6 NOVEMBER 1969. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de algemene regels voor de werking van de paritaire comités en paritaire subcomités(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-10-2013 en tekstbijwerking tot 24-11-2020)
HOOFDSTUK I. Inleidende bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. Werking.
Art. 2-4, 4/1, 5-18
HOOFDSTUK III. Bemiddeling.
Art. 19-24
HOOFDSTUK IV. Slotbepalingen.
Art. 25-27
HOOFDSTUK I. _ Inleidende bepalingen.
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
1° het comité : de paritaire comités of de paritaire subcomités, opgericht overeenkomstig de artikelen 35 of 37 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
2° [1 de dienst : de Algemene Directie collectieve arbeidsbetrekkingen bij de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.]1
----------
(1)<KB 2013-10-18/15, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2013>
HOOFDSTUK II. _ Werking.
Art.2. Het comité vergadert op initiatief van de voorzitter of op verzoek van een in het comité vertegenwoordigde organisatie.
In dit verzoek wordt melding gemaakt van de punten, die de organisatie op de agenda wenst geplaatst te zien en is vergezeld van een toelichtende nota.
Art.3. De voorzitter stelt de datum van de vergadering vast en bepaalt de agenda ervan.
Art.4.[1 De leden worden elektronisch opgeroepen door toedoen van de voorzitter of bij ontstentenis door de directeur-generaal van de dienst of de door deze laatste persoon aangewezen ambtenaar.]1
De oproeping vermeldt datum, plaats en agenda van de vergadering en gaat gepaard met de in artikel 2 bedoelde toelichtende nota.
----------
(1)<KB 2013-10-18/15, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2013>
Art. 4/1. [1 De leden van de paritaire comités en subcomités kunnen uitzonderlijk ook geldig op afstand beraadslagen en beslissen door middel van elk telecommunicatiemiddel dat een gezamenlijke beraadslaging toelaat, mits de vaststelling van de dwingende reden die dit vereist bij de aanvang van de vergadering. Onder dwingende reden moet worden verstaan elke gebeurtenis die het onmogelijk maakt fysiek te vergaderen, overeenkomstig artikel 47, § 1, van de onder artikel 1, 1°, vermelde wet.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2020-11-08/05, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2020>
Art.5. Het effectief lid dat verhinderd is, voorziet in zijn vervanging.
Wanneer een plaatsvervangend lid een effectief lid vervangt, verwittigt het hiervan de voorzitter bij de aanvang van de vergadering.
Art.6. De voorzitter gaat na of aan de voorwaarden om geldig te kunnen beraadslagen en beslissen voldaan is.
Hij leidt de besprekingen en zorgt voor de goede werking van het comité.
Art.7.De voorzitter [1 of bij verhindering de ondervoorzitter,]1 vertegenwoordigt het comité in de betrekkingen van dit comité met derden.
----------
(1)<KB 2013-10-18/15, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2013>
Art.8.[1 De voorzitter of bij verhindering de ondervoorzitter ondertekent de correspondentie van het comité.
Behoudens andersluidende reglementaire bepalingen, kan deze bevoegdheid niet aan de secretarissen overgedragen worden.]1
----------
(1)<KB 2013-10-18/15, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2013>
Art.9. De secretarissen vervullen hun opdracht onder het gezag en de leiding van de voorzitter.
Art.10. Ten minste één secretaris woont de vergaderingen van het comité bij.
Art.11.De secretaris maakt de notulen op van elke vergadering.
De notulen vermelden :
- de naam van het paritair orgaan;
- de plaats en de datum van de vergadering en het uur waarop de vergadering wordt geopend en gesloten;
- de naam van de aanwezige, verontschuldigde en afwezige leden en de organisatie welke deze leden heeft voorgedragen;
- [1 ...]1
- de agendapunten;
- de vaststelling door de voorzitter, dat aan de wettelijke voorwaarden om geldig te beraadslagen en beslissen is voldaan.
De notulen dienen [1 een getrouwe weergave]1 te zijn van de debatten en de conclusies dienen punt voor punt overgenomen.
----------
(1)<KB 2013-10-18/15, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2013>
Art.12.De secretaris zendt de notulen aan de voorzitter binnen de [1 veertien]1 dagen.
De voorzitter tekent de notulen van de vergadering, [1 en legt ze binnen de veertien dagen neer bij de dienst]1.
----------
(1)<KB 2013-10-18/15, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2013>
Art.13. De adviezen, voorstellen, verzoeken, beslissingen en overeenkomsten, alsook de overige akten van het comité worden goedgekeurd tijdens de vergadering waarin zij zijn gedaan, genomen of gesloten en zijn elk het voorwerp van afzonderlijke documenten welke bij de notulen van de vergadering worden gevoegd.
Art.14.[1 De notulen worden elektronisch verzonden aan de effectieve en plaatsvervangende leden na afloop van de beide termijnen vermeld in artikel 12.]1
Bij ontstentenis van een verzoek om verbetering dat aan de voorzitter schriftelijk wordt gedaan binnen de acht dagen na ontvangst van de notulen, worden deze geacht door het comité te zijn goedgekeurd.
De voorzitter laat het verzoek om verbetering aan de goedkeuring over van de leden die de vergadering hebben bijgewoond. Wanneer hierover geen overeenstemming wordt bereikt, worden de notulen goedgekeurd bij de aanvang van de eerstvolgende vergadering van het paritair comité.
----------
(1)<KB 2013-10-18/15, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2013>
Art.15.[1 Het huishoudelijk reglement dat overeenkomstig artikel 50 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités door het comité is opgesteld, wordt bij de dienst neergelegd.]1
In het reglement kan worden bepaald, dat in het comité werkgroepen worden opgericht.
[1 Het doel, de samenstelling en de werkingsregels van deze werkgroepen dienen vastgelegd te worden in de notulen van de vergaderingen waarin zij werden opgericht of in een collectieve arbeidsovereenkomst.]1
----------
(1)<KB 2013-10-18/15, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2013>
Art.16. De vergaderingen van de comités zijn niet openbaar.
Art.17.
<Opgeheven bij KB 2013-10-18/15, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2013>
Art.18. Het archief van de comités wordt bij de dienst bewaard.
HOOFDSTUK III. _ Bemiddeling.
Art.19. In het comité kan een verzoeningsbureau worden opgericht om alle geschillen tussen werkgevers en werknemers te voorkomen of bij te leggen.
Art.20.Het verzoeningsbureau is samengesteld uit de voorzitter, een secretaris en leden die worden aangewezen, voor de helft onder de leden die de werkgeversorganisaties vertegenwoordigen en voor de helft onder de leden die de werknemersorganisaties vertegenwoordigen.
Die leden worden aangewezen overeenkomstig de modaliteiten bepaald bij het huishoudelijk reglement van het comité [1 en bij ontstentenis hiervan in een collectieve arbeidsovereenkomst]1.
----------
(1)<KB 2013-10-18/15, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2013>
Art.21. In geval van conflict of van dreigend conflict, wordt het geschil bij de voorzitter aanhangig gemaakt door de meest gerede partij.
Art.22.Het verzoeningsbureau vergadert op initiatief van de voorzitter of op verzoek van een in het comité vertegenwoordigde organisatie.
Bij ontstentenis van een bijzondere bepaling in het huishoudelijk reglement [1 of in een collectieve arbeidsovereenkomst]1 moet de voorzitter het verzoeningsbureau binnen de zeven dagen na het verzoek daartoe bijeenroepen.
----------
(1)<KB 2013-10-18/15, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2013>
Art.23. Van elke verzoeningsvergadering worden de notulen opgemaakt. De akten welke uit de verzoening voortvloeien, worden in afzonderlijke stukken opgenomen en bij de notulen gevoegd.
Art.24.[1 Het comité kan vragen om minstens eenmaal per jaar op de hoogte gesteld te worden van de activiteit van het verzoeningsbureau en van de resultaten die zijn bereikt.]1
----------
(1)<KB 2013-10-18/15, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2013>
HOOFDSTUK IV. _ Slotbepalingen.
Art.25. Het besluit van de Regent van 15 oktober 1945 waarbij de algemene modaliteiten van de werking der paritaire comités bepaald worden, wordt opgeheven.
Art.26. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 27. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.