Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

16 JUNI 1989. - Wet houdende diverse institutionele hervormingen.



Inhoudstafel:

Hoofdstuk I. Wijzigingen in de nieuwe gemeentewet.
Art. 1
Hoofdstuk II. Wijzigingen in de gemeentekieswet.
Art. 2-3
Hoofdstuk III. Wijzigingen in de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Art. 4-8
Hoofdstuk IV. Wijzigingen van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Art. 9-24
Hoofdstuk V. Wijzigingen van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
Art. 25-31
Hoofdstuk VI. Bepalingen inzake het gebruik der talen in de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve, van de Colleges van de Vlaamse en de Franse Gemeenschapscommissie en van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Art. 32-37
Hoofdstuk VII. Diverse bepalingen van toepassing op het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 38-45
Hoofdstuk VIII. Overgangsbepalingen en slotbepalingen.
Art. 46-52



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1932080450  1966071802  1966071850  1970121050  1973011250  1980080901  1985021279  1987027856  1989027314 





Artikels:

Hoofdstuk I. Wijzigingen in de nieuwe gemeentewet.
Artikel 1. (invoeging van een nieuwe Titel XIII, onder het opschrift "Bijzondere bepalingen betreffende de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest" die de artikelen 279 en 280 bevat, in de nieuwe gemeentewet)
  ...

Hoofdstuk II. Wijzigingen in de gemeentekieswet.
Art.2. (invoeging van een artikel 23bis in de gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932)
  ...

Art.3. (wijzigingsbepaling van het artikel 26 van dezelfde wet)
  ...

Hoofdstuk III. Wijzigingen in de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Art.4. (wijzigingsbepaling van het artikel 6, § 4, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn)
  ...

Art.5. (wijzigingsbepaling van het artikel 11, § 5, van dezelfde wet)
  ...

Art.6. (invoeging van een artikel 18ter in dezelfde wet)
  ...

Art.7. (wijzigingsbepaling van het artikel 27 van dezelfde wet)
  ...

Art.8. (wijzigingsbepaling van het artikel 27bis, § 1, van dezelfde wet)
  ...

Hoofdstuk IV. Wijzigingen van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Art.9. (wijzigingsbepaling van het artikel 2 van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973)
  ...

Art.10. (wijzigingsbepaling van het artikel 3 van dezelfde gecoördineerde wetten)
  ...

Art.11. (wijzigingsbepaling van het artikel 4 van dezelfde gecoördineerde wetten)
  ...

Art.12. (wijzigingsbepaling van het artikel 6 van dezelfde gecoördineerde wetten)
  ...

Art.13. In artikel 9 van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de gewone wet van 9 augustus 1980, worden de woorden "De Ministers en de leden van de Gemeenschaps- of Gewestexecutieven" vervangen door de woorden "De in artikel 4 vermelde overheden".

Art.14. (invoeging van een artikel 14bis in dezelfde gecoördineerde wetten)
  ...

Art.15. (De artikelen 17 en 18 van dezelfde gecoördineerde wetten, opgeheven bij de wet van 28 juni 1983 houdende de inrichting, de bevoegdheid en de werking van het Arbitragehof, worden opnieuw opgenomen in de vorm van een hoofdstuk III, tot aanvulling van Titel III met het opschrift: "De schorsing".)
  ...

Art.16. (wijzigingsbepaling van het artikel 51bis van dezelfde gecoördineerde wetten)
  ...

Art.17. (wijzigingsbepaling van het artikel 63, eerste lid, van dezelfde gecoördineerde wetten)
  ...

Art.18. (wijzigingsbepaling van het artikel 69 van dezelfde gecoördinnerde wetten)
  ...

Art.19. (wijzigingsbepaling van het artikel 71, § 3, van dezelfde wetten)
  ...

Art.20. In artikel 75, eerste lid, tweede zin, van dezelfde gecoördineerde wetten worden de woorden "door Hem aangewezen " ingevoegd tussen het woord "De" en de woorden "eerste auditeurs".

Art.21. Vóór artikel 91 van dezelfde gecoördineerde wetten wordt het volgende opschrift ingevoegd: "Hoofdstuk IV: De algemene vergadering van de afdeling administratie".

Art.22. (wijzigingsbepaling van het artikel 93 van dezelfde gecoördineerde wetten)
  ...

Art.23. (wijzigingsbepaling van het artikel 94 van dezelfde gecoordineerde wetten)
  ...

Art.24. (De artikelen 95 tot 98 van dezelfde gecoördineerde wetten, opgeheven bij de wet van 28 juni 1983, worden opnieuw opgenomen)
  ...

Hoofdstuk V. Wijzigingen van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
Art.25. (In Titel II van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, wordt het opschrift van hoofdstuk II vervangen)
  ...

Art.26. (wijzigingsbepaling van het artikel 31 van dezelfde wet)
  ...

Art.27. (In hoofdstuk II van Titel II van dezelfde wet wordt een nieuwe afdeling II toegevoegde)
  ...

Art.28. Afdeling II van hoofdstuk II van Titel II van dezelfde wet met als opschrift "Voorkoming en regeling van de belangenconflicten", wordt afdeling III.

Art.29. (wijzigingsbepaling van het artikel 32 van dezelfde wet)
  ...

Art.30. (wijzigingsbepaling van het artikel 33 van dezelfde wet)
  ...

Art.31. (invoeging van een artikel 33bis in dezelfde wet)
  ...

Hoofdstuk VI. Bepalingen inzake het gebruik der talen in de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve, van de Colleges van de Vlaamse en de Franse Gemeenschapscommissie en van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Art.32. § 1. De gecentraliseerde en gedecentraliseerde diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve en van het Verenigd College gebruiken het Nederlands en het Frans als bestuurstaal.
  In de diensten bedoeld in het eerste lid kan niemand tot een ambt of een betrekking worden benoemd of bevorderd tenzij hij Nederlands of Frans kent, welke kennis wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 15, § 1, derde lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966.
  De artikelen 50 en 54, hoofdstuk V, afdeling 1, de bepalingen die het gebruik van het Duits betreffen uitgezonderd, en de hoofdstukken VII en VIII, van dezelfde wetten, zijn van toepassing op de in het eerste lid bedoelde diensten.
  § 2. Onverminderd de toepassing van artikel 55, tweede lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zijn de diensten van de Brusselse Agglomeratie onderworpen aan de bepalingen van § 1 van dit artikel.

Art.33. § 1. De diensten opgericht binnen de in artikel 32 van deze wet bedoelde diensten, waarvan de werkkring niet het gehele gebied van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest bestrijkt, zijn onderworpen aan de bepalingen van hoofdstuk III, afdeling 3, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966.
  § 2. De artikelen 50 en 54, en de hoofdstukken VII en VIII van dezelfde wetten, zijn van toepassing op de diensten bedoeld in § 1 van dit artikel.

Art.34. De Vaste Wervingssecretaris alleen is bevoegd om bewijzen omtrent de bij de artikelen 32 en 33 van deze wet vereiste taalkennis uit te reiken.

Art.35. De diensten van het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de diensten van het college van de Franse Gemeenschapscommissie vallen onder dezelfde taalregeling als de plaatselijke diensten van een gemeente zonder speciale taalregeling van respectievelijk het Nederlandse en het Franse taalgebied.

Art.36. § 1. Artikel 7, §§ 3 tot 9, van de wet van 28 december 1984 tot afschaffing of herstructurering van sommige instellingen van openbaar nut, is van toepassing op de instellingen van openbaar nut die onder het toezicht staan van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve of van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
  § 2. In de instellingen van openbaar nut die onder het gezag staan van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve of van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal tot een verschillende taalrol.
  Alle beslissingen, behalve degene die door de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve worden vastgesteld, worden ondertekend door de directeur-generaal en door de adjunct-directeur-generaal.

Art.37. § 1. Op de dag dat de personeelsleden van het Ministerie van het Brusselse Gewest door de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve worden overgenomen, zoals voorgeschreven in artikel 40, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, wordt artikel 43bis in de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, ingevoegd bij de gewone wet van 9 augustus 1980, opgeheven.
  § 2. Artikel 18 van de wet van 28 december 1984 tot afschaffing of herstructurering van sommige instellingen van openbaar nut wordt opgeheven.

Hoofdstuk VII. Diverse bepalingen van toepassing op het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.
Art.38. § 1. De administratieve en begrotingscontrole op de Brusselse Agglomeratie en op de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest die toegang hebben verkregen tot het Hulpfonds tot financieel herstel van de gemeenten, alsook op de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest waarvan de rekening een deficit vertoont, wordt verricht door toedoen van gewestelijke inspecteurs.
  § 2. De opdracht van de gewestelijke inspecteurs is van algemeen belang.
  § 3. De Brusselse Hoofdstedelijke Executieve regelt de organisatie en de werking van de Gewestelijke Inspectie.

Art.39. (Titel IV van de Huisvestingscode aangehecht aan het koninklijk besluit van 10 december 1970, bekrachtigd bij de wet van 2 juli 1971, gewijzigd en aangevuld bij de wet van 25 maart 1981 houdende bijzondere bepalingen voor het Brusselse Gewest, wordt voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest aangevuld met een hoofdstuk X)
  ...

Art.40. (wijzigingsbepaling van het artikel 27, § 1, van de wet van 21 augustus 1987 tot wijziging van de wet houdende organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten en houdende bepalingen betreffende het Brusselse Gewest)
  ...
  (opgeheven wat het Brusselse Gewest betreft bij ORD 1999-05-20/48, art. 3)

Art.41. Het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer wordt bekrachtigd, met uitzondering van het artikel 8.

Art.42. Artikel 1, A, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, wordt aangevuld als volgt: "Brussels Instituut voor Milieubeheer".

Art.43. (wijzigingsbepaling van het artikel 3, § 4, van het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer)
  ...

Art.44. (In de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, wordt in hoofdstuk II een afdeling 4 ingevoegd)
  ...

Art.45. De Brusselse Hoofdstedelijke Executieve is, met uitsluiting van de tussenkomst van elk ander orgaan, bevoegd wanneer de eerste keer een benoeming wordt gedaan in de betrekkingen van directeur-generaal en van adjunct-directeur-generaal van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling.

Hoofdstuk VIII. Overgangsbepalingen en slotbepalingen.
Art.46. Het koninklijk besluit van 22 juli 1987 betreffende de gewestelijke inspecteurs bij de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve wordt bevestigd op datum van zijn inwerkingtreding. (NOTA : opgeheven op de door de Executieve te bepalen datum bij ORD 1993-04-08/32, art. 11)

Art.47. Tot aan de installatie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad kan de verklaring bedoeld in artikel 23bis, § 2, van de gemeentekieswet, eveneens op geldige wijze worden ondertekend door ten minste twee leden van de Wetgevende Kamers, die behoren tot de taalgroep waar de voordracht de belanghebbende bij indeelt.

Art.48. De taalaanhorigheid van de kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1988 en van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, verkozen na deze verkiezingen en vóór de inwerkingtreding van deze wet, wordt vastgesteld door een schriftelijke verklaring, ondertekend door:
  ...

Art.49. Wanneer de verkiezing van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn reeds heeft plaatsgehad op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze wet, worden de gegevens vermeld in artikel 18ter van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, binnen de 15 dagen na de inwerkingtreding van deze wet aan de bestendige deputatie van de provincieraad toegezonden.

Art.50. Bij wijze van overgangsmaatregel en tot op het ogenblik van de installatie van de instellingen van het Brusselse Hoofstedelijk Gewest, moeten de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve, haar Voorzitter en haar leden, bedoeld in onderhavige wet, begrepen worden respectievelijk als de Executieve van het Brusselse Gewest, de Voorzitter en de leden van bedoelde Executieve.

Art.51. Artikel 45 heeft uitwerking met ingang van 1 maart 1989.

Art. 52. § 1. Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
  § 2. In de gemeenten waar overeenkomstig de artikelen 74 tot en met 77 van de gemeentekieswet een bezwaar of een beroep is ingediend betreffende de gemeenteraadsverkiezing, treden de bepalingen van hoofdstuk I evenwel slechts in werking de dag van de installatie van de nieuwe gemeenteraad.
  § 3. De bij artikel 18 bepaalde verhoging van het aantal leden van de Raad van State, van het auditoraat en van het coördinatiebureau treedt in werking op de bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit vastgestelde datum.