Details





Titel:

27 JUNI 2013. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-07-2013 en tekstbijwerking tot 06-02-2023)



Inhoudstafel:

Hoofdstuk I. - Omzetting
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijvingen
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Certificering van de installateurs en de vaklui
Art. 3-4, 4/1
HOOFDSTUK IV. - De opleiding en het examen
Art. 5
HOOFDSTUK V. - Hernieuwing en intrekking van de certificaten
Art. 6-7
HOOFDSTUK VI. - Erkenning van de opleidingscentra en van de examencentra
Art. 8-9
HOOFDSTUK VII. - Erkenning van de certificaten
Art. 10
HOOFDSTUK VIII. - Opheffingsbepaling
Art. 11
HOOFDSTUK IX. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 12, 12/1, 13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2010205931 





Artikels:

Hoofdstuk I. - Omzetting
Artikel 1. Dit besluit strekt meer bepaald tot de omzetting van artikel 14.3 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG.

HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijvingen
Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "Minister van Energie" : de Minister bevoegd voor het Energiebeleid;
  2° "Minister van Vorming" : de Minister bevoegd voor Beroepsopleiding;
  3° "administratie van energie" : het Departement Energie en Duurzaam Gebouw van het Operationeel Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst;
  4° "administratie van vorming" : het Departement Beroepsopleiding van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst;
  5° "Qualiwall certificaat" : het certificaat toegekend door het controleorgaan aan de installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en aan vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren, dat voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 4, § 1, voor de betrokken categorieën van beroepsactiviteiten omschreven in artikel 3, § 2;
  6°[1 ...]1
  7° [1 controleorgaan": het orgaan of de door de Administratie van energie aangewezen personen, belast met de controle en het toezicht op de kwaliteit van de arbeid van de via de Qualiwall certificaten erkende installateurs]1);
  8° "erkend opleidingscentrum" : de opleidingsoperator die voldoet aan de voorwaarden van artikel 8, § 1, en die voorziet in de opleiding van de installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en van de vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren;
  9° "erkend examencentrum" : de opleidingsoperator die voldoet aan de voorwaarden van artikel 8, § 2, en die een examen organiseert voor de certificering van de installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en van de vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren;
  10° [1overeenkomst": de overeenkomst tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met het oog op de delegatie van de taken betreffende de certificering van de installateurs van systemen voor hernieuwbare energie (SER)]1.
  ----------
  (1)<BWG 2020-08-27/13, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 21-09-2020>

HOOFDSTUK III. - Certificering van de installateurs en de vaklui
Art.3.§ 1. Om de kwaliteit van de installaties en werken te garanderen, wordt [1 er een Qualiwall certificaat behaald op vrijwillige basis]1.
  § 2. De certificering kan betrekking hebben op verschillende beroepsactiviteiten betreffende de systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen :
  1° fotovoltaïsche installaties met inbegrip van integraties in het dak en op het dak;
  2° thermische installaties op zonne-energie voor het sanitair warm water met inbegrip van integraties in het dak en op het dak;
  3° thermische installaties op zonne-energie voor de verwarming en het sanitair warm water met inbegrip van integraties in het dak en op het dak;
  4° gedecentraliseerde biomassa installaties met houtkachel;
  5° gecentraliseerde biomassa installaties die de verwarming met of zonder sanitair warm water toelaten;
  6° installaties van warmtepompen die de verwarming met of zonder sanitair warm water toelaten met uitzondering van de ondiepe geothermische systemen;
  7° installaties van ondiepe geothermische systemen.
  De certificering kan ook betrekking hebben op verschillende beroepsactiviteiten betreffende de volgende maatregelen die de energie-efficiëntie van de gebouwen moeten verbeteren :
  1° thermische isolatie van de muren;
  2° luchtdichtheid van de bouwschil;
  3° installatie van ventilatiesystemen.
  § 3.[1 Het Qualiwall certificaat wordt uitsluitend door het controleorgaan afgeleverd]1.
  ----------
  (1)<BWG 2020-08-27/13, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 21-09-2020>

Art.4.§ 1. Het Qualiwall certificaat wordt [2 voor een periode van zeven jaar]2 toegekend aan elk natuurlijke persoon die cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoet :
  1° over een certificaat van goede afloop beschikken dat de beroepsactiviteit vermeldt waarvoor het certificaat werd behaald, overeenkomstig de procedure omschreven in artikel 5, § 2, [2 tijdens de 12 maanden die voorafgaan aan de aanvraag]2;
  2° een relevante beroepservaring [2 van minstens één maand]2 aantonen ten aanzien van de beroepsactiviteit waarvoor het certificaat wordt aangevraagd;
  3° in voorkomend geval, voldoen aan de voorwaarden voor de toegang tot het beroep vastgelegd in het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming, indien een natuurlijke persoon wordt bedoeld in dit besluit;
  4° niet het voorwerp zijn geweest van een intrekking van het Qualiwall certificaat [2 ...]2 voor de beroepsactiviteit waarvoor het certificaat is aangevraagd.
  [1 Om het Qualiwall certificaat voor de systemen bedoeld in artikel 3, § 2, 3° te krijgen, moet de aanvrager over het Qualiwall certificaat beschikken voor de systemen bedoeld in artikel 3, § 2, 2°.
   De Minister van Energie en de Minister van Vorming kunnen de in het eerste lid, 2°, bedoelde relevante beroepservaring bepalen.]1
  De Minister van Energie en de Minister van Vorming kunnen de vorm en de inhoud van het certificaat bepalen.
  Voor de beroepscategorieën waarvoor het koninklijk besluit van 29 januari 2007 niet van toepassing is, [1 moet de aanvrager bovendien]1 voldoen aan de voorwaarden bepaald door de Minister van Energie en de Minister van Vorming betreffende de basisopleiding of de beroepsopleiding voor het basisberoep.
  § 2. [2 ...]2
  § 3. [2 ...]2
  § 4. Een dossierrecht in verband met de dossierkosten kan worden aangevraagd tijdens de indiening van de aanvraag. Het controleorgaan is gemachtigd om de dossierrechten te innen. De opbrengst van het dossierrecht wordt bestemd voor het beheer van het certificeringsysteem.
  De Minister van Energie wordt gemachtigd door de Regering om het bedrag van de dossierrechten te bepalen.
  ----------
  (1)<BWG 2014-12-11/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
  (2)<BWG 2020-08-27/13, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 21-09-2020>

Art.4/1. [1 De geldigheid van de certificaten die verstrijken voor de invoering van de recyclerende opleidingen en de examens wordt verlengd tot en met 31 december 2023.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2022-12-08/17, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 16-02-2023>


HOOFDSTUK IV. - De opleiding en het examen
Art.5.§ 1. De opleidingen worden georganiseerd door erkende opleidingscentra.
  § 2. De examens die deze opleidingen afsluiten worden georganiseerd door erkende opleidingscentra. Zij hebben tot doel om aan te tonen dat de installateur of de vakman in staat is om deze technologie te installeren of om de werken uit te voeren die in de gevolgde opleiding zijn bedoeld. Ze bestaan uit een theoretisch gedeelte en uit een praktisch gedeelte dat plaatsvindt in een daartoe bestemd laboratorium.
  Om het examen af te leggen, moet de installateur of vakman minstens 60 percent van de verplichte opleidingsmodules in een erkend opleidingscentrum gevolgd hebben.
  De Minister van Energie en de Minister van Vorming bepalen de opleidingsmodules die gevolgd moeten worden.
  Indien de installateur of de vakman [1 ...]1 indien hij d.m.v. een certificaat van goede afloop bewijst dat hij reeds een gelijkwaardige opleiding gevolgd heeft, en indien deze opleiding als gelijkwaardig wordt geacht door de Minister van Energie en de Minister van Vorming, legt de installateur of de vakman het examen af zonder de opleidingsmodules gevolgd te hebben.
  Om te slagen voor het examen moet de installateur of de vakman een resultaat van minstens 60 percent behalen zowel voor het theoretisch gedeelte als voor het praktisch gedeelte van het examen en mag hij in het kader van het examen geen ernstige fout hebben begaan met betrekking tot de basisbevoegdheden van de installateurs of de vaklui. [1 De Minister van Energie en de Minister van Vorming kunnen de gelijkwaardigheid van een vorming in de tijd beperken.]1
  Het examencentrum verleent een certificaat van goede afloop aan de kandidaat die voor het examen geslaagd is.
  Als hij niet slaagt voor het examen betreffende de beroepsactiviteit heeft de installateur of de vakman maar één keer het recht om het examen i.v.m. deze activiteit opnieuw af te leggen. De installateur of de vakman die niet slaagt voor een gedeelte van het examen heeft alleen de mogelijkheid om opnieuw dat gedeelte af te leggen. Indien hij opnieuw niet slaagt voor het examen moet de installateur of de vakman opnieuw de opleiding volgen vóór hij het examen weer aflegt.
  ----------
  (1)<BWG 2014-12-11/06, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

HOOFDSTUK V. - Hernieuwing en intrekking van de certificaten
Art.6. § 1. De certificering wordt hernieuwd op basis van een aanvraag die minstens drie maanden vóór het verstrijken van het Qualiwall certificaat wordt ingediend. In dit geval spreekt het controleorgaan zich uit over de aanvraag tot hernieuwing binnen dertig dagen.
  § 2. Om zijn hernieuwing te krijgen, moet de installateur of de vakman bewijzen dat hij tijdens de twaalf maanden die voorafgaan aan zijn aanvraag een bijscholingscursus gevolgd heeft die door een erkend opleidingscentrum georganiseerd wordt.
  De Minister van Energie en de Minister van Vorming bepalen de inhoud van de bijscholingscursus en de modaliteiten inzake het nagaan van de verworvenheden, meer bepaald in geval van belangrijke evoluties of veranderingen op reglementair, technisch of technologisch vlak.
  § 3. Een dossierrecht in verband met de dossierkosten kan worden aangevraagd tijdens de indiening van de aanvraag. Het controleorgaan is gemachtigd om de dossierrechten te innen. De opbrengst van het dossierrecht wordt bestemd voor het beheer van het certificeringsysteem.
  De Minister van Energie wordt gemachtigd door de Regering om het bedrag van de dossierrechten te bepalen.

Art.7. § 1. Wanneer een installateur of een gecertificeerde vakman zijn verplichtingen verzuimt na te komen, kan de Minister van Energie zijn certificaat intrekken. De bedoelde tekortkomingen hebben betrekking op :
  1° de kwaliteit van de installaties of de werken;
  2° de technische kennis van de installateur of de vakman;
  3° de kwaliteit van de dienst na verkoop.
  § 2. Als het controleorgaan van plan is een installateur of een vakman te straffen, brengt hij laatstgenoemde daarvan op de hoogte bij aangetekend schrijven of d.m.v. een elektronische aangetekende zending waarmee de zending, het ogenblik van de zending en de identiteit van de afzender bewezen kunnen worden.
  Dat schrijven vermeldt de vastgestelde tekortkomingen, de eventueel overwogen sanctie en de mogelijkheid voor de installateur of de vakman om gehoord te worden.
  Binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van de beslissing van het controleorgaan kan de installateur of de vakman een beroep instellen bij de Minister van Energie.
  De Minister van Energie beschikt over een termijn van dertig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het beroep om uitspraak te doen.
  De ministeriële beslissing wordt naar de installateur of de vakman gestuurd bij aangetekend schrijven of d.m.v. een elektronische aangetekende zending waarmee de zending, het ogenblik van de zending en de identiteit van de afzender bewezen kunnen worden.

HOOFDSTUK VI. - Erkenning van de opleidingscentra en van de examencentra
Art.8.§ 1. De erkenning van een opleidingscentrum voor de certificering van de installateurs of de vaklui is onderworpen aan de volgende voorwaarden :
  1° rechtspersoonlijkheid hebben;
  2° de leermiddelen gebruiken die door de administratie van energie worden verstrekt op basis[2 ...]2 van de overeenkomst;
  3° een praktische opleiding garanderen door het ter beschikking stellen van didactisch materiaal in een daartoe ingericht laboratorium dat voldoet aan de criteria opgesteld door de Minister van Energie op basis van artikel 1, 3, van de overeenkomst;
  4° [1 over geschoold onderwijzend personeel beschikken dat belast is met het theoretisch en praktisch onderricht, en, vanaf 1 januari 2016, er voor zorgen dat elk lid van het onderwijzend personeel zelf houder is van een slaagattest voor het examen overeenkomstig de in artikel 5, § 2, bedoelde procedure voor de categorie waarin hij onderwijst. De opleider die verantwoordelijk is voor een specifiek deel van de vorming zal niet over een slaagattest moeten beschikken. De opleider van een centrum mag niet door het centrum waarvan hij deel uitmaakt, geëvalueerd worden.]1
  § 2. De erkenning van een examencentrum voor de certificering van de installateurs of de vaklui is onderworpen aan de volgende voorwaarden :
  1° rechtspersoonlijkheid hebben;
  2° examens organiseren die betrekking hebben op de inhoud van de opleidingen opgenomen in de leermiddelen met behulp van de vragenlijsten verstrekt door de administratie van energie op basis [2 ...]2 van de overeenkomst;
  3° praktische examens organiseren door middel van een leermiddel dat in een daartoe ingericht laboratorium ter beschikking wordt gesteld en dat voldoet aan de criteria opgesteld door de Minister van Energie op basis van artikel 1, 3, van de overeenkomst;
  4° een examenjury samenstellen dat bestaat uit minstens drie specialisten in de onderwezen vakken en waarvan tenminste één van de leden een externe examinator is, die ook een specialist is in de onderwezen vakken en die geen les geeft in het centrum dat het examen organiseert.
  § 3. De Minister van Energie en de Minister van Vorming kunnen de erkenningsvoorwaarden aanvullen en de inhoud bepalen van de cursussen en examens bedoeld in de §§ 1 en 2.
  ----------
  (1)<BWG 2014-12-11/06, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
  (2)<BWG 2020-08-27/13, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 21-09-2020>

Art.9. § 1. Om als opleidings- of examencentrum voor de certificering van installateurs of vaklui erkend te worden, dient het centrum een erkenningsaanvraag in d.m.v. het formulier waarin de gegevens omschreven in § 2 voorkomen. De erkenning slaat op het geheel of een deel van de opleidingen die betrekking hebben op de beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 3.
  § 2. De erkenningsaanvraag van een opleidingscentrum of van een examencentrum vermeldt op zijn minst de volgende gegevens :
  1° de gegevens betreffende de aanvrager, namelijk zijn naam, zijn adres en zijn telefoonnummer, zijn faxnummer en zijn e-mailadres;
  2° voor de erkenningsaanvraag als opleidingscentrum : een omstandig programma van de cursussen betreffende de opleiding en een volledige en nauwkeurige omschrijving van de organisatie van de opleiding;
  3° voor de erkenningsaanvraag als examencentrum : een omstandig programma van de examens en een volledige en nauwkeurige omschrijving van de organisatie en van de afloop van de examens;
  4° een omschrijving van het beschikbaar materieel en van de beschikbare installaties.
  De aanvrager verstrekt de administratie van energie, binnen de vastgelegde termijn, de gevraagde informatie of documenten.
  De Minister van Energie kan de vorm en de wijze van mededeling van de erkenningsaanvraag bepalen en haar inhoud aanvullen.
  § 3. Binnen tien werkdagen dagen die volgen op de ontvangst van het dossier voor de aanvraag tot erkenning stuurt de administratie van energie een bericht van ontvangst naar de aanvrager dat het volgende vermeldt :
  1° de datum waarop de aanvraag in ontvangst is genomen;
  2° de termijn waarin de beslissing genomen moet worden.
  Binnen een termijn van veertig werkdagen na zending van het bericht van ontvangst deelt de Minister van Energie, na advies van de Minister van Vorming, zijn beslissing aan de aanvrager mede.
  In afwijking van het eerste lid en als het dossier onvolledig is, stelt de administratie van energie er de aanvrager zo snel mogelijk in kennis van. Deze kennisgeving vermeldt de ontbrekende stukken en verduidelijkt dat de in het tweede lid bedoelde termijn bij de ontvangst van het geheel van de ontbrekende stukken begint te lopen.
  Onder werkdagen verstaat men al de dagen van de kalender met uitsluiting van de feestdagen en de dagen van de wettelijke wekelijkse rusttijd.
  § 4. Een vertegenwoordiger van elk van de administraties van energie en van vorming mag de opleidingscursussen bijwonen die door het opleidingscentrum worden verstrekt, alsook de examens die door het examencentrum worden georganiseerd.
  § 5. De Minister van Energie, na advies van de Minister van Vorming, kan de erkenning van een opleidingscentrum of een examencentrum intrekken als het opleidingscentrum of het examencentrum de verplichtingen vermeld in artikel 8 niet nakomt.
  De beslissing tot intrekking van de erkenning wordt door de Minister van Energie genomen, na het examen- of opleidingscentrum te hebben gehoord en na advies van de Minister van Vorming.
  De Minister van Energie beschikt, na advies van de Minister van Vorming, over een termijn van dertig dagen, te rekenen van de datum van het verhoor van het centrum, om uitspraak te doen. De ministeriële beslissing wordt naar de installateur of de vakman gestuurd bij aangetekend schrijven of d.m.v. een elektronische aangetekende zending waarmee de zending, het ogenblik van de zending en de identiteit van de afzender bewezen kunnen worden.
  § 6. De erkenning van een opleidingscentum of een examencentrum wordt voor een periode van vijf jaar toegekend.
  De erkenning wordt hernieuwd op basis van een aanvraag die minstens drie maanden vóór het verstrijken ervan wordt ingediend, overeenkomstig de procedure voor de aanvraag om erkenning omschreven in § 2.

HOOFDSTUK VII. - Erkenning van de certificaten
Art.10. De certificaten toegekend door andere Belgische Gewesten of andere lidstaten van de Europese Gemeenschap worden erkend indien, na onderzoek van de toekenningsvoorwaarden, blijkt dat ze werden toegekend volgens de criteria van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG.

HOOFDSTUK VIII. - Opheffingsbepaling
Art.11. De artikelen 9 en 10 van het besluit van de Waalse Regering van 21 oktober 2010 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 27 november 2003 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 2 februari 2012, worden opgeheven.

HOOFDSTUK IX. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.12.In afwijking van artikel 4 wordt de erkenning van de installateurs Soltherm toegekend met inachtneming van de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 21 oktober 2010 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 27 november 2003 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 2 februari 2012, erkend als gelijkwaardig met het Qualiwall certificaat voor de thermische installaties op zonne-energie voor het sanitair warm water met inbegrip van integraties in het dak en op het dak [1 tot 31 december 2015]1. Tijdens de gelijkwaardigheidsperiode kunnen de Soltherm erkende installateurs zonder een erkende opleiding te volgen en zonder een examen ter afsluiting van de opleiding af te leggen, een aanvraag tot certificering indienen.
  ----------
  (1)<BWG 2014-12-11/06, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

Art.12/1. [1 Tot en met 31 december 2025 wordt de geldigheid van het certificaat van een kandidaat voor de verlenging ervan door de Administratie met één jaar verlengd als de kandidaat voor de verlenging, ondanks de invoering van de recyclerende opleidingen en de examens door de erkende vormings- en examencentra, aantoont dat hij een negatief antwoord heeft gekregen op elke aanvraag tot inschrijving voor een recyclagecursus.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2022-12-08/17, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 16-02-2023>


Art. 13. De Minister van Energie en de Minister van Vorming zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.