Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

2 SEPTEMBER 2013. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 mei 2001 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van de bijzondere beroepstitel van tandarts-specialist in de orthodontie, alsook van stagemeesters en stagediensten in de orthodontie



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001022360 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 2 van het ministerieel besluit van 28 mei 2001 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van de bijzondere beroepstitel van tandarts-specialist in de orthodontie, alsook van stagemeesters en stagediensten in de orthodontie, wordt gewijzigd als volgt :
  - de woorden "Om erkend te worden en erkend te blijven" worden vervangen door de woorden "De bijzondere beroepstitel van tandarts-specialist in de orthodontie wordt toegekend voor onbeperkte duur, maar om erkend te worden en erkend te blijven";
  - het artikel wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende :
  "3° zich regelmatig bijscholen volgens de voorwaarden bepaald in de bijlage.".

Art.2. In artikel 5, § 2, van hetzelfde besluit, wordt in de plaats van de bepalingen onder 2° en 3°, vernietigd bij arrest nr. 182.108 van de Raad van State van 16 april 2008, de als volgt luidende bepaling onder 2° ingevoegd :
  "2° tandheelkundigen die op 1 januari 2014 het specialisme exclusief uitoefenen en die volgens de Erkenningscommissie een bekwaamheid hebben verworven die gelijkgesteld kan worden met de nodige opleidingscriteria voor het bekomen van de bijzondere beroepstitel. Ten laatste op deze datum dienen de betrokkenen een schriftelijke aanvraag in bij de Erkenningscommissie om deze bekwaamheid te laten toetsen. Vanaf deze aanvraag moeten de betrokkenen het specialisme exclusief blijven uitoefenen. Op het moment van de toetsing moet het bewijs van de exclusieve uitoefening geleverd worden aan de hand van de persoonlijke RIZIV-profielen. De toetsing met inbegrip van de eventuele hertoetsing moet ten laatste op 14 november 2017 gebeuren.".

Art. 3. In hetzelfde besluit wordt de bijlage ingevoegd, luidende :
  "Bijlage. Criteria voor het behoud van de bijzondere beroepstitel van tandarts-specialist in de orthodontie
  HOOFDSTUK 1. - Algemene regels betreffende de bijscholing 1. Beoefenaars van de tandheelkunde, houders van de bijzondere beroepstitel van tandarts-specialist in de orthodontie moeten, om hun erkenning te behouden, bewijzen dat ze bijscholing hebben gevolgd. Die bijscholing omvat minimum 60 uren, die over zes jaar kunnen verspreid worden, met een minimum van 20 uren per periode van twee jaar. Elke cyclus begint op 1 januari van het kalenderjaar volgend op het toekennen van de bijzondere beroepstitel van tandarts-specialist in de orthodontie of van het kalenderjaar volgend op de beslissing van het behoud van de beroepstitel van tandarts-specialist in de orthodontie.
  2. Voor alle tandartsen die de bijzondere beroepstitel van tandarts-specialist in de orthodontie hebben verkregen overeenkomstig artikel 5, zal de bijscholing voor een nieuwe cyclus van zes jaar aanvangen op 1 januari 2014.
  3. Voor alle tandartsen die de bijzondere beroepstitel van tandarts-specialist in de orthodontie hebben verkregen overeenkomstig artikel 2, 2°, zal de bijscholing voor een volgende cyclus aanvangen op 1 januari van het kalenderjaar volgende op het kalenderjaar waarin de bijzondere beroepstitel van tandarts-specialist in de orthodontie werd verkregen.
  4. De bijscholing gevolgd tussen de beslissing over het behoud van de bijzondere beroepstitel van tandarts-specialist in de orthodontie en het begin van de volgende cyclus kan in aanmerking genomen worden voor deze nieuwe cyclus.
  HOOFDSTUK 2. - Bijzondere regels betreffende de bijscholing 1. De bijscholing dient specifiek gevolgd te worden in het vakgebied "orthodontie" met een minimum van 48 uur in de specialiteit en een minimum van 12 uur uit de andere deelgebieden gerelateerd aan de beroepsuitoefening.
  2. Bijscholingsactiviteiten kunnen enkel in aanmerking genomen worden als ze opgenomen zijn in de permanente bijscholing erkend bij het RIZIV. Bijscholingsactiviteiten gevolgd in het buitenland kunnen enkel in aanmerking genomen worden als ze in het land waar de activiteiten gevolgd worden, in aanmerking komen voor de erkende permanente bijscholing in dat land en indien de organisator van de bijscholing geen commercieel doel nastreeft. Een bewijs van deelname afgeleverd door de erkende instantie voor de erkende permanente bijscholing dient aan de erkenningscommissie overgemaakt te worden.
  3. Bijscholingsactiviteiten die aanvaard worden in een ander accrediteringssysteem, met inbegrip van de bijscholing erkend voor de artsen, kunnen eveneens in aanmerking genomen worden voor de permanente bijscholing indien deze gerelateerd is aan de beroepsuitoefening.
  4. Voor alle bijscholingsactiviteiten dienen het onderwerp, de organisator, de plaats, de spreker(s), de inhoud en de tijdsduur duidelijk vermeld te worden."

  Brussel, 2 september 2013.
  Mevr. L. ONKELINX