30 APRIL 2014. - [ Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van de actie inzake permanente opvoeding in het kader van het verenigingsleven ] (Opschrift gewijzigd BFG2019-05-02/54, art. , 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-10-2014 en tekstbijwerking tot 08-05-2025)
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. [1 . - Voorwaarden voor erkenning in het kader van as 1, als bedoeld in artikel 3, lid 2, van het decreet, en overeenkomstige forfaitaire categorieën ]1
Afdeling 1. - Definities en algemene principes
Art. 2-3
Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden en overeenstemmende puntencategorieën
Art. 4-9
HOOFDSTUK 3. - Erkenningsvoorwaarden in het kader van as 2 [1 bedoeld in artikel 3, § 3, van het decreet]1 en overeenstemmende puntencategorieën.
Afdeling 1. - Algemene principes
Art. 10-12
Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden en overeenstemmende puntencategorieën
Art. 13
HOOFDSTUK 4. [1 Voorwaarden voor de erkenning volgens as 3, bedoeld in artikel 3, § 4 van het decreet en de overeenkomstige forfaitaire categorieën ]1
Afdeling 1. [1 Algemene beginselen ]1
Art. 14
Afdeling 1.
Onderafdeling 1.
Art. 15-16
Afdeling 2. [1 Specifieke beginselen voor de implementering van diensten, de terbeschikkingstelling van documentatiehulpbronnen, de productie en terbeschikkingstelling van pedagogische of culturele instrumenten ]1
Art. 17
Onderafdeling 2.
Art. 18-19
Afdeling 3. [1 - Specifieke beginselen voor het uitvoeren van analyses, studies en participatief onderzoek als bedoeld in artikel 3, paragraaf 4, van het decreet ]1
Onderafdeling 1. [1 - Definities en algemene beginselen ]1
Art. 20-22, 22/1
Onderafdeling 2. [1 - Erkenningsvoorwaarden en overeenkomstige forfaitaire categorieën ]1
Art. 23
Afdeling 4. [1 - Erkenningsvoorwaarden en overeenkomstige forfaitaire categorieën ]1
Art. 24, 24/1
HOOFDSTUK 5. [1 - Voorwaarden voor erkenning in as 4, bedoeld in artikel 3, § 5 van het decreet en de overeenkomstige forfaitaire categorie ]1
Afdeling 1. - Algemene principes
Art. 25
Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden en overeenkomende puntencategorie
Art. 26-27
HOOFDSTUK 5/1. [1 - Asoverschrijdende verwezenlijkingen ]1
Art. 27/1, 27/2
HOOFDSTUK 6. - Waarde van het punt
Art. 28
HOOFDSTUK 7. - Procedure en uitdrukkelijke erkenningsvoorwaarden
Afdeling 1. [1 - Beginselaanvraag]1
Art. 28/1, 28/2, 28/3, 28/4
Afdeling 2. [1 Formele voorwaarden voor de aanvraag om erkenning ]1
Art. 29-31
Afdeling 3. [1 Erkenningsprocedure]1
Onderafdeling 1. - Indiening van de aanvraag
Art. 32-33
Onderafdeling 2. - Advies van de diensten van de Regering en van de Raad
Art. 34-38
HOOFDSTUK 8. - Uitbetaling en verantwoording van de subsidies
Art. 39-48
HOOFDSTUK 8/1. [1 - Samenvoeging van verenigingen of wijziging van het maatschappelijk doel ]1
Art. 48/1, 48/2, 48/3
HOOFDSTUK 9. [1 Monitoring en evaluatie]1
Art. 49-50, 50/1, 50/2
HOOFDSTUK 10. - Beroepsprocedure
Art. 51
HOOFDSTUK 10/1 [1 - Dialoogprocedure tussen verenigingen, de Regeringsdiensten en de Raad ]1
Art. 51/1
HOOFDSTUK 10/2 [1 - Duurzaamheid van de vereniging]1
Art. 51/2
HOOFDSTUK 11. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 52, 52/1, 53-54
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In de zin van dit besluit, wordt verstaan onder :
1° het decreet : het [1 decreet van 17 juli 2003 betreffende de ontwikkeling van de actie inzake permanente opvoeding in het kader van het verenigingsleven]1;
2° de Regering : de Regering van de Franse Gemeenschap;
3° de Minister : de Minister van de Franse Gemeenschap bevoegd voor de permanente opvoeding;
4° de Administratie : de Dienst Permanente Opvoeding van de Algemene Directie Cultuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;
5° de Inspectie : de Algemene Dienst Inspectie van de Algemene Directie Cultuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;
6° de diensten van de Regering : de dienst permanente opvoeding van de algemene directie cultuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap en de algemene dienst inspectie van de algemene directie cultuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;
7° de Raad : de Hoge Raad voor Permanente Opvoeding;
8° de Vereniging : de vereniging zonder winstoogmerk die erkend is of die een aanvraag om erkenning heeft ingediend in het kader van het [1 decreet van 17 juli 2003 betreffende de ontwikkeling van de actie inzake permanente opvoeding in het kader van het verenigingsleven]1;
9° volwassen publiek : publiek dat bestaat uit minstens 60 % personen die 18 jaar en meer oud zijn.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 2. [1 . - Voorwaarden voor erkenning in het kader van as 1, als bedoeld in artikel 3, lid 2, van het decreet, en overeenkomstige forfaitaire categorieën ]1
----------
(1)
Afdeling 1. - Definities en algemene principes
Art.2.In het kader van dit hoofdstuk, wordt verstaan onder :
1° actiethema : bepaling, door de vereniging, in samenhang met haar maatschappelijk doel, van samenlevingsthema's waarop haar activiteiten van as 1 steunen en worden gestructureerd.
Het actiethema :
- stelt het bestaan van een samenlevingsprobleem vast;
- bepaalt de doelstellingen van de actie;
- bepaalt een actiestrategie alsook de methoden en middelen voor de uitvoering ervan;
- bepaalt de procedure en de methode voor de evaluatie van de actie.
Elk actiethema wordt geconcretiseerd door minstens 30 activiteitsuren zoals bedoeld in § 2 en, in voorkomend geval, in § 3 van dit artikel.
§ 2. Regelmatige activiteit : concrete uitvoering van actiethema's die door de vereniging worden gepland. Ze is concreet en kwantificeerbaar; ze heeft een duidelijk geïdentificeerd doelpubliek en betreft minstens gemiddeld vijf deelnemers.
Ze stemt met as 1 overeen, zoals bepaald [1 in artikel 3, § 2, van het decreet]1 en aan de voorschriften van artikel 1 van het decreet.
Als regelmatige activiteiten worden inzonderheid beschouwd, de sociaal-culturele animaties, seminaries, conferenties, thematische vergaderingen, bezinningsgroepen, werkgroepen, colloquia, tentoonstellingen, thematische bezoeken, internationale uitwisselingen en activiteiten inzake culturele verspreiding.
Als regelmatige activiteiten worden eveneens beschouwd, de vergaderingen tot voorbereiding van de activiteiten bedoeld in vorig lid, en meer in het algemeen, projecten van de vereniging, alsook de vergaderingen voor de evaluatie van die activiteiten en projecten, als de volgende specifieke voorwaarden in acht worden genomen :
- een duidelijk doel hebben dat in verband staat met een actiethema;
- het doelpubliek laten deelnemen aan de activiteiten en de voorbereiding tot de animatie en de begeleiding van de vergadering;
- een breder publiek betrekken dan het bezoldigd personeel van de vereniging.
Het criterium betreffende het aantal deelnemers zoals bepaald in het eerste lid van deze paragraaf is niet van toepassing op de vergaderingen voor de voorbereiding en de evaluatie bedoeld in het tweede lid.
Als regelmatige activiteiten worden eveneens beschouwd, niet formele opvoedingsprogramma's, als die programma's beantwoorden aan de volgende specifieke voorwaarden :
- hun inhoud en hun methode in overleg met de deelnemers bepalen;
- aangepast zijn aan de behoeften inzake emancipatie en autonomie van de deelnemers, die niet beperkt zijn tot een "technisch" leerproces;
- afstand doen van een frontale transmissiepedagogie;
- expressie-, inductie- en deelnemingsmethoden gebruiken;
- steunen op nauwkeurige en relevante referentiesystemen in verband met doelstellingen zoals pedagogische nota's, werken of documenten;
- het voorwerp uitmaken van een participatieve evaluatie;
- steunen op de vrije deelneming van personen en niet worden bepaald door een wets-, verordenings- of administratieve verplichting;
- in het kader staan van een thema dat niet uitsluitend in verband staat met de inhoud van de cursussen en opleidingen.
Als regelmatige activiteiten worden niet beschouwd :
- de vergaderingen voor de administratieve of technische werking, de interne organisatie en het dagelijkse beheer van de vereniging, de vergaderingen van de raad van bestuur en van de algemene vergadering van de vereniging;
- de vergaderingen voor de voorbereiding en de evaluatie van de activiteiten en projecten zonder deelneming van het publiek bedoeld bij de activiteit;
- de activiteiten die convivialiteit, samenleving, ontspanning, vrijetijdsbesteding of culturele ontdekking als voornaamste doelstellingen hebben : onthaal- of ontmoetingsactiviteiten, feest-, speel- of recreatieactiviteiten, reizen, excursies, rondleidingen, wandelingen, creatieateliers op het gebied van beeldende kunst, dans, muziek, keuken.
§ 3. Activiteit die zich tot een breed publiek richt : actie tot ontwikkeling van de openbare zichtbaarheid van de vereniging en haar doelstellingen door een promotie die aangepast is aan een breder publiek dan de regelmatige activiteiten;
Als die activiteiten voldoen aan de criteria bedoeld in § 2 en in artikel 3, § 1, worden ze opgenomen in het aantal regelmatige activiteitsuren.
§ 4. Bedieningsgebied : grondgebied waarop de actie gevolgen heeft, vastgesteld op grond van de kwantiteit en de verscheidenheid van de activiteitsoorden en/of de afkomst van de deelnemers en/of de uitstraling van de informatie op de activiteiten van de vereniging.
De territoriale gevolgen moeten geldig worden verklaard voor het grootste deel van de activiteiten die in aanmerking komen in het kader van het decreet.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.3.§ 1. Om in aanmerking te komen voor een erkenning in as 1 volgens de categorieën en vaste cijfers bepaald bij het decreet, moeten de activiteiten die in die as passen :
- ontwikkeld worden in overeenstemming met het sociaal milieu en de omgeving waarop ze gericht zijn;
- de middelen bepalen en ontwikkelen om de toegang en de werkelijke deelneming van het doelpubliek mogelijk te maken, door te zorgen voor de openbare zichtbaarheid en de publiciteit van de activiteiten en de doelstellingen van de vereniging;
- zich onderscheiden door hun inhoud, hun methoden en, in voorkomend geval, het publiek waarop ze gericht zijn, voor de programma's inzake vorming van het schoolse, buitenschoolse, universitaire, buitenuniversitaire, academische en professionele type;
- zich, door hun doelstellingen, onderscheiden van de opleidingen voor sociale promotie en sociale integratie en inschakeling in het arbeidsproces.
§ 2. Bij toepassing van [1 artikel 3, § 2, tweede lid, van het decreet ]1, bepaalt de vereniging, in het project bedoeld in artikel 7, 3° van het decreet, de strategieën en middelen die ze van plan is aan te wenden om haar activiteiten te voeren, inzonderheid met bevolkingsgroepen afkomstig uit volkskringen in de zin van het decreet.
De vereniging bepaalt, in het activiteitenverslag [1 bedoeld in artikel 19 van het decreet]1, de aangewende processen en de resultaten die in verband met dat doel werden behaald.
§ 3. [1 De vereniging moet minstens 60% van de uren van de activiteiten buiten de uren uitvoeren, samen met andere verenigingen voor permanente educatie.
Wanneer een vereniging samenwerkt met een of meer onder as 1 erkende verenigingen, worden deze activiteiten beheerd door middel van een overeenkomst waarin minstens de verdeling van de activiteitenuren tussen de partnerverenigingen, de beschrijving van de respectieve rollen en het betrokken doelpubliek worden vastgelegd.
Indien een vereniging een activiteit uitvoert in samenwerking met andere partners, worden de uren van de activiteit in hun geheel geteld, op voorwaarde dat de vereniging duidelijk wordt geïdentificeerd als mede-initiatiefnemer en projectleider.
De gezamenlijk geregistreerde activiteitenuren kunnen door slechts drie partners op maximaal 100% worden gewaardeerd, d.w.z. maximaal 300% in totaal]1.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden en overeenstemmende puntencategorieën
Art.4.§ 1. [1 Om erkend te worden krachtens artikel 4 van het decreet, in het kader van as 1, zoals bedoeld in artikel 3, § 2, van het decreet, voldoet de vereniging minstens aan de volgende voorwaarden:
1° een territoriale impact hebben die overeenkomt met minstens één gemeente, dorp of buurt;
2° minstens één thema ontwikkelen voor actie op dit territoriale niveau;
3° dit of deze thematische(e) actie(s) te concretiseren door middel van regelmatige en wezenlijke activiteiten die minstens 60 uur per jaar bedragen en waarvoor regelmatig informatie en raadpleging van de deelnemers en de leden van de vereniging plaatsvindt]1.
Bij toepassing van artikel 10, § 2, van het decreet, is het bedrag van de jaarsubsidie die met die categorie overeenstemt 1.893,29 EUR op 1 januari 2013.
Bij toepassing van artikel 11, 1°, van het decreet, is het bedrag van de jaarsubsidie die met die categorie overeenstemt 5.737,27 EUR op 1 januari 2013.
§ 2. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 1, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° [1 een territoriale impact hebben die overeenstemt met minstens één gemeente, dorp of buur]1;
2° ten minste één actiethema in dat bedieningsgebied ontwikkelen;
3° dat actiethema concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 100 uur per jaar;
4° ten minste één jaarlijkse activiteit ontwikkelen die bestemd is voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;
5° een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging.
Bij toepassing van artikel 10, § 2, van het decreet, is het bedrag van de jaarsubsidie die met die categorie overeenstemt 3.748,72 EUR op 1 januari 2013.
Bij toepassing van artikel 11, 1°, van het decreet, is het bedrag van de jaarsubsidie die met die categorie overeenstemt 11.359 EUR op 1 januari 2013.
§ 3. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 2, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° [1 hebben een territoriale impact die overeenstemt met minstens één gemeente, dorp of buurt]1;
2° ten minste één actiethema in dat bedieningsgebied ontwikkelen;
3° dat actiethema concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 150 uur per jaar;
4° ten minste twee jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;
5° een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging.
Bij toepassing van artikel 10, § 2, van het decreet, is het bedrag van de jaarsubsidie die met die categorie overeenstemt 4.240,98 EUR op 1 januari 2013.
Bij toepassing van artikel 11, 1°, van het decreet, is het bedrag van de jaarsubsidie die met die categorie overeenstemt 12.851,45 EUR op 1 januari 2013.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.5.§ 1. Om erkend te worden krachtens artikel 4 van het decreet, in het kader van as 1, [1 zoals bedoeld in artikel 3, § 2, van het decreet]1, moet de vereniging waarvan het bedieningsgebied in artikel 10, 1°, 1) van het decreet bepaald is, voldoen aan ten minste de volgende voorwaarden :
1° [1 minstens een territoriale impact hebben overeenkomend met:
a. of een zone met een bevolking van 50.000 inwoners;
b. of het grondgebied van minstens zes gemeenten]1;
2° ten minste twee actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;
3° die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 200 uur per jaar;
4° ten minste 2 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;
5° een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging.
Bij toepassing van artikel 10, 1°, 1) a) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor die categorie 10.
§ 2. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 1, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° [1 minstens een territoriale impact hebben overeenkomend met:
a. of een zone met een bevolking van 50.000 inwoners;
b. of het grondgebied van minstens zes gemeenten]1;
2° ten minste twee actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;
3° die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 260 uur per jaar;
4° ten minste 3 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;
5° een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging.
Bij toepassing van artikel 10, 1°, 1), b van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor die categorie 15.
§ 3. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 2, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° [1 een territoriale impact hebben die overeenkomt met minstens één zone met minstens 50.000 inwoners]1;
2° ten minste 2 actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;
3° die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 290 uur per jaar;
4° ten minste 4 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;
5° een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging.
Bij toepassing van artikel 10, 1°, 1), c) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor die categorie 20.
§ 4. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 3, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° [1een territoriale impact hebben die minstens overeenkomt met die van het tweetalige gewest Brussel-Hoofdstad of een Waalse provincie ]1;
2° ten minste twee actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;
3° die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 320 uur per jaar;
4° ten minste 5 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;
5° een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging.
Bij toepassing van artikel 10, 1°, 1), d) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor die categorie 25.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.6.§ 1. Om krachtens artikel 4 van het decreet erkend te worden in het kader van as 1, zoals [1 bedoeld in artikel 3, § 2, van het decreet,]1 moet de vereniging waarvan het bedieningsgebied zich uitstrekt tot het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad voldoen aan ten minste de volgende voorwaarden :
1° ten minste twee actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;
2° die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 320 uur per jaar;
3° ten minste 3 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;
4° een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers, de leden en de partners voor de activiteiten van de vereniging;
5° zorgen voor de coördinatie van de activiteiten, alsook voor uitwisselingen tussen de verschillende groepen deelnemers.
Bij toepassing van artikel 10, 1°, 2), a) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor die categorie 25.
§ 2. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 1, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° ten minste drie actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;
2° die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 450 uur per jaar;
3° ten minste 4 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen;
4° een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers, de leden en partners bij de activiteiten van de vereniging.
5° zorgen voor de coördinatie van de activiteiten, alsook voor uitwisselingen tussen de verschillende groepen deelnemers;
Bij toepassing van artikel 10, 1°, 2), b) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor die categorie 35.
§ 3. Om toegang te hebben tot een puntencategorie die hoger is dan die bedoeld in § 2, moet de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° ten minste drie actiethema's in dat bedieningsgebied ontwikkelen;
2° die actiethema's concretiseren door regelmatige en belangrijke activiteiten van ten minste 900 uur per jaar, in ten minste drie onderscheiden gebieden die, elk, ten minste 100.000 inwoners tellen, en die ten minste gelegen zijn :
a. ofwel in twee onderscheiden provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;
b. ofwel in drie onderscheiden provincies;
3° ten minste 5 jaarlijkse activiteiten ontwikkelen die bestemd zijn voor een breed publiek en die de activiteiten en projecten van de vereniging kunnen laten kennen, in ten minste drie onderscheiden gebieden die, elk, ten minste 100.000 inwoners tellen, en die ten minste gelegen zijn :
a. ofwel in twee onderscheiden provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;
b. ofwel in drie onderscheiden provincies;
4° een regelmatige informatie verlenen aan en een regelmatig overleg plegen met de deelnemers en de leden van de vereniging;
5° zorgen voor de coördinatie van de activiteiten, alsook voor uitwisselingen tussen de verschillende groepen deelnemers;
6° zorgen voor de coördinatie van de activiteiten verricht in de verschillende gebieden bedoeld in de punten 2° en 3° van deze paragraaf;
7° haar activiteiten in verbinding met, en, in voorkomend geval, in samenwerking met andere verenigingen ontwikkelen, wat het bedieningsgebied van de activiteiten van die laatste ook is.
Bij toepassing van artikel 10, 1°, 2), c) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor die categorie 60.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.7.§ 1. Teneinde een specifieke erkenning te genieten als "beweging" krachtens artikel 5 van het decreet in het kader van as 1, zoals [1 bedoeld in artikel 3, § 2, van het decreet]1, moet de vereniging die drie tot vijf niet-zelfstandige verenigingen overkoepelt in minstens drie verschillende provincies, of in twee verschillende provincies, en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° voor de overkoepelende vereniging, hierna de "algemene vereniging" genoemd, en de overkoepelde verenigingen, hierna de "regionale verenigingen" genoemd :
a. minstens twee actiethema's ontwikkelen;
b. deze actiethema's in praktijk omzetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 180 uur per jaar;
c. minstens twee activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;
d. een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;
e. over een webside beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;
f. zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;
g. deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen, die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet, op basis van de samenwerking, het partnerschap of het netwerk;
2° voor het geheel van de overkoepelde verenigingen, hierna de "regionale verenigingen" genoemd :
a. plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 1.200 uur per jaar, waarvan, als uitzondering op artikel 2, minstens 60 de in punt 1°, d. van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk omzetten;
b. minstens 6 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;
3° voor elke regionale vereniging :
a. per jaar minstens 200 uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren; deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt 2°, a. van deze paragraaf;
b. minstens één jaarlijkse activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren; deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt 2°, b., van deze paragraaf;
c. een bedieningsgebied voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners;
d. naar de administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen.
Bij toepassing van artikel 10, 2°, 1), a) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor deze categorie 70.
§ 2. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 1 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging die drie tot vijf regionale verenigingen overkoepelt in minstens drie verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen :
a. minstens twee actiethema's ontwikkelen;
b. deze actiethema's in praktijk omzetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 180 uur per jaar;
c. minstens twee activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;
d. een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;
e. over een webside beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;
f. zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;
g. deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen, die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het netwerk;
2° voor het geheel van de regionale verenigingen :
a. plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 1.600 uur per jaar, waarvan, als uitzondering op artikel 2, minstens 60 % de in punt 1°, a., van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk omzetten;
b. minstens 8 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;
3° voor elke regionale vereniging :
a. per jaar minstens 200 uur plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren; deze uur tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt 2°, a., van deze paragraaf;
b. minstens één jaarlijkse activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren; deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt 2°, b., van deze paragraaf;
c. een bedieningsgebied voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners;
d. naar de Administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen.
Bij toepassing van artikel 10, 2°, 1), b) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor deze categorie 95.
§ 3. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 2 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging die drie tot vijf regionale verenigingen overkoepelt in minstens drie verschillende Provincies, of in twee verschillende Provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen :
a. minstens twee actiethema's ontwikkelen;
b. deze actiethema's in praktijk omzetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 180 uur per jaar;
c. minstens twee activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;
d. een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;
e. over een webside beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;
f. zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;
g. deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het netwerk;
2° voor het geheel van de regionale verenigingen :
a. plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 2.000 uur per jaar, waarvan, als uitzondering op artikel 2, minstens 60 % de in punt 1°, a. van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk omzetten;
b. minstens 10 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;
3° voor elke regionale vereniging :
a. per jaar minstens 200 uur plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren; deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt 2°, a., van deze paragraaf;
b. minstens één jaarlijkse activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren; deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt 2°, b. van deze paragraaf;
c. een bedieningsgebied voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners;
d. naar de Administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen.
Bij toepassing van artikel 10, 2°, 1), c) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor deze categorie 120.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.8.§ 1. Teneinde een specifieke erkenning te genieten als "beweging" krachtens artikel 5 van het decreet, in het kader van as 1, zoals [1 bedoeld in artikel 3, § 2, van het decreet]1, moet de vereniging die zes tot acht niet-zelfstandige verenigingen overkoepelt in minstens drie verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen :
a. minstens drie actiethema's ontwikkelen;
b. deze actiethema's in praktijk omzetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 240 uur per jaar;
c. minstens drie activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;
d. een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;
e. over een webside beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;
f. zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;
g. deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen, die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het netwerk;
2° voor het geheel van de regionale verenigingen :
a. plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 2.400 uur per jaar, waarvan, als uitzondering op artikel 2, minstens 60 % de in punt 1°, a., van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk omzetten;
b. minstens 12 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;
3° voor elke regionale vereniging :
a. per jaar minstens 200 uur plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren; deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt 2°, a. van deze paragraaf;
b. minstens één activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren; deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt 2°, b., van deze paragraaf;
c. een bedieningsgebied voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners;
d. naar de administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen.
Bij toepassing van artikel 10, 2°, 2), a) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor deze categorie 145.
§ 2. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 1 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging die zes tot acht regionale verenigingen overkoepelt in minstens drie verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen :
a. minstens drie actiethema's ontwikkelen;
b. deze actiethema's in praktijk omzetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 240 uur per jaar;
c. minstens drie activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;
d. een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;
e. over een webside beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;
f. zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;
g. deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen, die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het netwerk;
2° voor het geheel van de regionale verenigingen :
a. plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 2.800 uur per jaar, waarvan, als uitzondering op artikel 2, minstens 60 % de in punt 1°, a., van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk omzetten;
b. minstens 14 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;
3° voor elke regionale vereniging :
a. per jaar minstens 200 uur plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren; deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt 2°, a. van deze paragraaf;
b. minstens één activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren; deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt 2°, b., van deze paragraaf;
c. een bedieningsgebied voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners;
d. naar de Administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen.
Bij toepassing van artikel 10, 2°, 2), b) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor deze categorie 170.
§ 3. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 2 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging die zes tot acht regionale verenigingen overkoepelt in minstens drie verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen :
a. minstens drie actiethema's ontwikkelen;
b. deze actiethema's in praktijk omzetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 240 uur per jaar;
c. minstens drie activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;
d. een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;
e. over een webside beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;
f. zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;
g. deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het netwerk;
2° voor het geheel van de regionale verenigingen :
a. plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 3.200 uur per jaar, waarvan, als uitzondering op artikel 2, minstens 60 % de in punt 1°, a. van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk omzetten;
b. minstens 16 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;
3° voor elke regionale vereniging :
a. per jaar minstens 200 uur plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren; deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt 2°, a., van deze paragraaf;
b. minstens één jaarlijkse activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren; deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt 2°, b., van deze paragraaf;
c. een bedieningsgebied voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners;
d. naar de Administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen.
Bij toepassing van artikel 10, 2°, 2), c) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor deze categorie 195.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.9.§ 1. Teneinde een specifieke erkenning te genieten als "beweging" krachtens artikel 5 van het decreet in het kader van as 1, zoals[1 bedoeld in artikel 3, § 2, van het decreet]1, moet de vereniging die negen niet-zelfstandige verenigingen en meer overkoepelt in minstens vier verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen :
a. minstens vier actiethema's ontwikkelen;
b. deze actiethema's in praktijk omzetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 320 uur per jaar;
c. minstens vier activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;
d. een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;
e. over een webside beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;
f. zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;
g. deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het netwerk;
2° voor het geheel van de regionale verenigingen :
a. plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 3.600 uur per jaar, waarvan, als uitzondering op artikel 2, minstens 60% de in punt 1°, a., van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk omzetten;
b. minstens 18 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;
3° voor elke regionale vereniging :
a. per jaar minstens 200 uur plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren; deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt 2°, a. van deze paragraaf;
b. minstens één jaarlijkse activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren; deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt 2°, b. van deze paragraaf;
c. een bedieningsgebied voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners;
d. naar de administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen.
Bij toepassing van artikel 10, 2°, 3), a) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor deze categorie 220.
§ 2. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 1 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging die negen regionale verenigingen en meer overkoepelt in minstens vier verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen :
a. minstens vier actiethema's ontwikkelen;
b. deze actiethema's in praktijk omzetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 320 uur per jaar;
c. minstens vier activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich buiten de leden van de beweging tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;
d. een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;
e. over een webside beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;
f. zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;
g. deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het netwerk;
2° voor het geheel van de regionale verenigingen :
a. plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 4.000 uur per jaar, waarvan, als uitzondering op artikel 2, minstens 60 % de in punt 1°, a. van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk omzetten;
b. minstens 20 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;
3° voor elke regionale vereniging :
a. per jaar minstens 200 uur plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren; deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt 2°, a van deze paragraaf;
b. minstens één jaarlijkse activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren; deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt 2°, b. van deze paragraaf;
c. een bedieningsgebied voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners;
d. naar de Administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen.
Bij toepassing van artikel 10, 2°, 3), b) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor deze categorie 245.
§ 3. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 2 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging die negen regionale verenigingen en meer overkoepelt in minstens drie verschillende Provincies en op het grondgebeid van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° voor de algemene vereniging en de regionale verenigingen :
a. minstens vier actiethema's ontwikkelen;
b. deze actiethema's in praktijk omzetten door regelmatige en betekenisvolle activiteiten van een minimale duur van 320 uur per jaar;
c. minstens vier activiteiten per jaar organiseren die een impact hebben op het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die zich behalve tot de leden van de beweging ook tot een breed publiek richten, en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele deelnemers te sensibiliseren;
d. een contactblad oprichten voor de leden van de beweging, dat minstens één keer per trimester verschijnt en zich tot het geheel van de krachtens het decreet erkende verenigingen richt;
e. over een webstek beschikken die het activiteitenprogramma online voorstelt;
f. zorgen voor de coördinatie van de activiteiten die gevoerd worden door de regionale verenigingen;
g. deelnemen aan gemeenschappelijke projecten met andere verenigingen die al dan niet erkend zijn krachtens het decreet op basis van de samenwerking, het partnerschap of het netwerk;
2° voor het geheel van de regionale verenigingen :
a. plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren van een minimale duur van 4.400 uur per jaar waarvan, als uitzondering op artikel 2, minstens 60 % de in punt 1°, a., van deze paragraaf bedoelde actiethema's in praktijk omzetten;
b. minstens 22 jaarlijkse activiteiten organiseren die zich richten tot een breed publiek en die toelaten kennis te maken met activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren;
3° voor elke regionale vereniging :
a. per jaar minstens 200 uur plaatselijke nabijheidsactiviteiten organiseren; deze uren tellen voor de berekening van het aantal uren plaatselijke nabijheidsactiviteiten bedoeld in punt 2°, a. van deze paragraaf;
b. minstens één jaarlijkse activiteit organiseren die zich richt tot een breed publiek en die toelaat kennis te maken met de activiteiten van de beweging en eventuele nieuwe deelnemers te sensibiliseren; deze activiteit telt voor de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt 2°, b. van deze paragraaf;
c. een bedieningsgebied voorstellen dat minstens overeenstemt met een zone van 100.000 inwoners;
d. naar de Administratie de documenten versturen die haar institutionele of contractuele banden met de algemene vereniging bevestigen.
Bij toepassing van artikel 10, 2°, 3), c) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor deze categorie 270.
[1 § 4. § Om toegang te krijgen tot de forfaitaire categorie die hoger is dan die bedoeld in paragraaf 3, moet een vereniging die negen of meer gewestelijke verenigingen verenigt die gevestigd zijn in minstens vier verschillende provincies en op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, minstens aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° voor de algemene vereniging en de gewestelijke verenigingen:
a. minstens vier actiethema's ontwikkelen;
b. deze actiethema's concretiseren door middel van regelmatige en wezenlijke activiteiten die minstens 400 uur per jaar in beslag nemen;
c. minstens vier activiteiten per jaar uitvoeren die een impact hebben op het hele grondgebied van het Franse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die gericht zijn op een breed publiek, buiten de leden van de beweging, en die het mogelijk maken om bekendheid te geven aan de activiteiten van de beweging en om potentiële deelnemers te sensibiliseren;
d. een verbindingsperiodiek ter bestemming van de leden van de beweging organiseren, die minstens eenmaal per kwartaal wordt verspreid en gericht is aan alle verenigingen die krachtens het decreet zijn erkend;
e. een website hebben waarop online het activiteitenprogramma wordt gepresenteerd;
f. de coördinatie van de activiteiten van de gewesten verzekeren;
g. deelnemen aan gezamenlijke projecten met andere al dan niet in het kader van het decreet erkende verenigingen, op basis van samenwerking, partnerschap of netwerk;
2° voor alle gewestelijke verenigingen:
a. lokale nabijheidsactiviteiten verwezenlijken van minstens 4.800 uur per jaar, waarvan, bij uitzondering op artikel 2, 60% minimum de verwezenlijking van de thematische acties bedoeld bij punt 1°, a, mogelijk maakt;
b. minstens 24 jaarlijkse activiteiten verwezenlijken die gericht zijn op een breed publiek en die het mogelijk maken de activiteiten van de beweging bekend te maken en potentiële nieuwe deelnemers bewust te maken;
3° voor elk gewest:
a. lokale nabijheidsactiviteiten verwezenlijken van minstens 200 uur per jaar; deze uren worden opgenomen in de berekening van het aantal uren lokale nabijheidsactiviteiten bedoeld bij punt 2°, a;
b. minstens één jaarlijkse activiteit uit te voeren die gericht is op een breed publiek en die het mogelijk maakt om de activiteiten van de beweging bekend te maken en potentiële nieuwe deelnemers bewust te maken; deze activiteit wordt opgenomen in de berekening van het aantal activiteiten bedoeld in punt 2°, b;
c. een territoriale impact hebben die overeenkomt met minstens één zone met 100.000 inwoners;
d. aan de Administratie documenten toezenden waaruit blijkt dat zij institutionele of contractuele banden heeft met het algemene publiek.
Met toepassing van artikel 10, 2°, 3°, 3), 3), c), van het decreet bedraagt het aantal activiteitenpunten dat aan de vereniging die met deze categorie overeenstemt, wordt toegekend, 295. De vereniging heeft een aantal punten van activiteit die in het kader van artikel 10, 2°, 3), 3), c), van het decreet worden toegekend.
Om de in lid 1 bedoelde forfaitaire categorie aan te vragen, moet de vereniging eerst voor alle vier assen van het decreet worden erkend.]1
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 3. - Erkenningsvoorwaarden in het kader van as 2 [1 bedoeld in artikel 3, § 3, van het decreet]1 en overeenstemmende puntencategorieën.
----------
(1)
Afdeling 1. - Algemene principes
Art.10.[1 Om in aanmerking te komen voor de toepassing van dit hoofdstuk, moeten de opleidingen aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° in overeenstemming zijn met artikel 1 van het decreet;
2° zich richten tot animatoren, opleiders, verenigingsleiders en verenigingsactoren of actoren uit de publieke of private non-profit sector, of ze nu betrokken zijn bij of op zoek zijn naar engagement, vrijwilligers of werknemers, en de deelnemers in staat stellen om vaardigheden te verwerven op het gebied van animatie, analyse, pedagogie, methodologie, verenigingsbeheer, communicatie of beheersing van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën, op voorwaarde dat deze laatste beheersing gepaard gaat met een kritische bedenking over de rol en de plaats van de nieuwe technologieën in de samenleving, en dat ze zichzelf opleiden in culturele kwesties en kritisch burgerschap;
3° zich onderscheiden door hun inhoud, de methodologie die wordt gebruikt om ze uit te voeren en, indien van toepassing, de doelgroepen, door programma's voor school, buitenschoolse, universitaire, academische en beroepsopleidingsprogramma's, alsook door sociale promotie en socioprofessionele integratietraining.
In afwijking van het eerste lid, 2°, kunnen de opleidingen over culturele aangelegenheden en kritisch burgerschap gericht zijn op andere dan de hierboven vermelde doelgroepen of, integendeel, op een breed publiek, voor zover aan de in het eerste en het derde lid vermelde voorwaarden is voldaan]1.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.11.Opdat de opleidingen die ze organiseert in aanmerking zouden kunnen komen in het kader van dit hoofdstuk, moet de vereniging :
1° in het project bedoeld in artikel 7, 3° van het decreet, de redenen bepalen waarom zij vindt dat deze voldoen aan de bepaling van artikel 1 [1 en artikel 3, § 3, van het decreet]1;
2° in haar opleidingsaanbod het publiek aanduiden waartoe de opleidingen zich richten;
3° een specifieke voorbereiding organiseren die specifiek is voor de opleiding;
4° een analyse maken van de behoeften die ze ondervindt inzake opleiding [1 en permanente opvoeding]1;
5° de toegang tot de opleidingen en de effectieve medewerking van het doelpubliek verzekeren;
6° aan haar opleidingsaanbod een gepaste publiciteit geven, inzonderheid voor de verenigingen erkend krachtens het decreet alsmede, meer in het algemeen, voor verenigingen die in de sociaal-culturele sector werkzaam zijn;
7° een gedetailleerde voorstelling maken van de doelstellingen van de voorgestelde opleidingen, van hun plannen, van hun duur, van het voorziene aantal deelnemers alsmede van de pedagogische en methodologische middelen die ze wil aanwenden in het kader van deze;
8° pedagogische of methodologische hulpmiddelen verspreiden in verband met hun doel;
9° de gevolgen van de opleidingen met de deelnemers evalueren;
10° over het personeel beschikken dat specifiek is voor de organisatie van de opleidingen, dat bekwaam zal zijn voor deze taak;
11° over een webside beschikken.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.12.§ 1. De opleidingen die in aanmerking worden genomen in het kader van dit hoofdstuk kunnen algemeen of gespecialiseerd zijn.
Ze kunnen van korte of van lange duur zijn.
Het aantal deelnemers aan deze opleidingen kan tussen 5 en 30 schommelen.
De opleidingen worden in uur[1 ...]1 gemeten.
[1 ...]1
[1 Voor de berekening van de uren wordt rekening gehouden met de deelnemers die aanwezig zijn als animator, opleider, verenigingsleider en verenigingsactor, ongeacht de sector waarin zij werkzaam zijn, en met de deelnemers aan de in artikel 10, tweede lid, bedoelde opleidingen over culturele kwesties en kritisch burgerschap]1.
[1 Het aantal opleidingsuren wordt vermenigvuldigd met 2 wanneer het aantal deelnemers aan een opleidingsgroep meer dan 16 bedraagt]1.
§ 2. Indien een vereniging opleidingen organiseert in samenwerking met andere partners, worden die activiteiten volledig in aanmerking genomen, voor zover de vereniging duidelijk als mede-organisator en ondersteuner van het project wordt geïdentificeerd.
[1 De vereniging moet minstens 60% verwezenlijken van de opleidingsuren buiten de uren in samenwerking met andere verenigingen van permanente educatie]1.
[1 Indien een vereniging in samenwerking met andere partners een training organiseert, worden deze activiteiten in hun geheel in rekening gebracht voor zover de vereniging duidelijk wordt geïdentificeerd als mede-initiatiefnemer en projectleider.
Wanneer een vereniging samenwerkt met een of meer in as 2 erkende operatoren, worden deze opleidingsuren a priori en/of a posteriori beheerd via overeenkomsten tussen de betrokken verenigingen. In deze overeenkomst worden minstens de verdeling van de werktijden tussen de partners, de beschrijving van hun respectieve rollen en het doelpubliek vastgelegd]1.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden en overeenstemmende puntencategorieën
Art.13.§ 1. Om erkend te worden in het kader van as 2, zoals [1 bedoeld in artikel 3, § 3, van het decreet,]1, moet de vereniging minstens aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° een opleidingsprogramma oprichten;
2° [1 dit programma te concretiseren door opleidingen met een gemiddelde jaarlijkse duur van minstens 500 uur]1.
Bij toepassing van artikel 10, 3°, a) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor deze categorie 15.
§ 2. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 1 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging minstens aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° een opleidingsprogramma oprichten;
2° [1 dit programma te concretiseren door opleidingen met een gemiddelde jaarlijkse duur van minstens 900 uur]1.
Bij toepassing van artikel 10, 3°, b) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor deze categorie 30.
§ 3. Om toegang te hebben tot de puntencategorie die zich boven de in § 2 bedoelde categorie bevindt, moet de vereniging minstens aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° een opleidingsprogramma oprichten;
2° [1 dit programma te concretiseren door opleidingen met een gemiddelde jaarlijkse duur van minstens 1.200 uur]1;
3° minstens één opleiding organiseren van lange duur van 120 uur per jaar en met minstens 10 deelnemers. Onder opleiding van lange duur wordt verstaan een ononderbroken opleidingscyclus waarvan de inhoud een geheel vormt en waarvoor de deelnemers zich verbinden voor het geheel van het proces. Indien deze opleiding in het culturele of sociale jaar wordt georganiseerd, wordt rekening gehouden met de twee cyclussen die elkaar opvolgen gedurende één zelfde burgerlijk jaar.
[1 De in punt 3 bedoelde langetermijnopleiding telt mee voor het in punt 2 van dit lid vereiste aantal uren]1.
Bij toepassing van artikel 10, 3°, c) van het decreet, is het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging voor deze categorie 45.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 4. [1 Voorwaarden voor de erkenning volgens as 3, bedoeld in artikel 3, § 4 van het decreet en de overeenkomstige forfaitaire categorieën ]1
----------
(1)
Afdeling 1. [1 Algemene beginselen ]1
----------
(1)
Art.14.
<Opgeheven bij BFG 2019-05-02/54, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling 1.
Onderafdeling 1.
Art.15.[1 Om in aanmerking te komen voor de erkenning in het kader van as 3, moet de vereniging één van de volgende activiteiten of een combinatie van deze activiteiten organiseren voor verenigingen of volwassenen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad of het Franse taalgebied:
1° diensten verlenen die verenigingen en/of groepen volwassenen in staat stellen hun activiteiten of projecten op het gebied van de permanente opvoeding uit te voeren;
2° het ter beschikking stellen van documentatiehulpbronnen;
3° pedagogische of culturele instrumenten produceren en beschikbaar stellen voor het verenigingsleven of, indien van toepassing, voor een overwegend volwassen publiek;
4° analyses uitvoeren;
5° studies uitvoeren;
6° participatief onderzoek verrichten.
De uitvoering van de in lid 1, punt 4°, bedoelde analyses wordt gecombineerd met minstens één ander type prestaties als bedoeld in lid 1, punten 1° tot en met 3°, 5° of 6° van lid 1 ]1.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.16.
<Opgeheven bij BFG 2019-05-02/54, art. 23, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling 2. [1 Specifieke beginselen voor de implementering van diensten, de terbeschikkingstelling van documentatiehulpbronnen, de productie en terbeschikkingstelling van pedagogische of culturele instrumenten ]1
----------
(1)
Art.17.§ 1. [1 De diensten, de documentatiehulpbronnen en/of de pedagogische of culturele instrumenten hebben de vorm van verwezenlijkingen die noodzakelijkerwijs moeten leiden tot materiële sporen die toegankelijk zijn voor de overheidsdiensten]1.
§ 2. Een realisatie is :
1° ofwel een collectieve dienstprestatie die tot doel heeft de collectieve actiecapaciteiten van de dienstbegunstigde(n) rechtstreeks te ondersteunen met een actie inzake permanente opvoeding en de actieve deelneming van de leden van de begunstigde(n) en/of de deelnemers aan de actie organiseren.
Voor elke collectieve dienstprestatie moet de vereniging :
a. met de dienstbegunstigde(n) en haar eventuele partners, een nota opstellen die de dienstprestatie moet voorbereiden, met vermelding van :
- de inhoud en de doelstellingen van de dienst;
- de band tussen de dienst en de bepalingen van artikel 1 van het decreet;
- het proces en de acties die te ontwikkelen zijn;
- de typen belanghebbende partijen en hun rol;
- de nadere regels voor de actieve deelneming van de leden of de actiedeelnemers;
- de bezoldiging die eventueel wordt gevraagd voor de prestatie van de dienst.
Die nota wordt in het activiteitenverslag van de presterende vereniging opgenomen.
b. een eindverslag over de dienstprestatie opmaken, dat de algemene conclusies betreffende de dienstprestatie voor de collectieve actie op het gebied van de permanente opvoeding voorstelt, en dat toegankelijk is voor de derdeverenigingen.
Dat verslag wordt in het activiteitenverslag van de presterende vereniging opgenomen.
c. de materiële sporen van de dienstprestatie bewaren en die ter beschikking van de diensten van de Regering stellen;
2° ofwel een pedagogisch of cultureel instrument dat een welbepaald thema of een welbepaalde inhoud behandelt, met een analytisch en kritisch doel, opgevat in de vorm van een materiële productie, opdat het door de verenigingen of het doelpubliek zou kunnen worden gebruikt.
Voor elk pedagogisch of cultureel instrument, moet de vereniging :
a. het bewijs leveren van een voorbereidend werk;
b. voor een brede verspreiding van het instrument zorgen, ook al wordt dit voor een specifiek publiek bedoeld;
c. het publiek dat het doel is van het thema of de inhoud laten deelnemen aan de verwezenlijking van het instrument, vóór of na deze;
3° ofwel een permanente terbeschikkingstelling van documentaire hulpmiddelen (documentatiecentrum).
Voor elke terbeschikkingstelling van documentaire hulpmiddelen, moet de vereniging :
a. een regelmatige toegang tot de voorgestelde hulpmiddelen waarborgen en de middelen voorstellen die worden ontwikkeld om die toegankelijkheid en die regelmatigheid te waarborgen;
b. een bijgewerkte index van de voorgestelde hulpmiddelen verwezenlijken;
c. aantonen dat de terbeschikkingstelling van de voorgestelde hulpmiddelen beantwoordt aan het doel bepaald in artikel 1 van het decreet.
[1 De vereniging moet door middel van voorbereidende werkzaamheden aantonen dat zij de drager van de realisatie of de dienst is die deze realisatie bewerkstelligt]1.
[1 Om in aanmerking te komen, moet een project samen gaan met uitzendingen of animaties of een aanbod van de vereniging om steun te verlenen]1.
De bijwerking van een realisatie die gedurende een vorig jaar werd voortgebracht, kan worden beschouwd als een in aanmerking komende realisatie, voor zover die bijwerking een werkelijke en aanzienlijke meerwaarde brengt.
De wijze van productie en/of verspreiding van de realisaties veronderstelt de actieve deelneming van het publiek dat bij die actie betrokken is.
De realisaties worden zodanig opgevat en voorgesteld dat een derde persoon op autonome wijze daarvan gebruik zou kunnen maken
[1 Een prestatie kan het onderwerp zijn van samenwerkingen en coproducties, mits de vereniging die deze prestatie bevordert, aantoont dat zij de drager is van deze prestatie in termen van voorbereiding en follow-up]1.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 25, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Onderafdeling 2.
Art.18.[1 Om erkend te worden, moet de vereniging ook:
1° beschikken over specifiek personeel met de vereiste bekwaamheid om de in het eerste lid, 1°, 2° en 3° van artikel 15, bedoelde acties te verwezenlijken;
2° de doelstellingen definiëren die zij nastreeft met haar aanbod van diensten en/of documentatiehulpbronnen en/of instrumenten en deze doelstellingen en dit aanbod via haar website aan het publiek bekend te maken, onverminderd andere communicatiemiddelen;
3° het verstrekken van ruime en regelmatige informatie over de diensten en/of documentatiehulpbronnen en/of instrumenten die ze aanbiedt ]1
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 27, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.19.[1 De activiteiten bedoeld in artikel 15, eerste lid, 1°, 2° en 3°, zijn, naast de leden van de vereniging, gericht op gebruikers buiten de vereniging, individueel of collectief.
De activiteiten bedoeld in artikel 15, eerste lid, 1°, 2° en 3°, zijn duidelijk te onderscheiden van de individuele, morele, sociale, medisch-sociale of psychologische bijstand.
De prestatie van diensten en/of documentatiehulpbronnen bedoeld in artikel 15, eerste lid, 1°, 2° en 3°, is van terugkerende aard ]1.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 28, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling 3. [1 - Specifieke beginselen voor het uitvoeren van analyses, studies en participatief onderzoek als bedoeld in artikel 3, paragraaf 4, van het decreet ]1
----------
(1)
Onderafdeling 1. [1 - Definities en algemene beginselen ]1
----------
(1)
Art.20.[1 Verstaan wordt onder:
1° analyse: een schriftelijk, analytisch en kritisch document, dat kort en tijdsgebonden kan zijn, dat het resultaat kan zijn van een mondelinge presentatie of in de vorm van een inhoudelijk interview, dat betrekking heeft op een bepaald thema en dat minstens 8.000 tekens, inclusief spaties, bevat;
2° de studie: schriftelijk document dat het resultaat is van enquête, onderzoek of langdurige reflectie over een specifiek thema, bestaande uit minstens 60.000 tekens, inclusief spaties;
3° participatief onderzoek: onderzoek uitgevoerd door en met de deelnemende leden van de actie in alle fasen van het onderzoek, van de opzet tot de ter-debat-stelling ervan in de openbare ruimte ]1.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.21.[1 § 1. Om haar in het kader van as 3 analyses, studies en participatief onderzoek in aanmerking te zien nemen, moet de vereniging:
1° in termen van publicatie:
a) een actief redactioneel beleid voeren, met inbegrip van de programmering van het opstellen en publiceren van teksten;
b) de analyses, studies en participatief onderzoek op een zodanige wijze presenteren en verspreiden dat het gebruik ervan door de verenigingswereld en het doelpubliek wordt vergemakkelijkt;
2° in termen van context:
a) de redenen voor de keuze van het (de) thematische gebied(en) voor participatieve analyse, studies en onderzoek vast te stellen en, indien nodig, de vastgestelde problemen toelichten;
b) het beschrijven van de verankering van participatieve analyses, studies en onderzoek in de publieke belangstelling van het publiek van het tweetalige gewest Brussel-Hoofdstad en het Franse taalgebied en in het verenigingsleven;
3° in termen van inhoud:
a) een strikte gegevensverwerking uitvoeren die de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting niet belemmert;
b) een specifiek, analytisch en kritisch standpunt over het onderwerp ontwikkelen;
c) bijdragen tot de vorming van een kritisch oordeel van de lezers over de behandelde onderwerpen;
d) het ontwerpen en presenteren van analyses en studies op een zodanige wijze dat zij onafhankelijk door een derde partij kunnen worden gebruikt;
4° wat betreft de voorwaarden waaronder ze worden uitgevoerd: aantonen dat de analyses, studies en participatief onderzoek worden uitgevoerd door haar personeel, of door de leden van haar raad van bestuur of algemene vergadering, of door militante, aangesloten of vrijwillige leden van de vereniging. Participatieve analyses, studies en onderzoek kunnen echter door derden worden uitgevoerd, op voorwaarde dat het gaat om originele bijdragen, in overeenstemming met de redactionele lijn van de vereniging. In dit geval moeten sporen van de samenwerking met de auteur worden verstrekt;
5° met betrekking tot de voorwaarden voor exploitatie, animatie en promotie, de wijze van informatieverstrekking, verspreiding en/of acties op het gebied van animatie en/of bevordering van analyses, studies en participatief onderzoek in zijn geheel specificeren ]1.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.22.[1 Naast de in de artikelen 20 en 21 gedefinieerde criteria moet participatief onderzoek voldoen aan de volgende specifieke voorwaarden:
1° worden ingezet binnen de vereniging, bij haar partners en in de openbare ruimte, vanaf de beginfase tot aan de eindredactie;
2° de deelnemers in een vroeg stadium collectief betrekken bij de keuze van het onderwerp en de formulering van de onderzoeksvraag;
3° ook de deelnemers betrekken bij het bepalen van de methode en het onderzoeksproces;
4° de resultaten van het participatieve onderzoek verderop presenteren en openbaar bespreken;
5° over een periode van minstens zes maanden plaatsvinden.
Participatief onderzoek wordt gewaardeerd in het jaar van publicatie. ]1.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art. 22/1.[1 De vereniging zorgt voor de publicatie en verspreiding van analyses, studies en participatief onderzoek, zowel op papier als in elektronische vorm.
Het opschrift en samenvatting van de inhoud van elke analyse, elke studie en elk participatief onderzoek worden tijdens het referentiejaar op internet gepubliceerd. Deze informatie wordt aangevuld met alle relevante informatie over de wijze waarop toegang kan worden verkregen tot de volledige inhoud. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BFG 2019-05-02/54, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Onderafdeling 2. [1 - Erkenningsvoorwaarden en overeenkomstige forfaitaire categorieën ]1
----------
(1)
Art.23.[1 § 1. Elk type activiteit is gelijk aan een aantal eenheden als gedefinieerd in § 2.
Eén eenheid komt overeen met 1 activiteitenpunt als bedoeld in artikel 10 van het decreet.
§ 2. Overeenkomstig § 1 worden de activiteiten in eenheden in rekening gebracht, als volgt:
1° een analyse: 1 eenheid;
2° een dienst, een instrument, een documentatiecentrum: 3 eenheden;
3° een studie: 5 eenheden;
4° participatief onderzoek: 10 eenheden.
§ 3. Een dienst of instrument kan 6 eenheden waard zijn als het een significante omvang heeft, die bepaald wordt aan de hand van alle of een deel van de volgende afmetingen:
1° het belang van de middelen voor de verwezenlijking;
2° de intensiteit van de animatie en verspreiding;
3° de duur tijdens het jaar;
4° de impact op het publiek.
De mogelijkheid om het aantal eenheden van een dienst of instrument te verdubbelen is beperkt tot één verwezenlijking per jaar.
Alvorens een verwezenlijking als bedoeld in lid 1 van start te laten gaan, stelt de vereniging de Inspectie vooraf in kennis van haar verzoek, met opgave van de redenen voor haar verzoek met betrekking tot de in lid 1 vastgestelde dimensies ]1.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling 4. [1 - Erkenningsvoorwaarden en overeenkomstige forfaitaire categorieën ]1
----------
(1)
Art.24.[1 Om erkend te worden in het kader van as 3, zoals bedoeld in artikel 3, § 4, van het decreet, moet de vereniging minstens aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° minstens één type verwezenlijking in de zin van artikel 15 uitvoeren en publiceren, ten belope van een minimum van 20 eenheden per jaar, onverminderd artikel 15, lid 2;
2° de verwezenlijkingen voldoen, afhankelijk van hun type, aan de voorwaarden van respectief de artikelen 17, 18, 19, 20, 21 en 22.
Met toepassing van artikel 10, 4°, a), van het decreet, bedraagt het aantal activiteitenpunten dat aan de vereniging die met deze categorie overeenstemt, wordt toegekend, 20]1
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art. 24/1. [1 Om toegang te krijgen tot de forfaitaire categorie die hoger is dan de in artikel 24 bedoelde categorie, moet de vereniging minstens aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° minstens één type verwezenlijking uitvoeren en publiceren, ten belope van een minimum van 30 eenheden per jaar;
2° de verwezenlijkingen voldoen, afhankelijk van hun type, aan de voorwaarden van respectief de artikelen 17, 18, 19, 20, 21 en 22.
Met toepassing van artikel 10, 4°, b), van het decreet, bedraagt het aantal activiteitenpunten dat aan de vereniging die met deze categorie overeenstemt, wordt toegekend, 30. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BFG 2019-05-02/54, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 5. [1 - Voorwaarden voor erkenning in as 4, bedoeld in artikel 3, § 5 van het decreet en de overeenkomstige forfaitaire categorie ]1
----------
(1)
Afdeling 1. - Algemene principes
Art.25.Opdat haar informatie- en communicatiecampagnes in aanmerking zou kunnen worden genomen in het kader van dit hoofdstuk :
1° voert de vereniging grootschalige informatie-, bewustmakings- en communicatiecampagnes waarvan de territoriale gevolgen zich over het gehele grondgebied van het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest uitstrekken;
[1 1° /1 in overeenstemming zijn met artikel 1 van het decreet;]1
2° is de vereniging gericht op de bewustmaking en aanspreking van het breedste publiek en de politieke wereld omtrent de overeenstemming van bepaalde wetgevende of praktische werkelijkheden met de grondslagen die zij bevordert, met als doelstelling de gedragen, de mentaliteiten en de regelgevingen te doen evolueren;
3° vermeldt de vereniging het doelpubliek;
4° stelt de vereniging alles in het werk om te zorgen voor de bewustmaking van het publiek dat gemakkelijk uitgesloten of verwijderd wordt van de communicatiemiddelen, de openbare ruimtes voor debatten en deelneming;
5° stelt de vereniging alles in het werk om te zorgen voor de informatie en de bewustmaking van de media;
6° voert de vereniging haar activiteiten uit in samenwerking met, in partnership met en, in voorkomend geval, in netwerk met andere verenigingen, of ze al dan niet krachtens het decreet worden erkend;
7° voert de vereniging een werk uit in verband met :
a. de analyse van de onderwerpen die zij aansnijdt;
b. de animatie en de pedagogische exploitatie rond deze thema's;
c. de opvolging van bewustmakings-, aansprekings- en communicatiecampagnes;
8° [1 een mededeling sturen aan de culturele actoren, de betrokken overheden en politieke vertegenwoordigers]1;
9° ontwikkelt de vereniging een communicatiestrategie die gediversifieerde media-middelen gebruikt, inzonderheid de nieuwe communicatie- en informatietechnologieën;
10° bepaalt de vereniging vooraf de doelstellingen van de communicatie- en informatiecampagne met het oog op de evaluatie ervan naderhand.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 31, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden en overeenkomende puntencategorie
Art.26.§ 1. De in artikel 25 bedoelde campagnes worden volgens een bepaalde duur uitgevoerd. Het voorbereiden, starten en/of ontplooien in de openbare ruimte worden gedurende het referentiejaar geactiveerd, ook al worden de campagnes naar het volgende jaar verlengd.
De bijwerking van een campagne die gedurende een vorig jaar werd uitgevoerd, kan geacht worden in aanmerking te komen, voor zover die bijwerking een werkelijke en aanzienlijke meerwaarde veroorzaakt.
De campagnes kunnen in partnerschap worden uitgevoerd, voor zover de vereniging daarbij betrokken wordt in alle stadia van de ontwikkeling en de opvolging, en elk van de partnerverenigingen alle in artikel 25 bepaalde criteria vervult.
§ 2. [1 Naast de campagnes worden specifieke overheidsinterventies uitgevoerd over specifieke thema's die verband houden met de door de vereniging aan de orde gestelde uitdagingen]1.
Die interventies zullen moeten worden geconcretiseerd door :
- artikelen, cartes blanches, interviews, informatiecampagnes in de (geschreven of audiovisuele) media, met inbegrip van de verenigingspers, op voorwaarde dat ze onafhankelijk is van de vereniging die de interventie verricht;
- gestructureerde toespraken in colloquia, conferenties, debatten of opleidingen, die leiden tot geschreven, elektronische of audiovisuele sporen zoals programma's, notulen;
- door een actie met een openbare bestemming in samenwerking met een andere vereniging;
- door de actieve aanwezigheid bij salons, evenementen.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.27.§ 1. Om erkend te worden in het kader van as 4, [1 zoals bedoeld in artikel 3, § 5, van het decreet]1, beantwoordt de vereniging ten minste aan de volgende voorwaarden :
1° ten minste 1 brede bewustmakings-, aansprekings- of communicatiecampagne per jaar voeren, die gericht is op nauwkeurige thema's;
2° [1 minstens 20 specifieke overheidsinterventies uitvoeren op andere thema's dan die van de campagne(s]1.
Met toepassing van artikel 10, 5° van het decreet wordt het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging die tot deze categorie behoort, op 20 vastgesteld.
§ 2. Om specifiek erkend te worden als "beweging" krachtens artikel 5 van het decreet, in het kader van as 4, zoals [1 bedoeld in artikel 3, § 5, van het decreet]1, beantwoordt de vereniging ten minste aan de voorwaarden bedoeld in § 1.
Met toepassing van artikel 10, 5° van het decreet wordt het aantal activiteitenpunten toegekend aan de vereniging die tot deze categorie behoort, op 20 vastgesteld.
----------
(1)<BFG 2019-05-02/54, art. 33, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 5/1. [1 - Asoverschrijdende verwezenlijkingen ]1
----------
(1)
Art. 27/1. [1 § 1. Overeenkomstig artikel 4 van het decreet kan een vereniging die in één of twee assen is erkend, activiteiten laten gelden in een andere as die in het decreet wordt gedefinieerd.
Krachtens artikel 4, § 2, tweede lid, 1°, van het decreet voor as 1 kunnen verenigingen die zijn ingedeeld in de forfaitaire categorie 4 en waarvan de territoriale impact de gemeente, het dorp of de buurt is, echter geen activiteiten laten gelden die onder een andere as vallen.
§ 2. Gedurende een periode van drie of vijf jaar kan het aantal verwezenlijkingen en/of uren bedoeld in § 1 variëren, zolang de variaties coherent blijven met het project van de vereniging en haar verhouding met het publiek.
De erkende vereniging is niet verplicht een opening naar de andere as te handhaven gedurende de volledige periode van vijf jaar/drie jaar. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BFG 2019-05-02/54, art. 34, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art. 27/2. [1 Met toepassing van artikel 4, § 2, 3°, van het decreet worden in de volgende matrices verschillende mogelijke combinaties tussen de verschillende assen en naar gelang van de verschillende forfaitaire categorieën geïdentificeerd:
1° opening van as 1 naar as 2 of as 3 :
Maximumgelijkwaardigheid 20 % van forfaitaire As 1 | ||||
forfaitaire categorieën | Aantal punten/ nombre d'heures | 80 % activiteiten uren in As 1 | In As 2/ opleidingsuren | In As 3/ verwezenlijkingen |
artikel 5, § 1 | 10 punten/ 200 u | 160 | 60 | 2 eenheden |
artikel 5, § 2 | 15 punten/260 u | 208 | 90 | 3 eenheden |
artikel 5, § 3 | 20 punten/290 u | 232 | 120 | 4 eenheden |
Artikel 5, § 4 | 25 punten/320 u | 256 | 150 | 5 eenheden |
Artikel 6, § 1 | 25 punten/320 u | 256 | 150 | 5 eenheden |
artikel 6, § 2 | 35 punten/450 u | 360 | 210 | 7 eenheden |
artikel 6, § 3 | 60 punten/900 u | 720 | 360 | 12 eenheden |
Maximumgelijkwaardigheid 20 % uren/ opleiding | ||||
Forfaitaire categorieën | punten | 80 % uren/ opleiding in As 2 | In As 1/ activiteitenuren | In As 3/ verwezenlijkingen |
artikel 13, § 1 | 15 punten/500 u | 400 | 60 | 3 eenheden |
artikel 13, § 2 | 30 punten/900 u | 720 | 120 | 6 eenheden |
artikel 13, § 3 | 45 punten/1200 u | 960 | 180 | 9. eenheden |
Maximumgelijkwaardigheid 20% verwezenlijkingseenheden | ||||
Forfaitaire categorieën | Aantal punten | 80 % verwezenlijkingseenheden | In As 1/ activiteitenuren | In As 2/ opleidingsuren |
artikel 24 | 20 punten/ 20 verwezenlijkingseenheden | 16 | 80 | 120 |
artikel 24/1 | 30 punten/ 30 verwezenlijkingseenheden | 24 | 120 | 180 |