Details





Titel:

18 DECEMBER 2024. - Programmadecreet houdende verscheidene maatregelen voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Inleiding
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het decreet van 20 februari 2014 betreffende de alternerende opleiding voor werkzoekenden en tot wijziging van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid
Art. 5-15
HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen
Art. 16-19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2011A27223  2014201599  2018201006  2024002233 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Inleiding
Artikel 1. Dit decreet regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, aangelegenheden bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het decreet van 20 februari 2014 betreffende de alternerende opleiding voor werkzoekenden en tot wijziging van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien
Art.2. In artikel 4 van het decreet van 20 februari 2014 betreffende de alternerende opleiding voor werkzoekenden en tot wijziging van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien wordt paragraaf 1 vervangen als volgt:
  " § 1. De alternerende opleiding is toegankelijk voor de werkzoekende die ingeschreven is bij FOREm en die :
  1° aan één van volgende voorwaarden voldoet:
  a) hij/zij is werkloze werkzoekende;
  b) hij/zij is ingeschreven in een omschakelingscel zoals bepaald krachtens artikel 11 van het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen;
  2° hij/zok is niet ingeschreven als leerling voor een gelijksoortig beroep ingeschreven zijn bij een onderwijsoperator, noch bij een erkende operator alternerende opleiding.
  Voor de toepassing van lid 1, 1°, a), wordt onder "werkloze werkzoekende" verstaan: elke werkzoekende in de zin van artikel 1bis, 2°, van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Tewerkstelling, die voldoet aan een van de volgende voorwaarden:
  1° hij of zij oefent geen verloonde beroepsactiviteit uit;
  2° hij of zij is een onvrijwillige deeltijdse werknemer is, zoals bedoeld in artikel 29 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 tot regeling van de werkloosheid;
  3° hij of zij oefent een verloonde beroepsactiviteit uit, uitsluitend als zelfstandige in bijberoep. ".

Art.3. Artikel 5 van hetzelfde decreet, waarvan de huidige tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidend als volgt: " § 2. Wanneer de werkloze werkzoekende bedoeld in artikel 4, § 1, lid 1, niet in aanmerking komt voor een inschakelings-, werkloosheids- of beschermingsuitkering krachtens het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering noch voor een leefboon krachtens de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, moet de alternerende opleiding:
  1° minder dan 150 uur opleiding op jaarbasis bij een opleidingsoperator omvatten;
  2° en minder dan 20 uur opleiding op weekbasis bij de werkgever omvatten.
  Het in het eerste lid, 1°, bedoelde aantal uren wordt berekend in verhouding tot de totale duur van de opleiding.".

Art.4. In artikel 7 van hetzelfde decreet, wordt een nieuw lid ingevoegd tussen het eerste lid en het tweede lid, luidend als volgt: "In afwijking van het eerste lid is de duur van de alternerende opleiding van de begunstigde korter dan negen maanden wanneer ze plaatsvindt tijdens de periode van de beroepsinschakelingstijd bedoeld in artikel 36, § 1er, eerste lider, 4°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 tot reglementering van de werkloosheid.".

HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid
Art.5. In artikel 28/1 van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, ingevoegd bij het decreet van 3 december 2015 en laatst gewijzigd bij het decreet van 21 december 2022, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De kredieten die zijn toegewezen aan de paritaire missies zijn onbeperkt. ".

Art.6. Artikel 43/11 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 8 november 2018 en voor het laatst gewijzigd bij het decreet van 21 december 2022, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidend als volgt: "Indien een verzekeringsinstelling over onvoldoende liquiditeit beschikt om haar opdrachten zoals bedoeld in artikel 43/7 uit te voeren, kan ze een aanvullend voorschot op het in het eerste lid bedoelde voorschot aan het Agentschap vragen. Het Agentschap kan dit voorschot toekennen en stelt de financiële en budgettaire Monitoringsraad binnen vijf werkdagen op de hoogte.".

Art.7. In hetzelfde Wetboek wordt er een artikel 43/31/1 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 43/31/1. De erkende Waalse regionale ziekenfondsen kunnen de volgende opdrachten uitvoeren voor de hele Waalse bevolking:
  1° tijdens niet-epidemische periodes en volgens de behoeften vastgesteld door het Agentschap, ondersteunende diensten voor de preventie van ziekten die vallen onder preventieve geneeskundeprogramma's en preventiecampagnes georganiseerd door het Agentschap;
  2° tijdens epidemieën en naargelang de behoeften die door het Agentschap worden vastgesteld, ondersteunende diensten verlenen voor de taken van de bewakingseenheid van het Agentschap voor infectieziekten met betrekking tot de opvolging van indexgevallen, de meldingen van contacten en de acties op het terrein met het oog op de sensibilisering voor de geldende profylactische maatregelen en de controle op de strikte naleving ervan.
  De taken van de erkende Waalse regionale ziekenfondsen bedoeld in 1° en 2° worden bepaald door de Regering.
  Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten verleent de Regering een subsidie aan het platform om de opdrachten bedoeld in artikel 418/6 te vervullen en om geheel of gedeeltelijk de volgende kosten te dekken:
  1° de personeelskosten;
  2° de werkingskosten.".

Art.8. In artikel 47/17 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019 en gewijzigd bij het decreet van 3 februari 2022, worden de cijfers "410/18" vervangen door de cijfers "410/32".

Art.9. In artikel 410/30 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019 en laatst gewijzigd bij het decreet van 6 april 2023, worden de cijfers "410/17" vervangen door de cijfers "410/31".

Art.10. In artikel 410/48 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019 en laatst gewijzigd bij het decreet van 6 april 2023, worden de cijfers "410/39" vervangen door de cijfers "410/53".

Art.11. In artikel 410/49 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019 en laatst gewijzigd bij het decreet van 6 april 2023, worden de cijfers "410/34" vervangen door de cijfers "410/48".

Art.12. In artikel 410/50, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019 en laatst gewijzigd bij het decreet van 6 april 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de cijfers "410/34" worden vervangen door de cijfers "410/48";
  2° de cijfers "410/35" worden vervangen door de cijfers "410/49".

Art.13. In artikel 410/51 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019 en gewijzigd bij het decreet van 6 april 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de cijfers "410/34" worden vervangen door de cijfers "410/48";
  2° de cijfers "410/36" worden vervangen door de cijfers "410/50".

Art.14. In hetzelfde Wetboek, Eerste Deel, Boek IIIquater, Titel VI, artikel 43/49, § 2, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 1 oktober 2020, wordt vervangen door wat volgt: "In afwijking van het eerste lid wordt de globale subsidie ter financiering van de administratieve kosten tot en met 31 december 2027 over de Waalse verzekeringsinstellingen verdeeld op basis van het enige kwantitatieve criterium. ".

Art.15. Artikel 469 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt: "Art. 469. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, verleent de Regering, aan het erkende coördinatiecentrum, een toelage voor de uitvoering van de opdrachten bepaald bij dit hoofdstuk, volgens de voorwaarden en modaliteiten die zij vaststelt. Deze toelage wordt gebruikt om de bezoldigingskosten van de geschoolde beroepskrachten bedoeld in de artikelen 448 tot 450 alsook de werkingskosten. Hat aantal geschoolde beroepskrachten dat in aanmerking wordt genomen, wordt bepaald in het besluit tot erkenning van het erkende centrum. De toelage bestaat uit een forfaitair gedeelte en een variabel gedeelte. Het forfaitair gedeelte is gelijk aan 85
  van de toelage. Het variabele gedeelte, dat met het saldo van de toelage overeenstemt, neemt het dynamisme van het erkende coördinatiecentrum in aanmerking. De criteria voor de berekening van dit gedeelte houden rekening met de gemiddelde activiteit van elk erkend coördinatiecentrum. De Regering wordt ertoe gemachtigd om de activiteit van elk centrum nader te bepalen aan de hand van indicatoren die in overleg met de federaties worden ontwikkeld, rekening houdend met de werklast die inherent is aan elk type opdracht. De Regering bepaalt de modaliteiten betreffende de verdeling van het variabele gedeelte.".

HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen
Art.16. De Regering kan afwijken van de betalingsprocedures bedoeld in artikel 1468 van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid voor elk investeringsprogramma aangenomen in toepassing van artikel 405 van het tweede deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid. In voorkomend geval bepaalt de Regering, in het kader van het betrokken investeringsprogramma, het betalingsritme van de subsidies.

Art.17. Artikel 242 van het decreet van 13 december 2023 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2024 wordt opgeheven.

Art.18. In artikel 4, § 2, vierde lid, van het decreet van 8 februari 2018 betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2024, worden de woorden "overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, een aanvraag tot verblijf in België heeft ingediend"." vervangen door de woorden "het recht heeft om tijdelijk op het Belgisch grondgebied te verblijven in afwachting van een definitieve beslissing van de bevoegde autoriteiten over zijn aanvraag tot verblijf, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.".

Art. 19. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2025, met uitzondering van de artikelen 8 tot 13 die in werking treden op 1 januari 2025.