorwaarden van die systemen.
  ----------
  (1)<KB 2010-12-19/15, art. 26, 011; Inwerkingtreding : 03-02-2011>
  (2)<W 2011-09-26/19, art. 8, 013; Inwerkingtreding : 10-11-2011>
  (3)<KB 2013-11-12/02, art. 36, 014; Inwerkingtreding : 29-11-2013>
  (4)<W 2018-04-15/14, art. 252, 018; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
  (5)<KB 2022-04-18/12, art. 14, 021; Inwerkingtreding : 11-06-2022>

Art.6.[1 Een insolventieprocedure heeft ten aanzien van de rechten en verplichtingen die voor een deelnemer ingevolge of in verband met zijn deelname aan een systeem ontstaan, geen terugwerkende kracht vóór het tijdstip waarop een insolventieprocedure is geopend. Deze bepaling geldt ook voor een deelnemer in een interoperabel systeem en voor een systeemexploitant van een interoperabel systeem die geen deelnemer is.]1
  ----------
  (1)<W 2011-09-26/19, art. 9, 013; Inwerkingtreding : 10-11-2011>

HOOFDSTUK V. - Internationaal privaatrecht.
Art.7.§ 1. De gevolgen van een insolventieprocedure, ingesteld tegen een deelnemer die ressorteert onder het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of een derde Staat, op de rechten en verplichtingen van de deelnemer voortvloeiend uit zijn deelname aan een Belgisch systeem, vallen uitsluitend onder de toepassing van de Belgische wetgeving, en in het bijzonder van deze wet.
  § 2. [1 Onverminderd artikel 8, § 2,]1 indien een deelnemer die onder het Belgisch recht ressorteert, deelneemt aan een systeem dat ressorteert onder het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of van een derde Staat, vallen de rechten en verplichtingen van die deelnemer, voortvloeiend uit zijn deelname aan een buitenlands systeem, uitsluitend onder de toepassing van de voor dat systeem geldende buitenlandse wetgeving.
  § 3. [1 ...]1
  ----------
  (1)<W 2011-09-26/19, art. 10, 013; Inwerkingtreding : 10-11-2011>

HOOFDSTUK VI. - Doeltreffendheid van de zekerheden.
Art.8.[1 § 1. De rechten van een systeemexploitant of van een deelnemer ten aanzien van zakelijke zekerheden die hun in verband met een systeem of een interoperabel systeem zijn gesteld, en de rechten van de centrale banken van de lidstaten of van de Europese Centrale Bank ten aanzien van zakelijke zekerheden die hun gesteld zijn, worden niet aangetast door een maatregel van beslag of sekwester tegen hen of door een insolventieprocedure tegen de deelnemer in het betrokken systeem of in een interoperabel systeem, de systeemexploitant van een interoperabel systeem dat geen deelnemer is, een tegenpartij van een van de centrale banken van de lidstaten of van de Europese Centrale Bank, of een derde partij die de zakelijke zekerheden heeft gesteld.
   Ter voldoening van deze rechten mogen die zakelijke zekerheden worden uitgewonnen.
  [2 Wanneer een systeemexploitant een zakelijke zekerheid heeft verstrekt aan een andere systeemexploitant in verband met een interoperabel systeem, worden de rechten van de systeemexploitant die de zakelijke zekerheid verstrekt niet aangetast door insolventieprocedures tegen de ontvangende systeemexploitant.]2
   § 2. Wanneer effecten, met inbegrip van de rechten betreffende de levering of de teruggave van elders aangehouden effecten, het voorwerp zijn van een zekerheid ten gunste van deelnemers, systeemexploitanten of centrale banken van lidstaten of de Europese Centrale Bank, en wanneer hun recht of dat van een namens hen optredende vertegenwoordiger, agent of derde, ten aanzien van de effecten wettelijk vastgelegd is in een register, rekening of gecentraliseerd effectendepot gelokaliseerd in een lidstaat, wordt iedere vraag betreffende één van de aangelegenheden opgesomd in § 3 die rijst met betrekking tot deze zekerheid, beheerst door het recht van die lidstaat.
   § 3. De in § 2 bedoelde aangelegenheden zijn de volgende : (1) de juridische aard en de vermogensrechtelijke gevolgen van de zekerheid; (2) de eventuele vereisten met betrekking tot het vervullen van de nodige formaliteiten om een dergelijke zekerheid tegenstelbaar te maken aan derden; (3) de samenloop tussen concurrerende rechten en de vraag of een verkrijging te goeder trouw heeft plaatsgevonden; (4) de eventuele voorwaarden voor de realisatie van de zekerheid.
   § 4. Een zekerheid in de zin van dit artikel is ieder pand, cessie-retrocessieoperatie, eigendomsoverdracht tot zekerheid of elke soortgelijke waarborg of ieder bijzonder voorrecht op realiseerbare activa (met inbegrip van contanten en schuldvorderingen), beheerst door het Belgisch of een buitenlands recht, tot zekerheid in verband met rechten en verplichtingen die in verband met een systeem kunnen ontstaan, dan wel ten behoeve van de centrale banken van de lidstaten van de Europese Unie of de Europese Centrale Bank.]1
  ----------
  (1)<W 2011-09-26/19, art. 11, 013; Inwerkingtreding : 10-11-2011>
  (2)<W 2014-04-25/64, art. 35, 015; Inwerkingtreding : 07-06-2014>

HOOFDSTUK VII. - Niet vatbaarheid voor beslag van de afwikkelingsrekeningen.
Art.9. [1 Een afwikkelingsrekening van de systeemexploitant of de afwikkelende instantie gebruikt voor het houden van geld, alsmede elke overdracht van gelden via een kredietinstelling naar Belgisch of buitenlands recht, over te schrijven op een dergelijke afwikkelingsrekening, is niet vatbaar voor beslag, sekwester of blokkering op enigerlei wijze door een deelnemer, een tegenpartij of een derde verschillend van de systeemexploitant of de afwikkelende instantie.]1
  ----------
  (1)<W 2011-09-26/19, art. 12, 013; Inwerkingtreding : 10-11-2011>


Art. 10.[1 Een systeem dat als zodanig was aangemerkt vóór de inwerkingtreding van de nationale bepalingen tot uitvoering van Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelings-systemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft, blijft dit voor de toepassing van deze wet.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2011-09-26/19, art. 13, 013; Inwerkingtreding : 10-11-2011>