Details





Titel:

14 MEI 1998. - Ordonnantie houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. (NOTA : de wijziging gebracht in art. 9; 10; 14 door art. 74, 4° van ORD2016-10-06/04is niet uitgevoerd kunnen worden) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-07-1998 en tekstbijwerking tot 18-10-2016)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Informatie van de toezichthoudende overheid.
Art. 6-8
HOOFDSTUK III. - Algemeen toezicht.
Art. 9-12
HOOFDSTUK IV. - Goedkeuringstoezicht.
Art. 13-14
HOOFDSTUK V. - Hervorming en maatregelen van ambtswege.
Art. 15-17
HOOFDSTUK VI. - Bijzondere commissaris.
Art. 18
HOOFDSTUK VII. - Opheffings- en overgangsbepalingen.
Art. 19-21



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1927122150  1946061801  1946122308  1961021401  1971072603  1982001857  1985023696 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art.2. Deze ordonnantie organiseert het gewoon administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art.3.<ORD 2002-04-18/37, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 18-05-2002> Voor de toepassing van deze ordonnantie worden de akten van de gemeenteoverheden en de besluiten van de regering [1 alsook de lijst zoals bedoeld in artikel 7]1 verzonden, hetzij bij ter post aangetekende brief met ontvangstmelding, hetzij per bode, tegen afgifte van een ontvangstbewijs.
  De regering kan deze verzending via elektronische post, geauthentiseerd door een elektronische handtekening, toelaten. [1 De ontvangst van de akte die wordt verzonden via elektronische post wordt tevens bevestigd met een ontvangstmelding.]1
  ----------
  (1)<ORD 2009-03-26/09, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 26-04-2009>

Art.4.Inzake de haar toegemeten termijnen is de Regering aan de volgende regels gehouden :
  1° [1 de termijn gaat in de dag na die waarop de akte van de gemeenteoverheid ontvangen is in zijn authentieke vorm of, in geval van een elektronische verzending, de dag na het ontvangen van een akte van de gemeenteoverheid die identiek is aan de authentieke akte van deze gemeenteoverheid;]1
  2° de vervaldag wordt gerekend tot de termijn;
  3° van alle besluiten van de Regering moet schriftelijk kennis gegeven worden aan de gemeenteoverheid, en op straffe van nietigheid van dit besluit, moet het verzonden worden uiterlijk de dag waarop de termijn verstrijkt.
  Wanneer de vervaldag een zaterdag, een zondag of een feestdag is, wordt de vervaldag op de volgende werkdag gebracht. Onder feestdagen worden de volgende dagen verstaan : 1 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1, 2, 11 en 15 november, 25 en 26 december, alsmede de bij ordonnantie of bij besluit van de Regering bepaalde dagen.
  ----------
  (1)<ORD 2009-03-26/09, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 26-04-2009>

Art.5 <ORD 2002-04-18/37, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 18-05-2002> Elk besluit tot vernietiging, schorsing, niet-goedkeuring, dat een vervangend optreden inhoudt, of een termijn verlengt, moet formeel met redenen omkleed zijn.

HOOFDSTUK II. - Informatie van de toezichthoudende overheid.
Art.6.§ 1. (De gemeenten zenden de regering de in artikel 13 bedoelde akten toe binnen een termijn van twintig dagen na de vaststelling ervan.) <ORD 2002-04-18/37, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 18-05-2002>
  § 2. De Regering bepaalt welke andere akten dan die bedoeld in artikel 13, de gemeentelijke overheden haar moeten toezenden, alsmede de nadere regels betreffende deze toezending.
  [1 § 3. - De Regering bezorgt het Observatorium van de referentieprijzen voor de overheidsopdrachten de akten van de gemeentelijke overheden die aan haar advies onderworpen zijn of verzoekt de gemeente om dit te doen.]1
  ----------
  (1)<ORD 2014-04-03/34, art. 13, 009; Inwerkingtreding : 24-05-2014>

Art.7. De gemeenten zenden aan de Regering de lijst toe van alle akten van de gemeenteraad, die niet door of krachtens artikel 6 bedoeld zijn, binnen een termijn van twintig dagen nadat ze aangenomen zijn. De lijst omvat een beknopte omschrijving van deze akten.

Art.8.[1 De Regering kan aan de gemeenten vragen om haar alle informatie, elk gegeven of elke inlichting die relevant is voor de uitoefening van het administratief toezicht of voor het opstellen van statistieken op gewestelijk niveau over te maken of deze ter plaatse te verzamelen. De Regering verduidelijkt bij besluit de wijze waarop de gevraagde gegevens haar zullen worden overgemaakt.]1
  ----------
  (1)<ORD 2016-06-23/11, art. 2, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2016>

HOOFDSTUK III. - Algemeen toezicht.
Art.9.De Regering kan bij besluit de uitvoering schorsen van de akte waarbij een gemeenteoverheid de wet schendt of het algemeen belang schaadt.
  De schorsingstermijn bedraagt ([1 dertig]1) dagen vanaf de ontvangst van de akte. <ORD 2002-04-18/37, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 18-05-2002>
  [1 ...]1
  De gemeenteoverheid kan de geschorste akte intrekken of rechtvaardigen.
  Op straffe van nietigheid van de geschorste akte, zendt zij de akte waarbij zij de geschorste akte rechtvaardigt naar de Regering binnen een termijn van (veertig) dagen vanaf de ontvangst van het schorsingsbesluit. <ORD 2002-04-18/37, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 18-05-2002>
  De schorsing is opgeheven na verstrijking van een termijn van ([1 dertig]1) dagen vanaf de ontvangst van de akte waarbij de gemeenteoverheid de geschorste akte rechtvaardigt. <ORD 2002-04-18/37, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 18-05-2002>
  [1 De termijn zoals bedoeld in het tweede en vijfde lid, kan eenmalig door de Regering verlengd worden met een termijn van vijftien dagen. De beslissing tot verlenging van de termijn moet eveneens ter kennis worden gebracht van de gemeente voor het verstrijken van de oorspronkelijke termijn.]1
  ----------
  (1)<ORD 2016-06-23/11, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2016>

Art.10.De Regering kan bij besluit de akte vernietigen waarbij een gemeenteoverheid de wet schendt of het algemeen belang schaadt.
  De vernietigingstermijn bedraagt ([1 dertig]1) dagen vanaf de ontvangst van de akte of, in voorkomend geval, vanaf de ontvangst van de akte waarbij de gemeenteoverheid een geschorste akte rechtvaardigt. <ORD 2002-04-18/37, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 18-05-2002>
  [1 ...]1
  [1 Deze termijn kan eenmalig door de Regering verlengd worden met een termijn van vijftien dagen. De beslissing tot verlenging van de termijn moet eveneens ter kennis worden gebracht van de gemeente voor het verstrijken van de oorspronkelijke termijn.]1
  ----------
  (1)<ORD 2016-06-23/11, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2016>

Art.11. De akten van de gemeenteraad vermeld in de in artikel 7 bedoelde lijst kunnen niet meer worden geschorst of vernietigd indien de Regering deze akten niet opgevraagd heeft bij aangetekende brief met ontvangstmelding, binnen twintig dagen na de ontvangst van de lijst.
  De termijn voor de schorsing of de vernietiging van de akte die de Regering binnen de in het eerste lid gestelde termijn opgevraagd heeft, bedraagt (twintig) dagen te rekenen van de ontvangst van de akte. <ORD 2002-04-18/37, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 18-05-2002>

Art.12.De akten van het college van burgemeester en schepenen houdende gunning van een opdracht voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zijn slechts uitvoerbaar vanaf de dag dat zij niet meer vatbaar zijn voor schorsing of venietiging, of, in voorkomend geval, vanaf de dag dat de Regering aan de gemeente ter kennis brengt dat de akte onmiddellijk uitgevoerd mag worden.
  Het eerste lid is niet van toepassing op :
  1° de akten waarbij opdrachten worden gegund als bedoeld in [1 artikel 26, § 1, 1°, c), van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten]1;
  2° de akten waarbij opdrachten worden gegund die met toepassing van artikel 6 niet aan de Regering behoeven te worden toegezonden.
  ----------
  (1)<ORD 2013-07-11/05, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-07-2013>

HOOFDSTUK IV. - Goedkeuringstoezicht.
Art.13.[1 De akten van de gemeenteoverheden met betrekking tot de volgende onderwerpen worden ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd :
   1° de gemeentebegroting, de begroting van de gemeentebedrijven en hun wijzigingen;
   2° de gemeenterekeningen, de rekeningen en de staat van ontvangsten en uitgaven van de gemeentebedrijven en de eindrekening van de plaatselijke ontvanger of van de bijzondere agent bedoeld in artikel 138, § 1, van de Nieuwe Gemeentewet en van de bedrijfsontvanger.]1
  ----------
  (1)<ORD 2016-06-23/11, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2016>

Art.14.(Van de besluiten vastgesteld krachtens [1 artikel 13, 1°]1, moet binnen veertig dagen na ontvangst van de akte kennis worden gegeven. Die termijn kan eenmaal door de regering verlengd worden met niet meer dan de oorspronkelijke termijn. de beslissing tot verlenging van de termijn moet eveneens ter kennis worden gebracht van de gemeenten voor het verstrijken van de oorspronkelijke termijn.) <ORD 2002-04-18/37, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 18-05-2002>
  (Van de besluiten vastgesteld krachtens [1 artikel 13, 2°]1, moet binnen tachtig dagen na ontvangst van de akte kennis worden gegeven. Die termijn kan eenmaal door de regering verlengd worden met niet meer dan de oorspronkelijke termijn. De beslissing tot verlenging van de termijn moet eveneens ter kennis worden gebracht van de gemeenten voor het verstrijken van de oorspronkelijke termijn.) <ORD 2002-04-18/37, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 18-05-2002>
  (lid opgeheven) <ORD 2002-04-18/37, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 18-05-2002>
  (lid opgeheven) <ORD 2002-04-18/37, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 18-05-2002>
  [1 ...]1
  Als deze termijnen niet nageleefd worden, wordt de akte als goedgekeurd beschouwd.
  ----------
  (1)<ORD 2016-06-23/11, art. 6, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2016>

HOOFDSTUK V. - Hervorming en maatregelen van ambtswege.
Art.15. § 1. De Regering stelt de begrotingen en de begrotingswijzigingen van de gemeenten en van de gemeentebedrijven definitief vast.
  Indien de gemeenteraad weigert de verplichte uitgaven die krachtens de wet ten laste van de gemeente komen, geheel of gedeeltelijk op de begroting te brengen, kan de Regering het vereiste bedrag ambtshalve in de begroting inschrijven.
  In alle gevallen waarin de gemeenteraad artikel 259 van de nieuwe gemeentewet niet naleeft, kan de Regering van ambtswege een in die bepaling bedoelde ontvangst op de begroting inschrijven, mits zij de ontvangst specifieert.
  Indien de gemeenteraad geen sluitende begroting zoals voorgeschreven in artikel 252 van de nieuwe gemeentewet voorlegt, kan de Regering, na het college van burgemeester en schepenen te hebben gehoord, elke maatregel nemen die nodig is om het begrotingsevenwicht te herstellen. De gemeenteraad kan de aldus door de Regering vastgestelde begroting aannemen, of een nieuwe gewijzigde begroting aannemen binnen een termijn van (zestig) dagen na de datum van ontvangst van de door de Regering vastgestelde begroting. <ORD 2002-04-18/37, art. 9, 005; Inwerkingtreding : 18-05-2002>
  Indien dat niet gebeurt, wordt de door de Regering vastgestelde begroting definitief.
  § 2. De Regering stelt de begrotingsrekeningen van de gemeenten en de staten van ontvangsten en uitgaven van de gemeentebedrijven definitief vast, na indien nodig de uitgaven te hebben verworpen die vastgelegd zijn in strijd met de bepalingen van artikel 247, eerste lid, van de nieuwe gemeentewet of die betaald zijn op basis van onregelmatige bevelschriften, alsook de onrechtmatig geïnde ontvangsten.
  § 3. De Regering stelt de resultatenrekeningen en de balansen van de gemeenten en van de gemeentebedrijven definitief vast, na indien nodig, de uitgaven die betaald zijn op basis van onregelmatige bevelschriften te hebben verworpen. Zij verbetert de geschriften om ze in overeenstemming te brengen met de financiële en de boekhoudkundige voorschriften vastgesteld krachtens artikel 239 van de nieuwe gemeentewet.
  § 4. De Regering stelt de eindrekening van de plaatselijke ontvangers, van de bijzondere agenten bedoeld in artikel 138, § 1, van de nieuwe gemeentewet en van de bedrijfsontvangers, definitief vast en verleent definitief kwijting of stelt definitief een tekort vast.
  § 5. Onverminderd de bepalingen van artikel 239 van de nieuwe gemeentewet schrijft de Regering de vorm voor en bepaalt zij de bijlagen die vereist zijn voor de definitieve vaststelling van de in dit artikel bedoelde documenten.

Art.16. Indien tussen twee of meer gemeenten onenigheid bestaat over de onderlinge verdeling van een verplichte uitgave waarbij ze alle betrokken zijn, beslist de Regering over de verhouding van het belang dat ze erbij hebben en verdeelt ze volgens dezelfde verhouding de lasten die eruit voortvloeien.
  De Regering hoort voorafgaandelijk de betrokken colleges van burgemeester en schepenen.

Art.17. De Regering kan, bij weigering van of vertraging in het betaalbaar stellen van het bedrag der uitgaven die de wet aan de gemeente oplegt, de onmiddellijke betaling ervan bevelen, na het college van burgemeester en schepenen te hebben gehoord.
  Die beslissing geldt als een regelmatig en door de ontvanger ambtshalve uit te voeren bevelschrift.

HOOFDSTUK VI. - Bijzondere commissaris.
Art.18. De Regering kan, na twee opeenvolgende waarschuwingen verstuurd per aangetekende brief met ontvangstmelding of per bode tegen afgifte van een recu, een of meer commissarissen gelasten zich ter plaatse te begeven, teneinde de gevraagde inlichtingen of opmerkingen in te zamelen of een op de gemeenteoverheid rustende verplichting na te komen.

HOOFDSTUK VII. - Opheffings- en overgangsbepalingen.
Art.19. Opgeheven worden, inzoverre zij bepalingen bevatten omtrent het toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest :
  1° de bepalingen van de gemeentewet van 30 maart 1836 die een administratief toezicht op de gemeenten organiseren;
  2° artikel 7 van de wet van 21 december 1927 betreffende de beroepsklerken, technische bedienden, politieagenten en in 't algemeen al de aangestelden der gemeenten en de daarvan afhangende besturen;
  3° de artikelen 5, tweede lid, 13, 32 en 33 van het besluit van de Regent van 18 juni 1946 betreffende het financieel beheer van de gemeentebedrijven;
  4° artikel 6 van de besluitwet van 23 december 1946 tot instelling van een betrekking van adjunct-secretaris in de gemeenten met meer dan 125 000 inwoners;
  5° artikel 71, § 1, derde lid, van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel, vervangen bij de wet van 27 juli 1961;
  6° artikel 56 van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en de federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van 14 juli 1976;
  7° artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 110 van 13 december 1982 waarbij het begrotingsevenwicht wordt opgelegd aan de provincies, aan de gemeenten en aan de agglomeraties en federaties van gemeenten;
  8° het koninklijk besluit van 30 juli 1985 tot regeling van het administratief toezicht op de Brusselse agglomeratie en de gemeenten die tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 januari 1989.

Art.20. Deze ordonnantie is niet van toepassing op de akten van de gemeenteoverheden gesteld voor de inwerkingtreding van de ordonnantie. Ze is evenmin van toepassing op het toezicht op die akten.

Art. 21. Deze ordonnantie treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op die gedurende welke zij in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.