Details





Titel:

7 MEI 1991. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vergoedbare farmaceutische verstrekkingen. <KB 1994-04-11/30, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-1994> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-09-1992 en tekstbijwerking tot 28-03-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten der farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde produkten.
Art. 1-2, 2bis
HOOFDSTUK II. - Persoonlijk aandeel van de niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden in de kosten van de magistrale bereidingen en daarmee gelijkgestelde produkten.
Art. 3, 3bis
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 4-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1980090105 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten der farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde produkten.
Artikel 1.<KB 2006-07-06/33, art. 1, 013; Inwerkingtreding : 28-07-2006> Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
  1° " de wet ", de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994;
  2° " het koninklijk besluit van 21 december 2001 ", het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten;
  3° " vergoedbare specialiteit ", farmaceutische specialiteiten die vergoedbaar zijn in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen en waarvan de lijst in bijlage I van het koninklijk besluit van 21 december 2001 opgenomen is;
  4° " rechthebbenden die een verhoogde verzekeringstegemoetkoming genieten ", de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, [2 tweede en derde lid]2, en § 19, van de wet;
  5° " grote verpakking ", een publiekverpakking die meer dan 60 gebruikseenheden van een farmaceutische specialiteit bevat; worden echter daarin niet inbegrepen, de specialiteiten die onder de vorm van perfusievloeistoffen en -oplossingen, van inhalatieproducten voor nasaal en pulmonair gebruik en van zalven, voorkomen; in een ziekenhuisofficina of een geneesmiddelendepot die gemachtigd is om geneesmiddelen af te leveren aan niet ter verpleging opgenomen personen, wordt de aflevering van meer dan 60 gebruikseenheden gelijkgesteld met de aflevering van een grote verpakking;
  6° " gebruikseenheid ", enerzijds, de unidosis, en anderzijds, in geval van multidosis, de standaardeenheid, zijnde 1 g, 1 ml of 1 dosis, of 1 l voor zuurstof;
  [1 vorig punt 7° opgeheven]1
  [1 7° (voorheen 8°)]1 " een kopie of een generiek ", een farmaceutische specialiteit die aan de voorwaarde bedoeld in artikel 34, eerste lid, 5°, c), 2, van de wet beantwoordt, en die door de letter " C " of " G " in de kolom " Opmerkingen " van de lijst die als bijlage I van het koninklijk besluit van 21 december 2001 opgenomen is.
  [2 8° "vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf)" : de vergoedingsbasis verminderd met de marges voor de verdeling in het groot, de marges voor de terhandstelling in een voor het publiek opengestelde apotheek, het honorarium bedoeld in artikel 35octies, § 2, tweede lid, van de wet en de geldende btw-voet.]2
  [3 9° " bulkproduct ", het product zoals gedefinieerd onder het punt 1 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 24 september 2012, betreffende de regels met betrekking tot individuele medicatievoorbereiding, waarvoor een vergoedingsbasis per eenheid wordt vastgelegd in de lijst]3
  ----------
  (1)<KB 2009-05-18/03, art. 1, 018; Inwerkingtreding : 01-07-2009>
  (2)<KB 2010-03-16/04, art. 1, 019; Inwerkingtreding : 01-04-2010>
  (3)<KB 2014-04-19/20, art. 1, 022; Inwerkingtreding : 01-04-2015 (zie KB 2015-03-18/11, art. 1)>

Art.2.[1 § 1. Overeenkomstig artikel 37, § 2, van de wet, bestaat het gedeelte van de kostprijs van de farmaceutische specialiteiten, dat aangerekend wordt aan de rechthebbende die niet in een verplegingsinrichting is opgenomen, uit :
   A. Voor de farmaceutische specialiteiten die worden afgeleverd in een voor het publiek opengestelde apotheek [3 aan een rechthebbende die niet in een rust- en verzorgingstehuis of in een rusthuis verblijft en voor de farmaceutische specialiteiten met een farmaceutische vorm anders dan "oraal-vast" die worden afgeleverd in een voor het publiek opengestelde apotheek aan een rechthebbende die in een rust- en verzorgingstehuis of in een rusthuis verblijft]3 :
   1° [6 ...]6
   2° een persoonlijk aandeel vastgesteld in overeenstemming met de vergoedingscategorie in welke de betrokken farmaceutische specialiteit met toepassing van artikel 35bis van de wet ingeschreven wordt :
   a) Categorie A : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 0 % van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf);
   b) Categorie B : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 1,50 euro vermeerderd met 16,00 % van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf) voor de rechthebbenden die een verhoogde verzekeringstegemoetkoming genieten, en op 2,50 euro vermeerderd met 27,00 % van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf) voor de andere rechthebbenden.
   Voor farmaceutische specialiteiten waarvan de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf) kleiner is dan 14,38 euro, wordt het persoonlijk aandeel vastgesteld op 26,52 % van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf) voor de rechthebbenden die een verhoogde verzekeringstegemoetkoming genieten, en op 44,20 % van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf) voor de andere rechthebbenden.
   Het bedrag van het persoonlijk aandeel wordt echter beperkt tot een maximaal bedrag :
   i) indien het gaat om een rechthebbende die een verhoogde verzekeringstegemoetkoming geniet, is het plafond 7,20 euro voor een gewone verpakking en 8,90 euro voor een grote verpakking;
   ii) indien het gaat om een andere rechthebbende, is het plafond 10,80 euro voor een gewone verpakking en 13,50 euro voor een grote verpakking.
   c) Categorie C : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 5,00 euro vermeerderd met 54,00 % van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf);
   Voor farmaceutische specialiteiten waarvan de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf) kleiner is dan 14,38 euro, wordt het persoonlijk aandeel vastgesteld op 88,39 % van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf).
   Het bedrag van het persoonlijk aandeel wordt echter beperkt tot een maximaal bedrag :
   i) indien het gaat om een rechthebbende die een verhoogde verzekeringstegemoetkoming geniet, is het plafond 8,90 euro;
   ii) indien het gaat om een andere rechthebbende, is het plafond 13,50 euro.
   d) Categorie Cs : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 6,00 euro vermeerderd met 65,00 % van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf);
   Voor farmaceutische specialiteiten waarvan de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf) kleiner is dan 14,38 euro, wordt het persoonlijk aandeel vastgesteld op 106,07 % van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf).
   e) Categorie Cx : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 8,00 euro vermeerderd met 86,00 % van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf);
   Voor farmaceutische specialiteiten waarvan de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf) kleiner is dan 14,38 euro, wordt het persoonlijk aandeel vastgesteld op 141,43 % van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf).
  [2 f) Categorie Fa : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 0 % van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf).
  g) Categorie Fb : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 1,50 euro vermeerderd met 16,00 pct. van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf) voor de rechthebbenden die een verhoogde verzekeringstegemoetkoming genieten, en op 2,50 euro vermeerderd met 27,00 pct. van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf) voor de andere rechthebbenden.
   Voor farmaceutische specialiteiten waarvan de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf) kleiner is dan 14,38 euro, wordt het persoonlijk aandeel vastgesteld op 26,52 pct. van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf) voor de rechthebbenden die een verhoogde verzekeringstegemoetkoming genieten, en op 44,20 pct. van de vergoedingsbasis (niveau buiten bedrijf) voor de andere rechthebbenden.
   Het bedrag van het persoonlijk aandeel wordt echter bovendien beperkt tot een maximaal bedrag :
   i) indien het gaat om een rechthebbende die een verhoogde verzekeringstegemoetkoming geniet, is het plafond 7,50 euro voor een gewone verpakking en 9,30 euro voor een grote verpakking;
   ii) indien het gaat om een andere rechthebbende, is het plafond 11,30 euro voor een gewone verpakking en 14,10 euro voor een grote verpakking.]2
  [3 B. Voor de farmaceutische specialiteiten die een "oraal-vaste" vorm hebben en die worden afgeleverd in een voor het publiek opengestelde apotheek aan een rechthebbende die in een rust- en verzorgingstehuis of in een rusthuis verblijft :
   1° [6 ...]6
   2° een persoonlijk aandeel per eenheid, berekend op basis van het persoonlijk aandeel van de grootste vergoedbare verpakking in een voor het publiek opengestelde apotheek waarvoor geen bulkproduct of ziekenhuisverpakking bestaat en die niet onbeschikbaar is in de zin van artikel 72bis, § 1bis, van de wet, vastgelegd conform de bepalingen van het punt A hierboven, en vervolgens gedeeld door het aantal eenheden van diezelfde verpakking.]3 [4 Het bedrag van het persoonlijk aandeel wordt echter beperkt tot een maximaal bedrag dat overeenstemt met de verkoopprijs aan publiek per eenheid (* * *), btw inbegrepen.]4
   [3 C.]3 voor de andere farmaceutische specialiteiten :
   1° [6 ...]6
   2° een persoonlijk aandeel vastgesteld in overeenstemming met de vergoedingscategorie in welke de betrokken farmaceutische specialiteit met toepassing van artikel 35bis van de wet ingeschreven wordt :
   a) Categorie A : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 0 % van de vergoedingsbasis;
   b) Categorie B : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 15,00 % van de vergoedingsbasis voor de rechthebbenden die een verhoogde verzekeringstegemoetkoming genieten, en op 25,00 % van de vergoedingsbasis voor de andere rechthebbenden.
   Het bedrag van het persoonlijk aandeel wordt echter beperkt tot een maximaal bedrag :
   i) indien het gaat om een rechthebbende die een verhoogde verzekeringstegemoetkoming geniet, is het plafond 7,20 euro voor een gewone verpakking en 8,90 euro voor een grote verpakking;
   ii) indien het gaat om een andere rechthebbende, is het plafond 10,80 euro voor een gewone verpakking en 13,50 euro voor een grote verpakking.
   c) Categorie C : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 50,00 % van de vergoedingsbasis;
   Het bedrag van het persoonlijk aandeel wordt echter beperkt tot een maximaal bedrag :
   i) indien het gaat om een rechthebbende die een verhoogde verzekeringstegemoetkoming geniet, is het plafond 8,90 euro;
   ii) indien het gaat om een andere rechthebbende, is het plafond 13,50 euro.
   d) Categorie Cs : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 60,00 % van de vergoedingsbasis;
   e) Categorie Cx : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 80,00 % van de vergoedingsbasis.]1
  [2 f) Categorie Fa : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 0 % van de vergoedingsbasis.
  g) Categorie Fb : het persoonlijk aandeel wordt vastgesteld op 15,00 pct. van de vergoedingsbasis voor de rechthebbenden die een verhoogde verzekeringstegemoetkoming genieten, en op 25,00 pct. van de vergoedingsbasis voor de andere rechthebbenden.
   Het bedrag van het persoonlijk aandeel wordt echter bovendien beperkt tot een maximaal bedrag :
   i) indien het gaat om een rechthebbende die een verhoogde verzekeringstegemoetkoming geniet, is het plafond 7,50 euro voor een gewone verpakking en 9,30 euro voor een grote verpakking;
   ii) indien het gaat om een andere rechthebbende, is het plafond 11,30 euro voor een gewone verpakking en 14,10 euro voor een grote verpakking.]2
  § 2. Overeenkomstig artikel 37, § 3, van de wet, bestaat het gedeelte van de kostprijs van de farmaceutische specialiteiten dat aangerekend wordt aan de rechthebbende die in een verplegingsinrichting is opgenomen, uit een forfaitair bedrag van 0,62 EUR per dag verpleging.
  [6 Dat bedrag dekt het persoonlijk aandeel dat ten laste is van de rechthebbende in uitvoering van artikel 35bis van de wet.]6
  Gelet op het onweerlegbare vermoeden voorzien in artikel 80 van het koninklijk besluit van 21 december 2001, mag geen enkele andere som dan dat forfaitair bedrag aangerekend worden aan de rechthebbende voor de geforfaitariseerde specialiteiten bedoeld in artikel 95, § 3, van hetzelfde besluit.
  Voor de niet-geforfaitariseerde specialiteiten dekt het forfaitaire bedrag bedoeld in het eerste lid alle sommen die aan de rechthebbende kunnen worden aangerekend, tenzij, indien ten laatste bij de facturering, de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling van de rechthebbende geïnformeerd wordt van de indicatie voor dewelke de specialiteit voorgeschreven werd en dat er bewijsstukken van beschikbaar zijn, en indien deze indicatie niet vergoedbaar is.
  De nadere regelen volgens welke de adviserend geneesheren van de verzekeringsinstellingen geïnformeerd worden over de indicatie voor dewelke de specialiteit voorgeschreven werd, en de wijze waarop de bewijsstukken meegedeeld worden of ter beschikking worden gesteld, kunnen door het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering nader worden bepaald.
  ----------
  (1)<KB 2010-03-16/04, art. 2, 019; Inwerkingtreding : 01-04-2010>
  (2)<KB 2012-03-05/05, art. 1, 021; Inwerkingtreding : 29-03-2012>
  (3)<KB 2014-04-19/20, art. 2, 022; Inwerkingtreding : 01-04-2015 (zie KB 2015-03-18/11, art. 1)>
  (4)<KB 2015-03-27/07, art. 1, 023; Inwerkingtreding : 01-04-2015>
  (5)<KB 2016-02-15/10, art. 1, 024; Inwerkingtreding : 01-03-2016>
  (6)<KB 2020-06-24/04, art. 1, 025; Inwerkingtreding : 01-07-2020>

Art. 2bis.<KB 2000-03-01/30, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2000> [2 De plafonds van het persoonlijk aandeel bedoeld in artikel 2, § 1, worden jaarlijks op 1 januari aangepast overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.]2
  [De aangepaste waarden zijn afgerond op het dichtsbijzijnde tiende euro.] <KB 2001-12-11/44, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  De koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen zoals vermeld in het eerste lid wordt opgeschort voor het jaar 2000 [en het jaar 2001] [1 en het jaar 2009]1 [3 en het jaar 2020]3 [4 en het jaar 2021]4 [5 en het jaar 2022]5 [6 en het jaar 2023]6 [7 en het jaar 2024]7. <KB 2001-03-21/32, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2001>
  ----------
  (1)<KB 2009-05-04/01, art. 1, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
  (2)<KB 2010-03-16/04, art. 3, 019; Inwerkingtreding : 01-04-2010>
  (3)<KB 2021-06-27/13, art. 1, 026; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
  (4)<KB 2021-06-27/14, art. 1, 027; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
  (5)<KB 2021-12-27/12, art. 1, 028; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
  (6)<KB 2022-12-21/07, art. 1, 029; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
  (7)<KB 2024-03-11/19, art. 1, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

HOOFDSTUK II. - Persoonlijk aandeel van de niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden in de kosten van de magistrale bereidingen en daarmee gelijkgestelde produkten.
Art.3.<KB 1994-04-11/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-1994> § 1. Overeenkomstig (artikel 37 § 2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994), wordt het persoonlijk aandeel van de niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden in de kosten van de vergoedbare magistrale bereidingen als volgt vastgesteld :
  1° het bedraagt (0 EUR) voor de magistrale recepten bedoeld in ((artikel 23, tweede lid van het koninklijk besluit van 12 oktober 2004) tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoet komt in de kosten van de magistrale bereidingen en daarmee gelijkgestelde producten). <KB 1998-01-09/37, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1998> <KB 2001-12-11/44, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2002> <KB 2006-05-03/35, art. 1, 1°, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
  (Tweede lid opgeheven) <KB 2007-05-11/45, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 01-07-2007>
  (2° a) het bedraagt [1 0,31 euro]1 voor de in artikel 37 § 1 en § 19 van de bovengenoemde wet bedoelde rechthebbenden die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming; <KB 2001-12-11/44, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  b) het bedraagt [1 1,15 euro]1 voor de andere rechthebbenden. <KB 2001-12-11/44, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  Deze bedragen moeten worden geïnd per schijf, bedoeld in (artikel 21, § 1, van het bovengenoemd koninklijk besluit van 12 oktober 2004) met dien verstande dat indien die schijf een hoeveelheid bevat die groter is dan de maximumhoeveelheid vermeld in de bij het bovengenoemde besluit gevoegde lijsten, de bedragen van [1 0,31 euro]1 of [1 1,15 euro]1 naargelang het geval moeten worden geïnd per schijf van de vermelde maximumhoeveelheid.) <KB 1998-01-09/37, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1998> <KB 2001-12-11/44, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2002> <KB 2006-05-03/35, art. 1, 2°, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
  3° het bedraagt het dubbele van de waarde bedoeld in § 1, 2°, eerste lid, a), afgerond zoals voorzien onder artikel 3bis, voor de in artikel 25, § 2, 2e lid van vorenvermelde wet van 9 augustus 1963 bedoelde rechthebbenden en het dubbele van de waarde bedoeld in § 1, 2°, eerste lid, b) voor de andere rechthebbenden, welke bedragen per recept moeten worden geïnd voor de produkten die zijn vermeld in de bij vorenvermeld (koninklijk besluit van 12 oktober 2004) gevoegde lijsten en als dusdanig worden afgeleverd, alsmede voor de topische bereidingen voor oftalmisch gebruik, inclusief het steriliseren. <KB 2006-05-03/35, art. 1, 3°, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
  Als aan de maximumhoeveelheid die mag worden afgeleverd, een multiplicator is toegewezen in de bij vorenvermeld koninklijk besluit van 4 juli 1991 gevoegde lijsten, moeten die aandelen worden geïnd voor elke tranche van de maximumhoeveelheid die is afgeleverd.
  (oud § 2 geschrapt) <KB 1998-01-09/37, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1998>
  § (2). Indien de werkelijke kostprijs van het recept lager is dan de in de (§ 1) vermelde bedragen, stemt het persoonlijk aandeel van de rechthebbende overeen met de werkelijke kostprijs. <KB 1998-01-09/37, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1998>
  § 4. (NOTA : gelet op de hernummering van de vorige paragrafen dient waarschijnlijk " § 3 " te worden gelezen.) Onder het dubbele van de waarde, waarvan sprake in de paragrafen 1, 3° en 2, wordt verstaan het dubbele van de waarde verkregen na toepassing van artikel 3bis.
  ----------
  (1)<KB 2011-12-28/36, art. 1, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art. 3bis.<KB 1994-04-11/30, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-1994> [2 De basisbedragen bedoeld in artikel 3, § 1, 2°, eerste lid, a) en b) worden vervolgens jaarlijks op 1 januari aangepast overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.
   De aangepaste bedragen zijn afgerond op de dichtsbijzijnde eurocent.]2 <KB 2001-12-11/44, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  [2 ...]2 <KB 1998-01-09/37, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1998>
  [3 De koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen zoals vermeld in het eerste lid wordt opgeschort voor het jaar 2020.]3
  [4 De koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen zoals vermeld in het eerste lid wordt opgeschort voor het jaar 2021.]4
  [5 De koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen zoals vermeld in het eerste lid wordt opgeschort voor het jaar 2022.]5
  [6 De koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen zoals vermeld in het eerste lid wordt opgeschort voor het jaar 2023.]6
  [7 De koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen zoals vermeld in het eerste lid wordt opgeschort voor het jaar 2024.]7
  ----------
  (1)<KB 2009-05-04/01, art. 1, 017; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
  (2)<KB 2011-12-28/36, art. 2, 020; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
  (3)<KB 2021-06-27/13, art. 2, 026; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
  (4)<KB 2021-06-27/14, art. 2, 027; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
  (5)<KB 2021-12-27/12, art. 2, 028; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
  (6)<KB 2022-12-21/07, art. 2, 029; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
  (7)<KB 2024-03-11/19, art. 2, 030; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art.4. Het koninklijk besluit van 1 september 1980 tot vaststelling van het persoonlijke aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering vergoedbare geneesmiddelen gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 november 1982, 23 maart 1982, 5 augustus 1983 en 20 maart 1989 is opgeheven.

Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1992.

Art. 6. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.