Details





Titel:

31 JANUARI 2014. - [Decreet betreffende opdracht van de bevoegdheid inzake het voeren van een specifiek grond- en woonbeleid en een specifiek welzijns- en gezondheidsinfrastructuurbeleid voor Vlaams-Brabant aan de Provincie Vlaams-Brabant] <Opschrift vervangen door DVR2017-12-22/44, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-02-2014 en tekstbijwerking tot 12-07-2022)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. [1 - Opdracht van bevoegdheid voor het voeren van een specifiek grond- en woonbeleid en een specifiek welzijns- en gezondheidsinfrastructuurbeleid]1
Art. 3, 3/1, 3/2
HOOFDSTUK 3. - Overdracht van rechtswege van sommige goederen, participaties, rechten en verplichtingen van Vlabinvest
Art. 4-6, 6/1, 6/2
HOOFDSTUK 4. [1 - Inkomsten en uitgaven]1
Art. 7, 7/1, 7/2, 7/3, 7/4
HOOFDSTUK 5. - Diensten- en samenwerkingsovereenkomst
Art. 8
HOOFDSTUK 6. - Beleidsoverleg
Art. 9, 9/1
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingsbepalingen
Afdeling 1. - Wijziging van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992
Art. 10-16
Afdeling 2. - Wijziging van het decreet van 20 december 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1997
Art. 17
Afdeling 3. - Wijzigingen van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode
Art. 18-24
Afdeling 4. - Wijzigingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Art. 25-29
Afdeling 5. - Wijziging van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof
Art. 30
HOOFDSTUK 8. - Inwerkingtreding
Art. 31



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992035738  1996036584  1997036023  2009035411  2011035642 



Uitvoeringsbesluit(en):

2014203633  2015035732 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt een [1 gemeenschaps- en gewestaangelegenheid]1.
  ----------
  (1)<DVR 2017-12-22/44, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.2.In dit decreet wordt verstaan onder :
  1° Vlabinvest : het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, vermeld in [4 artikel 5.11, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021]4;
  2° [1 Vlabinvest apb: het Agentschap voor Woon- en Zorginfrastructuurbeleid voor Vlaams-Brabant, opgericht als het Agentschap voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant bij artikel 1 van het besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 22 oktober 2013, en omgevormd tot het Agentschap voor Woon- en Zorginfrastructuurbeleid voor Vlaams-Brabant bij besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant;]1.
  [1 3° welzijns- en gezondheidsvoorzieningen: organisaties die activiteiten uitoefenen op het domein van de aangelegenheden, vermeld in artikel 5, § 1, I, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is, en van de aangelegenheden, vermeld in artikel 5, § 1, II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is, met uitzondering van de organisaties die activiteiten uitoefenen op het domein van het onthaal en de integratie van inwijkelingen, het medisch schooltoezicht en de medisch verantwoorde sportbeoefening;
   4° [2 initiatiefnemers: gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verenigingen van gemeenten of van openbare centra voor maatschappelijk welzijn, publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen die in Vlaams-Brabant een activiteit uitoefenen of in de toekomst een activiteit willen uitoefenen op het domein van de aangelegenheden, vermeld in artikel 5, § 1, I, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is, en van de aangelegenheden, vermeld in artikel 5, § 1, II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is, met uitzondering van de organisaties die activiteiten uitoefenen op het domein van het onthaal en de integratie van inwijkelingen, het medisch schooltoezicht en de medisch verantwoorde sportbeoefening, of publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen die voor investeringen in zorginfrastructuur samenwerken met een welzijns- of gezondheidsvoorziening als vermeld in punt 3° ;]2
   5° sector: een aangelegenheid als vermeld in punt 3°, of een onderdeel ervan.]1
  [3 VMSW: de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, opgericht bij [4 artikel 4.7 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021]4]3
  ----------
  (1)<DVR 2017-12-22/44, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (2)<DVR 2019-03-22/04, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 21-04-2019>
  (3)<DVR 2019-03-29/33, art. 36, 004; Inwerkingtreding : 18-05-2019>
  (4)<BVR 2020-07-17/73, art. 48, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

HOOFDSTUK 2. [1 - Opdracht van bevoegdheid voor het voeren van een specifiek grond- en woonbeleid en een specifiek welzijns- en gezondheidsinfrastructuurbeleid]1   ----------   (1)
Art.3.De provincie Vlaams-Brabant en in het bijzonder Vlabinvest apb zijn bevoegd voor het voeren van een specifiek grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant. Ze voeren dat beleid uit, aanvullend op het Vlaamse woonbeleid en in het bijzonder het Vlaamse sociaal woonbeleid.
  Die bevoegdheid omvat in het bijzonder :
  1° het voeren van een grondbeleid en het realiseren van woonprojecten met een sociaal karakter in de gemeenten van de provincie Vlaams-Brabant;
  2° de uitbouw van voorzieningen die noodzakelijk worden geacht om het Vlaamse karakter en een hoogwaardige woonkwaliteit in deze regio te behouden of te bevorderen[1 ...]1.
  Een woonproject met sociaal karakter als vermeld in het tweede lid, 1°, is een woonproject als bedoeld in [2 artikel 4.41 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021]2.
  ----------
  (1)<DVR 2017-12-22/44, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (2)<BVR 2020-07-17/73, art. 49, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.3/1. [1 De provincie Vlaams-Brabant en in het bijzonder Vlabinvest apb zijn bevoegd voor het voeren van een specifiek welzijns- en gezondheidsinfrastructuurbeleid voor Vlaams-Brabant, conform artikel 36, § 1, van het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincie.
   Die bevoegdheid omvat:
   1° het uitbreiden en het versterken van het aanbod aan welzijns- en gezondheidsvoorzieningen door:
   a) de verwerving van gronden of het verstrekken aan initiatiefnemers van leningen of subsidies voor het verwerven van gronden, om nieuwe welzijns- en gezondheidsvoorzieningen te realiseren en bestaande welzijns- en gezondheidsvoorzieningen uit te breiden;
   b) de aankoop, bouw, verbouwing, renovatie of inrichting van gebouwen of andere infrastructuur voor welzijns- en gezondheidsvoorzieningen of het verstrekken aan initiatiefnemers van leningen of subsidies daarvoor;
   2° het stimuleren en het begeleiden van initiatiefnemers bij de infrastructuur-initiatieven, vermeld in punt 1°.
   Ze voeren dat beleid, dat volledig spoort met het Vlaamse welzijns- en gezondheidsbeleid en dient ter aanvulling van dat beleid, bij voorrang uit in de gemeenten van de Vlaamse Rand. Ze zorgen er in elk geval voor dat het beleid past in het Vlaamse welzijns- en gezondheidsbeleid, en plegen daarvoor overleg met de Vlaamse Gemeenschap als vermeld in artikel 9/1.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2017-12-22/44, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>


Art.3/2. [1 In het kader van de bevoegdheden, vermeld in artikel 3 en artikel 3/1, kan Vlabinvest apb overgaan tot het nemen van participaties.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2017-12-22/44, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>


HOOFDSTUK 3. - Overdracht van rechtswege van sommige goederen, participaties, rechten en verplichtingen van Vlabinvest
Art.4. De onroerende goederen, de participaties en alle niet-projectfinancieringsgebonden rechten en verplichtingen die op 31 december 2013 het vermogen uitmaken van Vlabinvest, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de hangende en toekomstige gerechtelijke procedures, worden van rechtswege overgedragen aan Vlabinvest apb.
  Niet-projectfinancieringsgebonden rechten en verplichtingen zijn alle rechten en verplichtingen die voortvloeien uit alle andere verrichtingen dan de financieringen van projecten welke gericht zijn op de realisatie van een grond- en woonbeleid in Vlaams-Brabant.

Art.5. De onroerende goederen, vermeld in artikel 4, worden kosteloos overgedragen in de staat waarin ze zich bevinden, met inbegrip van de actieve en passieve erfdienstbaarheden, alsook van de bijzondere lasten en verplichtingen die aan die goederen zijn verbonden.

Art.6. De integrale opsomming van de goederen, participaties en rechten en verplichtingen bedoeld in artikel 4 worden, na afsluiting van de jaarrekening van Vlabinvest over 2013, definitief vastgesteld op de wijze die de Vlaamse Regering bepaalt.

Art.6/1. [1 De onroerende goederen, de participaties en alle rechten en verplichtingen die op 31 december 2017 het vermogen uitmaken van Vlabinvest apb, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de hangende en toekomstige gerechtelijke procedures, worden van rechtswege toegewezen aan het intern financieringsfonds Wonen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2017-12-22/44, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>


Art.6/2. [1 De onroerende goederen, vermeld in artikel 6/1, worden kosteloos toegewezen aan het intern financieringsfonds Wonen in de staat waarin ze zich bevinden, met inbegrip van de actieve en passieve erfdienstbaarheden, alsook van de bijzondere lasten en verplichtingen die aan die goederen zijn verbonden.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2017-12-22/44, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>


HOOFDSTUK 4. [1 - Inkomsten en uitgaven]1   ----------   (1)
Art.7.Op 1 februari van ieder kalenderjaar wordt een subsidie ten laste van de begroting van het Vlaamse Gewest van [3 696.000]3 euro aan Vlabinvest apb overgemaakt. Dit subsidie- bedrag wordt met ingang van het begrotingsjaar [3 2020]3 jaarlijks minstens aangepast met de indexatieparameters die de Vlaamse Regering hanteert bij de opmaak van de begroting van het Vlaamse Gewest.
  [2 De VMSW vult het subsidiebedrag, vermeld in het eerste lid, aan met de winsten die gerealiseerd werden bij de verkoop van onroerende goederen vanuit het Rollend Grondfonds als bepaald door de Vlaamse Regering, aan particulieren in het kader van projecten uitgevoerd door Vlabinvest apb en put daarvoor de nodige middelen uit het vermelde Rollend Grondfonds. Als er verliezen zijn bij de verkoop van onroerende goederen aan particulieren in het kader van projecten uitgevoerd door Vlabinvest apb, vult Vlabinvest apb die aan in het vermelde Rollend Grondfonds.]2
  [1 De subsidie, [2 vermeld in het eerste en tweede lid]2, wordt door Vlabinvest apb geboekt in het intern financieringsfonds Wonen.]1
  ----------
  (1)<DVR 2017-12-22/44, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (2)<DVR 2019-03-29/33, art. 37, 004; Inwerkingtreding : 18-05-2019>
  (3)<DVR 2020-06-26/29, art. 14, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.7/1.[1 De interesten, vermeld in [2 artikel [3 4.15, § 1, vierde lid,]3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021]2 worden door Vlabinvest apb geboekt in het intern financieringsfonds Wonen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2017-12-22/44, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (2)<BVR 2020-07-17/73, art. 50, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
  (3)<DVR 2022-06-03/17, art. 10, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.7/2.[1 Uiterlijk op 1 februari van ieder kalenderjaar ontvangt Vlabinvest apb een subsidie ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap van [2 2.350.000]2 euro. Dat subsidiebedrag wordt met ingang van het begrotingsjaar [2 2020]2 jaarlijks minstens aangepast op basis van de indexatieparameters die de Vlaamse Regering hanteert bij de opmaak van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap.
   De subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt door Vlabinvest apb geboekt in het intern financieringsfonds Zorg.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2017-12-22/44, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (2)<DVR 2020-06-26/29, art. 18, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.7/3. [1 Alle middelen van het intern financieringsfonds Wonen worden exclusief aangewend voor het voeren van een grond- en woonbeleid in Vlaams-Brabant als vermeld in artikel 3. De inkomsten en uitgaven die uit dat beleid voortkomen, worden toegewezen aan het intern financieringsfonds Wonen.
   Alle middelen van het intern financieringsfonds Zorg worden exclusief aangewend voor het voeren van een welzijns- en gezondheidsinfrastructuurbeleid voor Vlaams-Brabant als vermeld in artikel 3/1. De inkomsten en uitgaven die uit dat beleid voortkomen, worden toegewezen aan het intern financieringsfonds Zorg.
   Inkomsten en uitgaven die niet exclusief uit een van beide bevoegdheden voortvloeien, worden proportioneel verdeeld op basis van een verdeelsleutel die de raad van bestuur van Vlabinvest apb vastlegt.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2017-12-22/44, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>


Art.7/4. [1 Jaarlijks stelt de raad van bestuur van Vlabinvest apb naar aanleiding van de opmaak van de jaarrekening een verslag op over de stand van de interne financieringsfondsen Wonen en Zorg, en over de aanwending van de middelen. Dat verslag wordt aan het Vlaams Parlement en de bevoegde Vlaamse ministers bezorgd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2017-12-22/44, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>


HOOFDSTUK 5. - Diensten- en samenwerkingsovereenkomst
Art.8.[1 Tussen de VMSW en Vlabinvest apb wordt een overeenkomst gesloten met betrekking tot het ter beschikking stellen aan Vlabinvest apb van de nodige diensten en personeelsleden door de VMSW, in het kader van de toegewezen opdracht van bevoegdheid voor het voeren van een grond- en woonbeleid, vermeld in artikel 3. De VMSW ontvangt hiervoor jaarlijks een kostenvergoeding van Vlabinvest apb. ]1
  ----------
  (1)<DVR 2019-03-29/33, art. 38, 004; Inwerkingtreding : 18-05-2019>

HOOFDSTUK 6. - Beleidsoverleg
Art.9.[1 In het kader van de opdracht van bevoegdheid, vermeld in artikel 3, vindt op initiatief van de meest gerede partij, het Vlaamse Gewest of Vlabinvest apb,]1 een overleg plaats met het oog op een beleidsmatige afstemming van het Vlaamse en het provinciale woonbeleid en in het bijzonder het sociaal woonbeleid.
  ----------
  (1)<DVR 2017-12-22/44, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.9/1. [1 In het kader van de opdracht van bevoegdheid, vermeld in artikel 3/1, wordt een structureel overleg georganiseerd tussen Vlabinvest apb en de Vlaamse Gemeenschap.
   Dat overleg heeft tot doel:
   1° te garanderen dat het provinciale welzijns- en gezondheidsinfrastructuurbeleid volledig spoort met het Vlaamse welzijns- en gezondheidsbeleid, vermeld in artikel 3/1, derde lid;
   2° jaarlijks per sector vast te leggen in welke mate en op welke wijze er bij de realisatie van de Vlaamse programmatie van welzijns- en gezondheidsvoorzieningen of bij de uitbreiding van het Vlaamse aanbod aan welzijns- en gezondheidsvoorzieningen, voorrang wordt gegeven aan Vlaams-Brabant, en in het bijzonder aan de Vlaamse Rand.
   De Vlaamse Regering kan de nadere regels van dat overleg bepalen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2017-12-22/44, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>


HOOFDSTUK 7. - Wijzigingsbepalingen
Afdeling 1. - Wijziging van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992
Art.10. Artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992, wordt vervangen door wat volgt :
  "Het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant, opgericht bij onderhavig artikel, wordt omgevormd tot het Vlaams Financieringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant.".

Art.11. In artikel 17 van hetzelfde decreet, vervangen bij decreet van 31 mei 2013, worden de woorden "Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant" vervangen door de woorden "Vlaams Financieringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant".

Art.12. In artikel 18 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant" worden vervangen door de woorden "Vlaams Financieringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant";
  2° punt 1° wordt vervangen door wat volgt :
  "1° een jaarlijkse en forfaitaire dotatie ten laste van de begroting van het Vlaamse Gewest van 3.833.000 euro. Dat bedrag wordt met ingang van het begrotingsjaar 2014 jaarlijks minstens aangepast met de indexatieparameters die de Vlaamse Regering hanteert bij de opmaak van de begroting van het Vlaamse Gewest;".

Art.13. Artikel 19 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij decreet van 29 april 2011, wordt vervangen door wat volgt :
  "Het fonds heeft de opdracht om ter realisatie van het grond- en woonbeleid in Vlaams-Brabant, renteloze leningen toe te staan aan Vlabinvest apb, opgericht bij artikel 1 van het besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 22 oktober 2013.
  Het fonds is er eveneens toe gehouden om de intresten die verschuldigd zijn ingevolge leningen die vóór 1 januari 2014 werden verstrekt door het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant en die hij in de loop van een kalenderjaar ontvangt, op 31 december van hetzelfde kalenderjaar als subsidie uit te keren aan Vlabinvest apb.
  De leningen als vermeld in het eerste lid, worden door Vlabinvest apb uitsluitend aangewend voor de realisatie van zijn opdracht als vermeld in artikel 3 van het besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 22 oktober 2013 op de volgende wijzen :
  1° voor het toestaan van leningen aan de initiatiefnemers;
  2° voor de financiering van bouwverrichtingen die door Vlabinvest apb zelf worden gerealiseerd.
  Het jaarlijks leningsvolume is het bedrag van de renteloze leningen die het fonds jaarlijks kan toestaan aan Vlabinvest apb. Dit jaarlijks leningsvolume wordt jaarlijks beperkt tot een plafond dat is samengesteld uit de som van :
  1° de jaarlijkse en forfaitaire dotatie als vermeld in artikel 18, eerste lid, 1°;
  2° de ontvangen terugbetalingen van de leningen, zowel deze toegestaan aan initiatiefnemers vóór 1 januari 2014 door het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant als de renteloze leningen verstrekt door het Vlaams Financieringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant aan Vlabinvest apb vanaf 1 januari 2014 uitgezonderd de op deze leningen verschuldigde intresten;
  3° het niet-belaste saldo van niet-aangewende middelen door het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant op 31 december 2013. Het niet-belaste saldo van de niet-aangewende middelen omvat de liquide middelen en de nog te vorderen dotaties, en de andere werkelijke ontvangsten en uitgaven die op de begrotings- uitvoering van het begrotingsjaar 2013 werden aangerekend, maar die eind 2013 nog moeten worden betaald, verminderd met het nog niet opgenomen gedeelte van de leningen die vóór 1 januari 2014 bij overeenkomst werden toegezegd;
  4° het niet-aangewende saldo van de onder punt 1°, 2° en 3° vermelde middelen van het voorgaande begrotingsjaar.
  In de begroting wordt er een verbintenissenmachtiging ingeschreven ten belope van het jaarlijks leningsvolume om renteloze leningen toe te staan aan Vlabinvest apb.
  De Vlaamse Regering bepaalt de verdere algemene voorwaarden waaronder de in het eerste lid vermelde leningen worden toegestaan aan Vlabinvest apb.
  In het derde lid wordt verstaan onder initiatiefnemers :
  1° de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen;
  2° een sociale huisvestingsmaatschappij;
  3° een gemeente of een intergemeentelijk samenwerkingsverband;
  4° een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en een vereniging als vermeld in titel VIII, hoofdstuk I, van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  5° het Vlaams Woningfonds;
  6° de provincie Vlaams-Brabant.".

Art.14. Artikel 19bis en artikel 19ter van hetzelfde decreet worden opgeheven.

Art.15. In artikel 20 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 29 april 2011, wordt de zinsnede ", uitrusting, installaties en personeelsleden. De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen ontvangt hiervoor jaarlijks een kostenvergoeding lastens de begroting van het fonds" geschrapt.

Art.16. Artikel 21 en artikel 22 van hetzelfde decreet worden opgeheven.

Afdeling 2. - Wijziging van het decreet van 20 december 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1997
Art.17. In het decreet van 20 december 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1997, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2011, wordt hoofdstuk X, dat bestaat uit artikel 29 en artikel 30, opgeheven.

Afdeling 3. - Wijzigingen van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode
Art.18. Aan artikel 2, § 1, eerste lid, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, vervangen bij het decreet van 29 april 2011 en gewijzigd bij de decreten van 23 december 2011, 9 maart 2012, 23 maart 2012 en 31 mei 2013, wordt een punt 40° toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "40° Vlabinvest apb : het Agentschap voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, opgericht bij artikel 1 van het besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 22 oktober 2013.".

Art.19. In artikel 34 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 17 maart 1998, 24 december 2004, 24 maart 2006, 29 april 2011, 23 december 2011 en 31 mei 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, tweede lid, 1°, a), wordt de zinsnede "het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, opgericht bij artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992" vervangen door de woorden "Vlabinvest apb";
  2° in § 1, tweede lid, 3°, wordt de zinsnede "het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, opgericht bij artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992" vervangen door de woorden "Vlabinvest apb";
  3° in § 3, eerste lid, wordt punt 5° vervangen door wat volgt : "5° Vlabinvest apb.".

Art.20. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 31 mei 2013, wordt een artikel 42bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "Art. 42bis. In dit artikel wordt verstaan onder woonproject met sociaal karakter : een woonproject dat geheel of gedeeltelijk gefinancierd wordt met middelen van Vlabinvest apb of dat geheel of gedeeltelijk gefinancierd werd met middelen van het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, vermeld in artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992.
  Voor de toepassing van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten en van de regelgeving inzake de belasting over de toegevoegde waarde worden de woningen die deel uitmaken van een woonproject met sociaal karakter, waarbij een sociale huisvestingsmaatschappij optreedt als initiatiefnemer, erkend als sociale woningen die gerealiseerd zijn door die sociale huisvestingsmaatschappij.".

Art.21. In artikel 43, § 2, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 24 maart 2006 en gewijzigd bij het decreet van 29 april 2011, worden tussen de zinsnede "de begroting 1992" en de zinsnede ", hetzij in het kader" de woorden "of door Vlabinvest apb" ingevoegd.

Art.22. In artikel 85, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 24 maart 2006, 29 februari 2008, 27 maart 2009, 29 april 2011 en 31 mei 2013, wordt de zinsnede "het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid in Vlaams-Brabant opgericht bij artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992" vervangen door de woorden "Vlabinvest apb".

Art.23. In artikel 86, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 25 mei 2007 en gewijzigd bij het decreet van 31 mei 2013, wordt punt 3° vervangen door wat volgt :
  "3° Vlabinvest apb.".

Art.24. In artikel 91, § 1, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 15 december 2006 en gewijzigd bij het decreet van 29 april 2011, wordt punt 2° vervangen door wat volgt :
  "2° gefinancierd zijn met middelen van Vlabinvest apb of gefinancierd werden met middelen van het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, vermeld in artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992;".

Afdeling 4. - Wijzigingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Art.25. In artikel 1.2 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, gewijzigd bij de decreten van 9 juli 2010, 23 december 2011 en 31 mei 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° aan het eerste lid wordt een punt 22°/1 toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "22°/1 Vlabinvest apb : het Agentschap voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, opgericht bij artikel 1 van het besluit van de provincieraad van Vlaams- Brabant van 22 oktober 2013;";
  2° in het derde lid wordt tussen de zinsnede "begroting 1992" en de zinsnede ", beschouwd als sociaal woonaanbod" de zinsnede "of door Vlabinvest apb" ingevoegd.

Art.26. In artikel 3.2.8, eerste lid, 2°, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid, vermeld in artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992" vervangen door de woorden "Vlabinvest apb".

Art.27. In artikel 4.1.14, 2°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 9 juli 2010, wordt de zinsnede "het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, opgericht bij artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992," vervangen door de woorden "Vlabinvest apb".

Art.28. In artikel 4.2.4/1, 2°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 9 juli 2010, wordt de zinsnede "het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, opgericht bij artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992," vervangen door de woorden "Vlabinvest apb".

Art.29. In artikel 5.2.1, § 1, derde lid, 4°, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, vermeld in artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992," vervangen door de woorden "Vlabinvest apb".

Afdeling 5. - Wijziging van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof
Art.30. In artikel 4, § 1, 2°, van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, gewijzigd bij het decreet van 9 november 2012, worden de woorden "Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid in Vlaams-Brabant - Vlabinvest" vervangen door de woorden "Vlaams Financieringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant".

HOOFDSTUK 8. - Inwerkingtreding
Art. 31. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2014.