19 MAART 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit van 4 mei 2018 tot vastlegging van de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes brandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 4 mei 2018 tot vastlegging van de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes brandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "tot en met 31 maart 2020" worden ingevoegd tussen de woorden "vanaf 1 januari 2020" en "verhoogd tot 8,5 %";
2° twee leden worden toegevoegd, luidende:
"Het bijmengingvolume bedoeld in artikel 7, § 1, van de wet van 17 juli 2013, wordt vanaf 1 april 2020 tot en met 31 december 2020 verhoogd tot 9,9 % duurzame biobrandstoffen, uitgedrukt in energetische waarde op de hoeveelheid duurzame biobrandstoffen gemengd in fossiele brandstoffen die jaarlijks tot verbruik uitgeslagen worden.
Het bijmengingvolume bedoeld in artikel 7, § 1, van de wet van 17 juli 2013, wordt vanaf 1 januari 2021 verhoogd tot 9,55 % duurzame biobrandstoffen, uitgedrukt in energetische waarde op de hoeveelheid duurzame biobrandstoffen gemengd in fossiele brandstoffen die jaarlijks tot verbruik uitgeslagen worden.".
Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, eerste zin, worden de woorden "van 8,5 %" vervangen door de woorden "dat vastgelegd wordt in artikel 3";
2° in het tweede lid, eerste zin, worden de woorden "van 8,5 %" vervangen door de woorden "dat vastgelegd wordt in artikel 3".
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2020.
Art. 4. De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.