Details





Titel:

3 APRIL 2019. - Wet betreffende de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-04-2019 en tekstbijwerking tot 29-12-2020)



Inhoudstafel:

TITEL I. - Algemene bepaling
Art. 1
TITEL 2.
HOOFDSTUK 1.
Art. 2-5
HOOFDSTUK 2.
Art. 6-7
TITEL 3. - Energie
ENIG HOOFDSTUK. - Wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen betreffende Interconnector (UK) Limited
Art. 8
TITEL 4.
ENIG HOOFDSTUK.
Art. 9
TITEL 5.
HOOFDSTUK 1.
Art. 10-14
HOOFDSTUK 2.
Art. 15-16
TITEL 6. - Financiën
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, en terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie
Art. 17-20
HOOFDSTUK 2.
Art. 21-27
TITEL 7. - Economie
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen
Art. 28-32
HOOFDSTUK 2. - Overgangsbepalingen
Art. 33
TITEL 8. - Justitie
ENIG HOOFDSTUK. - Behoud van op basis van vestiging verworven rechten van advocaten
Art. 34-35
TITEL 9.
HOOFDSTUK 1.
Art. 36
HOOFDSTUK 2.
Art. 37-38
TITEL 10.
ENIG HOOFDSTUK.
Art. 39-40
TITEL 11. - Fiscaliteit
Art. 41-45
TITEL 12. - Inwerkingtreding
Art. 46



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1965041214  1977071850  1980121550  1989000145  2000012029  2002000334  2014011239  2016003373  2017031388 



Uitvoeringsbesluit(en):

2020016465  2020044610 



Artikels:

TITEL I. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL 2.   
HOOFDSTUK 1.   
Art.2.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.3.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.4.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.5.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

HOOFDSTUK 2.   
Art.6.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.7.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

TITEL 3. - Energie
ENIG HOOFDSTUK. - Wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen betreffende Interconnector (UK) Limited
Art.8. In de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, laatstelijk gewijzigd door de wet van 31 juli 2017, wordt een artikel 25bis ingevoegd, luidende :
  "Art. 25bis. Onder voorbehoud van andersluidende bepalingen opgenomen in een verdrag afgesloten tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk of in een verdrag afgesloten tussen België en het Verenigd Koninkrijk, zijn de bepalingen van hoofdstuk III, afdeling 2, artikel 15/5bis, § 15, artikel 15/5undecies, § 3, hoofdstuk IVsexies en hoofdstuk IVsepties van deze wet op Interconnector (UK) Limited van toepassing vanaf de inwerkingtreding van titel 3 van de wet van 3 april 2019 betreffende de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.".

TITEL 4.   
ENIG HOOFDSTUK.   
Art.9.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

TITEL 5.   
HOOFDSTUK 1.   
Art.10.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.11.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.12.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.13.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.14.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

HOOFDSTUK 2.   
Art.15.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.16.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

TITEL 6. - Financiën
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, en terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie
Art.17. In artikel 14 van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, vervangen bij de wet van 21 november 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) de zin "De beleggingsondernemingen die ressorteren onder het recht van een derde land en die in hun land van herkomst daadwerkelijk beleggingsdiensten verlenen, mogen zonder vestiging enkel aan volgende beleggers deze diensten in België aanbieden of verlenen :" wordt vervangen als volgt : "Beleggingsondernemingen die ressorteren onder het recht van een derde land en in hun land van herkomst daadwerkelijk beleggingsdiensten verlenen dan wel beleggingsactiviteiten verrichten, mogen deze diensten of activiteiten in België, zonder er gevestigd te zijn, enkel aanbieden of verlenen aan, dan wel verrichten voor de volgende beleggers :";
  b) in het 3° worden de woorden "voor wat betreft de in België aangeboden of verleende beleggingsdiensten" vervangen door de woorden "wat betreft de in België aangeboden of verleende beleggingsdiensten, dan wel verrichte beleggingsactiviteiten";
  2° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) in het eerste lid worden de woorden "met opgave van de voorgenomen beleggingsdiensten die ze voornemens zijn te verrichten, alsook van de categorieën van beleggers aan wie ze voornemens zijn deze diensten te verlenen" vervangen door de woorden "met opgave van de beleggingsdiensten of beleggingsactiviteiten die ze voornemens zijn te verlenen of te verrichten, alsook van de categorieën van beleggers voor wie deze diensten of activiteiten bestemd zijn";
  b) in het tweede lid worden de woorden "het verlenen van beleggingsdiensten in België" vervangen door de woorden "het verlenen van beleggingsdiensten of verrichten van beleggingsactiviteiten in België";
  3° in paragraaf 3 worden de woorden "die in België de diensten verlenen bedoeld in artikel 2, 1°, van deze wet" vervangen door de woorden "die in België de beleggingsdiensten verlenen of de beleggingsactiviteiten verrichten als bedoeld in artikel 2, 1°, van deze wet.".

Art.18. In artikel 14/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 november 2017, wordt paragraaf 2 aangevuld met drie leden, luidende :
  "De Koning kan, op advies van de FSMA, de wettelijke en reglementaire bepalingen als bedoeld in het eerste lid, aanvullen met bepalingen die van toepassing zijn op de beleggingsondernemingen die ressorteren onder het recht van een derde land, die Hij noodzakelijk acht voor het beschermen van de belangen van de beleggers en voor het vrijwaren van de goede werking, de integriteit en de transparantie van de financiële markten.
  Hij kan, inzonderheid, regels vastleggen voor de bewaring van gegevens en de kennisgeving van transacties die de beleggingsondernemingen die ressorteren onder het recht van derde landen als bedoeld in artikel 14 moeten naleven als zij beleggingsdiensten verlenen die bestaan uit het uitvoeren van orders en als die diensten betrekking hebben op :
  a) financiële instrumenten die tot de handel zijn toegelaten of worden verhandeld op een handelsplatform in de zin van Richtlijn 2014/65/EU of waarvoor een verzoek om toelating tot de handel is gedaan;
  b) financiële instrumenten waarvan de onderliggende waarde een financieel instrument is dat wordt verhandeld op een handelsplatform in de zin van Richtlijn 2014/65/EU;
  c) financiële instrumenten waarvan de onderliggende waarde een index of mand is die is samengesteld uit financiële instrumenten die worden verhandeld op een handelsplatform in de zin van Richtlijn 2014/65/EU.
  Voor de toepassing van de het tweede en het derde lid houdt de Koning inzonderheid rekening met de bepalingen van Verordening (EU) nr. 600/2014 van 15 mei 2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012, of andere Europeesrechtelijke teksten ter zake.".

Art.19. De Koning kan, op advies van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, regels bepalen met betrekking tot de exploitatie in België van een gereglementeerde markt, een MTF of een OTF in de zin van Richtlijn 2014/65/EU van 15 mei 2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU, door een onderneming uit een derde land.

Art.20.De Koning kan, op advies van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten en de Nationale Bank van België, dienstige maatregelen nemen voor de goede uitvoering van de overeenkomsten die waren gesloten vóór het verlies van de erkenning, in België, van de vergunningen, registraties, inschrijvingen, en, meer algemeen, van elke vorm van toestemming van in de financiële sector actieve ondernemingen of personen, in het bijzonder van zij die de hoedanigheid hebben van kredietinstelling, beleggingsonderneming, verzekerings- of herverzekeringsonderneming, betalingsinstelling, instelling voor elektronisch geld, kredietgever, instelling voor collectieve belegging, beheersvennootschap van instellingen voor collectieve belegging, beheerder van alternatieve instellingen voor collectieve belegging, verzekerings - en herverzekeringstussenpersoon of kredietbemiddelaar en die onder het recht van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland of van Gibraltar ressorteren.
  Met het oog op de uitvoering van de overeenkomsten die gesloten zijn voorafgaand aan het vertrek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie, kunnen de in het eerste lid bedoelde maatregelen onder meer bestaan in het verlenen van de voor de ondernemingen die ressorteren onder het recht van niet-lidstaat van de Unie vereiste toestemmingen, of in de toekenning van een gelijkstelling met de overeenkomstig het Unierecht bestaande regeling inzake wederzijdse erkenning.
  [1 De Koning kan eveneens, op advies van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten en de Nationale Bank van België, maatregelen nemen om in België tijdelijk toe te staan dat activiteiten worden uitgeoefend en/of diensten worden aangeboden en verstrekt door in het eerste lid bedoelde personen of ondernemingen die actief zijn in de financiële sector en die onder het recht van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland of van Gibraltar ressorteren, en die, op de laatste dag van de overgangsperiode ingesteld door het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, nog geen vergunning, registratie, inschrijving, noch meer algemeen, enige andere in België vereiste toestemming hebben gekregen om een dergelijke activiteit uit te oefenen en/of dergelijke diensten aan te bieden en te verstrekken. Deze maatregelen zijn evenwel uitsluitend bestemd voor personen of ondernemingen die, in hun staat van herkomst, beschikken over alle vereiste toestemmingen voor de activiteiten en/of diensten die zij voornemens zijn in België uit te oefenen of aan te bieden en te verstrekken, en mogen enkel worden toegepast mits deze activiteiten en/of diensten in België niet bestemd zijn voor consumenten, en mits zij worden uitgeoefend en/of aangeboden en verstrekt nadat de voormelde personen of ondernemingen, voor zichzelf of voor een daartoe op te richten vennootschap naar Belgisch recht, in België de vereiste toestemming hebben gevraagd voor de uitoefening van dergelijke activiteiten en/of de aanbieding of het verstrekken van dergelijke diensten op het Belgische grondgebied.
   Personen of ondernemingen die een beroep doen op deze maatregelen die de Koning neemt conform het derde lid, zijn onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen, inclusief de gedragsregels, die van toepassing zijn in België op de betrokken activiteiten of diensten. De Koning preciseert de regels, rekening houdend met het soort activiteit en/of dienst, alsook het geldende toezicht.
   De Koning stelt tevens de termijn vast van maximum 12 maanden gedurende welke dergelijke maatregelen van toepassing zijn, alsook de voorwaarden waaraan de voormelde aanvragen om toestemming moeten voldoen. Bij deze aanvragen moet ten minste een volledig dossier worden gevoegd waaruit blijkt dat voldaan is of eerstdaags zal worden aan de voorwaarden voor het verlenen van de toestemming. De maatregelen die de Koning treft conform het derde lid, vervallen van rechtswege ingeval de gevraagde toestemming geweigerd wordt.]1
  ----------
  (1)<W 2020-12-20/05, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

HOOFDSTUK 2.   
Art.21.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.22.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.23.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.24.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.25.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.26.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.27.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

TITEL 7. - Economie
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen
Art.28. In artikel 5 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, laatstelijk gewijzigd door de wet van 6 december 2018, wordt de volgende wijziging aangebracht :
  1° er wordt een bepaling onder 21° /9 ingevoegd, luidende :
  "21° /9 "gevolmachtigde onderschrijver" : de verzekeringstussenpersoon die, als lasthebber van één of meer verzekeringsondernemingen, bevoegd is om de dekking van risico's te accepteren, in naam en voor rekening van die verzekeringsondernemingen, en verzekeringsovereenkomsten te sluiten en te beheren;".

Art.29. In artikel 259 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 6 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1 wordt het vierde lid vervangen als volgt :
  "Het door de FSMA bijgehouden register van de verzekerings- en nevenverzekeringstussenpersonen wordt onderverdeeld in de volgende categorieën : "verzekeringsmakelaars", "verzekeringsagenten", "verzekeringssubagenten", "neven-verzekeringstussenpersonen" en "gevolmachtigde onderschrijvers";
  2° er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende :
  " § 1/1. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 271 mag een verzekeringstussenpersoon zijn activiteiten slechts uitoefenen als hij in de desbetreffende categorie van het register van de verzekeringstussenpersonen is ingeschreven.".

Art.30. Artikel 263 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 6 december 2018, wordt vervangen als volgt :
  "Art. 263. Voor de in dit deel bedoelde werkzaamheden, mag niemand de titel dragen van verzekeringsmakelaar, verzekeringsagent, verzekeringssubagent, herverzekeringsmakelaar, herverzekeringsagent, herverzekeringssubagent of gevolmachtigde onderschrijver, of van makelaar, agent, subagent of onderschrijver, met verwijzing naar de activiteit van verzekeringen, herverzekeringen, verzekerings- of herverzekeringsdistributie, tenzij hij in de desbetreffende categorie van het register van de verzekeringstussenpersonen of het register van de herverzekeringstussenpersonen is ingeschreven.".

Art.31. In afdeling 2, hoofdstuk 3, deel 6 van dezelfde wet wordt een artikel 267/1 ingevoegd, luidende :
  "Art. 267/1. De verzekeringstussenpersonen die de activiteit van gevolmachtigde onderschrijver uitoefenen,
  1° beschikken over een passende organisatie die is afgestemd op de aard, de omvang en de complexiteit van de uitgeoefende activiteiten, alsook op de eraan verbonden risico's, met het oog op de naleving van de bepalingen van deze wet. De Koning kan de nadere regels voor de invulling van de vereiste van passende organisatie bepalen;
  2° vermelden op hun website of, bij gebreke daaraan, verstrekken op duurzame drager op verzoek van hun klanten, de naam van alle verzekeringsondernemingen die hun een mandaat hebben verleend, alsook de verzekeringstakken waarvoor ieder mandaat werd verleend;
  3° vermelden op iedere verzekeringspolis de naam van de verzekeringsonderneming of verzekeringsondernemingen in wiens naam en voor wiens rekening de polis werd afgesloten door de gevolmachtigde onderschrijver;
  4° moeten eveneens voldoen aan de bepalingen van deze afdeling die van toepassing zijn op de verzekeringsmakelaars.".

Art.32. Artikel 266, 6°, van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "De tussenpersoon mag, wat zijn activiteit van verzekeringsdistributie in België betreft, slechts handelen met gevolmachtigde onderschrijvers die voor deze activiteit zijn ingeschreven of toegelaten zijn om deze activiteiten in België uit te oefenen in toepassing van artikel 271;".

HOOFDSTUK 2. - Overgangsbepalingen
Art.33. De personen die, op de datum van inwerkingtreding van deze titel, ingeschreven zijn in het register van de verzekeringstussenpersonen overeenkomstig artikel 259, § 1, eerste lid, van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, en de activiteit van gevolmachtigde onderschrijver uitoefenen,
  1° stellen, binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze titel, de FSMA ervan in kennis dat zij deze activiteit uitoefenen, op de wijze en volgens de nadere regels die de FSMA bepaalt. Zij zijn dan voorlopig gemachtigd om de activiteit van gevolmachtigd onderschrijver te blijven uitoefenen; en
  2° dienen, binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze titel, een aanvraag in tot inschrijving in het register van de verzekeringstussenpersonen in de categorie van gevolmachtigde onderschrijvers, op de wijze en volgens de modaliteiten die de FSMA bepaalt. Uit dit aanvraagdossier blijkt dat de betrokken persoon beantwoordt aan de bepalingen van artikel 267/1 van de wet van 4 april 2014.
  Indien geen dossier wordt ingediend bij de FSMA binnen deze termijn, of als de inschrijvingsaanvraag wordt geweigerd, mag deze persoon de activiteit van gevolmachtigd onderschrijver niet meer uitoefenen.

TITEL 8. - Justitie
ENIG HOOFDSTUK. - Behoud van op basis van vestiging verworven rechten van advocaten
Art.34. De uiterlijk op de dag voor de datum van inwerkingtreding van deze wet op basis van vestiging verworven rechten van advocaten blijven, op voorwaarde van wederkerigheid, behouden na de inwerkingtreding van deze wet.

Art.35.Deze titel treedt buiten werking op [1 31 december 2022]1.
  De Koning kan ook, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, voorzien in een vroegere datum waarop deze titel ophoudt van kracht te zijn.
  De Koning wordt gemachtigd om, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de noodzakelijke maatregelen ter uitvoering van deze titel te nemen en, desgevallend, de werkingssfeer van deze titel aan te passen.
  De besluiten die genomen worden ter uitvoering van het vorige lid houden op uitwerking te hebben op het einde van de zesde maand na de datum van inwerkingtreding indien ze bij het verstrijken van die termijn niet bij wet bekrachtigd zijn.
  ----------
  (1)<W 2020-12-20/05, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

TITEL 9.   
HOOFDSTUK 1.   
Art.36.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

HOOFDSTUK 2.   
Art.37.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.38.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

TITEL 10.   
ENIG HOOFDSTUK.   
Art.39.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 31-01-2020>

Art.40.
  <Opgeheven bij W 2020-12-20/05, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 31-01-2020>

TITEL 11. - Fiscaliteit
Art.41. Artikel 1 van de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op 18 juli 1977, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 mei 2014, wordt aangevuld met de bepaling onder 13°, luidende :
  "13° douanespoorwegstation : het spoorwegstation waar treinen met bestemming naar of komende van een plaats gelegen buiten het douanegebied van de Europese Unie stoppen.".

Art.42. Artikel 167 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 22 april 1999, wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende :
  "3° het grondgebied van de douanespoorwegstations evenals een zone buiten dat grondgebied over een breedte van 250 m vanaf de grens van dat grondgebied.".

Art.43. Artikel 180 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 12 mei 2014, wordt aangevuld met twee leden, luidende :
  "De tolkring vermeld in artikel 167, 2°, wordt uitgebreid naar een breedte van 10 km vanaf de grens van het grondgebied van de douanezee- en luchthavens voor natuurlijke en rechtspersonen die houder zijn van een vergunning voor de uitbreiding van de uren waarbinnen de controles door de ambtenaren kunnen plaatsvinden in hun magazijnen en opslagplaatsen van goederen die in deze uitgebreide tolkring gevestigd zijn.
  De Koning bepaalt de voorwaarden van deze vergunning.".

Art.44. In dezelfde wet wordt een artikel 261/3 ingevoegd, luidende :
  "Art. 261/3. Indien bij de vaststelling van een onregelmatigheid lastens een geautoriseerde marktdeelnemer, deze ten genoegen van de administratie aantoont dat deze onregelmatigheid werd begaan te goeder trouw en hij voldoet aan zijn verplichtingen met betrekking tot deze onregelmatigheid, verleent de ambtenaar aangewezen door de Koning, met minstens de graad van adviseur-generaal, vrijstelling van bestraffing aan deze geautomatiseerde marktdeelnemer.
  Met onregelmatigheden die te goeder trouw werden begaan, worden deze bedoeld die begaan werden zonder het oogmerk de belasting te ontduiken of verbods-, controle- en/of beperkingsmaatregelen te ontduiken of dit mogelijk te maken.".

Art.45. Artikel 261/3 van de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op 18 juli 1977, treedt buiten werking een jaar na de inwerkingtreding ervan.

TITEL 12. - Inwerkingtreding
Art. 46. De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van deze wet, met uitzondering :
  1° van dit artikel, dat in werking treedt de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt;
  2° van titel 7, die in werking treedt de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

(NOTA : Inwerkingtreding van artikel vastgesteld op 01-01-2021 door KB 2020-12-22/07, art. 2)