25 APRIL 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een indicatieve huurprijzenrooster in uitvoering van het artikel 89 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-06-2019 en tekstbijwerking tot 18-01-2021)
Art. 1-10, 10/1, 11-13
BIJLAGEN.
Art. N
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder:
1° het decreet van 15 maart 2018: het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst
2° de rooster : het indicatief rooster van de huurprijzen;
3° de Minister: de Minister bevoegd voor Huisvesting.
Art.2. Er wordt een indicatief rooster van de huurprijzen vastgesteld, waarvan de bedragen in euro's in bijlage 1 zijn opgenomen.
De minister past bijlage 1 aan wanneer de nieuwe gegevensverzameling beschikbaar is.
Art.3. § 1. Het rooster wordt empirisch ontwikkeld op basis van gegevens van huurenquêtes in het Waals Gewest.
§ 2. Andere databanken kunnen in combinatie met of in plaats van deze enquêtes worden gebruikt, indien zij relevant zijn en de betrouwbaarheid van de door het rooster gebruikte gegevens vergroten.
§ 3. Tijdens de verzameling en verwerking van de gegevens worden controles uitgevoerd door middel van coherentietests om eventuele anomalieën op te sporen tussen de verschillende gegevens die voor elke eenheid in de gegevensbank worden verzameld.
§ 4. Met uitzondering van de gevallen bedoeld in artikel 89, § 3, tweede lid, van het decreet van 15 maart 2018, zijn de eenheden in de steekproef huurwoningen waarvan de verhuurders particulieren of privaatrechtelijke rechtspersonen zijn en waarvoor huur wordt betaald.
§ 5. Het minimumaantal eenheden dat nodig is om de steekproef samen te stellen, wordt bepaald in verhouding tot het aantal huurgezinnen dat in het Waalse Gewest verblijft volgens de laatste telling, met inachtneming van de statistische minimumparameters van een foutenmarge van twee procent en een betrouwbaarheidsinterval van vijfennegentig procent.
§ 6. De vijf provincies van het Waals Gewest beschikken over een steekproef die berekend wordt in verhouding tot het aantal huurgezinnen dat er volgens de laatste telling verblijft, met een minimum van 200 eenheden per provincie.
§ 7. Binnen elke provincie wordt de aanwijzing van de huurgezinnen binnen elke gemeente evenredig geselecteerd.
Art.4. De huurenquête heeft betrekking op informatie over de identificatie en kenmerken van de gehuurde woning, alsook de huur.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door middel van een vragenlijst, waarvan de categorieën informatie die moeten worden verstrekt, in bijlage 2 zijn opgenomen.
Art.5. De huurprijzen uit het rooster houden met name rekening met :
1° de oppervlakte van de woning:
2° de locatie van de woning;
3° het tijdstip van de bouw van de woning
4° het soort woning;
5° het niveau van energieprestatie van het gebouw;
6° het aantal badkamers en toiletten;
7° het aantal beschikbare slaapkamers.
Art.6. De huurprijzen die volgens de criteria van artikel 5 in het rooster zijn opgenomen, worden bekomen via een analyse met statistische regressie van het hedonische type op basis van de gegevens die zijn verzameld in het kader van de in artikel 3, § 1, bedoelde huurenquêtes.
Art.7. De huurprijzen die in toepassing van de artikelen 5 tot 6 uit het rooster voortkomen, kunnen desgevallend worden verhoogd of verlaagd met de waardering, die statistisch op de markt is waargenomen, van het al dan niet aanwezig zijn van elementen van gemak of van een bijzondere status.
Het kan gaan om:
1° de afwezigheid of aanwezigheid van een garage;
2° de afwezigheid of aanwezigheid van opslagruimten, zoals een zolder of wasruimte;
3° de afwezigheid of aanwezigheid van beveiligingsapparatuur, zoals bewakers, conciërges, videobewaking of videofoons;
4° de afwezigheid of aanwezigheid van recreatieve ruimten zoals een terras, binnenplaats, tuin of balkon;
5° de afwezigheid of aanwezigheid van luxe elementen zoals een vast geïnstalleerd zwembad, een ruimte voor exclusief kantoorgebruik, grote schuiframen, vloerbedekkingen van edele materialen, zoals parket, en een open haard in het bijzonder
6° de ligging van de appartementen op de bovenste verdiepingen van het gebouw.
Art.8. § 1. De geografische sectoren bedoeld in artikel 89, § 2, van het decreet van 15 maart 2018 worden verkregen door middel van een geostatistische ruimtelijke interpolatieanalyse die bestaat uit een raming van de huurprijzen op het hele grondgebied van het Waalse Gewest op basis van steekproeven van gegevens die zijn verzameld in het kader van de in artikel 3, § 1 bedoelde huurenquêtes. De lijst van geografische gebieden is opgenomen in bijlage 3.
§ 2. De afbakening van de geografische gebieden kan afwijken van de resultaten van deze analyse om de gemeentelijke administratieve grenzen te volgen.
Art.9. Bij gebreke van een herziening binnen de termijn voorzien in artikel 89, § 3, van het decreet van 15 maart 2018, worden de in het rooster opgenomen huurprijzen tijdelijk geïndexeerd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 15 maart 2018.
Deze indexering vindt plaats op de verjaardag van de inwerkingtreding van dit besluit.
De indexering kan slechts één jaar blijven duren.
Art.10. § 1. De indicatieve huurprijs wordt uitgedrukt met een marge van min tien procent tot plus tien procent.
§ 2. De indicatieve huurprijs wordt jaarlijks gepubliceerd op een voor het publiek toegankelijke website.
§ 3. De webpagina waarop de aanvraag voor de berekening van de indicatieve huurprijs wordt ingediend, bevat instructies en informatiebrochures over de in artikel 3 genoemde criteria.
§ 4. Om gemakkelijk te begrijpen en toegankelijk te zijn voor iedereen, kan de op de website gepresenteerde informatie gebruik maken van de definities die in de wetgeving, de beroepsnormen of het gezond verstand beschikbaar zijn en deze opnieuw formuleren.
§ 5. De doelgroepen zijn voornamelijk de kandidaat-huurders en de verhuurders die particulieren of rechtspersonen zijn alsook de intermediaire professionelen van de residentiële huur van onroerend goed.
Art. 10/1. [1 § 1. De indicatieve huurprijs plus een inschatting van de maandelijkse energiekosten uit de energieprestatie van het gebouw vormt de hot rent.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 18-01-2021, p. 2349)
Het in het tweede lid, 1°, bedoelde toegerekende aandeel T wordt per type gezin bepaald aan de hand van de volgende tabel :
Een volwassene onder de 65 jaar zonder kinderen | 0,71 |
Een volwassene van 65 jaar of ouder zonder kinderen | 0,88 |
Een volwassene met één of twee kinderen | 0,83 |
Een volwassene met drie of meer kinderen | 1,10 |
Twee volwassenen zonder kinderen | 1,00 |
Twee volwassenen met een kind | 1,05 |
Twee volwassenen met twee kinderen | 1,10 |
Twee volwassenen met drie of meer kinderen | 1,15 |
Meer dan twee volwassenen zonder kinderen | 1,10 |
Meer dan twee volwassenen met kind(eren) | 1,15 |
Aantal maanden leegstand van de woning | |
0 | 1 |
1 | 0,952 |
2 | 0,905 |
3 | 0,810 |
4 | 0,695 |
5 | 0,581 |
6 | 0,476 |
7 | 0,397 |
8 | 0,317 |
9 | 0,238 |
10 | 0,159 |
11 | 0,080 |
12 | 0 |