11 JULI 2018. - Wet op de Deposito- en Consignatiekas (NOTA : art. 6-9 gewijzigd in de toekomst door W2022-07-05/06, art. 47-49, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2025)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-07-2018 en tekstbijwerking tot 15-01-2024)
HOOFDSTUK 1. - Voorwerp
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Definities
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Inrichting en opdracht
Art. 3-5
HOOFDSTUK 4. - Werking en digitalisering van de relatie tussen de Deposito- en Consignatiekas en de burgers en rechtspersonen
Art. 6-10
HOOFDSTUK 5. - Ontvangst van geconsigneerde goederen
Art. 11-13, 13/1
HOOFDSTUK 6. - Bewaring van de geconsigneerde goederen
Art. 14-18
HOOFDSTUK 7. - Teruggave van geconsigneerde goederen en interesten
Art. 19, 19/1, 20-21, 21/1
HOOFDSTUK 8. - Verjaring
Art. 22-23
HOOFDSTUK 9. - Gerechtelijke beslissingen
Art. 24
HOOFDSTUK 10. - Wijzigingsbepalingen
Art. 25
HOOFDSTUK 11. - Opheffingbepalingen
Art. 26
HOOFDSTUK 12. - Overgangsbepalingen
Art. 27, 27/, 28-30
HOOFDSTUK 13. - Inwerkingtreding
Art. 31
HOOFDSTUK 1. - Voorwerp
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Definities
Art.2. Voor de toepassing van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder:
"consigneren": het krachtens een wet, decreet, ordonnantie of besluit, of een rechterlijke of administratieve beslissing, of op vrijwillige basis, overmaken van roerende goederen aan de Deposito- en Consignatiekas overeenkomstig de bepalingen van deze wet opdat deze laatste ze bewaart en ter beschikking houdt van degene die van zijn recht op uitkering doet blijken.
HOOFDSTUK 3. - Inrichting en opdracht
Art.3. Binnen de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën bestaat er een Deposito- en Consignatiekas.
De Deposito- en Consignatiekas maakt een afzonderlijke dienst uit en staat onder het gezag van de minister van Financiën.
Onder voorbehoud van andersluidende bepalingen, worden de geconsigneerde goederen niet met het vermogen van de Schatkist vermengd.
Art.4. De Deposito- en Consignatiekas is, behoudens andersluidende bepalingen, als enige belast met de ontvangst, de bewaring en de teruggave van geconsigneerde goederen voor rekening van de Staat.
De Koning bepaalt de categorieën van consigneerbare goederen en kan bepaalde goederen of categorieën van goederen uitsluiten of beperken.
Art.5. De leidende ambtenaar van de Deposito- en Consignatiekas is rekenplichtig voor de aan de Deposito- en Consignatiekas toevertrouwde goederen.
HOOFDSTUK 4. - Werking en digitalisering van de relatie tussen de Deposito- en Consignatiekas en de burgers en rechtspersonen
Art.6. De Deposito- en Consignatiekas stelt een elektronische toepassing ter beschikking van haar gebruikers die toelaat goederen te consigneren en de teruggave ervan te vragen. De elektronische aangifte van consignatie of opvraging van consignatie via deze toepassing, die werden ingevuld en overgezonden overeenkomstig de daarin voorkomende aanduidingen, worden gelijkgesteld met een gewaarmerkte, gedagtekende en ondertekende aangifte of opvraging van consignatie.
De Koning bepaalt de wijze van toegang tot, de werking en het gebruik van deze elektronische toepassing.
Voor natuurlijke personen die in het kader van hun beroepswerkzaamheid handelen, zoals notarissen, advocaten, curatoren, gerechtsdeurwaarders, alsook de rechtspersonen, is het gebruik van deze elektronische toepassing verplicht.
Art.7. § 1. Elke uitwisseling van informatie tussen de Deposito- en Consignatiekas en de burgers en rechtspersonen die rechtsgevolgen teweegbrengt wordt ingediend langs elektronische weg. Daartoe stelt de Deposito- en Consignatiekas, via een beveiligd elektronisch platform de nodige elektronische diensten ter beschikking van de burgers en rechtspersonen.
In afwijking van het eerste lid, zijn de natuurlijke personen vrijgesteld van de verplichting om een elektronische dienst te gebruiken voor het vervullen van de in deze wet en haar uitvoeringsbesluiten opgenomen verplichtingen, alsook de verplichtingen die voortvloeien uit andere wetgeving die verband houden met de Deposito- en Consignatiekas, zolang zij niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikken om aan deze verplichtingen te voldoen. In dit geval geschieden de voormelde verplichtingen op papier. Deze vrijstelling is niet van toepassing op de personen die gemachtigd zijn om deze verplichtingen te voldoen.
De in het buitenland gevestigde natuurlijke en rechtspersonen zijn vrijgesteld van de verplichting om een elektronische dienst te gebruiken voor het vervullen van de in deze wet en haar uitvoeringsbesluiten opgenomen verplichtingen voor zover zij aantonen dat zij niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikken om aan deze verplichtingen te voldoen. Een machtiging tot vrijstelling zal hen dan worden toegekend. In dit geval moet het verrichten van deze verplichtingen geschieden op papier. Deze vrijstelling is niet van toepassing op de personen die gemachtigd zijn om deze verplichtingen te voldoen.
§ 2. Wanneer een burger of rechtspersoon, langs elektronische weg en met naleving van de gebruiksregels, één van de in deze wet en haar uitvoeringsbesluiten opgenomen verplichtingen vervult, dan wordt de elektronische uitvoering ervan geacht dezelfde rechtsgevolgen te hebben als diegene die door de toepasselijke wettelijke of reglementaire bepalingen voor de uitwisseling van gegevens op papieren drager zijn voorzien.
Een handtekening geplaatst met de elektronische identiteitskaart (e-ID) wordt gelijkgesteld met een handgeschreven handtekening.
Art.8. Elke uitwisseling van informatie tussen de Deposito- en Consignatiekas en de burgers of rechtspersonen die rechtsgevolgen teweegbrengt maakt het voorwerp uit van een elektronische ontvangstbevestiging.
Wanneer informatie gericht wordt tot de Deposito- en Consignatiekas overeenkomstig het eerste lid, komt de datum van de betaling, de vraag, het document of informatie overeen met de datum van de ontvangstbevestiging bedoeld in het eerste lid.
Art.9. De Deposito- en Consignatiekas stelt aan de burgers en rechtspersonen elektronische diensten ter beschikking die de oorsprong en de integriteit van de inhoud van de zending door middel van aangepaste beveiligingstechnieken garanderen.
Art.10. Met als doel de Deposito- en Consignatiekas toe te laten haar gebruikers op unieke wijze te identificeren, wordt iedere partij die bij een dossier van de Deposito- en Consignatiekas betrokken is, geïdentificeerd op basis van haar nummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen of haar rijksregisternummer of, voor buitenlanders, hun equivalente officiële identificatienummer.
HOOFDSTUK 5. - Ontvangst van geconsigneerde goederen
Art.11.De consignatiegever vermeldt voor elk type van consignatie alle relevante gegevens zoals gevraagd door de Deposito- en Consignatiekas. De Koning bepaalt deze gegevens [2 , onverminderd artikel 13, paragraaf 1]2.
De Deposito- en Consignatiekas weigert het te consigneren goed in één of meer van de volgende gevallen:
1° de consignatiegever geeft haar niet alle gevraagde inlichtingen;
2° de consignatiegever geeft inlichtingen die onjuist of niet waarheidsgetrouw zijn;
3° de consignatie gebeurt niet overeenkomstig deze wet of haar uitvoeringsbesluiten;
4° [1 ...]1
----------
(1)<W 2019-05-02/25, art. 217, 002; Inwerkingtreding : 31-05-2019>
(2)<W 2022-07-05/06, art. 50, 004; Inwerkingtreding : 29-07-2022>
Art.12.Wanneer de Deposito- en Consignatiekas een consignatie ontvangt, [1 stelt zij een ontvangstbewijs ter beschikking van de consignatiegever]1.
Dit ontvangstbewijs geldt als rechtstitel tegenover de Deposito- en Consignatiekas.
----------
(1)<W 2022-07-05/06, art. 51, 004; Inwerkingtreding : 29-07-2022>
Art.13.[1 § 1. De Deposito- en Consignatiekas houdt een register van alle geconsigneerde goederen met de vermelding van de beschikbare relevante gegevens van iedere consignatie. Deze gegevens bevatten persoonsgegevens met betrekking de identificatie van de rechthebbende op deze geconsigneerde goederen, met name:
1° de naam;
2° de voornaam;
3° het identificatienummer bij het Rijksregister of voor buitenlanders, een gelijkwaardig officieel identificatienummer;
4° het identificatienummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen of voor buitenlanders, een gelijkwaardig officieel identificatienummer;
5° de geboortedatum;
6° het bankrekeningnummer;
7° het adres van elektronische post;
8° het telefoonnummer.
Wanneer de Deposito- en Consignatiekas niet over het identificatienummer bij het Rijksregister beschikt, omvatten de in lid 1 bedoelde persoonsgegevens ook het geslacht, het adres, de geboorteplaats en de verblijfplaats.
§ 2. Alle partijen die bij een dossier betrokken zijn, hebben elektronisch toegang tot de gegevens uit dit register die op hen betrekking hebben.
De Algemene Administratie van Inning en Invordering en de Algemene Administratie van de Fiscaliteit en de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie [2 en de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen]2 van de Federale Overheidsdienst Financiën alsmede de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid hebben eveneens toegang tot de gegevens van het register met betrekking tot een consignatie maar alleen in het kader van de uitvoering van hun respectievelijke taken.
§ 3. De Federale Overheidsdienst Financiën vertegenwoordigd door de voorzitter van het Directiecomité is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG en van de wet van 30 juli 2018 met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens die zij krachtens deze wet en haar uitvoeringsbesluiten verzamelt, verwerkt en opslaat voor de doeleinden van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten.
§ 4. De Deposito- en Consignatiekas verwerkt de persoonsgegevens die zij ontvangt alleen voor het beheer van de geconsigneerde goederen.
§ 5. Deze persoonsgegevens worden bewaard tot tien jaar na de sluiting van het dossier.]1
----------
(1)<W 2022-07-05/06, art. 52, 004; Inwerkingtreding : 29-07-2022>
(2)<W 2023-12-20/08, art. 62, 005; Inwerkingtreding : 25-01-2024>
Art.13/1. [1 Elke betaling verricht ten bate van een derde door middel van een consignatie bedoeld in artikel 11, eerste lid bevrijdt de consignatiegever van alle verplichtingen ten aanzien van deze derde tot beloop van het geconsigneerde bedrag. Deze overdracht moet uitgevoerd worden overeenkomstig de modaliteiten weerhouden in huidige wet.
De Deposito- en Consignatiekas treedt niet in de rechten en verplichtingen van de consignatiegever, met uitzondering van de verplichting tot teruggave van de goederen. De Deposito- en Consignatiekas is enkel verplicht tot teruggave van de tegoeden ten belope van het geconsigneerd bedrag.
Dit artikel is niet van toepassing in geval van vergissing of fout in hoofde van de consignatiegever of in geval er een andere wettelijke bepaling van toepassing is.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2022-07-05/06, art. 53, 004; Inwerkingtreding : 29-07-2022>
HOOFDSTUK 6. - Bewaring van de geconsigneerde goederen
Art.14. De Deposito- en Consignatiekas bewaart de geconsigneerde goederen met het oog op de teruggave ervan aan de rechthebbenden.
Art.15. De Deposito- en Consignatiekas kan voor de bewaring van de geconsigneerde goederen externe bewaarders aanstellen overeenkomstig de wettelijke bepalingen op de overheidsopdrachten.
Art.16.De Deposito- en Consignatiekas kan voor de consignatie dossierkosten aanrekenen aan de consignatiegever of de rechthebbende of aan een andere betrokken partij.
[1 De Deposito- en Consignatiekas kan iedere nieuwe consignaties weigeren, indien de kosten, voorzien in het eerste lid niet voldaan zijn.]1
De Deposito- en Consignatiekas kan de geconsigneerde goederen te gelde maken als deze kosten onbetaald blijven.
De Koning bepaalt de regels over het bedrag, de berekening, de aanrekening en de inning van deze kosten, alsook de wijze waarop geconsigneerde goederen te gelde gemaakt worden.
----------
(1)<W 2022-07-05/06, art. 54, 004; Inwerkingtreding : 29-07-2022>
Art.17.[1 De geconsigneerde sommen bij de Deposito- en Consignatiekas worden geplaatst en belegd in financiële instrumenten uitgegeven door een overheidsinstelling in de zin van het Europees Systeem van nationale en regionale rekeningen.]1
----------
(1)<W 2021-06-27/09, art. 399, 003; Inwerkingtreding : 19-07-2021>
Art.18. De met toepassing van hoofdstuk 8 verjaarde consignaties en de dossierkosten bedoeld in artikel 16 worden in de Schatkist gestort.
De Schatkist betaalt aan de Deposito- en Consignatiekas de interest terug die zij overeenkomstig artikel 20 heeft uitbetaald.
De sommen die de Schatkist overeenkomstig het eerste lid ontvangt, worden jaarlijks op de middelenbegroting gebracht.
De aan derden uit te betalen interesten en kosten, alsook de kosten van externe bewaarders worden jaarlijks op de algemene uitgavenbegroting geboekt.
HOOFDSTUK 7. - Teruggave van geconsigneerde goederen en interesten
Art.19. De Deposito- en Consignatiekas geeft de geconsigneerde goederen af aan de rechthebbende als deze zijn hoedanigheid van rechthebbende bewijst aan de hand van stukken die wettelijk, reglementair, rechterlijk, administratief of conventioneel vereist zijn, of als hij op afdoende wijze zijn hoedanigheid van rechthebbende aantoont.
In voorkomend geval kan de Koning bepalen welke bewijsstukken de rechthebbende aan de Deposito- en Consignatiekas moet voorleggen voor de vrijgave van de geconsigneerde goederen.
Art.19/1. [1 De volgende geconsigneerde goederen kunnen door de Deposito- en Consignatiekas worden vrijgegeven aan de consignatiegever:
1° de borgtochten gesteld in uitvoering van hoofdstuk 2, afdeling 3, van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten vijftien jaar na op het stellen van de borgtocht, tenzij de aanbesteder een juridische procedure tot voorafname van de borgtocht heeft ingesteld en hij de Deposito- en Consignatiekas hierover geïnformeerd heeft per aangetekend schrijven of via de elektronische toepassing zoals bedoeld in artikel 6.
2° de borgtochten gesteld in uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 21 oktober 1971 houdende uitvoering van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen tien jaar na de voorlopige oplevering of bij gebrek hieraan vijftien jaar na het stellen van de borgtocht, tenzij de koper of bouwheer een juridische procedure tot voorafname van de borgtocht heeft ingesteld en hij de Deposito- en Consignatiekas hierover geïnformeerd heeft per aangetekend schrijven of via de elektronische toepassing zoals bedoeld in artikel 6.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2021-06-27/09, art. 400, 003; Inwerkingtreding : 19-07-2021>
Art.20. De Deposito- en Consignatiekas berekent jaarlijks interesten over de geconsigneerde bedragen.
De interesten beginnen te lopen op de eerste dag van de maand na die van de consignatie en houden op te lopen de laatste dag van de maand vóór de terugbetaling.
De maand wordt gerekend naar rato van dertig dagen.
Deze interesten worden niet gekapitaliseerd.
De Deposito- en Consignatiekas kent geen interest toe op:
1° sommen die minder dan één jaar geconsigneerd blijven;
2° sommen in deviezen;
3° vruchten van geconsigneerde effecten;
4° uitbetalingen door de Deposito- en Consignatiekas aan de rechthebbenden die haar teruggezonden worden.
De Deposito- en Consignatiekas betaalt de interesten uit bij de terugbetaling van de geconsigneerde sommen, of jaarlijks op vraag van de rechthebbende.
Artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek vindt geen toepassing op de interesten die de Deposito- en Consignatiekas betaalt.
De Koning bepaalt nadere regels over de berekening, de aanrekening en de storting van deze interesten, alsook de rentevoet.
Art.21. De Deposito- en Consignatiekas geeft de geconsigneerde goederen alleen terug nadat de consignatiegever, de rechthebbende of een andere aangeduide betrokken partij alle met de consignatie verband houdende kosten bedoeld in artikel 16 heeft terugbetaald.
In voorkomend geval geeft de Deposito- en Consignatiekas de geconsigneerde goederen enkel terug na afhouding van de kosten die verband houden met de consignatie.
Art.21/1.[1 De Deposito- en Consignatiekas kan alle geconsigneerde bedragen die zij moet teruggeven zonder formaliteit en naar keuze van de bevoegde ambtenaar gebruiken voor de betaling van schulden van de rechthebbende waarvan de inning en invordering door de federale overheidsdienst financiën of door de rijksdienst voor sociale zekerheid verzekerd wordt.
De aanwending van de geconsigneerde goederen wordt beperkt tot het niet-betwiste gedeelte van de schuldvorderingen op de rechthebbende.
[2 ...]2]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2019-05-02/25, art. 218, 002; Inwerkingtreding : 31-05-2019>
(2)<W 2022-07-05/06, art. 55, 004; Inwerkingtreding : 29-07-2022>
HOOFDSTUK 8. - Verjaring
Art.22. De om eender welke reden geconsigneerde goederen vervallen aan de Schatkist na een termijn van dertig jaar die begint te lopen vanaf de ontvangst van deze goederen.
In afwijking van het eerste lid gaat de verjaringstermijn niet in zolang de rechthebbende geen rechtsgeldige aanvraag tot teruggave kan doen omdat de wet, het decreet, de ordonnantie of het besluit dit verhindert.
De termijn bedoeld in het eerste lid wordt gestuit door één van de volgende stuitingsdaden:
1° een ontvangst of teruggave in verband met de geconsigneerde goederen;
2° één van de daden bedoeld in artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek.
Het toekennen of storten van interesten door de Deposito- en Consignatiekas overeenkomstig artikel 20 is geen stuitingsdaad in de zin van het derde lid, 1°.
Art.23.
<Opgeheven bij W 2022-07-05/06, art. 56, 004; Inwerkingtreding : 29-07-2022>
HOOFDSTUK 9. - Gerechtelijke beslissingen
Art.24. Als de Deposito- en Consignatiekas geen partij bij het geschil is worden in kracht van gewijsde gegane gerechtelijke beslissingen over de identiteit van de rechthebbende aan wie de Deposito- en Consignatiekas de geconsigneerde goederen moet vrijgeven, rechtsgeldig ten uitvoer gelegd door het overmaken van een kopie van de gerechtelijke beslissing.
HOOFDSTUK 10. - Wijzigingsbepalingen
Art.25. In het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934, worden volgende artikelen opgeheven:
1° de artikelen 1 tot 3;
2° artikel 4, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 december 2009 en 26 november 2012;
3° artikel 6;
4° artikel 7, vervangen bij de wet van 8 juni 2008;
5° de artikelen 8 tot 11;
6° artikel 12, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2013;
7° artikel 13;
8° artikel 14, gewijzigd bij de wet van 6 augustus 1993;
9° de artikelen 21 tot 22;
10° artikel 23, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2009;
11° de artikelen 24 tot 31;
12° artikel 32, vervangen bij de wet van 31 juli 2017;
13° de artikelen 33 tot 34;
14° artikel 35, gewijzigd bij de wet van 29 maart 1949 en de wet van 31 juli 2017;
15° artikel 36, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2017;
16° artikel 37, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 april 2007;
17° artikel 39;
18° artikel 41;
19° artikel 42bis, ingevoegd bij de wet van 6 augustus 1993;
20° artikel 44.
HOOFDSTUK 11. - Opheffingbepalingen
Art.26. Worden opgeheven:
1° Het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934, gewijzigd bij de wetten van 29 maart 1949, 6 augustus 1993, 20 juli 2000, 26 april 2007, 8 juni 2008, 22 juni 2012, 11 juli 2013, 31 juli 2017 en bij de koninklijke besluiten van 30 november 1939, 26 juni 1947 en 17 december 2009;
2° Het koninklijk besluit van 12 december 1934 tot wijziging der inrichting der Deposito- en Consignatiekas.
HOOFDSTUK 12. - Overgangsbepalingen
Art.27. Deze wet is van toepassing op alle dossiers die bij de Deposito- en Consignatiekas openstonden op het ogenblik van inwerkingtreding van deze wet.
Aan verworven rechten wordt geen afbreuk gedaan.
Art.27/. [1 In afwijking van artikel 19/1, worden de borgtochten die tussen 1 januari 1992 en 31 december 2006 werden gesteld, vrijgegeven aan de consignatiegever na een periode van 3 maanden vanaf 30 juni 2021, tenzij de aanbesteder, koper of bouwheer een juridische procedure tot voorafname van de borgtocht heeft ingesteld en hij de Deposito- en Consignatiekas hierover geïnformeerd heeft per aangetekend schrijven of via de elektronische toepassing zoals bedoeld in artikel 6.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2021-06-27/09, art. 401, 003; Inwerkingtreding : 19-07-2021>
Art.28. In afwijking van artikel 22 vervallen de geconsigneerde goederen waarvan de waarde op het moment van de inwerkingtreding van deze wet kleiner dan of gelijk is aan twintig euro en waarvoor sinds 5 jaar geen inkomende of uitgaande verrichting gebeurd is, onmiddellijk aan de Schatkist.
Art.29.
<Opgeheven bij W 2022-07-05/06, art. 57, 004; Inwerkingtreding : 29-07-2022>
Art.30. De besluiten genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934, blijven van kracht voor zover ze niet strijdig zijn met de bepalingen van deze wet.
HOOFDSTUK 13. - Inwerkingtreding
Art. 31. Deze wet treedt in werking op 1 september 2018, met uitzondering van de artikelen 20 en 26, 1°, die in werking treden op 1 januari 2019 en van hoofdstuk 4, dat in werking treedt op 1 januari 2020.
De Koning kan voor hoofdstuk 4 een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.