Details





Titel:

7 FEBRUARI 2024. - Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten, veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst, wat betreft verschillende aspecten van de controle van de betrouwbaarheid van personen en de bescherming van de informatie



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
Art. 2-7
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten, veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst
Art. 8-13
HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994025189  1999007004 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
Art.2. In artikel 1 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de definitie van de "fysieke beveiligingsmaatregelen" worden de woorden ", met inbegrip van maatregelen betreffende de bescherming van nucleaire documenten," ingevoegd tussen de woorden "alle administratieve, organisatorische en technische maatregelen" en de woorden "met als doel het beschermen";
  2° in de definitie van de "fysieke beveiligingsmaatregelen" wordt de zin "De genoemde maatregelen hebben eveneens tot doel de nucleaire documenten te beschermen tegen voornoemde handelingen" opgeheven;
  3° in de definitie van de "beveiligingsmaatregelen voor radioactieve stoffen" worden de woorden ", met inbegrip van maatregelen betreffende de bescherming van radiologische beveiligingsdocumenten," ingevoegd tussen de woorden "alle administratieve, organisatorische en technische maatregelen" en de woorden "met als doel";
  4° in de definitie van de "beveiligingsmaatregelen voor toestellen of installaties die ioniserende straling uitzenden die niet van radioactieve stoffen afkomstig is" worden de woorden ", met inbegrip van maatregelen betreffende de bescherming van radiologische beveiligingsdocumenten" ingevoegd tussen de woorden "alle administratieve, organisatorische en technische maatregelen" en de woorden "met als doel".

Art.3. In artikel 1bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 2 april 2003 en gewijzigd bij de wet van 30 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de inleidende zin worden de woorden ", de beveiligingsmaatregelen voor de radioactieve stoffen en de beveiligingsmaatregelen voor de toestellen of installaties die ioniserende straling uitzenden die niet van radioactieve stoffen afkomstig is," ingevoegd tussen de woorden "inzake de fysieke beveiligingsmaatregelen" en de woorden "verstaan onder:";
  2° de lijst van definities wordt aangevuld als volgt:
  "- Radiologisch beveiligingsdocument:
  elke geregistreerde informatie, ongeacht haar vorm, behandeling, juridische aard of fysische eigenschappen, die betrekking heeft op de beveiligingsmaatregelen voor de radioactieve stoffen, bedoeld in artikel 17quater of op de beveiligingsmaatregelen voor de toestellen of installaties die ioniserende straling uitzenden die niet van radioactieve stoffen afkomstig is, zoals bedoeld in artikel 17quinquies, op voorwaarde dat de ongeoorloofde toegang tot, bekendmaking van of oneigenlijk gebruik van dergelijke informatie kwaadwillige, criminele of terroristische schade aan personen, eigendommen of het milieu mogelijk of gemakkelijker zou maken omwille van het risico van blootstelling aan ioniserende straling of uitstoot van radioactieve stoffen en met uitzondering:
  a) van de geclassificeerde documenten overeenkomstig de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen;
  b) van de nucleaire documenten, zoals gedefinieerd onder het vierde streepje;
  c) van de documenten die tot stand kwamen in het kader van de in artikelen 17quater of 17quinquies bedoelde beveiligingsmaatregelen en die andere persoonsgegevens bevatten dan de naam en voornaam van een persoon of de vermelding van zijn toegangsvergunningen krachtens deze wet of de voormelde wet van 11 december 1998.".

Art.4. Artikel 17quater, eerste lid, 3°, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 13 december 2017, wordt aangevuld met de volgende zin:
  "Hij bepaalt welke van de beveiligingsmaatregelen voor de radioactieve stoffen betrekking hebben op de radiologische beveiligingsdocumenten, rekening houdend met de omvang van het risico dat ze inhouden. Hij bepaalt welke informatie altijd radiologische beveiligingsdocumenten zijn;".

Art.5. Artikel 17quinquies, 1°, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 13 december 2017, wordt aangevuld met de volgende zin:
  "Hij bepaalt welke van die maatregelen betrekking hebben op de radiologische beveiligingsdocumenten, rekening houdend met de omvang van het risico dat ze inhouden. Hij bepaalt welke informatie altijd radiologische beveiligingsdocumenten zijn;".

Art.6. In hoofdstuk III van dezelfde wet wordt het opschrift van afdeling 5, ingevoegd bij de wet van 26 januari 2014, vervangen als volgt:
  "Bevoegdheid inzake toezicht op kernmateriaal, radioactieve stoffen, alsook documenten of gegevens die er betrekking op hebben".

Art.7. In artikel 18bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 2 april 2003 en gewijzigd bij de wet van 30 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 2 worden de woorden "die over nucleaire documenten beschikt" vervangen door de woorden "die in overeenstemming met de wet en de regelgeving in het bezit is van nucleaire documenten";
  2° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 3 tot 5, luidende:
  " § 3. Onverminderd paragraaf 2 en voor zover nodig, kan een nucleair document of een geheel van nucleaire documenten in een derde land worden behandeld, beheerd of opgeslagen door een publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die onder de jurisdictie van dat land valt, indien de bevoegde overheden van dat land met de directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle ad-hocregelingen zijn overeengekomen die dit toestaan.
  In deze regelingen wordt verduidelijkt hoe dit nucleair document of dit geheel van nucleaire documenten, worden beschermd en hoe de naleving van deze beschermingsmaatregelen wordt gewaarborgd; hiertoe wordt rekening gehouden met de kenmerken van het nucleair document of het geheel van nucleaire documenten, alsook met de specificiteiten, vereisten en omstandigheden van de behandeling, het beheer of de opslag ervan.
  De minister die het toezicht uitoefent op het Agentschap geeft de directeur-generaal toestemming om met de bevoegde overheden van het betrokken land te onderhandelen over de beoogde ad-hocregelingen. Om over dergelijke regelingen overeenstemming te bereiken, houdt de directeur-generaal rekening met de risico's inzake de nucleaire non-proliferatie en de nucleaire beveiliging in het licht van het algemeen beleid van België.
  De toestemming met betrekking tot een geheel van nucleaire documenten kan desgevallend betrekking hebben op een serie van voorziene of te voorziene nucleaire documenten, op voorwaarde dat de kenmerken ervan of de specificiteiten, vereisten en omstandigheden van de behandeling, het beheer of de opslag ervan identiek zijn of grotendeels overeenkomen met deze die reeds onder de ad-hocregelingen vallen.
  Op voorstel van het Agentschap en rekening gehouden met de risico's inzake de nucleaire non-proliferatie en beveiliging, zal de Koning:
  1° de criteria vaststellen om te kunnen bepalen met de bevoegde overheden van welke landen dergelijke regelingen kunnen worden overeengekomen;
  2° na raadpleging van de overheid bevoegd voor de voorbereiding van het Belgische veiligheidsbeleid en het op België van toepassing zijnde internationale veiligheidsbeleid inzake veiligheidsverificaties, de lijst met de landen kunnen bepalen waarvan met de bevoegde overheden dergelijke ad-hocregelingen kunnen worden overeengekomen;
  3° kunnen specificeren over welke buitenlandse natuurlijke of rechtspersonen of welke categorieën van buitenlandse natuurlijke of rechtspersonen het gaat;
  4° de aard van de te beschermen informatie kunnen bepalen, alsook het beschermingsniveau en de controlemodaliteiten die deze regelingen moeten voorzien of toestaan.
  § 4. Elke persoon die radioactieve stoffen bewaart, gebruikt of vervoert mag deze niet, zonder de goedkeuring van het Agentschap, doorgeven aan andere personen dan deze die de bevoegdheid hebben om ze uit hoofde van hun functie te ontvangen.
  § 5. Elke persoon die in overeenstemming met de wet en de regelgeving in het bezit is van radiologische beveiligingsdocumenten mag deze, zonder de goedkeuring van het Agentschap, niet doorgeven aan andere personen dan deze die de bevoegdheid hebben om ze uit hoofde van hun functie te ontvangen.".

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten, veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst
Art.8. In artikel 8bis, § 2, van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten, veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst, ingevoegd bij de wet van 30 maart 2011 en gewijzigd bij de wet van 7 april 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "of de dienst die" ingevoegd tussen de woorden "zijn afgevaardigde, de verantwoordelijke voor het departement dat" en de woorden "bevoegd is voor de beveiliging";
  2° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Wanneer de toegang wordt gevraagd voor een persoon die niet in België woont, of er minder dan vijf jaar verblijft, kan de Koning de directeur-generaal of zijn afgevaardigde machtigen om bijkomende documenten aan te vragen met betrekking tot de betrouwbaarheid van de betrokken persoon, in het bijzonder wat betreft de risico's inzake nucleaire non-proliferatie en nucleaire beveiliging, indien deze laatste het noodzakelijk acht om zijn visie op de buitenlandse antecedenten van de betrokken persoon aan te vullen, en onder voorbehoud van eventuele protocolakkoorden tussen enerzijds de Belgische autoriteit die bevoegd is voor de voorbereiding van het op België van toepassing zijnde internationale veiligheidsbeleid inzake veiligheidsverificaties en anderzijds de bevoegde autoriteiten van het land waar de betrokkene gewoonlijk verblijft. Deze documenten tonen bij voorkeur aan dat de persoon toegang heeft of kan hebben, of recent toegang heeft gehad of recent toegang heeft kunnen hebben tot de nucleaire sector in het land waar de betrokkene gewoonlijk verblijft; bij gebrek hieraan kunnen documenten afgegeven door autoriteiten of personen van het land waar de betrokkene gewoonlijk verblijft, en waaruit de betrouwbaarheid of de eerbaarheid van de betrokken persoon blijkt, of stukken waaruit blijkt dat in het land waar de betrokkene gewoonlijk verblijft een verzoek om toegang tot de nucleaire sector is ingediend, worden voorgelegd. De Koning kan bepalen in welke gevallen de documenten worden opgevraagd, onder welke voorwaarden ze ontvankelijk zijn en op welke wijze ze moeten worden voorgelegd.".

Art.9. In artikel 8bis, § 3, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in het eerste lid worden de woorden "toegang hebben tot veiligheidszones, evenals tot kernmateriaal, en nucleaire documenten" vervangen door de woorden "toegang hebben tot veiligheidszones, kernmateriaal, of nucleaire documenten";
  b) in het eerste lid wordt het woord "tot" ingevoegd tussen de woorden "gemachtigd is toegang te hebben tot een kerninstallatie of" en de woorden "een nucleair vervoerbedrijf";
  c) in het eerste lid worden de woorden "bevindt en de documenten" vervangen door de woorden "bevindt of de documenten";
  d) het eerste lid wordt aangevuld met de woorden:
  "en wanneer de bevoegde overheden van het land waar hij gewoonlijk verblijft met de directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle ad-hocregelingen hebben getroffen met betrekking tot deze toegang of tot een geheel van toegangen. Deze regelingen hebben betrekking op de informatie die moet worden verstrekt over de persoon voor wie de toegang wordt gevraagd, met name de kenmerken van de toegang tot een kerninstallatie of tot een nucleair vervoerbedrijf die hem in zijn land werd verleend, de kenmerken van het bijbehorend attest en zijn behoefte aan kennis hierover of zijn behoefte aan toegang. De regelingen kunnen ook betrekking hebben op de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten waarvoor de toegang wordt gevraagd, alsook op de aanvullende beveiligingsmaatregelen. De ad-hocregelingen voor een geheel van toegangen kunnen desgevallend betrekking hebben op een serie voorziene of te voorziene toegangen voor dezelfde persoon of voor andere personen, op voorwaarde dat de kenmerken van hun voorgeschiedenis of de specificiteiten, vereisten en omstandigheden van de toegang identiek zijn of grotendeels overeenkomen met deze die reeds gedekt zijn door de ad-hocregelingen."
  e) het tweede lid wordt vervangen door drie leden, luidende:
  "De minister die de voogdij heeft over het Agentschap geeft de directeur-generaal de toestemming om met de bevoegde overheden van het betrokken land te onderhandelen over de beoogde ad-hocregelingen.
  Om over dergelijke regelingen overeenstemming te bereiken, houdt de directeur-generaal rekening met de risico's inzake nucleaire non-proliferatie en nucleaire beveiliging in het licht van het algemeen beleid van België.
  Op voorstel van het Agentschap en rekening gehouden met de risico's inzake de nucleaire non-proliferatie en nucleaire beveiliging, zal de Koning:
  1° de criteria vaststellen waardoor kan worden bepaald met de bevoegde overheden van welke landen dergelijke regelingen kunnen worden overeengekomen;
  2° na raadpleging van de overheid bevoegd voor de voorbereiding van het Belgische veiligheidsbeleid en het op België van toepassing zijnde internationale veiligheidsbeleid inzake veiligheidsverificaties, de lijst met landen kunnen bepalen waarvan met de bevoegde overheden dergelijke ad-hocregelingen kunnen worden overeengekomen;
  3° de procedure bepalen waardoor de in deze paragraaf bedoelde personen toegang kunnen krijgen tot het kernmateriaal, de veiligheidszones of tot de nucleaire documenten."

Art.10. In artikel 8bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 maart 2011, wordt een paragraaf 4bis ingevoegd, luidende:
  " § 4bis. In afwijking van de paragrafen 1 en 2, kan de directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle of zijn afgevaardigde, de verantwoordelijke van het departement of de dienst bevoegd voor de beveiliging, voor bezoeken van protocollaire aard en voor een periode van zes uur of minder, een punctuele en occasionele toegang tot de veiligheidszones van een nucleaire installatie of een nucleair vervoerbedrijf verlenen aan een persoon die geen houder is van de in paragraaf 1 bedoelde machtiging, noch van een in paragraaf 2 bedoeld veiligheidsattest, op voorwaarde dat de exploitant van de nucleaire installatie of het nucleair vervoerbedrijf de aanvraag voor de toegangsvergunning voor een bezoek van protocollaire aard motiveert en aan de directeur-generaal of zijn afgevaardigde, zijn risicoanalyse voor een dergelijke toegang en de door hem voorziene specifieke beschermingsmaatregelen meedeelt.
  De Koning bepaalt de regels en de procedure waardoor de in deze paragraaf bedoelde personen toegang kan worden verleend tot de veiligheidszones.".

Art.11. In artikel 8bis, § 5, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 maart 2011, worden de woorden "in §§ 2 tot 4 vermelde gevallen" vervangen door de woorden "in de paragrafen 2 tot 4bis vermelde gevallen".

Art.12. Artikel 12 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 7 april 2023, wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Onverminderd het voorgaande is deze wet tevens van toepassing op personen voor wie de toegang tot plaatsen, functies, verrichtingen of informatie onderworpen is aan het bezit van een veiligheidsattest bedoeld in artikel 22bis, derde lid, voor redenen die verband houden met de nucleaire non-proliferatie of de nucleaire beveiliging, of met de radiologische beveiliging.".

Art.13. Artikel 22bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 3 mei 2005 en gewijzigd bij de wet van 7 april 2023, wordt aangevuld door een lid, luidende:
  "Onverminderd artikel 8bis, § 2, kan de Koning, op voorstel van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, de directeur-generaal van het Agentschap of zijn afgevaardigde, de verantwoordelijke van het departement dat of de dienst die bevoegd is voor de nucleaire beveiliging, machtigen om een veiligheidsattest af te leveren dat de volgende toegangen mogelijk maakt, en waarvoor Hij de categorieën van de betrokken personen, de nadere regels van de toekenningsprocedure, alsook de geldigheidsduur bepaalt:
  1° de toegang tot plaatsen die, zonder reeds een veiligheidszone te vormen of daartoe te behoren, na de beëindiging van de daar uit te voeren werken, bestemd zijn om een dergelijke zone te vormen of daartoe te behoren. Deze plaatsen, waarvoor de Koning de aanwijzingscriteria bepaalt, maken deel uit van een nucleaire installatie, hetzij als ze zich tussen de externe perimeter en de interne perimeter bevinden indien de installatie een interne perimeter heeft, hetzij als ze zich buiten de huidige externe perimeter van de installatie, maar grenzend aan of in de onmiddellijke nabijheid van de externe perimeter bevinden, met uitzondering van de openbare weg. De woorden "nucleaire installatie" en "veiligheidszone" moeten worden verstaan in de zin van artikel 1bis van de voormelde wet van 15 april 1994. De woorden "externe perimeter" en "interne perimeter" moeten worden verstaan in de zin van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de categorisering van het kernmateriaal en de definiëring van veiligheidszones in de nucleaire installaties en de nucleaire vervoerbedrijven. Het attest dat krachtens deze bepaling wordt afgegeven voor een specifieke toegang is ook geldig voor toegangen tot andere plaatsen die onder dezelfde bepaling vallen;
  2° de toegang tot de inrichtingen, plaatsen, stoffen, toestellen, informatie, functies of verrichtingen die de Koning bepaalt en die het voorwerp uitmaken van beveiligingsmaatregelen voor radioactieve stoffen in de zin van artikel 1 van de voormelde wet van 15 april 1994 of van beveiligingsmaatregelen voor toestellen of installaties die ioniserende straling uitzenden die niet van radioactieve stoffen afkomstig is, in de zin van hetzelfde artikel. Het attest dat krachtens deze bepaling wordt afgegeven voor een specifieke toegang is ook geldig voor andere toegangen die onder dezelfde bepaling vallen;
  3° de toegang in het buitenland tot nucleaire gebouwen of sites waarvoor de Koning de aanwijzingscriteria kan bepalen en waarvan de toegang onderworpen is aan een vorm van procedure die betrekking heeft op de officiële beoordeling van de discretie, loyaliteit en integriteit, zonder evenwel voorbehouden te zijn tot de houders van een veiligheidsmachtiging.".

HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 14. Deze wet treedt in werking de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.