Details





Titel:

23 NOVEMBER 2023. - Wet teneinde het Rekenhof de bevoegdheid te verlenen om de rekeningen van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de dotatiegerechtigde instellingen te controleren en die instellingen bij te staan bij de opmaak van de begrotingen



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991009963  1998007272  2014200333 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art.2. Het Rekenhof controleert jaarlijks de rekeningen van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de dotatiegerechtigde instellingen die met haar verbonden zijn, en stelt hierover een verslag op. Deze controle strekt ertoe de regelmatigheid en de wettelijkheid van de uitgaven en de ontvangsten van de Kamer en de dotatiegerechtigde instellingen die met haar verbonden zijn na te gaan.

Art.3. De controle wordt uitgevoerd op basis van stukken, met inbegrip van de documenten houdende de beslissingen tot staving van de ontvangsten en uitgaven.

Art.4. De Kamer van volksvertegenwoordigers bezorgt het Rekenhof uiterlijk op 31 mei van het jaar x+1 een ontwerp van de rekeningen van het jaar x. Het Rekenhof deelt zijn verslag over de controle op de rekeningen uiterlijk op 30 september van het jaar x+1 mee aan de Kamer van volksvertegenwoordigers. Dotatiegerechtigde instellingen bezorgen het Rekenhof uiterlijk op 31 mei van het jaar x+1 een ontwerp van hun rekeningen van het jaar x.
  De rekeningen van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de dotatiegerechtigde instellingen die met haar zijn verbonden, die voor de eerste maal vallen onder de jaarlijkse controlebevoegdheid van het Rekenhof voor hun respectieve rekeningen, betreffen deze van het boekjaar 2023.

Art.5. Het Rekenhof kan zich te allen tijde alle documenten en inlichtingen, van welke aard ook, die het nodig acht om zijn opdrachten te kunnen vervullen, doen verstrekken. Het Rekenhof kan een controle ter plaatse organiseren.

Art.6. Het Rekenhof adviseert de Kamer van volksvertegenwoordigers aangaande de opmaak van de ontwerpbegroting van de Kamer.

Art.7. De Kamer van volksvertegenwoordigers kan het Rekenhof de opdracht geven om een audit over het beheer van de Kamer uit te voeren. Dit verzoek wordt schriftelijk geformuleerd ter attentie van de Eerste voorzitter van het Rekenhof.

Art.8. In artikel 43/1, § 1, van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 maart 2017, wordt het tweede lid vervangen als volgt:
  "Voor de financiering van de werking van de commissie wordt een dotatie uitgetrokken op de algemene uitgavenbegroting van de Staat.
  De commissie stelt jaarlijks een ontwerp van begroting op voor zijn werking. Bijgestaan door het Rekenhof, onderzoekt de Kamer van volksvertegenwoordigers de gedetailleerde begrotingsvoorstellen van de commissie, zij keurt ze goed en zij controleert de uitvoering van zijn begroting. Zij onderzoekt ze en keurt daarenboven de gedetailleerde rekeningen goed.
  De commissie hanteert voor zijn begroting en rekeningen een schema dat vergelijkbaar is met het schema van de begroting en rekeningen van de Kamer van volksvertegenwoordigers."

Art.9. In artikel 259bis22 van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 18 juni 2009, wordt paragraaf 2 vervangen als volgt:
  " § 2. Voor de financiering van de werking van de Hoge Raad wordt een dotatie uitgetrokken op de algemene uitgavenbegroting van de Staat.
  De Hoge Raad stelt jaarlijks een ontwerp van begroting op voor zijn werking. Bijgestaan door het Rekenhof, onderzoekt de Kamer van volksvertegenwoordigers de gedetailleerde begrotingsvoorstellen van de Hoge Raad, zij keurt ze goed en zij controleert de uitvoering van zijn begroting. Zij onderzoekt ze en keurt daarenboven de gedetailleerde rekeningen goed.
  De Hoge Raad hanteert voor zijn begroting en rekeningen een schema dat vergelijkbaar is met het schema van de begroting en rekeningen van de Kamer van volksvertegenwoordigers."

Art.10. Artikel 57 van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, gewijzigd bij de wet van 3 mei 2003, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 57. Voor de financiering van de werking van de Vaste Comités wordt een dotatie uitgetrokken op de algemene uitgavenbegroting van de Staat.
  De Vaste Comités stellen jaarlijks een ontwerp van begroting op voor hun werking. Bijgestaan door het Rekenhof, onderzoekt de Kamer van volksvertegenwoordigers de gedetailleerde begrotingsvoorstellen van de Vaste Comités, zij keurt ze goed en zij controleert de uitvoering van hun begroting. Zij onderzoekt ze en keurt daarenboven de gedetailleerde rekeningen goed.
  De Vaste Comités hanteren voor hun begroting en rekeningen een schema dat vergelijkbaar is met het schema van de begroting en rekeningen van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
  De voorzitters, de leden en de griffiers van de Vaste Comités, alsmede de directeur-generaal van de Dienst Enquêtes P en het hoofd van de Dienst Enquêtes I, genieten portvrijdom voor dienstzaken."

Art.11. In artikel 3 van de wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie en houdende de Deontologische Code voor de openbare mandatarissen wordt het derde lid vervangen als volgt:
  "Voor de financiering van de werking van de Commissie wordt een dotatie uitgetrokken op de algemene uitgavenbegroting van de Staat.
  De Commissie stelt jaarlijks een ontwerp van begroting op voor zijn werking. Bijgestaan door het Rekenhof, onderzoekt de Kamer van volksvertegenwoordigers de gedetailleerde begrotingsvoorstellen van de Commissie, zij keurt ze goed en zij controleert de uitvoering van zijn begroting. Zij onderzoekt ze en keurt daarenboven de gedetailleerde rekeningen goed.
  De Commissie hanteert voor haar begroting en rekeningen een schema dat vergelijkbaar is met het schema van de begroting en rekeningen van de Kamer van volksvertegenwoordigers."

Art. 12. Deze wet treedt in werking op 1 januari 2024.