18 DECEMBER 2024. - Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2025
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-8
HOOFDSTUK 2. - Waterbeleid
Art. 9-11
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen tot wijziging van het fiscaal decreet van 22 maart 2007 tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen
Art. 12-15
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen betreffende het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten
Art. 16-18
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 19
BIJLAGE.
Art. N
1939C13002 1999027513 2004202818 2004A02818 2007201247 2015205078
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor het begrotingsjaar 2025 worden de lopende ontvangsten van Wallonië geraamd op 15.508.594 duizend euro, overeenkomstig Titel I van de bij dit decreet gevoegde tabel.
Art.2. Voor het begrotingsjaar 2025 worden de lopende ontvangsten van Wallonië geraamd op 2.218.732 duizend euro, overeenkomstig Titel II van de bij dit decreet gevoegde tabel.
Art.3. Voor het begrotingsjaar 2025 worden de opbrengsten van leningen van Wallonië geraamd op 4.075.143 duizend euro, overeenkomstig Titel III van de bij dit decreet gevoegde tabel.
Art.4. De belastingen en taksen geïnd ten bate van Wallonië die op 31 december 2024 bestaan, zullen worden ingevorderd tijdens het jaar 2025, overeenkomstig de wetten, decreten en tarieven die de grondslag en de inning daarvan regelen.
Art.5. § 1. De Minister van Begroting wordt gemachtigd tot dekking, door leningen die zowel in België als in het buitenland mogen worden uitgegeven, in euro of in vreemde valuta :
1° van de financiering van de begrotingsuitgaven niet gedekt door de begrotingsontvangsten ;
2° van de terugbetaling van de nog niet afgeschreven leningen en obligaties van in euro of in vreemde valuta uitgeschreven leningen waarvan de eindtermijn in 2025 is vastgesteld;
3° van de vervroegde gehele of gedeeltelijke terugbetaling van in euro of in vreemde valuta uitgeschreven leningen, overeenkomstig de bepalingen van de ministeriële emissiebesluiten of leningsovereenkomsten;
4° van de verrichtingen van dagelijks beheer van de Schatkist of van de in het belang van de Schatkist verwezenlijkte verrichtingen van financieel beheer, met inbegrip van de voor hun goede afloop nodige beleggingen.
§ 2. De Minister van Begroting wordt ertoe gemachtigd, met instemming van de houders en overeenkomstig de marktvoorwaarden, bestaande leningen geheel of ten dele om te zetten in leningen van het type " Thesauriebewijzen op lange termijn " en de termijn ervan aan te passen.
Art.6. De Minister van Begroting wordt gemachtigd :
1° tot het scheppen van thesauriebewijzen of van andere financieringsmiddelen die interest opbrengen, ten belope van het bedrag van de af te sluiten leningen, zowel in België als in het buitenland, in euro of in vreemde valuta;
2° tot het uitvoeren van elke verrichting van dagelijks beheer van de Schatkist of van elke verrichting van financieel beheer die verwezenlijkt wordt in het algemeen belang van de Schatkist, met inbegrip van het afsluiten van beleggingsovereenkomsten die voor hun goede afloop noodzakelijk zijn en met inachtneming van het voorzichtigheidsprincipe;
3° tot het aanpassen van de terugbetalingsvoorwaarden en -termijnen, met instemming van de uitleners, wat betreft de door Wallonië in België of in het buitenland uitgeschreven privé-leningen;
4° tot het aangaan van financiële verrichtingen voor het beheer van de Schatkist inzake renteswaps, arbitrages, risicodekking zoals opties of andere verrichtingen uitgevoerd met behulp van Waalse leningen, wat betreft de door Wallonië in België of in het buitenland uitgeschreven leningen.
Art.7. De voorlopige uitgaven inzake de samenstelling van activa (openbare leningen en thesauriebewijzen op lange termijn) en de bijkomende kosten, alsook de ontvangsten voortvloeiend uit de tegeldemaking van deze samengestelde activa, de bijkomende uitgaven en de ontvangsten die eruit voortvloeien kunnen geboekt worden op speciaal daartoe geopende bankrekeningen bij een in België gevestigde financiële instelling naar Belgisch recht, waarmee Wallonië een overeenkomst van financieel agent gesloten heeft, als wettelijk gevolg van het gebruik van de in artikel 6, 1°, bedoelde financiële middelen, inzonderheid de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende het toezicht op de instellingen die erkend zijn om rekeningen van gedematerialiseerde effecten van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de plaatselijke overheden of de openbare instellingen bij te houden.
De samengestelde activa kunnen ook ingeschreven worden op bijzondere effectenrekeningen die daartoe namens de Waalse Schatkist geopend zijn bij een in België gevestigde financiële instelling naar Belgisch recht, waarmee Wallonië een overeenkomst van financieel agent gesloten heeft, die wettelijk voortkomt uit het gebruik van de in artikel 6, 1°, bedoelde financiële middelen, inzonderheid de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende het toezicht op de instellingen die erkend zijn om rekeningen van gedematerialiseerde effecten van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de plaatselijke overheden of de openbare instellingen bij te houden.
Art.8. Bij afwezigheid of verhindering van de centraliserende penningmeester of de centraliserende ontvanger zijn de Directeur van de Directie Financiering en Ontvangsten of de Inspecteur-generaal van het Departement Begroting en Thesaurie gemachtigd om hun functie van penningmeester uit te voeren.
HOOFDSTUK 2. - Waterbeleid
Art.9. Artikel D.267, tweede lid, van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt vervangen als volgt :
"De eenheidsbelasting per kubieke meter geloosd afvalwater, bedoeld in artikel D.259, 2°, wordt vastgelegd op :
- 1,935 euro van 1 januari 2015 tot 31 december 2015;
- 2,115 euro van 1 januari 2016 tot 31 december 2017;
- 2,365 euro vanaf 1 januari 2018". ".
Art.10. In artikel D.330-1 van hetzelfde Boek, worden de woorden "met uitzondering van de belasting bedoeld in artikel D.267" ingevoegd tussen de woorden "Wetboek" en "wordt".
Art.11. In artikel D.330-1 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt worden de woorden "de winningsbijdrage bedoeld in artikel D.254, § 3, voor de in 2024 gewonnen volumes, en" ingevoegd tussen de woorden "met uitzondering van" en "de belasting".
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen tot wijziging van het fiscaal decreet van 22 maart 2007 tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen
Art.12. In artikel 6, § 1, van het fiscaal decreet tot wijziging van het fiscaal decreet van 22 maart 2007 tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen wordt er een lid 13 ingevoegd, luidend als volgt:
"13° 55 euro/ton als het gaat om niet-brandbaar afval waarvoor geen ander verlaagd percentage wordt toegepast krachtens dit artikel. De Regering kan een lijst vaststellen van afval dat al dan niet brandbaar wordt geacht te zijn. Afval met een percentage van gloeiverlies hoger dan 10 % en een totale hoeveelheid organische koolstof hoger dan 6 % wordt geacht brandbaar te zijn en komt niet in aanmerking voor het voordeel van het percentage".
Art.13. In artikel 10, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 19 juni 2015, worden de woorden "10,19 euro/ton" vervangen door de woorden "12,19 euro/ton".
Art.14. In artikel 6, § 1, 8°, van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake Waalse gewestelijke belastingen, worden de woorden "resten van de recyclage van gipsplaten," ingevoegd tussen de woorden "fosfogips," en "slib van sodafabrieken"
Art.15. In artikel 53 van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake Waalse gewestelijke belastingen, wordt de volgende bepaling ingevoegd:
"In afwijking van lid 1 wordt, in geval van gerechtelijk verhaal, elke afvalbelasting, samen met een eventuele boete, rente en kosten, beschouwd als een liquide en vaststaande schuld die kan worden ingevorderd met alle middelen van tenuitvoerlegging".
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen betreffende het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten
Art.16. In artikel 44 van het Wetboek van de registratie-, hypotheek- en griffierechten wordt het tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 13 december 2017, opgeheven.
Artikel 44, lid 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet van 13 december 2017, blijft echter van toepassing in het geval van een verkoop vastgesteld bij een onderhandse akte die voor 21 december 2019 van een vaste datum is voorzien in de zin van artikel 1328 van het Burgerlijk Wetboek.
Onderworpen aan de teruggave zijn de proportionele rechten, geïnd op de onderhandse akte waarvan sprake in vorig lid, wanneer de verkoop bij authentieke akte wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 44, lid 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd door het decreet van 13 december 2017, ten belope van het verschil tussen de geïnde proportionele rechten en de proportionele rechten berekend op basis van de toepassing van artikel 44, lid 2, van hetzelfde Wetboek.
Art.17. In artikel 48 van hetzelfde Wetboek, wordt het tweede lid, ingediend bij het decreet van 13 december 2017, opgeheven.
Artikel 48, lid 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij het decreet van 13 december 2017, blijft echter van toepassing in het geval van een verkoop vastgesteld bij een onderhandse akte die voor 21 december 2019 van een vaste datum is voorzien in de zin van artikel 1328 van het Burgerlijk Wetboek.
Onderworpen aan de teruggave zijn de proportionele rechten, geïnd op de onderhandse akte waarvan sprake in vorig lid, wanneer de verkoop bij authentieke akte wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 48, lid 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd door het decreet van 13 december 2017, ten belope van het verschil tussen de geïnde proportionele rechten en de proportionele rechten berekend op basis van de toepassing van artikel 48, lid 2, van hetzelfde Wetboek.
Art.18. In paragraaf 2 van artikel 5 van het decreet van 29 oktober 2015 houdende oprichting van begrotingsfondsen inzake wegen en waterwegen worden de woorden "een maximumbedrag van 43.950.000" vervangen door de woorden "een maximumbedrag van 56.950.000 euro".
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.19. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2025.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-12-2024, p. 143929)