23 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers voorziet in de kosteloze geneeskundige verzorging van verscheidene categorieën oud-strijders en oorlogsslachtoffers. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-03-2003 en tekstbijwerking tot 20-06-2007.)
Art. 1-4, 4bis, 5-7
Artikel 1. In de zin van dit besluit dient te worden verstaan onder :
a) "het Nationaal Instituut" : het Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en Oorlogsslachtoffers;
b) "de betrokkenen" :
1° (de gerechtigden van het Nationaal Instituut, die geen titularis zijn van een invaliditeitspensioen en gelijkgestelden voorzover zij een erkenningsperiode tellen in één of meer statuten van nationale erkentelijkheid van in totaal minstens (6 maanden);) <W 2006-08-07/35, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 15-09-2006> <W 2007-05-11/50, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 30-06-2007>
2° de kinderen van de politieke gevangenen die de hoedanigheid van rechthebbende van begunstigde van het statuut van politieke gevangene verkregen in toepassing van de gecoördineerde wetten op het statuut van de politieke gevangenen en hun rechthebbenden;
(3° De wezen van personen die zijn weggevoerd om raciale redenen evenals de volwassenen en de kinderen die, onderworpen aan de door de bezettende overheid uitgevaardigde maatregelen van rassenvervolging, gedwongen werden in de illegaliteit te leven, en aan wie een persoonlijke lijfrente gelijk aan vier semesters van de rente van werkweigeraar werd toegekend.) <W 2004-02-13/34, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
c) "de nomenclatuur" : de nomenclatuur van het geheel der tussenkomsten voorzien door het stelsel der verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit inzake geneeskundige, paramedische, farmaceutische verzorging, hospitalisering en orthopedische en protheseapparaten.
(d) de Commissie : de Commissie voor Geneeskundige Verzorging zoals voorzien in artikel 4 van het koninklijk besluit van 19 september 1985 en waarvan de opdracht met name wordt bepaald door artikel 4, § 2 van het koninklijk besluit van 29 oktober 1986.) <KB 2007-04-30/31, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2007>
Art.2. De geneeskundige, paramedische en farmaceutische verzorging, de ziekenhuisverpleging alsook de orthopedische en prothesetoestellen worden aan de betrokkenen verstrekt volgens de grenzen, de modaliteiten en de tarieven hierna bepaald.
Art.3. Onverminderd de in hiernavolgend artikel 4 voorziene bepalingen voorziet het Nationaal Instituut in de kosteloze verzorging van de betrokkenen overeenkomstig de tarieven van de nomenclatuur.
Art.4. Alvorens aan het Nationaal Instituut de terugbetaling te vragen van de in de nomenclatuur voorziene geneeskundige verstrekkingen, moeten de betrokkenen zich wenden tot de instelling die hen tegen ziekte en invaliditeit verzekert.
Met uitzondering van de vergoedingen voortvloeiend uit een individuele verzekering, moeten alle tegemoetkomingen toegekend door een of andere instelling, al dan niet bedoeld in het vorige lid, en bestemd om de betrokkenen te vergoeden voor de verzorging die onder de toepassing van dit besluit valt, in mindering komen van de uitkeringen toegekend in uitvoering van dit besluit.
Art. 4bis. <ingevoegd bij KB 2007-04-30/31, art. 2; Inwerkingtreding : 01-06-2007> In individuele gevallen waarbij betrokkenen overeenkomstig artikel 3 niet naar behoren kunnen verzorgd worden, kan de Commissie beslissen om een tegemoetkoming toe te staan. De Commissie bepaalt de te vervullen voorwaarden en het percentage van de tussenkomst.
Art.5. Het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van de wijze waarop de Staat door bemiddeling van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers voorziet in de kosteloze geneeskundige verzorging van de oud-strijders en oorlogsslachtoffers die een periode van erkenning van ten minste één jaar in één van de statuten van nationale erkentelijkheid tellen wordt opgeheven.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Art. 7. Onze Minister van Landsverdediging en Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 december 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landsverdediging,
A. FLAHAUT
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. TAVERNIER.