23 APRIL 2015. - Wet tot verbetering van de werkgelegenheid
TITEL 1. - Algemene bepaling
Art. 1
TITEL 2. - Loonmatiging
HOOFDSTUK 1. - Blokkering van de afgevlakte gezondheidsindex
Art. 2-3
HOOFDSTUK 2. - Diverse bepalingen betreffende de gezondheidsindex
Art. 4
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen
Art. 5
HOOFDSTUK 4. - Strafrechtelijke bepalingen
Art. 6
TITEL 3. - Uitvoering van het sociaal akkoord 2015-2016
HOOFDSTUK 1. - Opleidingsinspanning
Art. 7
HOOFDSTUK 2. - Welvaartsvastheid
Afdeling 1. - Wijzigingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
Art. 8-9
Afdeling 2. - Wijzigingen van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970
Art. 10
TITEL 4. - Harmonisering van de statuten arbeiders-bedienden
HOOFDSTUK 1. - Werkloosheid
Afdeling 1. - Ontslagcompensatievergoeding
Art. 11-12
Afdeling 2. - Inschakelingsvergoeding
Art. 13-14
HOOFDSTUK 2. - Bijdrage jaarlijkse vakantie
Art. 15-16
HOOFDSTUK 3. - Carenzdag
Art. 17
TITEL V. - Diverse bepalingen
HOOFDSTUK 1. - Zaterdagwerk in de bouwsector
Art. 18
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen
Art. 19
TITEL VI. - Inwerkingtreding
Art. 20
1944122850 1970060309 1971041001 1971062850 1983021152 1993021424 1996021236 2005021175 2010A09589 2012204357
2015040304 2015040307 2015040308 2015040309 2015040310 2015040311 2015040312 2015202829 2015204530 2015204531 2016040304 2016040305 2016040306 2016040308 2016040309 2016040310 2016040311 2016040312 2017090301 2017090303 2017090304 2017090305 2017090306 2017090307 2017090309 2017090310 2017205639 2018090301 2018090302 2018090304 2018090305 2018090306 2018090309 2018090311 2019090301 2019090306 2019090308 2019202641 2020090301 2020090304 2020090305 2020090306 2020090307 2020090310 2020090311 2020090312 2021090301 2021090303 2021090304 2021090305 2021090306 2021090307 2021090308 2021090310 2021090311 2022090301 2022090311
TITEL 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
TITEL 2. - Loonmatiging
HOOFDSTUK 1. - Blokkering van de afgevlakte gezondheidsindex
Art.2. Hoofdstuk II van Titel I van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994, wordt vervangen als volgt:
"HOOFDSTUK II. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen.
Afdeling 1. - Definitie van de gezondheidsindex en van de afgevlakte gezondheidsindex
Art. 2. § 1. "Het prijsindexcijfer dat daartoe berekend en benoemd wordt", hierna "de gezondheidsindex" genoemd, is een maandelijkse prijsindex die een aantal producten uit de index van de consumptieprijzen uitsluit, met name:
a) de alcoholische dranken;
b) de tabakswaren;
c) de motorbrandstoffen, met uitzondering van LPG;
d) de impact van de energiebijdrage die werd ingevoerd bij de wet van 22 juli 1993 tot instelling van een bijdrage op de energie ter vrijwaring van het concurrentievermogen en de werkgelegenheid;
e) de impact van de accijnscompenserende belasting, ingevoerd bij artikel 29 van de wet van 20 december 1995 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen.
De in het eerste lid bepaalde lijst van uitgesloten producten kan, na advies van de Indexcommissie, door de Koning worden aangepast bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Het voormelde advies moet gegeven worden binnen twee maanden. Bij ontstentenis ervan wordt het geacht gunstig te zijn.
§ 2. De afgevlakte gezondheidsindex, ook afgevlakte index genoemd, is gelijk aan het rekenkundige gemiddelde van de gezondheidsindexen van de laatste vier maanden, welke berekend worden zoals bepaald in § 1, eerste lid.
Voor de berekening van de afgevlakte gezondheidsindex wordt een tijdsafhankelijke vermenigvuldigingsfactor toegepast zoals bepaald in de artikelen 2bis en 2quater.
§ 3. Voor de toepassing van artikel 2ter, § 2, is de referentie-index een maandelijkse prijsindex die wordt berekend door de vermenigvuldiging van het in artikel 2, § 2, bepaalde rekenkundige gemiddelde met een factor 0,98.
Voor de berekening van de referentie-index worden de breuken van een honderdste van een eenheid afgerond tot het hogere honderdste of weggelaten, naargelang zij al dan niet 50 % van een honderdste bereiken.
§ 4. Voor de toepassing van artikel 2ter, § 1, is de referentiemaand de eerste maand waarin de in § 3 bepaalde referentie-index hoger is dan de afgevlakte gezondheidsindex van de maand maart 2015.
Afdeling 2. - Periode vóór het blokkeren van de afgevlakte gezondheidsindex
Art. 2bis. De afgevlakte gezondheidsindex wordt tot de maand maart 2015 berekend door de vermenigvuldiging van het in artikel 2, § 2, bepaalde rekenkundige gemiddelde met een factor 1.
Afdeling 3. - Blokkering van de afgevlakte gezondheidsindex
Art. 2ter. § 1. Vanaf de maand april 2015 tot de maand vóór de in artikel 2, § 4, bepaalde referentiemaand wordt de afgevlakte gezondheidsindex geblokkeerd op de afgevlakte gezondheidsindex van maart 2015.
§ 2. De in artikel 2, § 3, bepaalde referentie-index zal berekend worden vanaf april 2015 tot de in artikel 2, § 4, bepaalde referentiemaand.
Afdeling 4. - Periode nss de blokkering van de afgevlakte gezondheidsindex
Art. 2quater. De afgevlakte gezondheidsindex wordt, vanaf de in artikel 2, § 4, bepaalde referentiemaand, berekend door de vermenigvuldiging van het in artikel 2, § 2, bepaalde rekenkundige gemiddelde met een factor 0,98, en zonder terugwerkende kracht.
Voor de berekening van de afgevlakte gezondheidsindex vanaf de in artikel 2, § 4, bepaalde referentiemaand worden de breuken van een honderdste van een eenheid afgerond tot het hogere honderdste of weggelaten, naargelang zij al dan niet 50 % van een honderdste bereiken.
Afdeling 5. - Negatieve loonindexeringen
Art. 3. De bepalingen van de artikelen 2 tot 2quater mogen geen nominale loonsvermindering tot gevolg hebben in de periode van 1 april 2015 tot aan de in artikel 2, § 4, bepaalde referentiemaand.
Afdeling 6. - Diverse bepalingen
Art. 3bis. Voor de lonen, de wedden, de sociale uitkeringen, de toelagen, de premies en de vergoedingen moet in alle wettelijke en reglementaire bepalingen, in alle bepalingen van individuele en collectieve arbeidsovereenkomsten, in alle andere akkoorden tussen werkgever en werknemer en in alle eenzijdige beslissingen van de werkgever die voorzien in een koppeling aan een prijsindex, de afgevlakte gezondheidsindex in aanmerking worden genomen.".
Art.3. De artikelen 4, 5 en 8 tot 14 van hetzelfde koninklijk besluit worden opgeheven.
HOOFDSTUK 2. - Diverse bepalingen betreffende de gezondheidsindex
Art.4. In alle wettelijke en reglementaire bepalingen en in alle overeenkomsten ongeacht de aard van die overeenkomsten, moet de uitdrukking "het prijsindexcijfer dat daartoe berekend en benoemd wordt" gelezen worden als "de gezondheidsindex", zoals bepaald in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 3bis van het voormelde koninklijk besluit.
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen
Art.5. In de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het opschrift van hoofdstuk I van titel II wordt vervangen als volgt: "Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied.".
2° een artikel 2bis wordt ingevoegd, luidende:
"2bis. Deze wet is van toepassing:
a) op de werkgevers en op de werknemers die onderworpen zijn aan de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
b) op de organismen die ingedeeld zijn bij de economische overheidsbedrijven zoals bedoeld in artikel 1, § 4, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.".
3° een artikel 7bis wordt ingevoegd, luidende:
"7bis. Onverminderd de bepalingen van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en zijn uitvoeringsbesluiten is de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling, zoals bepaald in uitvoering van de artikelen 6, § 1, en 7, § 1, van toepassing op de economische overheidsbedrijven bedoeld in artikel 1, § 4, van de voormelde wet, gedurende de periode van twee jaar die samenvalt met de door de in artikel 6, § 4, bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst, gedekte periode of met het in artikel 7, § 1, bedoelde koninklijk besluit.".
HOOFDSTUK 4. - Strafrechtelijke bepalingen
Art.6. Artikel 171 van het Sociaal Strafwetboek wordt vervangen als volgt:
"Artikel 171. Koppeling van het loon aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Met een sanctie van niveau 2 wordt bestraft, de werkgever, zijn aangestelde of lasthebber die zich niet heeft gehouden aan de indexatiewijze bepaald bij de artikelen 2 tot 2quater van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van `s lands concurrentievermogen.
De geldboete wordt vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers.".
TITEL 3. - Uitvoering van het sociaal akkoord 2015-2016
HOOFDSTUK 1. - Opleidingsinspanning
Art.7. In artikel 30 van de wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005, gewijzigd bij de wetten van 17 mei 2007, 22 december 2008, 29 maart 2012 en 15 mei 2014 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° § 1 wordt aangevuld met een lid, luidende:
"De verhoging bedoeld in het eerste lid kan niet toegepast worden voor de opleidingsinspanningen die betrekking hebben op de jaren 2012, 2013 en 2014.".
2° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 5 tot 7, luidende:
" § 5. De verplichting zoals bepaald bij § 2 is opgeschort voor de jaren 2015 en 2016.
§ 6. De bijkomende werkgeversbijdrage zoals bepaald in § 1 zal niet ontvangen worden voor de jaren 2015 en 2016.
§ 7. Het percentage van de opleidingsinspanningen dat werd bereikt in de periode 2013-2014 dient op hetzelfde niveau behouden te blijven gedurende de periode van opschorting zoals bepaald in § 5 en § 6.".
HOOFDSTUK 2. - Welvaartsvastheid
Afdeling 1. - Wijzigingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
Art.8. Artikel 39, eerste lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 2004, 27 december 2006, 27 maart 2009, 29 maart 2012 en 28 juni 2013, wordt aangevuld met de bepaling onder 8°, luidende:
"8° vanaf 1 januari 2016: 35 369,49 EUR (index 102,10; basis 2004 = 100).".
Art.9. In artikel 43 van dezelfde wet, gewijzigd bij de koninklijke besluiten nr. 39 van 31 maart 1982 en nr. 530 van 31 maart 1987, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
"In afwijking van het eerste lid bepaalt de Koning het bedrag van de persoonlijke bijdragen voor de personen bedoeld in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 12 december 2006 tot uitvoering van artikel 42bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.".
Afdeling 2. - Wijzigingen van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970
Art.10. In artikel 46 van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 9 van 23 oktober 1978, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
"In afwijking van het eerste lid bepaalt de Koning het bedrag van de persoonlijke bijdragen voor de personen bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 december 2006 tot uitvoering van artikel 66 van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970.";
2° in het tweede lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden "in het eerste lid" vervangen door de woorden "in het eerste en tweede lid".
TITEL 4. - Harmonisering van de statuten arbeiders-bedienden
HOOFDSTUK 1. - Werkloosheid
Afdeling 1. - Ontslagcompensatievergoeding
Art.11. In artikel 7, § 1sexies, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij de wet van 26 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid, 2°, worden de woorden "op 31 december 2013" ingevoegd tussen de woorden "de arbeidsovereenkomst bedoeld in 1° is" en de woorden "een arbeidsovereenkomst voor werklieden";
2° het negende lid wordt opgeheven.
Art.12. Artikel 11 is van toepassing op alle ontslagen gegeven vanaf de inwerkingtreding van dat artikel.
Afdeling 2. - Inschakelingsvergoeding
Art.13. In artikel 38 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, gewijzigd bij de wetten van 20 juli 2006 en 31 december 2013, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
"In afwijking van het eerste lid wordt, voor de werknemer voor wie de begindatum van zijn ononderbroken arbeidsovereenkomst is gelegen vóór 1 januari 2014, onder opzeggingsvergoeding verstaan de opzeggingsvergoeding vastgesteld op basis van de wettelijke, reglementaire en conventionele regels die gelden op 31 december 2013 en die van toepassing zijn in geval van opzegging ter kennis gebracht op deze datum, zonder lager te mogen zijn dan de termijnen bepaald in artikel 70, § 2, eerste lid, van de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen.".
Art.14. Artikel 13 is van toepassing op de werknemers die zijn ontslagen in het kader van een collectief ontslag aangekondigd vanaf de datum van inwerkingtreding van dat artikel.
HOOFDSTUK 2. - Bijdrage jaarlijkse vakantie
Art.15. Een bedrag wordt elk jaar ingehouden van de financiële middelen van het Globaal Beheer, bedoeld in artikel 22, § 2, a), van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, en wordt overgedragen aan de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie, om de verminderde driemaandelijkse vakantiebijdrage te compenseren.
Art.16. In artikel 18 van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, vervangen bij de wet van 22 mei 2001 en gewijzigd bij de wetten van 24 december 2002 en van 26 december 2013, wordt de paragraaf 4 vervangen als volgt:
" § 4. Het fonds bedoeld in § 1 wordt eveneens gespijsd door de tegemoetkoming van de financiële middelen van het Globaal Beheer, bedoeld in artikel 22, § 2, a), van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, als bijzondere toewijzing ter compensatie van de verminderde driemaandelijkse vakantiebijdrage.
De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het bedrag en de wijze van betaling van deze tegemoetkoming.".
HOOFDSTUK 3. - Carenzdag
Art.17. Artikel 92 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt opgeheven.
TITEL V. - Diverse bepalingen
HOOFDSTUK 1. - Zaterdagwerk in de bouwsector
Art.18. In artikel 7, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het paritair comité voor het bouwbedrijf ressorteren, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 2004 en 28 april 2010, worden de woorden "gedurende 64 uren" vervangen door de woorden "gedurende 96 uren".
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen
Art.19. In artikel 6/2, § 2, van de wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen, ingevoegd bij de wet van 12 juli 2013, worden de woorden "achttien maanden" vervangen door de woorden "tweeëntwintig maanden".
TITEL VI. - Inwerkingtreding
Art. 20. Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van de artikelen 8, 9 en 10, die in werking treden op 1 januari 2016, van artikel 19, dat uitwerking heeft met ingang van 31 december 2014 en van de artikelen 15 en 16, die met ingang van 1 april 2015 uitwerking hebben.
De Koning kan voor de artikelen 8, 9 en 10 data van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.
(NOTA : Inwerkingtreding van artikel 10 vastgesteld op 01-10-2015 door KB 2015-09-27/15, art. 7)