19 APRIL 2014. - Wet tot organisatie van de verhaalmiddelen tegen sommige beslissingen van de FSMA genomen met toepassing van boek VII of van boek XV van het Wetboek van economisch recht, en tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten
Art. 1-4
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art.2. In artikel 121, § 1, eerste lid, 4°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 november 2012, worden de woorden "de artikelen XV. 31/3 of XV.66 van boek XV van het Wetboek van economisch recht" ingelast vóór de woorden "alsook met toepassing van elke andere wetsbepaling".
Art.3. In artikel 122 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 46° tot 51°, luidende :
"46° door de aanvrager van een vergunning, tegen de beslissingen inzake vergunning die de FSMA heeft genomen krachtens artikel VII. 160, § 6, eerste lid, van boek VII van het Wetboek van economisch recht. Eenzelfde beroep kan worden ingesteld als de FSMA geen uitspraak heeft gedaan binnen de bij het eerste lid van voornoemd artikel VII.160, § 6, vastgestelde termijnen; in dit laatste geval wordt het beroep behandeld als was de aanvraag verworpen;
47° door de kredietgever, tegen de beslissingen die de FSMA heeft genomen krachtens de artikelen XV.67, XV.67/1, § 1, tweede lid, 1° tot 4°, en XV. 67/3, § 1, tweede lid, van boek XV, en VII.174, § 6, tweede lid, van boek VII van het Wetboek van economisch recht;
48° door de kredietgever, tegen de beslissingen die de FSMA, op basis van een kennisgeving van de FOD Economie, heeft genomen krachtens de artikelen XV.67/1, § 5, eerste lid, en XV.67/3, § 2, tweede lid, van boek XV van het Wetboek van economisch recht; het beroep wordt gezamenlijk ingesteld tegen de FSMA en de FOD Economie;
49° door de aanvrager van een inschrijving, tegen de beslissingen die de FSMA heeft genomen krachtens de artikelen VII.182, § 3, en VII.188, § 3, van boek VII van het Wetboek van economisch recht. Eenzelfde beroep kan worden ingesteld als de FSMA geen uitspraak heeft gedaan binnen de bij deze bepalingen vastgestelde termijnen; in dit laatste geval wordt het beroep behandeld als was de aanvraag verworpen;
50° door de kredietbemiddelaar, tegen de beslissingen die de FSMA heeft genomen krachtens de artikelen XV.67 en XV.67/2, § 1, tweede en derde lid, en XV. 68, § 1, tweede lid, van boek XV van het Wetboek van economisch recht;
51° door de kredietbemiddelaar, tegen de beslissingen die de FSMA, op basis van een kennisgeving van de FOD Economie, heeft genomen krachtens artikel XV.67/2, § 3, en XV. 68, § 3, 1°, van boek XV van het Wetboek van economisch recht; het beroep wordt gezamenlijk ingesteld tegen de FSMA en de FOD Economie."
b) de bepalingen onder 17° en 18° worden opgeheven.
Art. 4.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van deze wet.
(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-11-2015 door KB 2014-04-19/40, art. 4; gewijzigd bij KB 2015-06-28/02, art. 3)