11 DECEMBER 2014. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 27 juin 2013 tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013 tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, worden, tussen het eerste lid en het tweede lid, twee leden ingevoegd, luidend als volgt :
"Om het Qualiwall certificaat voor de systemen bedoeld in artikel 3, § 2, 3° te krijgen, moet de aanvrager over het Qualiwall certificaat beschikken voor de systemen bedoeld in artikel 3, § 2, 2°.
De Minister van Energie en de Minister van Vorming kunnen de in het eerste lid, 2°, bedoelde relevante beroepservaring bepalen.";
2° in paragraaf 1, derde lid, dat het vijfde lid is geworden, worden de woorden "moet de aanvrager bovendien" ingevoegd tussen de woorden "Voor de beroepscategorieën waarvoor het koninklijk besluit van 29 januari 2007 niet van toepassing is," en de woorden "voldoen aan de voorwaarden bepaald door de Minister van Energie en de Minister van Vorming";
3° in paragraaf 2 wordt, tussen het eerste en het tweede lid, volgend lid ingevoegd: "Om het Qualiwall certificaat voor de systemen bedoeld in artikel 3, § 2, 3° te krijgen, moet de aanvrager over het Qualiwall certificaat beschikken voor de systemen bedoeld in artikel 3, § 2, 2°.";
4° in paragraaf 2, tweede lid, dat het derde lid is geworden, worden de woorden "moet de aanvrager bovendien" ingevoegd tussen de woorden "Voor de beroepscategorieën waarvoor het koninklijk besluit van 29 januari 2007 niet van toepassing is," en de woorden "voldoen aan de voorwaarden bepaald door de Minister van Energie en de Minister van Vorming".
Art.2. In artikel 5, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het vierde lid worden de woorden "over een leergetuigschrift of een diploma van bedrijfsleider beschikt, of" opgeheven;
2° het vierde lid wordt aangevuld met de volgende zin: "De Minister van Energie en de Minister van Vorming kunnen de gelijkwaardigheid van een vorming in de tijd beperken."
Art.3. In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit, wordt 4° vervangen door wat volgt :
"over geschoold onderwijzend personeel beschikken dat belast is met het theoretisch en praktisch onderricht, en, vanaf 1 januari 2016, er voor zorgen dat elk lid van het onderwijzend personeel zelf houder is van een slaagattest voor het examen overeenkomstig de in artikel 5, § 2, bedoelde procedure voor de categorie waarin hij onderwijst. De opleider die verantwoordelijk is voor een specifiek deel van de vorming zal niet over een slaagattest moeten beschikken. De opleider van een centrum mag niet door het centrum waarvan hij deel uitmaakt, geëvalueerd worden.".
Art.4. In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt de eerste zin die begint met de woorden "In afwijking van artikel 4" en die eindigt met de woorden "voor het sanitair warm water met inbegrip van integraties in het dak en op het dak" aangevuld met de woorden "tot 31 december 2015".
Art. 5. De Minister van Energie en de Minister van Vorming zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.