29 OKTOBER 1986. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers tussenkomt in de kosten der geneeskundige verzorging der oorlogsinvaliden en gelijkgestelden, van de oorlogswezen en krijgsgevangenen die een gevangenschap van zes tot twaalf maanden ondergaan hebben(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-02-1987 en tekstbijwerking tot 31-10-2016)
HOOFDSTUK I. Terminologie.
Art. 1
HOOFDSTUK II. Bepalingen betreffende de gerechtigden.
Art. 2
HOOFDSTUK III. Bepalingen betreffende de krijgsgevangenen van zes tot twaalf maanden.
Art. 3
HOOFDSTUK IV. Opdracht van de Commissie
Art. 4
HOOFDSTUK V. Opheffingsbepalingen.
Art. 5
HOOFDSTUK VI. Overgangsbepaling.
Art. 6
HOOFDSTUK VII. Slotbepalingen.
Art. 7-8, N.Bijlage
1993009801 1994009463 1994009647 1994009885 1995009580 1997002057 1998002013 1998002124 1999002046 1999002050 2001007014 2002007212 2002007239 2003007067 2005007003 2005007083 2007007121 2008007122 2008007123 2016007432 2024205723
HOOFDSTUK I. _ Terminologie.
Artikel 1. In onderhavig besluit dient verstaan te worden onder:
a) "de gerechtigden": de oorlogsinvaliden en gelijkgestelden, de oorlogswezen waarop de wet van 1 juli 1969 tot vaststelling van het recht van oorlogsinvaliden en oorlogswezen op geneeskundige verzorging op kosten van de Staat van toepassing is;
b) "Krijgsgevangenen van zes tot twaalf maanden": de krijgsgevangenen 1940-1945 die geen titularis zijn van een invaliditeits- of gelijkgesteld pensioen, voor zover ze een gevangenschap van in totaal ten minste zes maanden hebben ondergaan, erkend in het kader van het statuut van 18 augustus 1947 en voor zover ze de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt op het ogenblik waarop de zorgen verstrekt werden waarvoor de vergoeding wordt gevraagd;
c) "het Instituut": het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers;
d) "de Minister": de Minister tot wiens bevoegdheden de voogdij over het Instituut behoort;
e) "de wet op de ziekenhuizen": de wet van 23 december 1963 op de ziekenhuizen;
f) "de wet op de ziekteverzekering": de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering;
g) "de nomenclatuur": de nomenclatuur van het geheel der tussenkomsten voorzien door het stelsel der verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit inzake geneeskundige, paramedische, farmaceutische verzorging, hospitalisering en orthopedische en prothese-apparaten;
h) "Commissie": de Commissie voor geneeskundige verzorging zoals voorzien in artikel 4 van het koninklijk besluit van 19 september 1985 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers, voorziet in kosteloze geneeskundige verzorging der oorlogsinvaliden en gelijkgestelden;
i) "het stelsel van de derde betaler": stelsel waarbij de rechtstreekse betaling voorzien is door de verzekeringsinstellingen aan de zorgenverstrekkers, diensten of instellingen, op basis van een reglementair document waarop de toegekende prestaties vermeld worden.
HOOFDSTUK II. _ Bepalingen betreffende de gerechtigden.
Art.2. § 1. De geneeskundige, paramedische en farmaceutische verstrekkingen, de hospitalisering evenals de orthopedische en prothese-apparatuur worden aan de gerechtigden verstrekt op kosten van de Staat door bemiddeling van het Instituut, overeenkomstig artikel 1 van de wet van 1 juli 1969 tot vaststelling van het recht van de oorlogsinvaliden en oorlogswezen op geneeskundige verzorging op kosten van de Staat en volgens de in de bijlage van dit besluit bepaalde modaliteiten;
§ 2. De terugbetalingspercentages door het Instituut worden vastgesteld overeenkomstig de nomenclatuur, waarbij het referentiebedrag ervan wordt vastgesteld op basis der beschikkingen van titel III, hoofdstuk IV van de wet op de ziekteverzekering, behoudens bijzondere beschikkingen vermeld in de bijlage van onderhavig besluit;
§ 3. De door het Instituut uitgevoerde terugbetalingen worden in de registers geboekt, per hoofdstuk en per afdeling, overeenkomstig de bijlage van onderhavig besluit.
HOOFDSTUK III. _ Bepalingen betreffende de krijgsgevangenen van zes tot twaalf maanden.
Art.3. § 1. De geneeskundige, paramedische en farmaceutische verzorging, de ziekenhuisverpleging alsook de orthopedische en prothesetoestellen worden aan de krijgsgevangenen van zes tot twaalf maanden verstrekt overeenkomstig artikel 33, § 2, van de wet van 8 augustus 1981 tot oprichting van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers, volgens de grenzen, de modaliteiten en de tarieven hierna bepaald;
§ 2. Onverminderd de bepalingen van de hierna volgende §§ 3 en 4, voorziet het Instituut ten gunste van de krijgsgevangenen van zes tot twaalf maanden in de terugbetaling van de gezondheidsverstrekkingen, overeenkomstig de tarieven van de nomenclatuur en volgens de modaliteiten toepasselijk op de gerechtigden, wat betreft deze tegemoetkomingen;
§ 3. De krijgsgevangenen die een gevangenschap van zes tot twaalf maanden ondergaan hebben moeten zich wenden tot de instelling die hen verzekert tegen ziekte en invaliditeit, vooraleer aan het Nationaal Instituut de terugbetaling te vragen van de hoger aangehaalde gezondheidsverstrekkingen;
§ 4. Met uitzondering van de vergoedingen voortvloeiend uit een individuele verzekering, moeten alle tussenkomsten toegekend door enige instelling, al dan niet bedoeld in vorige paragraaf en bestemd om de krijgsgevangenen van zes tot twaalf maanden te vergoeden voor de verzorging die onder de toepassing van dit besluit valt, in mindering worden gebracht van de uitkeringen toegekend in uitvoering van dit besluit;
§ 5. De door het Instituut uitgevoerde terugbetalingen worden in de registers geboekt.
HOOFDSTUK IV. _ Opdracht van de Commissie
Art.4. § 1. De Commissie kan de Koning voorstellen doen om:
1° aan de gerechtigden terugbetalingen voor niet in nomenclatuur bedoelde geneeskundige verzorging of onderworpen aan sommige voorwaarden, toe te kennen;
2° parameters op te stellen binnen welke grenzen de terugbetalingen kunnen gebeuren.
De Commissie zal strikt de financiële weerslag ramen van haar voorstellen;
§ 2. In de individuele gevallen waarin de gerechtigde, overeenkomstig artikel 2, § 1, en de krijgsgevangenen van zes tot twaalf maanden, overeenkomstig artikel 3, § 2, onvoldoende kunnen verzorgd worden, kan de Commissie beslissen een tussenkomst te verlenen. De Commissie bepaalt de voorwaarden die moeten vervuld worden en stelt het bedrag van de tussenkomst vast. Tegen deze beslissing van de Commissie is geen beroep mogelijk;
§ 3. Indien een tussenkomst in de kosten van de geneeskundige verzorging in de wetgeving op de verplichte ziekteverzekering afhangt van een beslissing van de adviserende geneesheer of van een beslissing van het college van geneesheren-directeurs, dan behoort deze bevoegdheid in het kader van hoofdstuk II van dit besluit, respectievelijk toe aan de geneesheer van het Instituut of aan de Commissie.
Telkens als de geneesheer van het Instituut ertoe gebracht is in het raam van de bepalingen van dit besluit en de bijlage, onder enige vorm een beslissing te nemen, kan de gerechtigde bij een ter post aangetekend schrijven bij de Commissie tegen deze beslissing beroep aantekenen binnen de termijn van dertig dagen te rekenen van het ogenblik dat er hem kennis van wordt gegeven;
§ 4. Dezelfde Commissie vervult eveneens de administratieve taak die haar is opgedragen bij hoofdstuk III, afdeling 2 van de bijlage van dit besluit.
HOOFDSTUK V. _ Opheffingsbepalingen.
Art.5. Worden opgeheven:
1° (artikel 3) van het koninklijk besluit van 19 september 1985 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers voorziet in de kosteloze geneeskundige verzorging van de oorlogsinvaliden en gelijkgestelden, alsmede van de oorlogswezen; <KB 1987-01-29/32, art. 1, 002>
2° het koninklijk besluit van 19 september 1985 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers voorziet in de kosteloze geneeskundige verzorging van krijgsgevangenen die een gevangenschap van minstens zes maanden hebben ondergaan;
3° de bijlage van het koninklijk besluit van 15 december 1976 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Nationaal Werk voor oorlogsinvaliden voorziet in de kosteloze geneeskundige verzorging der oorlogsinvaliden en gelijkgestelden, alsmede van de oorlogswezen.
HOOFDSTUK VI. _ Overgangsbepaling.
Art.6. De machtigingen tot terugbetaling van sommige farmaceutische verstrekkingen toegestaan door de Commissie bedoeld bij artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit van 15 december 1976 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat, door bemiddeling van het Nationaal Werk voor oorlogsinvaliden, voorziet in de kosteloze verzorging van de oorlogsinvaliden en gelijkgestelden, alsmede van de oorlogswezen, overeenkomstig de beschikkingen van hoofdstuk IV, afdeling 1, lid 2, en van de afdeling 2, § 1, lid 2, §§ 2 en 5, van de bijlage van het hogervermeld besluit, blijven van toepassing tot de datum van inwerkingtreding van de beschikkingen door de Koning genomen, overeenkomstig artikel 4, § 1, van dit besluit, of overeenkomstig hoofdstuk IV, punten 1, lid 2, en 3, van zijn bijlage.
HOOFDSTUK VII. _ Slotbepalingen.
Art.7. Dit besluit en zijn bijlage treden in werking op 1 januari 1987.
Art.8. Onze Minister van Justitie en Onze Staatssecretaris voor Justitie worden belast met de uitvoering van onderhavig besluit.
Art. N.Bijlage. <Niet opgenomen om technische redenen; zie B.S. 8-11-1986, bz 15.297 tot 15.300>
Deze bijlage werd gewijzigd bij :
<KB 1990-02-09/31, art. 1 en 2, 003; Inwerkingtreding : 01-04-1990, B.S. 02-03-1990, blz. 3890>
<KB 1990-02-15/31, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-02-1990, B.S. 02-03-1990, blz. 3891>
<KB 1990-04-17/30, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-01-1990, B.S. 21-04-1990, blz. 7491>
<KB 1997-05-30/35, art. 1; Inwerkingtreding : 01-02-1997, B.St. 18-07-1997, blz. 18903>
<KB 2016-09-28/12, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-11-2016>