7 JUNI 2018. - Koninklijk besluit houdende gelijkstelling, inzake jaarlijkse vakantie, van daggedeelten in geval van gedeeltelijke werkhervatting na ziekte, ongeval, arbeidsongeval of beroepsziekte
Art. 1-6
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017, wordt een artikel 3ter ingevoegd, luidende :
"Art. 3ter. In geval van beroepsziekte en arbeidsongeval wordt, voor de berekening van de vakantieduur en het bedrag van het vakantiegeld, rekening gehouden met de niet-gepresteerde daggedeelten.
In geval van ziekte en ongeval, andere dan deze voorzien in het eerste lid, wordt voor de berekening van de vakantieduur en het bedrag van het vakantiegeld rekening gehouden met de niet-gepresteerde daggedeelten in geval van toepassing van artikel 100, § 2, eerste lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994.".
Art.2. In artikel 18, eerste lid, 1° van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2004, wordt de bepaling onder b) aangevuld met de woorden " in geval van toepassing van artikel 34 van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970 voor wat betreft de beroepsziekten en van artikel 23 van de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 voor wat betreft de arbeidsongevallen is de voorwaarde van het percentage van tijdelijke gedeeltelijke ongeschiktheid van 66 % niet van toepassing;".
Art.3. In artikel 43, 1° b) van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2004, wordt de bepaling onder b) aangevuld met de woorden "in geval van toepassing van artikel 34 van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970 voor wat betreft de beroepsziekten en van artikel 23 van de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 voor wat betreft de arbeidsongevallen is de voorwaarde van het percentage van tijdelijke gedeeltelijke ongeschiktheid van 66 % niet van toepassing;".
Art.4. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 9 januari 1995 tot vaststelling voor de handarbeiders en ermee gelijkgestelden die verzekeringsplichtig zijn ten opzichte van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders van het fictief loon voor de inactiviteitsdagen die met normale werkelijke arbeidsdagen worden gelijkgesteld door de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2004, worden de woorden ";deze bepalingen gelden eveneens voor de arbeider die, wanneer hij arbeidsongeschikt is, met toestemming van de geneesheer-adviseur het werk gedeeltelijk herneemt." opgeheven.
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.
Art. 6. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.