Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 DECEMBER 2015. - Wet houdende aanpassing van de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2015



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2015003267 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art.2. Artikel 7 van de wet van 20 juli 2015 houdende aanpassing van de Middelenbegroting van het begrotingsjaar 2015 wordt vervangen door het volgend artikel :
  Overeenkomstig artikel 53, eerste lid, 2°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen en door de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden, en rekening houdend met :
  a) de wet van 23 mei 2000 tot bepaling van de criteria bedoeld in artikel 39, § 2, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989;
  b) het in artikel 81quinquies, § 2, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde bedrag dat in mindering wordt gebracht van het in artikel 40quinquies van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de belasting op de toegevoegde waarde aan de Vlaamse Gemeenschap;
  c) het in artikel 48/1, §§ 1 en 4, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde overgangsbedrag voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap dat, overeenkomstig artikel 48/1, § 5, van dezelfde bijzondere wet :
  1) in mindering wordt gebracht van het in artikel 47/2 van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap, indien het overgangsbedrag positief is;
  2) toegevoegd wordt aan het in artikel 47/2 van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap, indien het overgangsbedrag negatief is;
  d) de in artikel 65quinquies, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde responsabiliseringsbijdrage voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap die in mindering wordt gebracht van het in artikel 47/2 van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap;
  e) het definitieve saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2014 van de in de artikelen 41 en 46 tot 47bis, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toegewezen gedeelten van de opbrengst van de btw en van de opbrengst van de personenbelasting;
  f) het in artikel 48/1, § 1, tweede tot vierde lid, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoeld bedrag van de betoelaging voor het begrotingsjaar 2015 dat toegevoegd wordt aan het overgangsbedrag bedoeld in artikel 48/1, § 1, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 van de Franse Gemeenschap als gevolg van de wijziging van de organisatie van bepaalde instellingen die in tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad zijn gevestigd;
  worden de in artikel 36 van dezelfde bijzondere wet bedoelde overdrachten inzake het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de belasting op de toegevoegde waarde en van de opbrengst van de federale personenbelasting voor het begrotingsjaar 2015 geraamd op 13 568 769 229 EUR voor de Vlaamse Gemeenschap en op 8 936 693 593 EUR voor de Franse Gemeenschap.
  Overeenkomstig artikel 60 van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, laatst gewijzigd door de wet van 19 april 2014, en rekening houdende met :
  a) het in artikel 58novodecies, § 1, van dezelfde wet van 31 december 1983 bedoelde overgangsbedrag voor de Duitstalige Gemeenschap dat, overeenkomstig artikel 58novodecies, § 3, van dezelfde wet :
  1) in mindering wordt gebracht van het in artikel 58nonies, van dezelfde wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan de Duitstalige Gemeenschap, indien het overgangsbedrag positief is;
  2) toegevoegd wordt aan het in artikel 58nonies, van dezelfde wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan de Duitstalige Gemeenschap, indien het overgangsbedrag negatief is;
  b) de in artikel 60quater, van dezelfde wet van 31 december 1983 bedoelde responsabiliseringsbijdrage voor de Duitstalige Gemeenschap die in mindering wordt gebracht van het in artikel 58nonies, van dezelfde wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan de Duitstalige Gemeenschap;
  c) het definitieve saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2014 van de in de artikelen 58 tot 58septies, van dezelfde wet van 31 december 1983 bedoelde algemene federale dotatie en het definitieve saldo van de afrekening van datzelfde begrotingsjaar van het in het artikel 58octies, van dezelfde wet van 31 december 1983 bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de personenbelasting;
  worden de in de artikelen 58nonies tot 58undecies van dezelfde wet bedoelde overdrachten inzake het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de belasting op de toegevoegde waarde en van de opbrengst van de federale personenbelasting voor het begrotingsjaar 2015 geraamd op 143 330 302 EUR voor de Duitstalige Gemeenschap.

Art.3. Artikel 10 van de wet van 20 juli 2015 houdende aanpassing van de Middelenbegroting van het begrotingsjaar 2015 wordt vervangen door het volgend artikel :
  De overdrachten bedoeld in de artikelen 54/1 en 54/2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen en door de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden, inzake de gewestelijke personenbelasting bedoeld in artikel 5/1, § 1, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989, na aftrek van de in artikel 5/5, § 4, van dezelfde bijzondere wet bedoelde geraamde belastingverminderingen en belastingkredieten, worden voor het begrotingsjaar 2015 geraamd op 5 601 138 495 EUR voor het Vlaamse Gewest, op 2 467 776 331 EUR voor het Waalse Gewest en op 786 080 030 EUR voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 4. Deze wet treedt in werking de dag van haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.