18 JUNI 2020. - Besluit van bijzondere machten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie n° 2020/006 tot het organiseren van het gezondheidskundig contactonderzoek in het kader van de strijd tegen de COVID-19-pandemie (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij ORD2020-12-04/06, art. 6)
Art. 1-15
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° Diensten van het Verenigd College: de diensten zoals gedefinieerd in artikel 2, 1° van de ordonnantie van 21 november 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;
2° ordonnantie: de ordonnantie van e Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 19 juli 2007 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid;
3° AVG: de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);
4° collectiviteit: een school, een werkplek, een asielcentrum, een gevangenis, een zorg- en huisvestingscentrum, een instelling voor gehandicapten, een crèche, een revalidatiecentrum, een psychiatrisch ziekenhuis, enz .;
5° databank: de databank zoals bedoeld in het koninklijk besluit nr. 18 van 4 mei 2020 tot oprichting van een databank bij Sciensano in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19.
Art.3. Een contactcenter wordt georganiseerd bij de Diensten van het Verenigd College, met als opdracht het zoeken naar en contact opnemen met mensen die besmet zijn of vermoedelijk besmet zijn met het COVID-19-coronavirus, evenals de mensen met wie ze in contact zijn gekomen, binnen de grenzen en onder de voorwaarden voorzien in dit besluit. Het contactcentrum staat onder leiding en toezicht van de geneesheer-gezondheidsinspecteur of de personen die hem vervangen en die daartoe zijn erkend met toepassing van artikel 14, § 2, derde lid, van de ordonnantie.
Art.4. § 1. Het contactcenter bestaat uit :
1° de geneesheer-gezondheidsinspecteur;
2° de afgevaardigde geneesheren, erkend door het Verenigd College overeenkomstig artikel 14, § 2, laatste lid van de verordening, die niet noodzakelijk personeelsleden van de Diensten van het Verenigd College of van Iriscare zijn;
3° personeelsleden van de Diensten van het Verenigd College of van Iriscare, toegewezen aan de opdracht van het contactcenter;
4° externe dienstverleners aangewezen door de het Verenigd College.
§ 2. Alleen leden van het contactcenter die specifiek gemachtigd zijn om toegang te hebben tot de databank, hebben toegang tot de gegevens en zijn gemachtigd om deze te verwerken in overeenstemming met de doeleinden waarvoor ze zijn verzameld.
Het is hen verboden deze gegevens te verspreiden of voor enig ander doel te gebruiken.
Art.5. § 1. Het contactcenter verzamelt en verwerkt persoonsgegevens om de volgende personen op te sporen en contact met hen op te nemen:
1° personen bij wie een arts een infectie van het coronavirus COVID-19 vermoedt;
2° personen die een medische test hebben ondergaan die een infectie met het coronavirus COVID-19 onthult.
Deze gegevens worden verzameld in de databank.
Het contactcenter verwijdert onmiddellijk de persoonsgegevens wanneer de resultaten van een latere medische test negatief blijken te zijn.
§ 2. Het contactcenter verzamelt en verwerkt de persoonsgegevens van de in paragraaf 1 bedoelde personen om:
1° de personen waarmee zij in contact zijn gekomen in de twee dagen voorafgaand aan het optreden van de door hen gemelde symptomen, de datum van de raadpleging of de in paragraaf 1 bedoelde test, alsook in de volgende dagen, op te sporen en individueel te contacteren, en hen, elektronisch, per post of per telefoon, adequate aanbevelingen te verstrekken op basis van de informatie die deze mensen meedelen;
2° de collectiviteiten te bepalen en te contacteren waarmee ze in contact zijn gekomen, zodat ze nuttige preventieve of screeningsmaatregelen kunnen nemen.
Deze gegevens worden verzameld in de databank, bij de in paragraaf 1 genoemde personen of rechtstreeks bij de personen of collectiviteiten waarmee zij in contact zijn gekomen.
Art.6. § 1. Wanneer het contactcenter persoonsgegevens verzamelt en verwerkt voor het doel bedoeld in artikel 5, § 1, verzamelt en verwerkt het de volgende persoonsgegevens:
1° het identificatienummer bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2° van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
2° de achternaam en voornaam;
3° het geslacht;
4° de geboortedatum en, indien van toepassing, de datum van overlijden;
5° het adres;
6° het type, de datum, het nummer van het monster en het resultaat van de test of de vermoedelijke diagnose bij afwezigheid van een test;
7° het RIZIV-nummer van de testvoorschrijver;
8° de contactgegevens (telefoonnummers) van de betrokkenen persoon en van de te contacteren persoon in geval van nood;
9° de collectiviteit waarvan de betrokkenen persoon deel uitmaakt;
10° het al dan niet uitoefenen van het beroep van zorgverlener;
11° de gewenste communicatietalen.
§ 2. Bij het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens voor het doel bedoeld in artikel 5, § 2, verzamelt en verwerkt het contactcenter de volgende persoonsgegevens van de personen met wie de geïnfecteerde of vermoedelijk geïnfecteerde persoon is in contact gekomen:
1° het identificatienummer bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2° van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
2° de achternaam en voornaam;
3° geslacht;
4° in voorkomend geval, de datum van overlijden;
5° het adres;
6° het telefoonnummer;
7° het besmettingsrisico;
8° de link tussen de patiënt en de mensen met wie hij contact had.
Art.7. De contactname, in overeenstemming met artikel 5, gebeurt individueel, telefonisch, elektronisch of thuis als telefonische of elektronische contacten niet succesvol zijn.
Voor zover een besmette of vermoedelijk besmette persoon in contact is gekomen met mensen uit een collectiviteit, neemt het contactcenter contact op met de verwijzende arts of, bij gebrek daaraan, met de administratief verantwoordelijke van deze collectiviteit.
Art.8. Het contactcenter communiceert de in artikel 6, § 2, bedoelde persoonsgegevens aan de databank om doelstellingen te vervullen vermeld in artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit nr. 18 van 4 mei 2020 tot oprichting van een databank bij Sciensano in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19.
Art.9. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens door het contactcenter.
Als de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie een of meer externe dienstverleners inschakelt, sluit ze met elk van hen een verwerkingsovereenkomst af, in toepassing van artikel 28 van de AVG.
Art.10. Tenzij anders bepaald, worden de persoonsgegevens verzameld en verwerkt in toepassing van dit besluit, uiterlijk vijf dagen na de publicatie van het besluit van het Verenigd College waarin het einde van de epidemie van het coronavirus COVID-19 wordt vastgesteld, zonder dat deze periode de bewaartermijn overschrijdt die van toepassing is op de gegevens die zijn ingevoerd in de databank.
Art.11. Het Verenigd College ontbindt het in artikel 3 bedoelde contactcentrum uiterlijk vijf dagen na de publicatie van het besluit van het Verenigd College waarbij het einde van de epidemie van het coronavirus COVID-19 wordt vastgesteld
Bij ontstentenis, wordt het op deze datum van rechtswege ontbonden.
Art.12. De personen bedoeld in artikel 4, § 1, 1° et 2° kunnen symptomatische en asymptomatische personen met een hoog risico verbieden fysiek contact met andere personen te hebben, zolang zij een bijzonder gevaar voor de volksgezondheid vormen.
De maatregelen bedoeld in het voorgaande lid kunnen door de in artikel 4, § 1 bedoelde personen elektronisch, per post of per telefoon aan de betrokkenen personen worden meegedeeld.
De voorgaande leden houden op uitwerking te hebben op de datum van publicatie van het besluit van het Verenigd College waarin het einde van de epidemie van het coronavirus COVID-19 wordt vastgesteld.
Art.13. De sancties bedoeld in artikel 15 van de verordening zijn op dit besluit van toepassing.
Art.14. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 4 mei 2020, uitgezonderd artikel 12 dat in werking treedt op de datum van haar bekendmaking in Belgisch Staatsblad.
Art. 15. De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Gezondheid en Welzijn zijn belast met de uitvoering van dit besluit.