18 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 november 1969 tot vaststelling van de algemene regels voor de werking van de paritaire comités en paritaire subcomités
Art. 1-14
Artikel 1. Artikel 1, 2°, van het koninklijk besluit van 6 november 1969 tot vaststelling van de algemene regels voor de werking van de paritaire comités en de paritaire subcomités wordt vervangen als volgt : "de dienst : de Algemene Directie collectieve arbeidsbetrekkingen bij de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg."
Art.2. Artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : " De leden worden elektronisch opgeroepen door toedoen van de voorzitter of bij ontstentenis door de directeur-generaal van de dienst of de door deze laatste persoon aangewezen ambtenaar. "
Art.3. In de Franse tekst van artikel 6 van hetzelfde besluit, worden de woorden "et décider" ingevoegd na het woord "délibérer".
Art.4. In artikel 7 van hetzelfde besluit, worden de woorden "of bij verhindering de ondervoorzitter," ingevoegd tussen de woorden "voorzitter" en "vertegenwoordigt".
Art.5. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"De voorzitter of bij verhindering de ondervoorzitter ondertekent de correspondentie van het comité.
Behoudens andersluidende reglementaire bepalingen, kan deze bevoegdheid niet aan de secretarissen overgedragen worden."
Art.6. In artikel 11 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid worden de woorden "de naam van de plaatsvervangende leden die de verhinderde effectieve leden vervangen" opgeheven;
2° in het tweede lid worden in de Franse tekst van het laatste streepje na het woord "délibérer" de woorden "et décider" toegevoegd;
3° in het derde lid worden de woorden "een getrouw en gedetailleerd verslag" vervangen door de woorden "een getrouwe weergave".
Art.7. In artikel 12 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid wordt het woord "drie" vervangen door het woord "veertien";
2° in het tweede lid, worden de woorden "die hij binnen de drie dagen aan de Minister voorlegt" vervangen door de woorden "en legt ze binnen de veertien dagen neer bij de dienst".
Art.8. In artikel 14 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, worden de woorden "De notulen worden gericht aan de effectieve en plaatsvervangende leden binnen de veertien dagen na de vergadering" vervangen door de woorden "De notulen worden elektronisch verzonden aan de effectieve en plaatsvervangende leden na afloop van de beide termijnen vermeld in artikel 12";
2° in het laatste lid worden in de Franse tekst de woorden "plus prochaine" geschrapt en de woorden "la plus proche" toegevoegd achter het woord "paritaire".
Art.9. Artikel 15 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid van artikel 15 worden de woorden "Het huishoudelijk reglement dat door het comité is opgesteld, wordt bij de dienst neergelegd" vervangen door de woorden "Het huishoudelijk reglement dat overeenkomstig artikel 50 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités door het comité is opgesteld, wordt bij de dienst neergelegd".
2° Een laatste lid wordt toegevoegd dat luidt als volgt : "Het doel, de samenstelling en de werkingsregels van deze werkgroepen dienen vastgelegd te worden in de notulen van de vergaderingen waarin zij werden opgericht of in een collectieve arbeidsovereenkomst."
Art.10. Artikel 17 wordt opgeheven.
Art.11.[Artikel 20, tweede lid, wordt aangevuld als volgt : "en bij ontstentenis hiervan in een collectieve arbeidsovereenkomst."] (ERRATUM, zie B.St. 15-09-2014, p. 72599)
Art.12. In artikel 22, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "of in een collectieve arbeidsovereenkomst" toegevoegd tussen de woorden "reglement" en "moet".
Art.13. Artikel 24 wordt vervangen als volgt : "Het comité kan vragen om minstens eenmaal per jaar op de hoogte gesteld te worden van de activiteit van het verzoeningsbureau en van de resultaten die zijn bereikt."
Art. 14. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.