5 DECEMBER 1990. - Koninklijk besluit betreffende diepvriesprodukten.
Art. 1-15
Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder " diepvriesprodukten " : de voor menselijke voeding bestemde produkten :
- die een speciaal bevriezingsproces, " diepvriezen " genaamd, hebben ondergaan waardoor zo snel als nodig is en afhankelijk van de aard van het produkt de maximale kristallisatiezone wordt overschreden, met het gevolg dat na thermische stabilisatie de temperatuur overal in het produkt zonder onderbreking gehandhaafd blijft op - 18 °C, en
- die in de handel worden gebracht op een wijze waaruit blijkt dat zij dit kenmerk bezitten.
§ 2. Consumptieijs wordt niet als diepvriesprodukt in de zin van dit besluit beschouwd.
§ 3. Dit besluit is van toepassing, onverminderd de voorschriften met betrekking tot :
a) de gemeenschappelijke ordening van de markten van de EEG op het gebied van de landbouw en de visserij;
b) de uitvoeringsbesluiten genomen op basis van de wetten betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel en betreffende de keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild.
Art.2. Enkel de in artikel 1, § 1 bedoelde produkten mogen de in de artikelen 8 en 9 vastgestelde benamingen dragen.
Art.3. § 1. De grondstoffen die voor de fabricage van diepvriesprodukten worden gebruikt, moeten van een gezonde handelskwaliteit zijn en voldoende vers.
§ 2. De bereiding van de te behandelen produkten en het diepvriezen moeten zonder uitstel geschieden met behulp van een passende technische uitrusting, zodat chemische, biochemische en microbiologische veranderingen zoveel mogelijk worden beperkt.
Art.4. De toegelaten koelmiddelen gebruikt voor het diepvriezen door rechtstreeks contact zijn uitsluitend de hierna volgende :
- lucht;
- stikstof;
- koolzuur.
Art.5. De temperatuur van diepvriesprodukten moet stabiel blijven en overal in het produkt op - 18 °C of lager worden gehandhaafd met eventueel korte opwaartse schommelingen van niet meer dan 3 °C :
- tijdens het vervoer;
- tijdens de plaatselijke distributie;
- in de winkelmeubelen.
Art.6. De modaliteiten van de temperatuurscontrole van de diepvriesprodukten en van de middelen van vervoer, opslag en plaatselijke distributie evenals de zuiverheidseisen van de gebruikte koelmiddelen kunnen door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, vastgesteld worden.
Art.7. Diepvriesprodukten die bestemd zijn om aan de eindverbruiker te worden geleverd, moeten door de fabrikant of verpakker worden verpakt in passende voorverpakkingen die de produkten beschermen tegen besmetting van buitenaf met bacteriën of enige andere besmetting, alsook tegen uitdroging.
Art.8. Onverminderd het koninklijk besluit van 13 november 1986 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen, dienen de diepvriesprodukten die bestemd zijn om als zodanig aan de eindverbruiker en aan restaurants, ziekenhuizen, kantines en andere soortgelijke inrichtingen te worden geleverd de volgende vermeldingen te dragen :
a) de verkoopbenaming wordt aangevuld met :
- " diepvries " in het Nederlands;
- " surgelé " in het Frans;
- " Tiefgefroren " of " Tiefkühlkost " of " Tiefgekülht " of " gefrostet " in het Duits.
b) behalve de datum van minimale houdbaarheid, de periode gedurende de welke de diepvriesprodukten bij de eindverbruiker thuis bewaard kunnen worden en op welke temperatuur en/of in welke installatie de produkten moeten worden bewaard;
c) " na ontdooiing niet opnieuw invriezen. "
Art.9. § 1. De etikettering van de diepvriesprodukten die niet bestemd zijn om aan de eindverbruiker of aan restaurants, ziekenhuizen, kantines en andere soortgelijke inrichtingen te worden geleverd, omvat slechts de volgende verplichte vermeldingen :
a) de verkoopbenaming aangevuld overeenkomstig artikel 8, onder a;
b) de nettohoeveelheid, uitgedrukt in massa-eenheden;
c) de naam of de handelsnaam en het adres van de fabrikant, de verpakker of een binnen de Europese Gemeenschap gevestigde verkoper.
§ 2. De in § 1 genoemde vermeldingen moeten voorkomen op de verpakking of het omhulsel waarin het produkt wordt aangeboden, of op een hierop aangebracht etiket.
Art.10. Diepvriesprodukten die niet voldoen aan de bepalingen van de artikelen 4 en 7 worden schadelijk verklaard.
Art.11. Overtredingen van de bepalingen van artikelen 2 tot en met 8 en van artikel 9, § 1, a en c worden opgespoord vervolgd en gestraft, overeenkomstig de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten.
Art.12. Overtredingen van de bepalingen van artikel 9, § 1, b en § 2 worden opgespoord, vervolgd en gestraft overeenkomstig de wet van 14 juli 1971 betreffende de handelspraktijken.
Art.13. Het koninklijk besluit van 29 maart 1979 betreffende diepvriesprodukten wordt opgeheven.
Art.14. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Nochtans mogen de diepvriesprodukten die niet voldoen aan de etiketteringsvoorschriften van dit besluit en die gefabriceerd zijn vóór de datum van invoegetreding, in de handel blijven, op voorwaarde dat ze voldoen aan alle tot op die datum verplichtgestelde eisen.
Art. 15. Onze Minister van Economische Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.