Details





Titel:

21 JUNI 2012. - Ordonnantie betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan (aangehaald als : de antidopingordonnantie van 21 juni 2012) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-07-2012 en tekstbijwerking tot 13-01-2022)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Preventie, medische begeleiding en promotie van de gezondheid door en bij de sportbeoefening
Art. 4-6
HOOFDSTUK III. - Verbod op dopingpraktijk
Art. 7-8, 8/1, 9-12, 12/1
HOOFDSTUK IV. - Verbod op de beoefening van vechtsporten met extreem risico
Art. 13-15
HOOFDSTUK V. - Controle van de dopingpraktijk
Art. 16-23, 23/1, 23/2
HOOFDSTUK VI. - Toezicht op de beoefening van de vechtsporten met risico
Art. 24
HOOFDSTUK VII. - Verblijfgegevens van de sporters
Art. 25-26
HOOFDSTUK VIII. - Verjaring, vervolgingen en sancties
Afdeling 1. - Gevechtsporten met risico
Art. 27-28
Afdeling 2. - Doping
Art. 29-30, 30/1, 31-35, 35/1, 36-37
HOOFDSTUK IX. - Slot- en opheffingsbepaling
Art. 38-39
BIJLAGE.
Art. N, N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007031343 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.

Art.2.[1 Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder :
   1° Verenigd College : het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;
   2° NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : de diensten van de Administratie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie belast met de strijd tegen doping;
   3° Coördinatieraad : de Coördinatieraad, als bedoeld in het samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie over dopingpreventie en -bestrijding in de sport;
   4° WADA : het Wereldantidopingagentschap, een stichting die opgericht is onder Zwitsers recht op 10 november 1999;
   5° CAS (EN) : Hof van Arbitrage voor Sport;
   6° Code : de Wereldantidopingcode [2 ,]2 aangenomen door het WADA op 5 maart 2003 in Kopenhagen en die aanhangsel 1 van de UNESCO-Conventie vormt, [2 in de herziene versie van 2021 die op 1 januari 2021 in werking trad]2;
   7° Internationale Standaarden : de Standaarden aangenomen door het WADA ter ondersteuning van de Code [2 ...]2. De overeenstemming met een internationale standaard, in tegenstelling tot andere standaarden, praktijken of procedures, volstaat om tot de conclusie te komen dat de procedures die in die Internationale Standaard bedoeld zijn, correct worden uitgevoerd. De Internationale Standaarden omvatten de technische documenten die overeenkomstig hun bepalingen worden bekendgemaakt;
   8° Verboden lijst : de lijst met verboden stoffen en verboden methoden, bepaald door het Verenigd College overeenkomstig de lijst gevoegd bij de Unesco-Conventie en zoals door het WADA bijgewerkt;
   9° ADAMS : het Anti-Doping Administration and Management System : een online databank die gebruikt wordt om gegevens van sporters in te voeren, te bewaren, te delen en mede te delen, bestemd om het WADA en de antidopingorganisaties te helpen bij hun dopingbestrijdingsacties met naleving van de wetgeving betreffende de bescherming van de gegevens;
   10° UNESCO-conventie : de Internationale Conventie tegen het dopinggebruik in de sport, ondertekend in Parijs op 19 oktober 2005 door de Algemene Conferentie van de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, met inbegrip van de amendementen aangenomen door de Staten die partij zijn bij de Conventie en de Conferentie van de Partijen bij de Internationale Conventie tegen het dopinggebruik in de sport, van toepassing gemaakt voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, door de instemmingsordonnantie van 24 februari 2008;
   11° Antidopingorganisatie : [2 het WADA of]2 een ondertekenaar van de Code die verantwoordelijk is voor de aanname van regels voor het initiëren, implementeren of handhaven van elk aspect van de dopingcontrole. Antidopingorganisaties zijn onder meer het Internationaal Olympisch Comité, het Internationaal Paralympisch Comité, andere organisatoren van grote evenementen die controles uitvoeren op die evenementen, [2 ...]2, internationale federaties en nationale antidopingorganisaties;
   12° Nationale antidopingorganisatie, afgekort " NADO " : de entiteit of entiteiten waaraan een land de bevoegdheid en verantwoordelijkheid heeft toegewezen om antidopingregels vast te stellen en uit te voeren, monsternames te coördineren, de resultaten ervan te beheren [2 ...]2op nationaal niveau;
   13° Sportvereniging : elke vereniging van natuurlijke of rechtspersonen die, welke de vorm ook is, één van de volgende doeleinden nastreeft :
   - één of meer lichamelijke activiteiten promoten die deel uitmaken van een sporttak;
   - bijdragen tot de ontplooiing en het fysiek, psychisch en sociaal welzijn van de persoon aan de hand van blijvende en progressieve programma's;
   - haar leden aansporen deel te nemen aan vrije of georganiseerde fysieke activiteiten, zowel in competitieverband als bij wijze van vrijetijdsbesteding;
   14° Federatie : iedere groepering van sportverenigingen;
   15° Sporter : elke persoon die een sportactiviteit beoefent, ongeacht het niveau waarop hij die sportactiviteit beoefent;
   16° Breedtesporter : elke sporter die geen elitesporter is;
   17° Elitesporter : elke sporter die deelneemt aan wedstrijden op internationaal niveau, zoals bepaald door zijn internationale federatie, of op nationaal niveau, zoals bepaald door de bevoegde NADO;
   18° Elitesporter van internationaal niveau : elke elitesporter die een sportactiviteit beoefent op internationaal niveau, zoals gedefinieerd door de internationale federatie;
   19° Elitesporter van nationaal niveau : elke sporter van wie de internationale federatie de Code ondertekend heeft en deel uitmaakt van de Olympische of Paralympische Beweging of erkend is door het Internationaal Olympisch Comité of Internationaal Paralympisch Comité of lid is van [2 GAISF]2, die geen elitesporter van internationaal niveau is en die aan een of meer van de volgende criteria voldoet :
   a) hij neemt regelmatig deel aan internationale wedstrijden van hoog niveau;
   b) hij beoefent zijn sportdiscipline als voornaamste bezoldigde activiteit, in de hoogste categorie of de hoogste nationale competitie van de betreffende discipline;
   c) hij is geselecteerd voor of heeft in de voorbije twaalf maanden deelgenomen aan een of meer van de volgende evenementen in de hoogste competitiecategorie van de betrokken discipline : Olympische Spelen, Paralympische Spelen, wereldkampioenschappen, Europese kampioenschappen;
   d) hij neemt deel aan een ploegsport in een competitie waarbij de meerderheid van de ploegen die aan de competitie deelnemen, bestaat uit sporters als vermeld in punt a), b) of c);
   20° Elitesporters van categorie A : de elitesporters van nationaal niveau die een individuele olympische sportdiscipline van categorie A beoefenen, opgenomen in de lijst als bijlage bij deze ordonnantie, en de elitesporters die in categorie A zijn opgenomen met toepassing van artikel 26, § 4;
   21° [2 Elitesporters van categorie B": elitesporters van nationaal niveau die een ploegsport beoefenen in een olympische discipline van categorie B, zoals opgenomen in de lijst als bijlage bij deze ordonnantie]2
   22° [2 Elitesporters van categorie C: de elitesporters die een sportdiscipline beoefenen die niet is opgenomen in de lijst als bijlage bij deze ordonnantie]2
   23° [2 Recreatiesporter: elke breedtesporter die in de in de loop van de vijf jaar voorafgaand aan een overtreding van de antidopingregels, geen elitesporter van internationaal of nationaal niveau was, geen land vertegenwoordigd heeft bij een internationaal evenement zonder categoriebeperking of niet toegevoegd was aan een geregistreerde doelgroep, een nationale doelgroep of elke andere geregistreerde doelgroep onderworpen aan verplichtingen op het vlak van verblijfsgegevens opgelegd door een internationale federatie of een NADO]2
   24° Begeleider : elke coach, trainer, sportdirecteur, agent, teammedewerker, ploegverantwoordelijke, official, elk medisch of paramedisch personeelslid, elke ouder of elke andere persoon die samenwerkt met een sporter die deelneemt aan of zich voorbereidt op een sportwedstrijd, hem behandelt of assisteert;
   25° Ploegverantwoordelijke : de persoon die door de elitesporters van dezelfde ploeg worden belast met het doorgeven van hun verblijfgegevens;
   26° Organisator van een sportmanifestatie : elke natuurlijke of rechtspersoon die, afzonderlijk of samen met andere organisatoren, kosteloos of onder bezwarende titel, een sportwedstrijd of -evenement organiseert;
   27° Uitbater van een sportinfrastructuur : elke natuurlijke of rechtspersoon of vereniging van personen, feitelijke vereniging of vereniging met rechtspersoonlijkheid, die een sportinfrastructuur uitbaat;
   28° Sportactiviteit : elke vorm van lichamelijke activiteit, die via een al dan niet georganiseerde deelneming, de uiting of de verbetering van de lichamelijke en psychische conditie, de ontwikkeling van de maatschappelijke betrekkingen of het bereiken van resultaten in wedstrijden op alle niveaus tot doel heeft;
   29° Wedstrijd : een sportactiviteit in de vorm van een race, match, spel of concours;
   30° Evenement of sportevenement : een reeks individuele wedstrijden die samen worden uitgevoerd onder één bestuursorgaan;
   31° Internationaal evenement : een evenement of wedstrijd waarbij het Internationaal Olympisch Comité, het Internationaal Paralympisch Comité, een internationale federatie, een organisator van een groot evenement of een andere internationale sportorganisatie het bestuursorgaan is of de technische officials voor het evenement aanstelt;
   32° Nationaal evenement : een sportevenement of sportwedstrijd waaraan nationale of internationale elitesporters deelnemen, die geen internationaal evenement is;
   33° Ploegsport : een sport waarbij de vervanging van sporters tijdens een wedstrijd toegestaan is;
   34° Vechtsport met risico : vechtsport waarvan de regels uitdrukkelijk opzettelijk toegediende slagen toestaan;
   35° Vechtsport met extreem risico : vechtsport waarvan de regels toestaan dat slagen bewust worden toegediend, met name als de tegenstander op de grond ligt en waarvan de beoefening voornamelijk bedoeld is om, zelfs tijdelijk, de fysieke en psychische integriteit van de deelnemers aan te tasten;
   36° Sportinfrastructuur : elke ruimte of terrein al dan niet bebouwd en al dan niet gratis ter beschikking gesteld, waar sportactiviteiten vrij of georganiseerd beoefend kunnen worden;
   37° [2 Dopingcontrole: alle stappen en procedures vanaf het plannen van de spreiding van dopingtests tot de laatste beslissing in beroep en het afdwingen van de gevolgen, via alle tussenstappen en tussenprocedures, met name de controles, de onderzoeken, het doorgeven van verblijfsgegevens, het beheer van de toestemmingen voor gebruik wegens therapeutische doeleinden, het afnemen en verwerken van monsters, de laboratoriumanalyse, het beheer van de resultaten en de onderzoeken en procedures die verband houden met de overtredingen van artikel 10.14 van de Code]2
   38° Dopingtest : de onderdelen van het globale dopingcontroleproces waarbij monsternames worden gepland, monsters worden afgenomen, monsters worden verwerkt en monsters naar een laboratorium worden getransporteerd;
   39° Gerichte test : het selecteren van (een) specifieke sporter(s) voor een dopingtest op een specifiek tijdstip, overeenkomstig de criteria vermeld in de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken;
   40° Onaangekondigde test : een test die plaatsvindt zonder voorafgaande waarschuwing van de sporter en waarbij de sporter continu wordt vergezeld, vanaf het moment van bekendmaking tot en met de monsterneming;
   41° [2 innen wedstrijdverband: de periode die begint om 23.59 uur op de dag voor een wedstrijd waaraan de sporter moet deelnemen en die eindigt op het einde van deze wedstrijd en van het proces van monsterneming die ermee in verband staat. Tenzij anders bepaald, kan het WADA voor een specifieke sport een alternatieve definitie goedkeuren als een internationale federatie een geldige reden aanvoert waarom een andere definitie zou nodig zijn voor deze sport. Na goedkeuring door het WADA volgen alle organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen voor de betrokken sport de alternatieve definitie]2
   42° Buiten wedstrijdverband : niet binnen wedstrijdverband;
   43° Monster of specimen : elk biologisch materiaal dat wordt afgenomen voor een dopingcontrole;
   44° Verboden stof : elke stof of klasse van stoffen die als zodanig wordt beschreven in de verboden lijst;
   45° [2 Specifieke stof of methode: in het kader van de toepassing van sancties tegen individuen:
   - alle verboden stoffen zijn specifieke stoffen, tenzij anders vermeld in de verboden lijst;
   - geen enkele verboden methode is een specifieke methode, tenzij ze als zodanig is vermeld in de verboden lijst]2
   46° Verboden methode : elke methode die als zodanig wordt beschreven in de verboden lijst;
   47° Marker : een verbinding, groep verbindingen of een of meer biologische variabelen die wijzen op het gebruik van een verboden stof of een verboden methode;
   48° Metaboliet : elke stof die ontstaat door een biologisch omzettingsproces;
   49° Biologisch paspoort : het programma en de methodes om gegevens te verzamelen en te groeperen zoals omschreven in de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken en de Internationale Standaard voor laboratoria;
   50° Toediening : het verstrekken, leveren of faciliteren van, of het houden van toezicht op, of het op een andere wijze deelnemen aan het gebruik of de poging tot gebruik door een andere persoon van een verboden stof of verboden methode, met uitzondering van de handelingen van bonafide medisch personeel met betrekking tot een verboden stof of verboden methode die wordt gebruikt voor reële en legitieme therapeutische doeleinden of om een andere aanvaardbare reden, en de handelingen met betrekking tot verboden stoffen die niet verboden zijn tijdens dopingtests buiten wedstrijdverband, tenzij de omstandigheden in hun geheel erop wijzen dat dergelijke verboden stoffen niet bedoeld zijn voor reële en legitieme therapeutische doeleinden of dat ze bedoeld zijn om de sportprestaties te verbeteren;
   51° Bezit : het daadwerkelijke, fysieke bezit of het indirecte bezit, dat alleen kan worden vastgesteld als de persoon exclusieve controle heeft of de intentie heeft om controle uit te oefenen over een verboden stof of methode. Als de persoon geen exclusieve controle heeft over de verboden stof of verboden methode, [2 of op de plaatsen waar de verboden stof of verboden methode zich bevindt]2 kan indirect bezit alleen worden vastgesteld als de persoon op de hoogte was van de aanwezigheid van de verboden stof of methode en de intentie had er controle over uit te oefenen. Er is echter geen sprake van een dopingovertreding alleen op basis van bezit als de persoon, voor hij op de hoogte is gebracht van het feit dat hij een dopingovertreding heeft begaan, concrete actie heeft ondernomen waaruit blijkt dat de persoon nooit de intentie van het bezit heeft gehad en heeft afgezien van het bezit door dat uitdrukkelijk aan een antidopingorganisatie te verklaren. Niettegenstaande enige andersluidende bepaling in deze definitie staat de aankoop, elektronisch of op een andere wijze, van een verboden stof of verboden methode gelijk met bezit door de persoon die de aankoop doet;
   52° Poging : opzettelijk handelingen stellen die een substantiële stap zijn in de richting van handelingen die uitmonden in het overtreden van een antidopingregel, tenzij de dader afziet van de poging voor die is ontdekt door een derde die niet bij de poging betrokken is;
   53° Handel : het aan een derde verkopen, het verstrekken, vervoeren, versturen, leveren of verspreiden, of bezitten, voor een van die doeleinden, van een verboden stof of verboden methode, hetzij fysiek, hetzij elektronisch of op een andere wijze, door een sporter, een begeleider of een andere persoon die onder het gezag van een antidopingorganisatie valt, met uitzondering van de handelingen van bonafide medisch personeel met betrekking tot een verboden stof die wordt gebruikt voor reële en legitieme therapeutische doeleinden of om een andere aanvaardbare reden, en handelingen met betrekking tot verboden stoffen die niet verboden zijn tijdens dopingtests buiten wedstrijdverband, tenzij de omstandigheden in hun geheel erop wijzen dat dergelijke verboden stoffen niet bedoeld zijn voor reële en legitieme therapeutische doeleinden of dat ze bedoeld zijn om de sportprestaties te verbeteren;
   54° Gebruik : het op om het even welke wijze gebruiken, aanbrengen, innemen, injecteren of consumeren van een verboden stof of verboden methode;
   55° Afwijkend analyseresultaat : een rapport van een WADA-geaccrediteerd of door het WADA goedgekeurd controlelaboratorium dat, in overeenstemming met de Internationale Standaard voor laboratoria, in een monster de aanwezigheid is [2 vastgesteld]2 van een verboden stof of van de metabolieten of markers ervan, [2 ...]2, of een bewijs van het gebruik van een verboden methode;
   56° Atypisch analyseresultaat : een rapport van een WADA-geaccrediteerd of door het WADA goedgekeurd controlelaboratorium, dat, krachtens de Internationale Standaard voor laboratoria of de ermee verband houdende technische documenten, verder onderzoek noodzaakt om uit te maken of er sprake is van een afwijkend analyseresultaat;
   57° Afwijkend paspoortresultaat : een rapport dat als een afwijkend paspoortresultaat wordt beschreven in de Internationale Standaarden;
   58° Atypisch paspoortresultaat : een rapport dat als een atypisch paspoortresultaat wordt beschreven in de Internationale Standaarden;
   59° [2 TTN: een toestemming voor gebruik wegens therapeutische doeleinden waarmee een sporter met een medische aandoening een verboden stof of een verboden methode kan gebruiken onder de voorwaarden bepaald in artikel 4.4 van de Code en de Internationale Standaard houdende toestemming voor gebruik wegens therapeutische doeleinden]2
   60° Verblijfgegevens : de informatie over het verblijf die, overeenkomstig artikel 26, moet worden verschaft door de elitesporters [2 van categorie A en B]2 of, in voorkomend geval, door de ploegverantwoordelijke;
   61° [2 Geregistreerde doelgroep": groep sporters van hoge prioriteit die op internationaal niveau door een internationale federatie en op nationaal niveau door een NADO zijn aangeduid en die zijn onderworpen aan doelgerichte controles zowel binnen als buiten wedstrijdverband in het kader van een spreidingsplan van de controles van de internationale federatie of van de NADO. Als gevolg daarvan zijn ze verplicht hun verblijfsgegevens door te geven bedoeld in artikel 5.5 van de Code en de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken. In de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie stemt de geregistreerde doelgroep overeen met de elitesporters van categorie A]2
   62° Nationale doelgroep van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : groep elitesporters van categorie A, B [2 ...]2 aangeduid door de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie wegens hun woonplaats in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, die onderworpen zijn aan gerichte dopingtests binnen of buiten wedstrijdverband in het kader van het controleprogramma van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en die verplicht zijn hun verblijfgegevens mee te delen. ".
  [2 63° Minderjarige: elke natuurlijke persoon die niet de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt]2
  [2 64° Beschermde persoon: elke sporter of elke natuurlijke persoon, die op het ogenblik van de overtreding van een antidopingregel: (i) de leeftijd van zestien jaar niet heeft bereikt; (ii) de leeftijd van achttien jaar niet heeft bereikt en niet is toegevoegd aan een geregistreerde doelgroep en nooit aan een internationaal evenement zonder categoriebeperking heeft deelgenomen; of (iii) om andere redenen dan leeftijd, erkend werd als een persoon die niet volledig of gedeeltelijk over zijn handelingsbekwaamheid beschikt, overeenkomstig het geldende nationale recht]2
  [2 65° Beslissingslimiet: waarde van het drempelstofresultaat in een monster waarboven een afwijkend analyseresultaat moet worden gerapporteerd zoals nader bepaald in de Internationale Standaard voor laboratoria]2
  [2 66° Minimaal rapporteringsniveau: geschatte concentratie van een verboden stof of van de metaboliet(en) of marker(s) ervan in een monster, waaronder de door het WADA geaccrediteerde laboratoria het monster niet als een afwijkend analyseresultaat hoeven te rapporteren]2
  [2 67° Misbruikstoffen: de misbruikstoffen omvatten de verboden stoffen die specifiek als zodanig in de verboden lijst vermeld zijn wegens de misbruiken waartoe zij in de maatschappij vaak aanleiding geven, buiten elke sportcontext]2
  [2 68° Antidopingactiviteiten: alle activiteiten die door de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of op haar verzoek worden uitgevoerd, overeenkomstig de bepalingen van de Code en de Internationale Standaarden en met name de antidopingeducatie en- informatie, de planning van de spreiding van de antidopingcontroles, het beheer van de doelgroep, het beheer van de biologische paspoorten van de sporters, de uitvoering van de controles, de organisatie van de analyse van de monsters, het inlichtingenonderzoek en het verrichten van onderzoeken, de behandeling van de TTN-aanvragen, het resultatenbeheer, de supervisie en uitvoering van de naleving van de sancties.]2
   Alle andere begrippen dan die welke opgesomd zijn in het vorige lid, waarvan de definitie noodzakelijk is voor de uitvoering van deze ordonnantie, worden door het Verenigd College gedefinieerd overeenkomstig de definities van de Code.]1
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.3. De bepalingen van deze ordonnantie zijn van toepassing op :
  1° alle natuurlijke personen, onder andere de sporters, in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;
  2° alle instellingen in de zin van artikel 135 van de Grondwet, onder andere de sportverenigingen en de rechtspersonen, die sportmanifestaties of -activiteiten organiseren in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en die, wegens hun organisatie, niet beschouwd kunnen worden als uitsluitend te ressorteren onder de bevoegdheid van de Vlaamse of de Franse Gemeenschap.

HOOFDSTUK II. - Preventie, medische begeleiding en promotie van de gezondheid door en bij de sportbeoefening
Art.4.[1 § 1.]1 Het Verenigd College organiseert, eventueel in samenwerking met andere overheden, educatieve, informatie- en preventiecampagnes omtrent de gezondheidspromotie door en bij sportbeoefening, door onder meer de bevolking, en in het bijzonder de sportbeoefenaars en hun directe omgeving te sensibiliseren over de eerbiediging van de door het Verenigd College bepaalde gezondheidsregels daarbij.
  Naast de samenwerking bedoeld in de artikelen 3 en 4 van het samenwerkingsakkoord van 24 november 2011 tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende dopingpreventie en -bestrijding in de sport, kan het Verenigd College, met het oog op een regelmatige uitwisseling van informatie, documentatie, deskundigen en diensten, partnerschapsakkoorden inzake de medisch verantwoorde sportbeoefening afsluiten met alle sportverenigingen die hierom verzoeken.
  [1 § 2. De educatie-, informatie- en preventiecampagnes bedoeld in paragraaf 1 worden georganiseerd op basis van een educatieplan dat wordt opgesteld overeenkomstig de Internationale Standaard voor educatie. De NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie wordt gelast dit plan eventueel op te stellen en te publiceren.]1
  ----------
  (1)<ORD 2021-12-24/03, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.5. Het Verenigd College kan :
  1° de wijze van gezondheidspreventie en medische begeleiding van de sporters bepalen, om deze te behoeden voor de risico's die aan de sport en aan de trainingsomstandigheden verbonden zijn;
  2° de wijze van promotie van een aangepaste sportbeoefening die de gezondheid ten goede kan komen, bepalen, dit door de sporter bewust te maken van zijn verantwoordelijkheid en door de geneesheer te informeren;
  3° een lijst bepalen met algemene aanbevelingen en medische contra-indicaties in verband met de beoefening van de sportdisciplines die deze vereisen.
  Het Verenigd College kan de voorwaarden voor de beoefening van de risicosporten vastleggen, alsook de wijze van controle op de nakoming ervan.

Art.6. De sportverenigingen nemen alle nodige schikkingen die bijdragen tot de sportbeoefening, met inachtneming van het fysiek en psychisch welzijn van de sporters.
  Het Verenigd College kan sportverenigingen van een specifieke sportdiscipline, organisatoren van bepaalde sportmanifestaties en exploitanten van bepaalde sportinfrastructuren opleggen een medisch reglement aan te nemen. In dat geval kan het Verenigd College de minimumvoorwaarden inzake gezondheidsopvoeding en preventieve gezondheidszorg bepalen die deze medische reglementen dienen te omvatten.

HOOFDSTUK III. - Verbod op dopingpraktijk
Art.7.Het gebruik van doping is verboden.
  [1 Worden met name onderworpen aan de bepalingen van deze ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan, elke sporter, elk lid van het begeleidend personeel van de sporter, elke controlearts, elke chaperon, elke sportvereniging en elke organisator.]1
  ----------
  (1)<ORD 2021-12-24/03, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.8.[1 Onverminderd artikel 10, moet onder doping worden verstaan :
   1° de aanwezigheid van een verboden stof of van een metaboliet of marker daarvan in een monster dat afkomstig is van de sporter. De sporter moet ervoor zorgen dat geen enkele verboden stof in zijn organisme binnendringt. De sporters zijn verantwoordelijk voor iedere verboden stof of metaboliet of marker die in hun monsters wordt ontdekt. Bijgevolg is het niet nodig om de opzet, fout of nalatigheid of het bewust gebruik vanwege de sporter te bewijzen om de overtreding van de antidopingregels in de zin van dit lid vast te stellen;
   2° het gebruik of de poging tot gebruik door een sporter van een verboden stof of een verboden methode. De sporter moet ervoor zorgen dat geen enkele verboden stof in zijn organisme binnendringt en dat geen enkele verboden methode wordt gebruikt. Bijgevolg is het niet nodig om de opzet, fout of nalatigheid of het bewust gebruik vanwege de sporter te bewijzen, om de overtreding van de antidopingregels op grond van het gebruik van een verboden stof of methode vast te stellen.
   Het succes of de mislukking van het gebruik of de poging tot gebruik van een verboden stof of methode is niet bepalend. Het gebruik of de poging tot gebruik van een verboden stof of methode volstaat om de overtreding van de antidopingregels vast te stellen;
   3° [2 voor een sporter, het ontwijken van een monsterneming, of het weigeren of zich niet aanbieden voor een monsterneming zonder geldige reden, na kennisgeving door een naar behoren gemachtigd persoon;]2
   4° [2 elke combinatie, voor een elitesporter van categorie A, binnen een periode van twaalf maanden te rekenen vanaf de datum van het eerste verzuim, van drie gemiste dopingcontroles en/of aangifteverzuimen betreffende het doorgeven van verblijfsgegevens, zoals nader bepaald in de Internationale Standaard voor resultatenbeheer;]2
   5° [2 het plegen van bedrog, of de poging daartoe, bij om het even welk onderdeel van de dopingcontrole door de sporter of een andere persoon. Bedrog is een opzettelijk gedrag dat het dopingcontroleproces verstoort, maar dat niet onder de definitie van een verboden methode valt. Bedrog omvat met name het aanbieden of aannemen van smeergeld om een handeling te verrichten of na te laten, het verhinderen van het afnemen van een monster, het belemmeren of verhinderen van de analyse van een monster, het vervalsen van documenten die aan een antidopingorganisatie, een TTN-commissie of hoorinstantie worden voorgelegd, het afleggen van een valse getuigenis, het plegen van elke andere frauduleuze handeling tegenover de antidopingorganisatie of de hoorinstantie om het resultatenbeheer of het opleggen van consequenties te belemmeren, en elke andere soortgelijke opzettelijke verstoring of poging tot verstoring van een ander aspect van de dopingcontrole;]2
   6° het bezit :
   a) door een sporter binnen wedstrijdverband van een binnen wedstrijdverband verboden stof of methode of het bezit door een sporter buiten wedstrijdverband van een buiten wedstrijdverband verboden stof of methode, tenzij de sporter aantoont dat het bezit strookt met een geldige TTN of een andere aanvaardbare rechtvaardiging;
   b) door een begeleider binnen wedstrijdverband van een binnen wedstrijdverband verboden stof of methode of het bezit door een begeleider buiten wedstrijdverband van een buiten wedstrijdverband verboden stof of methode in verband met een sporter, wedstrijd of training, tenzij de begeleider aantoont dat het bezit strookt met een aan de sporter toegekende geldige TTN of een andere aanvaardbare rechtvaardiging;
   7° de handel of de poging tot handel in een verboden stof of verboden methode [2 door een sporter of een andere persoon]2;
   8° [2 de toediening of de poging tot toediening, door een sporter of een andere persoon, aan een sporter (i) binnen wedstrijdverband, van een stof of methode die verboden is binnen wedstrijdverband, of (ii) buiten wedstrijdverband, van een stof of methode die verboden is buiten wedstrijdverband;]2
   9° het meewerken, aanmoedigen, helpen, aanzetten tot, samenzweren, verbergen of om het even welke andere vorm van opzettelijke medeplichtigheid die een overtreding of een poging tot overtreding van de antidopingregels inhoudt of de niet-naleving van een opgelegde schorsing [2 door een sporter of een andere persoon]2;
   10° [2 elke professionele of sportgerelateerde samenwerking tussen een sporter of een andere persoon die onder de bevoegdheid van een antidopingorganisatie valt, en begeleider van de sporter die:
   a) indien hij onder de bevoegdheid van een antidopingorganisatie valt, een schorsingsperiode uitzit; of
   b) indien hij niet onder de bevoegdheid van een antidopingorganisatie valt, als er geen schorsing werd opgelegd in een resultatenbeheersproces overeenkomstig de Code, veroordeeld of schuldig, werd bevonden in een strafrechtelijke, tuchtrechtelijke of professionele procedure, een handeling te hebben verricht die de antidopingregels zou hebben overtreden, indien regels die in overeenstemming zijn met de Code op die persoon toepasselijk zouden zijn geweest; of
   c) optreedt als eerste aanspreekpunt of tussenpersoon voor een persoon als vermeld in a) of b) ;]2
  [2 11° alle daden die door een sporter of een andere persoon worden gesteld om meldingen aan de autoriteiten te ontmoedigen of alle daden van vergelding tegen dergelijke meldingen door een sporter of een andere persoon.
   Wanneer deze handelingen geen dopingfeit vormen in de zin van punt 5 van deze paragraaf:
   a) elke handeling waarmee een andere persoon wordt bedreigd of waarmee wordt geprobeerd hem ervan te weerhouden te goeder trouw informatie betreffende een vermeende overtreding van de antidopingregels of een vermeende niet-naleving van de Code te melden aan het WADA, een antidopingorganisatie, de rechtshandhaving, een gereglementeerde of professionele tuchtrechtelijke instantie, een hoorzittingsinstantie of een persoon die voor het WADA of een antidopingorganisatie een onderzoek uitvoert;
   b) alle vergeldingsmaatregelen tegen een persoon die te goeder trouw bewijsmateriaal of informatie over een vermeende overtreding van de antidopingregels of een vermeende niet-naleving van de Code verstrekt aan het WADA, een antidopingorganisatie, de rechtshandhaving, een gereglementeerde of professionele tuchtrechtelijke instantie, een hoorzittingsorgaan of een persoon die een onderzoek uitvoert voor het WADA of een antidopingorganisatie.]2
   § 2. De samenwerking vermeld in § 1, 10°, a), is verboden gedurende de periode van schorsing.
   De samenwerking vermeld in § 1, 10°, b), is verboden voor een periode van zes jaar vanaf de strafrechtelijke, professionele of tuchtrechtelijke uitspraak of voor de periode van de opgelegde strafrechtelijke, tuchtrechtelijke of professionele sanctie, of de langste van de twee periodes.
   De samenwerking vermeld in § 1, 10°, c), is verboden gedurende de periode waarin het de persoon waarvoor een derde persoon als aanspreekpunt of tussenpersoon optreedt, verboden is samen te werken met de sporter.
   [2 Om een overtreding van § 1, 10°, vast te stellen, moet de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie aantonen dat de sporter of de andere persoon op de hoogte was van de diskwalificerende status van de begeleider van de sporter.]2
   [2 ...]2
   [2 ...]2
   [2 Het is aan de sporter of de andere persoon om aan te tonen dat de samenwerking met de begeleider van de sporter, zoals beschreven in paragraaf 1, 10°, a) en b) niet professioneel of sportief is en/of deze samenwerking redelijkerwijze niet kon worden vermeden.]2
   [2 ...]2 [2 De NADO]2 van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie het WADA in dat de betrokken begeleider van de sporter aan één van de criteria vermeld in § 1, 10°, a) tot c), beantwoordt.
   Het Verenigd College bepaalt de nadere regels van de kennisgevingsprocedures bedoeld in deze paragraaf, [2 overeenkomstig de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens]2
   Iedere antidopingorganisatie die kennis heeft van het feit dat een begeleider beantwoordt aan de criteria beschreven in § 1, 10°, a) tot c), deelt deze informatie mee aan het WADA.]1
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art. 8/1.[1 § 1. Het bewijs van een dopingpraktijk moet geleverd worden door de bevoegde antidopingorganisatie.
   De bewijsstandaard waaraan de antidopingorganisatie moet voldoen, bestaat erin de overtreding van de antidopingregels aan te tonen ten behoeve van de tuchtrechtelijke overheid, die de zwaarwichtigheid van de beschuldiging beoordeelt. De bewijsstandaard moet in ieder geval meer zijn dan een afweging van waarschijnlijkheid, maar minder dan een bewijs boven redelijke twijfel.
   Als de sporter of ieder ander persoon vermoed wordt een inbreuk te hebben gepleegd op de antidopingregels en een vermoeden moet weerleggen of specifieke feiten en omstandigheden moet bewijzen, [2 uitgezonderd in de gevallen bepaald in paragraaf 2, b) en c),]2 is de bewijsstandaard een afweging van waarschijnlijkheid.
   Feiten met betrekking tot een dopingpraktijk kunnen met alle rechtsmiddelen worden vastgesteld, inclusief bekentenissen.
   § 2. Onverminderd de in § 1 bepaalde regels gelden in disciplinaire procedures de volgende bewijsregels :
   a) [2 overeenkomstig artikel 3.2.1 van de Code worden analytische methoden of beslissingslimieten die door het WADA zijn goedgekeurd na overleg met de betrokken wetenschappelijke gemeenschap en die zijn onderworpen aan collegiale toetsing, verondersteld wetenschappelijk geldig te zijn. Elke sporter of andere persoon die de vervulling van de voorwaarden voor dit vermoeden of dit vermoeden van wetenschappelijke geldigheid wil aanvechten of weerleggen, moet, overeenkomstig artikel 3.2 van de Code, voor elke betwisting vooraf het WADA op de hoogte brengen van de betwisting en de redenen ervan. Het oorspronkelijke beroepsorgaan, het nationale beroepsorgaan of het CAS kan op eigen initiatief het WADA op de hoogte brengen van deze betwisting. Binnen tien dagen nadat het WADA die kennisgeving en het dossier met betrekking tot deze betwisting heeft ontvangen, heeft het WADA ook het recht om als partij te interveniëren, als amicus curiae op te treden of op een andere wijze bewijzen te leveren in de procedure. Voor de door het CAS gehoorde zaken zal op verzoek van het WADA het arbitragepanel van het CAS een gekwalificeerde wetenschappelijke expert aanstellen om hem te helpen bij de beoordeling van de betwisting.]2
   b) de door het WADA geaccrediteerde of goedgekeurde laboratoria worden vermoed de analyses van monsters en de bewaarprocedures te hebben uitgevoerd in overeenstemming met de Internationale Standaard voor laboratoria. De sporter of een andere persoon kan dat vermoeden weerleggen door aan te tonen dat een afwijking van de Internationale Standaard voor laboratoria heeft plaatsgevonden die redelijkerwijs het afwijkende analyseresultaat kan hebben veroorzaakt. In het geval bedoeld in het vorige lid, als de sporter of de andere persoon het vermoeden weerlegt, moet de bevoegde antidopingorganisatie, volgens het geval, aantonen dat die afwijking het afwijkende analyseresultaat niet heeft veroorzaakt;
   c) [2 overeenkomstig artikel 3.2.3 van de Code maken de afwijkingen van elke andere internationale standaard of van elke andere antidopingregel of elk antidopingbeginsel die in de Code of in de regels van een antidopingorganisatie vermeld zijn, de analyseresultaten of de andere bewijzen van een overtreding van de antidopingregels niet ongeldig en vormen zij geen verweer tegen een overtreding van de antidopingregels. Indien de sporter of de andere persoon echter aantoont dat een afwijking van een van de specifieke bepalingen van de hieronder vermelde internationale standaarden redelijkerwijze zou kunnen hebben geleid tot het overtreden van de antidopingregels op grond van een afwijkend analyseresultaat of van een tekortkoming in de verplichtingen van het doorgeven van de verblijfsgegevens, moet de bevoegde antidopingorganisatie aantonen dat die afwijking het afwijkend analyseresultaat, de antidopingovertreding of de tekortkoming in de verplichtingen van het doorgeven van de verblijfsgegevens niet heeft veroorzaakt:
   1° indien een afwijking van de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken met betrekking tot de afname of verwerking van de monsters redelijkerwijze zou kunnen hebben geleid tot het overtreden van de antidopingregels, op grond van een afwijkend analyseresultaat;
   2° indien een afwijking van de Internationale Standaard voor resultatenbeheer of de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken met betrekking tot een resultaat van een afwijkend paspoort redelijkerwijze zou kunnen hebben geleid tot het overtreden van de antidopingregels;
   3° indien een afwijking van de Internationale Standaard voor resultatenbeheer met betrekking tot de eis om een sporter op de hoogte te brengen van het openen van monster B redelijkerwijze zou kunnen hebben geleid tot het overtreden van de antidopingregels op basis van een afwijkend analyseresultaat;
   4° indien een afwijking van de Internationale Standaard voor resultatenbeheer met betrekking tot de kennisgeving van de sporter redelijkerwijze zou kunnen hebben geleid tot het overtreden van de antidopingregels op basis van een tekortkoming in de verplichtingen van het doorgeven van de verblijfsgegevens.]2
   d) feiten die worden aangetoond op grond van een beslissing van een rechtbank of een bevoegd professioneel disciplinair orgaan waartegen geen beroepsprocedure loopt, vormen een onweerlegbaar bewijs van de feiten tegen de sporter of de andere persoon op wie de beslissing betrekking heeft, tenzij de sporter of de andere persoon aantoont dat de beslissing de principes van billijke rechtsbedeling schendt;
   e) de disciplinaire commissie die optreedt in een hoorzitting over een dopingpraktijk, mag een negatieve gevolgtrekking maken ten aanzien van een sporter of de andere persoon die wordt beschuldigd van de dopingovertreding op basis van de weigering van de sporter of de andere persoon, nadat hij daarvoor redelijke tijd voor de zitting is opgeroepen om te verschijnen [2 (in persoon of via videoconferentie, overeenkomstig de instructies van de disciplinaire commissie)]2, en om de vragen van de disciplinaire commissie, gemachtigd met toepassing van artikel 30, of de antidopingorganisatie die de dopingovertreding ten laste legt, te beantwoorden.
   § 3. Onverminderd de bepalingen bepaald in de voorgaande paragrafen, [2 wordt een dopingfeit vastgesteld zoals vermeld in artikel 8, § 1, 1°,]2 in elk van de volgende gevallen :
   1° de aanwezigheid van een verboden stof of metabolieten of markers ervan in het A-monster van de sporter, waarbij de sporter geen analyse vraagt van het B-monster en het B-monster niet wordt geanalyseerd;
   2° de analyse van het B-monster bevestigt de aanwezigheid van een verboden stof of metabolieten of markers ervan in het A-monster van de sporter;
   3° [2 indien het A- of B-monster van de sporter in twee delen wordt gesplitst en de analyse van het bevestigende deel van het monster de aanwezigheid bevestigt van de verboden stof of de metabolieten of markers ervan die in het eerste deel van het gesplitste monster werden aangetroffen, of indien de sporter afziet van de analyse van het bevestigende deel van het gesplitste monster.]2
   [2 Met uitzondering van de stoffen waarvoor in de verboden Lijst of in een technisch document van WADA een beslissingslimiet is opgegeven, vormt de aanwezigheid van om het even welke gemelde hoeveelheid van een verboden stof of de metabolieten of markers daarvan in een monster van een sporter een overtreding van de antidopingregels.]2
   [2 Als uitzondering op de algemene regel van artikel 2.1 van de Code, kunnen de verboden Lijst, de Internationale Standaarden of de Technische documenten echter specifieke criteria vaststellen voor de beoordeling of melding van bepaalde verboden stoffen.]2
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij ORD 2015-07-29/06, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.9. Het Verenigd College besluit over de verboden lijst en de herzieningen ervan binnen drie maanden na de aanname ervan door het WADA.

Art.10.§ 1. [1 De aanwezigheid van een verboden stof of metabolieten of [2 markers ervan, het gebruik]2 of de poging tot gebruik, het bezit, de toediening of de poging tot toediening van een verboden stof vormen geen dopingpraktijk als ze in overeenstemming zijn met de bepalingen van een toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak, afgeleverd [2 overeenkomstig de Internationale Standaard houdende toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak]2.]1
  § 2. Het Verenigd College bepaalt de procedure tot toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak van verboden stoffen of methodes, [2 overeenkomstig de Internationale Standaard houdende toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak]2.
  § 3. Het richt daartoe een commissie van onafhankelijke geneesheren op, samengesteld uit ten minste drie leden, belast met het uitreiken van deze toestemmingen.
  Het Verenigd College stelt de samenstelling, de werking, de wijze van vergoeding van zijn leden, alsmede de beroepsprocedure ervan vast. [2 De sporter kan tegen de beslissing van de in het eerste lid bedoelde commissie in beroep gaan bij het CAS, overeenkomstig artikel 35/1 van deze ordonnantie en artikel 13 van de Code.]2
  § 4. [1 Alle sporters zijn onderworpen aan de verplichtingen inzake de toestemmingen voor gebruik wegens therapeutische noodzaak, [2 overeenkomstig de Internationale Standaard houdende toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak]2.
   De commissie is niet bevoegd ten opzichte van de elitesporters van internationaal niveau, die, [2 met toepassing van de Internationale Standaard houdende toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak]2, verplicht zijn hun aanvraag tot toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak of hun aanvraag tot erkenning van een door een NADO afgeleverde TTN in te dienen bij de internationale [2 ...]2 sportvereniging waarvan ze afhangen.]1
  De sporter die een aanvraag tot toestemming van gebruik wegens therapeutische noodzaak bij een andere overheid of sportvereniging die door het WADA als antidopingorganisatie is erkend, heeft ingediend, mag geen aanvraag indienen die berust op dezelfde redenen bij de commissie.
  De beslissingen van de commissie worden gemotiveerd en betekend binnen 15 werkdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag tot toestemming.
  De commissie waarborgt overeenkomstig artikel 12 de strikte bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de sporters bij de verwerking van persoonlijke gezondheidsgegevens die haar zijn toevertrouwd.
  De commissie kan het door haar nuttig geachte advies inwinnen van medische of wetenschappelijke deskundigen volgens de modaliteiten bepaald door het Verenigd College. Alle aan deze experten bezorgde informatie gebeurt anoniem en de verwerking ervan gebeurt met de meest strikte vertrouwelijkheid, onder de verantwoordelijkheid van de leden van de commissie.
  § 5. De door een overheid of een sportvereniging [2 overeenkomstig de Internationale Standaard houdende toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak]2 verleende toestemmingen voor gebruik wegens therapeutische noodzaak zijn erkend in het tweetalige gebied van Brussel-Hoofdstad.
  § 6. [1 Breedtesporters [2 en recreatiesporters]2 kunnen een toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak aanvragen en verkrijgen op retroactieve wijze en met terugwerkende kracht.
   Het Verenigd College bepaalt de nadere regels voor de in het vorige lid bedoelde procedure.]1.
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.11.In het kader van de dopingbestrijding is het Verenigd College belast met :
  1° het samenwerken met andere antidopingorganisaties [1 en met name om in hun naam en voor hun rekening dopingcontroles uit te voeren in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, volgens de door hem vastgestelde nadere regels]1;
  2° het aanmoedigen van wederzijdse dopingcontroles tussen antidopingorganisaties [1 nationale of internationale]1;
  3° het stimuleren van antidopingonderzoek;
  4° het plannen, implementeren van en toezicht houden op de informatie- en scholingsprogramma's over antidoping, met name de informatie van de sporters met betrekking tot de bescherming van hun privéleven tijdens de verwerking van hun persoonsgegevens [1 overeenkomstig de door de Internationale Standaard voor educatie bepaalde criteria]1;
  5° het Wada op de hoogte te brengen van de uitgevoerde controles;
  6° het jaarverslag van haar activiteiten op het gebied van dopingcontrole te publiceren en een exemplaar hiervan te verstrekken aan het WADA.
  [1 Met het oog op de toepassing van het eerste lid kan de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie op verzoek van andere antidopingorganisaties of sportverenigingen tegen kostprijs de middelen ter beschikking stellen die nodig zijn voor de uitvoering en de verwerking van de dopingcontroles.]1
  [1 De NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is onafhankelijk in haar operationele beslissingen en activiteiten ten opzichte van de sport en de uitvoerende macht.]1
  ----------
  (1)<ORD 2021-12-24/03, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.12.Alle informatie verzameld of meegedeeld in het kader van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten, verder genaamd " de informatie ", is vertrouwelijk [2 en noodzakelijk om te voldoen aan de wettelijke en contractuele verplichtingen van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie als ondertekenaar van de Code. Deze gegevens berusten op gewichtige redenen van algemeen belang, zoals erkend door overweging 112 van de verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. Deze gegevens zijn bovendien noodzakelijk voor de vervulling van taken van algemeen belang of van taken in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is opgedragen.]2
  [2 Onverminderd eventuele aanvullende informatie die verduidelijkt wordt door het Verenigd College en die noodzakelijk is voor de uitvoering van de bepalingen van deze ordonnantie, omvat de in het eerste lid bedoelde informatie het volgende:
   a) met betrekking tot de onderzoeksbevoegdheid van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de in artikel 23/1 en bijlage 2 bedoelde informatie;
   b) met betrekking tot TTN's, de in artikel 10 en bijlage 2 bedoelde informatie;
   c) met betrekking tot controles, het biologisch paspoort van de sporter en het resultatenbeheer, de in artikel 16 tot en met 34 en in bijlage 2 bedoelde informatie;
   d) met betrekking tot de verblijfsgegevens van sporters, de in artikel 26 en bijlage 2 bedoelde informatie;
   e) met betrekking tot onderwijs en preventie, de in artikel 4 bedoelde informatie.]2
  De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is verantwoordelijk voor de verwerking van deze gegevens. [2 Met betrekking tot de ADAMS-databank, die door het WADA beheerd wordt, is het WADA verantwoordelijk voor de verwerking van de informatie die hiermee verband houdt.]2
  [2 ...]2
  [2 ...]2
  De verwerking van persoonsgegevens betreffende de gezondheid van sporters gebeurt onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.
  [2 De bewaartermijn van de gegevens die op grond van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten worden verzameld en verwerkt, wordt, afhankelijk van de gegevenscategorie, verduidelijkt in bijlage 2, overeenkomstig de Internationale Standaard voor de bescherming van persoonlijke inlichtingen. De gegevens worden vernietigd zodra zij niet langer nuttig zijn voor het beoogde doel.]2
  Het Verenigd College kan deze gegevens verzamelen en verwerken, zodra ze anoniem zijn gemaakt, voor statistieke doeleinden of voor de bevordering van het beleid voor de bestrijding van doping.
  [1 Het Verenigd College ontwikkelt voor de sporters, de begeleiders van de sporters en de ploegverantwoordelijken, informatie- en vormingsactiviteiten die gericht zijn op het aanreiken van actuele en accurate informatie over de rechten inzake verwerking en bescherming van persoonsgegevens.]1
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.12/1. [1 De op grond van deze ordonnantie verzamelde en verwerkte gegevens mogen slechts aan de volgende ontvangers worden meegedeeld en alleen voor zover dat strikt noodzakelijk is voor de verwezenlijking van elk van de hieronder beschreven specifieke doelen:
   1° Met betrekking tot de informatie en gegevens die worden verzameld en verwerkt voor de planning en uitvoering van dopingcontroles: de ambtenaren van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de door het Verenigd College aangestelde controleartsen, de door het WADA geaccrediteerde of op een andere wijze goedgekeurde laboratoria, de gecontroleerde sporter, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij de nationale en, in voorkomend geval, internationale sportorganisaties waar zij toe behoren, de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij andere antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's en het WADA.
   Het doel van de verwerking van de informatie en gegevens voor de planning en uitvoering van dopingcontroles is, met het oog op de vaststelling van de in artikel 8, § 1, 1° en 2° bedoelde dopingfeiten, hetzij de rechtstreekse opsporing van een verboden stof of methode in het lichaam van de sporter, hetzij de onrechtstreekse opsporing van een verboden stof via zijn gevolgen op het lichaam, door het opstellen van een biologisch paspoort van de sporter.
   2° Met betrekking tot de informatie en gegevens die worden verzameld en verwerkt in het kader van de uitvoering van het biologisch paspoort van de sporter bedoeld in artikel 23/2 van de ordonnantie: de ambtenaren van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de door het Verenigd College aangestelde controleartsen, de door het WADA geaccrediteerde of op een andere wijze goedgekeurde laboratoria, de gecontroleerde sporter, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij de nationale en, in voorkomend geval, internationale sportorganisaties waartoe hij of zij behoort, de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij andere antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's en het WADA.
   Overeenkomstig artikel 23/2 van de ordonnantie is het doel van de verwerking van de informatie en gegevens voor de planning en uitvoering van dopingcontroles, met het oog op de vaststelling van de in artikel 8, § 1, 1° en 2° bedoelde dopingfeiten, hetzij de rechtstreekse opsporing van een verboden stof of methode in het lichaam van de sporter, hetzij de onrechtstreekse opsporing van een verboden stof via zijn gevolgen op het lichaam, door het opstellen van een biologisch paspoort van de sporter. De informatie wordt ook gebruikt voor de uitvoering van gerichte tests bij de betrokken elitesporters.
   3° Met betrekking tot de informatie en gegevens die worden verzameld en verwerkt in het kader van de onderzoeksbevoegdheid van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, bedoeld in artikel 23/1 van de ordonnantie, onder meer voor de uitvoering van het biologisch paspoort van de sporter: de ambtenaren van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de sporter die het voorwerp uitmaakt van het onderzoek alsook het ondersteunend personeel van de sporter, de organisator of sportorganisatie die het voorwerp uitmaakt van het onderzoek en, zo nodig, de andere betrokken antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's, de betrokken nationale of internationale sportorganisatie(s), de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen, de politie- en justitiediensten, de douane, het Federaal Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten, het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen en het WADA.
   De specifieke verwerkingsdoeleinden van de informatie in verband met de onderzoeksbevoegdheid van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie zijn die bedoeld in artikel 23/1 van de ordonnantie.
   4° Met betrekking tot de informatie en gegevens die worden verzameld en verwerkt bij aanvragen tot toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak: de leden van de CTTN, de eventueel geraadpleegde medische of wetenschappelijke deskundigen, de gecontroleerde sporters en zijn of haar behandelend arts, het WADA, de andere betrokken antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's, indien van toepassing en zo nodig de betrokken sportorganisatie(s), de betrokken nationale sportorganisatie(s), de betrokken internationale federatie(s), de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen en het WADA.
   Elke sporter die een aanvraag tot toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak indient, geeft schriftelijk toestemming om alle in verband met zijn of haar aanvraag verzamelde en verwerkte informatie en gegevens door te geven aan de leden van alle CTTN's die krachtens de Code bevoegd zijn om het dossier te onderzoeken en, in voorkomend geval, aan andere onafhankelijke medische en wetenschappelijke deskundigen en aan alle personeelsleden van de antidopingorganisaties die betrokken zijn bij het beheer, de herziening of de beroepsprocedures van de TTN's en aan het WADA.
   De aanvrager geeft ook schriftelijk toestemming om de leden van de CTTN in staat te stellen hun conclusies in overeenstemming met de Code mee te delen aan alle betrokken antidopingorganisaties en nationale federaties en, in voorkomend geval, internationale federaties.
   Als de hulp van onafhankelijke externe deskundigen vereist is, worden alle details van de aanvraag aan hen doorgegeven zonder dat de betrokken sporter geïdentificeerd wordt.
   De gegevens worden uitsluitend verwerkt met het oog op de strijd tegen doping.
   De invoer van de beslissingen in ADAMS heeft enerzijds tot doel het WADA in staat te stellen zo nodig zijn recht uit te oefenen om elke beslissing over TTN's te onderzoeken overeenkomstig artikel 4.4.6 van de Code en anderzijds de naleving, erkenning en geldigheid van de door de CTTN genomen beslissingen te garanderen bij de antidopingorganisaties die de betrokken sporter kunnen testen en/of disciplinaire maatregelen tegen hem of haar kunnen nemen.
   5° Met betrekking tot de verblijfsgegevens van elitesporters op nationaal niveau: de ambtenaren van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de gecontroleerde elitesporter en, in voorkomend geval, zijn of haar behoorlijk gemachtigde ploegverantwoordelijke, de voor de controle van de betrokken elitesporter gemachtigde controlearts, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij de nationale en internationale sportorganisaties waartoe de sporter behoort, de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij andere antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's en het WADA.
   De specifieke verwerkingsdoeleinden van de verblijfsgegevens van de elitesporters zijn, overeenkomstig artikel 5.5 van de Code, het plannen, coördineren en uitvoeren van dopingcontroles, het verschaffen van pertinente informatie voor het biologisch paspoort van de sporter of voor andere resultaten van analyses, het bijdragen tot een onderzoek naar een mogelijke overtreding van de antidopingregels of het bijdragen tot procedures voor de vervolging van dergelijke overtredingen.
   6° Met betrekking tot de informatie en gegevens die worden verzameld en verwerkt in het kader van het resultatenbeheer, met inbegrip van de tuchtrechtelijke beslissingen genomen in toepassing van artikel 30 van de ordonnantie: de ambtenaren van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij de nationale en internationale sportorganisaties waartoe de sporter behoort, de verantwoordelijken voor de dopingbestrijding bij andere antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische NADO's, de organisaties die verantwoordelijk zijn voor grote evenementen, de politie- en justitiediensten en het WADA.
   De specifieke verwerkingsdoeleinden van de informatie in verband met het resultatenbeheer komen overeen met de doeleinden van artikel 20, 21, 30 en 30/1 van de ordonnantie.
   Wanneer informatie wordt doorgegeven aan een van de in het eerste lid bedoelde ontvangers en deze ontvanger gevestigd is in een derde land, gaat de verwerkingsverantwoordelijke na of het betrokken derde land een passend niveau van gegevensbescherming waarborgt.
   Telkens als informatie wordt doorgegeven aan een ontvanger die in een derde land gevestigd is, deelt de verwerkingsverantwoordelijke de ontvanger mee dat verdere doorgifte verboden is:
   a) aan ontvangers die gevestigd zijn in landen ten aanzien waarvan geen adequaatheidsbesluit is genomen;
   b) voor doeleinden die niet verenigbaar zijn met de oorspronkelijke doeleinden van de verzameling.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij ORD 2021-12-24/03, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>


HOOFDSTUK IV. - Verbod op de beoefening van vechtsporten met extreem risico
Art.13. De vechtsporten met extreem risico worden verboden.

Art.14. Worden eveneens verboden :
  1° het aanzetten tot de beoefening van vechtsporten met extreem risico;
  2° het vergemakkelijken, op welke wijze ook, van het beoefenen van vechtsporten met extreem risico, het organiseren ervan of het meewerken aan de organisatie ervan;
  3° het verhinderen van de uitvoering van een procedure tegenover een derde en in welke fase ook, om de vechtsport met extreem risico te verbieden of het misleiden van elke bij die procedure betrokken instantie;
  4° de poging tot uitvoering van de onder 1° tot 3° hierboven bedoelde gedragingen.

Art.15. Het Verenigd College stelt een lijst op met de vechtsporten met extreem risico.
  Het Verenigd College werkt deze lijst regelmatig bij.

HOOFDSTUK V. - Controle van de dopingpraktijk
Art.16.Onverminderd de door het WADA [2 en de andere antidopingorganisaties]2 uitgevoerde controles, stelt het Verenigd College een periodiek bijgewerkt verdelingsplan op van de binnen en buiten competitie uit te voeren dopingscontroles en voert de procedures voor de antidopingcontroles zelf uit of laat ze uitvoeren [2 overeenkomstig de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken]2.
  Het Verenigd College stelt artsen of titularissen van een master in geneeskunde aan die belast zijn met het uitvoeren van de geplande dopingcontroles, in voorkomend geval, in aanwezigheid van één of meer officieren van de gerechtelijke politie. [2 De kandidaten die in contact kunnen komen met minderjarige sporters dienen aan het Verenigd College een uittreksel uit het Strafregister - Model 2 voor te leggen of een gelijkwaardig document, afgegeven door de regering van een andere lidstaat van de Europese Unie.]2
  [1 Alle elitesporters en breedtesporters kunnen aan controles binnen en buiten wedstrijdverband worden onderworpen.]1
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.17.§ 1. Het Verenigd College bepaalt de dopingcontroleprocedure.
  Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van de gerechtelijke politie kunnen de controleartsen :
  1° monsters van de bevoorrading van de sporter of elitesporter en van zijn begeleidend personeel afnemen of laten afnemen, met het oog op de analyse ervan in een erkend laboratorium;
  2° monsters van het lichaam van de sporter of elitesporter zoals van het haar, het bloed, de urine of het speeksel afnemen of laten afnemen, met het oog op de analyse ervan in een erkend laboratorium [2 of als de sporter een beschermde persoon is, de naam van de persoon die hem vergezelt]2;
  3° de voertuigen, de kledij, de uitrusting en de bagage van de sporter en van zijn begeleidend personeel controleren;
  4° alle informatie verzamelen die verband kan houden met een overtreding van de artikelen 7 en 8.
  Voor elke soort uitgevoerde monsterneming worden er twee monsters genomen, omschreven als A- en B-monsters.
  De officieren van de gerechtelijke politie en de controleartsen hebben in het kader van de uitvoering van de dopingcontroles toegang tot de kleedkamers, de trainingszalen, de sportlokalen en de sportterreinen of de plaatsen waar de trainingen, de wedstrijden of de manifestaties worden georganiseerd.
  § 2. Het Verenigd College legt de wijze en de voorwaarden vast van de monsterneming, de procedures voor bewaring, vervoer en analyse van de monsters, de benoemings- en vergoedingsvoorwaarden van de controleartsen en van om het even welke persoon die de controleartsen mag bijstaan.
  § 3. Bij elke controle wordt er door de controlearts een proces-verbaal opgesteld en overgemaakt [1 aan de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie]1 binnen drie dagen na de controle. Het zich niet aanmelden op, het zich verzetten tegen, het verhinderen van de uitvoering ervan of het misleiden van de controleurs en, in het algemeen, van om het even welke bij de dopingprocedure betrokken overheid, wordt in het proces-verbaal opgenomen.
  Het proces-verbaal bevat onder meer :
  1° de naam van de sporter of van het lid van het begeleidend personeel van de betrokken sporter;
  2° als de sporter minderjarig is, de naam van de wettelijke vertegenwoordiger die hem vergezelt of deze van de persoon onder wiens gezag hij geplaatst is;
  3° zijn nationaliteit;
  4° zijn sport en, in voorkomend geval, zijn discipline;
  5° het niveau van de competitie van de sporter;
  6° de sportvereniging waarvan de sporter afhangt;
  7° het feit dat de controle werd verricht binnen of buiten competitie;
  8° de datum waarop de controle en, in voorkomend geval, de monsterneming werd uitgevoerd;
  9° de plaats waar de controle en, in voorkomend geval, de monsterneming werd uitgevoerd;
  10° de beschrijving van de eventueel in beslag genomen voorwerpen;
  11° een beschrijving van de te volgen procedure.
  § 4. Er wordt een afschrift ervan aan de betrokken sporter overgemaakt binnen tien dagen na de controle. Er wordt eveneens binnen dezelfde termijn een afschrift ervan overgemaakt aan de sportvereniging waarbij de sporter is aangesloten.
  [2 § 4/1. Om een gecoördineerde planning van de verdeling van de tests te vergemakkelijken, onnodige dubbele tests door de antidopingorganisaties te voorkomen en ervoor te zorgen dat de profielen van het biologische paspoort van de sporter up-to-date worden gehouden, wordt het proces-verbaal in de ADAMS-databank ingevoerd binnen de termijnen die door de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken zijn vastgesteld.]2
  § 5. Als de sporter of elitesporter die wordt onderworpen aan een controle minderjarig [2 of een beschermde persoon]2 is, dient deze vergezeld te zijn door één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of van om het even welke persoon die gemachtigd is om dit te doen.
  § 6. De terugtrekking van de sporter of van het lid van zijn begeleidend personeel heeft geen invloed op de voortzetting van de dopingcontroleprocedure.
  [2 Indien een sporter of een andere persoon zich tijdens het resultatenbeheersproces terugtrekt, behoudt de antidopingorganisatie die dit proces garandeert, de bevoegdheid om het af te ronden. Indien een sporter of een andere persoon zich terugtrekt voor het resultatenbeheersproces in gang is gezet, behoudt de antidopingorganisatie die met betrekking tot het resultatenbeheer bevoegd zou zijn geweest voor de sporter of de andere persoon op het moment dat de sporter of de andere persoon een overtreding van de antidopingregels beging, de bevoegdheid om het resultatenbeheer voor haar rekening te nemen.]2
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 12, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.18.§ 1. Onverminderd § 2 worden de overeenkomstig [2 ...]2 deze ordonnantie verkregen monsters geanalyseerd door een erkend laboratorium, enkel en alleen om de aanwezigheid te onderzoeken van stoffen of elementen die het gebruik van de in artikel 9 van deze ordonnantie bedoelde verboden stoffen, middelen of methoden bewijzen.
  Hiertoe onderzoekt het erkende laboratorium het monster overeenkomstig de criteria bepaald in [1 de Internationale Standaarden]1.
  [2 Overeenkomstig artikel 8/1, § 1, kunnen de feiten met betrekking tot een dopingpraktijk worden vastgesteld met alle betrouwbare rechtsmiddelen. Dit omvat met name de laboratoriumanalyses of andere betrouwbare forensische analyses die buiten de erkende laboratoria zijn uitgevoerd.]2
  § 2. Op uitdrukkelijk verzoek [1 van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie]1 of van het WADA kan het erkende laboratorium in de lichamelijke monsters, die volledig anoniem zijn gemaakt [2 in de analysegegevens in kwestie en in de informatie over de dopingcontrole]2, eveneens de aanwezigheid onderzoeken van andere stoffen of elementen die blijk geven van het gebruik van middelen en methoden andere dan deze die vermeld zijn in de in artikel 9 bedoelde lijst met als doel :
  1° mee te werken aan het door het WADA ingestelde toezichtprogramma;
  2° mee te werken aan een door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ingesteld dopingbestrijdingsprogramma;
  3° een erkende antidopingorganisatie bij te staan bij het opstellen van het profiel van de relevante biologische parameters van de elitesporter voor doeleinden op het vlak van dopingbestrijding.
  § 3. [1 Het Verenigd College bepaalt de voorwaarden en de nadere regels volgens welke een laboratorium door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie kan worden erkend of volgens welke de erkenning kan worden ingetrokken. Om erkend te worden, moet het laboratorium geaccrediteerd of op een andere wijze goedgekeurd zijn door het WADA.]1.
  [2 § 4. De monsters die overeenkomstig artikel 11, eerste lid, 2°, van deze ordonnantie door een andere antidopingorganisatie in naam en voor rekening van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie zijn afgenomen, worden geanalyseerd door een laboratorium dat door het WADA is geaccrediteerd of anderszins goedgekeurd en waarmee die andere antidopingorganisatie gewoonlijk samenwerkt.]2
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.19.§ 1. Zodra het monster geanalyseerd is, wordt het resultaat [1 aan de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie]1 bezorgd samen met een door het laboratorium aangevuld analyseverslag, waarin met name het voor analyse ingesteld proces wordt beschreven.
  § 2. B Het Verenigd College bepaalt het model van het analyseverslag van de monsters van het laboratorium en de procedure voor overdracht van de resultaten.
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>

Art.20.[1 De NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie]1 geeft de sporter, het WADA en de sportvereniging waarvan hij afhangt, kennis van het resultaat en van het analysedossier met de bedoeling artikel 30 toe te passen.
  Het Verenigd College bepaalt de inhoud en de regels van deze kennisgeving [2 met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op de voorlopige schorsingen.]2.
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.21. In geval van een belastend analyseresultaat verduidelijkt de in artikel 20 bedoelde kennisgeving eveneens het recht van de sporter om een analyse van het B-monster door een erkend laboratorium te vragen die de sporter of zijn vertegenwoordiger, in voorkomend geval met een deskundige, kan bijwonen.
  Het Verenigd College bepaalt de procedure en de voorwaarden volgens welke deze tegenexpertise dient te verlopen. De kosten van deze tegenexpertise vallen ten laste van de sporter indien het resultaat van de analyse van monster A wordt bevestigd.

Art.22. De sportverenigingen verzekeren het Verenigd College van hun volle medewerking aan de dopingcontroles.

Art.23. Het Verenigd College kan samen met de Gemeenschappen en andere overheden, bilaterale of multilaterale akkoorden afsluiten, teneinde de uitvoering van de dopingcontroles door hun ambtenaren en erkende geneesheren mogelijk te maken of teneinde de aanvragen tot toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak van verboden stoffen, middelen of methodes te laten afhandelen.
  De resultaten van de overeenkomstig de Code door één van haar ondertekenaars gevoerde controles, worden automatisch erkend door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, zonder andere formaliteiten. Zij binden de personen en de instellingen die aan deze ordonnantie onderworpen zijn.

Art. 23/1.[1 Met het oog op het opsporen, het inwinnen van inlichtingen en, in voorkomend geval, het verzamelen van bewijselementen die toelaten dopinginbreuken in de zin van artikel 8 vast te stellen, beschikt de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie over een onderzoeksbevoegdheid overeenkomstig de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken.
   In dat verband is de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bevoegd voor :
   a) het verzamelen, beoordelen en verwerken van informatie, die mogelijke overtredingen van de in artikel 8 bedoelde antidopingregels zou kunnen aantonen en die rechtmatig door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie werd verkregen, met het oog op de ontwikkeling van een effectief, intelligent en proportioneel spreidingsplan, het plannen van gerichte dopingtests of het vormen van een basis van een onderzoek naar mogelijke overtredingen van de in artikel 8 bedoelde antidopingregels;
   b) het onderzoeken van atypische analyseresultaten of afwijkende paspoortresultaten, met het oog op het verzamelen van inlichtingen of bewijzen, met inbegrip van onder andere analytische bewijzen, om te bepalen of er één of meer mogelijke overtredingen van de in artikel 8, § 1, 1° of 2°, bedoelde antidopingregels werden begaan;
   c) het onderzoeken van ieder ander analytisch of niet-analytisch gegeven dat wijst op één of meer overtredingen van de in artikel 8, § 1, 3° tot 10°, bedoelde antidopingregels om het bestaan van dergelijke overtreding(en) uit te sluiten of om bewijzen te verzamelen met het oog op het opstarten van een procedure voor overtreding van antidopingregels;
   d) het voeren van een automatische enquête over de begeleider van de sporter in geval van overtreding van de antidopingregels door een minderjarige [2 of door een beschermde persoon]2 en het voeren van een automatisch enquête over elke begeleider die zijn steun heeft gegeven aan meer dan één sporter die schuldig werd bevonden aan dopingpraktijken.
   Wanneer de in het eerste lid, a), bedoelde informatie wordt verwerkt voor het vaststellen van een spreidingsplan van dopingtests, wordt zij anoniem gemaakt.
   Met het oog op de toepassing van de voorgaande leden, kan het Verenigd College bilaterale of multilaterale akkoorden sluiten met andere antidopingorganisaties, met het oog op het aanstellen van een gezamenlijke verantwoordelijke die met deze taken belast wordt.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij ORD 2015-07-29/06, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art. 23/2.[1 § 1. De NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie kan, met inachtneming van de bepalingen van [2 de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens]2, een biologisch paspoort opmaken van de elitesporters die een sportdiscipline beoefenen, waarvoor de bevoegde internationale sportfederatie het biologisch paspoort toepast.
   [2 ...]2
   Een dopingcontrole kan als doel hebben, met het oog op de vaststelling van de in artikel 8, § 1, 1° en 2°, bedoelde dopingpraktijken, hetzij de rechtstreekse opsporing van een verboden stof of methode in het lichaam van de sporter, hetzij de onrechtstreekse opsporing van een verboden stof via zijn gevolgen op het lichaam, door het opstellen van een biologisch paspoort van de sporter.
   Het biologisch paspoort kan worden gebruikt om gerichte dopingtests op de betrokken elitesporters uit te voeren.
   § 2. Het Verenigd College bepaalt, in overeenstemming met de Code en de bepalingen van de Internationale Standaarden, de procedureregels voor het opmaken, het beheer en de opvolging van het biologisch paspoort.
   Het Verenigd College bepaalt eveneens de bewaringstermijn van de gegevens verzameld in het kader van het biologisch paspoort, overeenkomstig de bepalingen van [2 de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens]2.
   Onverminderd het vorige lid kan het Verenigd College een instantie voor het beheer van het biologisch paspoort van de elitesporter aanduiden, die ermee belast wordt de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bij te staan bij het opmaken, het beheer en de opvolging van het biologisch paspoort.
   De behandeling van de gegevens toevertrouwd aan de beheersinstantie, aangeduid door het Verenigd College, gebeurt onder controle van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij ORD 2015-07-29/06, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

HOOFDSTUK VI. - Toezicht op de beoefening van de vechtsporten met risico
Art.24. Met naleving van de gezondheidsvereisten, stelt het Verenigd College de algemene voorwaarden vast die de organisatoren van een sportmanifestatie moeten naleven om trainingen, wedstrijden en demonstraties van vechtsporten met risico te organiseren.
  Die algemene voorwaarden verplichten de organisatoren van een sportmanifestatie een medisch reglement goed te keuren, maatregelen te nemen om de gezondheid van de deelnemers te garanderen, met inbegrip van de maatregelen met betrekking tot de materiële organisatievoorwaarden en de voorwaarden voor de medische en hygiënische begeleiding, en een verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid te nemen om de door de deelnemers geleden schade te vergoeden.
  Het Verenigd College stelt bovendien de minimumleeftijd vast waaronder trainingen, wedstrijden en demonstraties van vechtsporten met risico verboden zijn, eventueel met aanpassingen naargelang de discipline.
  Het Verenigd College kan bepalen dat de organisatoren van trainingen, wedstrijden en demonstraties van vechtsporten met risico die onder erkende federaties vallen, op weerlegbare wijze verondersteld worden de door hem bepaalde voorwaarden na te leven.
  Het Verenigd College neemt de nodige maatregelen om het toezicht op door hem bepaalde voorwaarden te garanderen. De door hem aangestelde personeelsleden mogen de lokalen waar trainingen, wedstrijden en demonstraties van vechtsporten met risico plaatsvinden, betreden om de naleving van die voorwaarden na te gaan.

HOOFDSTUK VII. - Verblijfgegevens van de sporters
Art.25.[1 Met het oog op de planning van de dopingcontroles deelt elke organisator de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie jaarlijks vooraf en overeenkomstig de door het Verenigd College vastgestelde nadere regels, de sportevenementen of -wedstrijden mee die hij gepland heeft en waaraan elitesporters deelnemen.]1
  ----------
  (1)<ORD 2021-12-24/03, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.26.§ 1. In de vorm en volgens de regels bepaald door het Verenigd College dienen de elitesporters van de categorieën [2 A en B]2 die deel uitmaken van de doelgroep van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie via publicatie in de gegevensbank ADAMS nauwkeurige en geactualiseerde gegevens over hun verblijf te verstrekken.
  De lijst van sportdisciplines die als basis geldt voor de indeling van de verschillende categorieën van elitesporters, wordt opgenomen als bijlage bij deze ordonnantie.
  Op gemotiveerd advies van de Coördinatieraad kan het Verenigd College de bovenvermelde lijst wijzigen.
  [1 [2 De criteria op basis waarvan de sportdisciplines worden gecategoriseerd in lijst A en B in de bijlage van deze ordonnantie, zijn de volgende:
   - A: het gaat om een individuele discipline die gevoelig is voor dopinggebruik buiten wedstrijdverband;
   - B: het gaat om een individuele discipline die gevoelig is voor dopinggebruik buiten wedstrijdverband.]2]1
  § 2. [1 De elitesporters van categorie A vormen de geregistreerde doelgroep van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Zij zijn onderworpen aan de verplichting tot mededeling van de verblijfgegevens bedoeld in [2 artikel 5.5 van de Code]2 en in de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken, namelijk :
   1° hun naam en voornamen;
   2° hun geslacht;
   3° het adres van hun woonplaats, en indien het verschillend is, hun gewoonlijke verblijfplaats;
   4° hun telefoonnummer, [2 ...]2 en elektronisch adres;
   5° in voorkomend geval, het nummer van het biologisch paspoort van de sporter;
   6° hun sportdiscipline, -klasse en -ploeg;
   7° hun sportvereniging en hun lidnummer;
   8° het volledige adres van hun verblijfplaats, trainingsplaats, plaats van wedstrijd en manifestatie tijdens het komende trimester;
   9° een dagelijkse periode van 60 minuten waarin de sporter beschikbaar is op één aangeduide plaats voor een onaangekondigde controle.
   Als de elitesporter van categorie A zijn verplichtingen op het vlak van verblijfgegevens niet nakomt, leidt dat, overeenkomstig de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken, tot de vaststelling van een gemiste dopingtest of aangifteverzuim van de verblijfgegevens.
   Het Verenigd College publiceert de lijst van de sporters opgenomen in de geregistreerde doelgroep van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in de gegevensbank ADAMS.]1
  § 3. De gegevens die de elitesporters van categorieën B [2 ...]2 moeten verstrekken zijn :
  1° hun naam en voornamen;
  2° hun geslacht;
  3° hun telefoonnummers, [2 ...]2 en elektronische adressen;
  4° indien van toepassing, het paspoortnummer van de sporter van het WADA;
  5° hun discipline, klasse en sportploeg;
  6° hun sportfederatie en hun lidmaatschapsnummer;
  7° hun uurrooster en plaats van sportwedstrijden en trainingen tijdens het komende trimester;
  8° het volledige adres van hun gewoonlijke verblijfplaats voor de dagen dat zij niet op een sportwedstrijd of training zijn tijdens het komende trimester.
  [1 Elitesporters [2 van categorie A en B kunnen een derde als ploegverantwoordelijke aanwijzen]2 om, in hun naam, hun verblijfgegevens [2 ...]2 voor hen in te dienen.
   Niettegenstaande de toepassing van het in het vorige lid bedoelde geval blijft de sporter steeds verantwoordelijk voor de juistheid en de aanpassing van de meegedeelde gegevens.]1.
  § 4. [1 De elitesporters van categorie B die hun verplichtingen op het vlak van verblijfgegevens niet naleven of een controle missen, kunnen, ongeacht de antidopingorganisatie die het verzuim vaststelt, na een schriftelijke kennisgeving en volgens de door het Verenigd College bepaalde regels, verplicht worden de verplichtingen op het vlak van verblijfgegevens van de elitesporters van categorie A tijdens 6 maanden na te leven. In geval van een nieuw verzuim binnen deze termijn wordt deze met 18 maanden verlengd, vanaf de datum van de laatste vaststelling van het verzuim.
   [2 ...]2
   Elitesporters [2 van categorie B of C]2, voor wie een tuchtschorsing wordt uitgesproken voor dopingpraktijk of van wie de prestaties een plotselinge en belangrijke verbetering vertonen, of tegen wie ernstige aanwijzingen van doping bestaan, moeten, met inachtneming van de criteria van artikel 4.5.3 van de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken, en volgens de door het Verenigd College bepaalde regels, de verplichtingen inzake de verblijfgegevens van de elitesporters van categorie A respecteren.]1
  [2 Elke sporter die op een preselectielijst voor de Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese kampioenschappen of wereldkampioenschappen staat kan worden verplicht zijn verblijfsgegevens door te geven overeenkomstig categorie A voor een maximale duur van 12 maanden, die ten vroegste 9 maanden voor de wedstrijd in kwestie aanvangt en ten laatste 3 maanden na afloop van die wedstrijd eindigt.
   Elke sporter tegen wie er ernstige aanwijzingen van doping zijn, in het kader van een uitgevoerd dopingonderzoek, in voorkomend geval, in samenwerking met een of meer andere antidopingorganisaties en/of politie- en/of justitiediensten, kan worden verplicht zijn verblijfsgegevens door te geven, overeenkomstig categorie A voor een maximale duur van 12 maanden.]2
  § 5. Uitgezonderd in geval van overmacht, is iedere elitesporter beschikbaar voor één of meerdere dopingscontroles op de aangeduide lokalisatieplaats.
  § 6. De verplichtingen bepaald in het huidig artikel worden van kracht vanaf het ogenblik dat de elitesporter ervan verwittigd werd door betekening en tot ontvangst van de betekening van het einde van hun uitwerking, volgens door het Verenigd College bepaalde nadere regels.
  Indien de elitesporter de naleving van de verplichtingen bepaald in het huidig artikel betwist, kan hij een opschortend beroep aantekenen. Het Verenigd College bepaalt de nadere regels voor de procedure in beroep.
  § 7. De in dit artikel bepaalde verplichtingen blijven in voege tijdens de volledige periode van schorsing van de elitesporter en hun naleving veronderstelt het recht van de elitesporter om deel te nemen aan nieuwe wedstrijden of sportmanifestaties, na zijn schorsing.
  § 8. De volgende gegevens worden ter kennis gebracht van de ambtenaren die belast zijn met het toezicht op doping in de Franse Gemeenschap, Vlaamse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap, door middel van beveiligde communicatiekanalen en volgens door het Verenigd College bepaalde modaliteiten :
  1) alle beslissingen betreffende de opneming of uitsluiting van een sporter uit de doelgroep van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie vooraleer deze gegevens aan de sporter worden meegedeeld;
  2) alle tekortkomingen van een elitesporter uit de doelgroep van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bij een dopingcontrole of bij de aan hem opgelegde verplichtingen in het kader van de lokalisatie.
  [1 § 9. [2 De elitesporters van categorie A en B die zich terugtrekken uit de sport, maar later weer aan wedstrijden op nationaal en/of internationaal niveau willen deelnemen, kunnen pas weer competitiegerechtigd worden in nationale en/of internationale wedstrijden nadat zij de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en hun internationale federatie zes maanden vooraf schriftelijk op de hoogte hebben gebracht van hun terugkeer.
   Het WADA kan in samenspraak met de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de betrokken internationale federatie een afwijking toekennen van de regel van schriftelijke kennisgeving van zes maanden bedoeld in het voorafgaande lid, wanneer de strikte toepassing van die regel voor de betrokken elitesporter onbillijk zou zijn.
   Elke overeenkomstig het voorafgaande lid genomen beslissing kan het voorwerp zijn van een beroep. Het Verenigd College stelt de nadere regels van de beroepsprocedure vast.
   Elk behaald sportief resultaat in strijd met het eerste lid wordt geannuleerd, tenzij de sporter kan aantonen dat hij niet redelijkerwijze had kunnen weten dat het ging om een wedstrijd van nationaal of internationaal niveau.
   Indien de elitesporters vermeld in het eerste lid zich tijdens een schorsingsperiode volgend op een disciplinaire uitspraak op grond van dopingpraktijken, die in kracht van gewijsde is gegaan, zich terugtrekken uit de sport, moeten zij de antidopingorganisatie die de schorsingsperiode oplegde daarvan schriftelijk op de hoogte brengen. Ze zullen niet mogen deelnemen aan wedstrijden van nationaal of internationaal niveau zonder dat ze de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en hun internationale federatie zes maanden vooraf schriftelijk op de hoogte hebben gebracht, of een termijn gelijk aan het resterende deel van hun schorsing tot aan de datum van hun terugtrekking, als die periode langer is dan zes maanden.
   Vanaf de ontvangst van de schriftelijke mededeling kan de betrokken NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie de elitesporters bedoeld in het eerste lid onderwerpen aan controles buiten wedstrijdverband en hen verplichten hun verblijfgegevens in te dienen overeenkomstig de categorie waartoe zij behoorden op het ogenblik van hun terugtrekking uit de sport.]2
  [1 § 10. Onverminderd de overeengekomen specifieke bepalingen ter zake tussen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap, indien een elitesporter tegelijk is opgenomen in de doelgroep van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en in die van een andere antidopingorganisatie of een internationale federatie, zal de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie met de andere antidopingorganisatie overeenkomen dat de verblijfgegevens enkel door één van hen worden beheerd en dat de andere toegang tot deze gegevens zal krijgen. Bij gebrek aan akkoord is het [2 artikel 5.5 van de Code]2 en de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken van toepassing om te bepalen welke antidopingorganisatie het beheer waarneemt.
   Indien een elitesporter [2 van categorie B of C]2 opgenomen is in de doelgroep van een andere NADO of van een internationale federatie waarvoor hij meer verblijfgegevens moet verstrekken dan wat in artikel 26 wordt voorzien, moet deze sporter enkel de verblijfgegevens meedelen die door de andere NADO of door de betrokken internationale federatie vereist is.
   Overeenkomstig artikel 12 dienen de verwerking en het doorgeven van de persoonsgegevens verkregen met toepassing van het voorgaande lid in overeenstemming te zijn met de bepalingen van [2 de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens]2.
   Onverminderd de overeengekomen specifieke bepalingen ter zake tussen de Belgische NADO's, zal de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, indien zij controles wenst uit te voeren op een of meer sporters naar aanleiding van een sportmanifestatie waarvoor zij in principe niet verantwoordelijk is, de voorafgaande toestemming vragen aan de organisatie in wier schoot deze manifestatie is georganiseerd, overeenkomstig de modaliteiten bepaald door het Verenigd College met inachtneming van artikel 5.3.2. van de Code [2 en van de Internationale Standaard voor dopingtests en onderzoeken]2.]1
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 18, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

HOOFDSTUK VIII. - Verjaring, vervolgingen en sancties
Afdeling 1. - Gevechtsporten met risico
Art.27. Elke inbreuk op artikel 24 wordt met een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en een geldboete van tweehonderd tot tweeduizend euro bestraft of met één van die straffen alleen.
  In geval van recidive binnen twee jaar na een veroordeling wegens schending van artikel 24, die kracht van gewijsde heeft, worden de duur van de in het 1ste lid bedoelde gevangenisstraf en het bedrag van de in het 1ste lid bedoelde geldboetes verdubbeld.

Art.28. Elke inbreuk op de artikelen 13 en 14 wordt met een gevangenisstraf van één tot vijf jaar en een geldboete van vijfhonderd tot tweeduizend euro bestraft of met één van die straffen alleen.
  In geval van recidive binnen twee jaar na een veroordeling wegens bovenvermelde schendingen, die kracht van gewijsde heeft, worden de duur van de in het 1ste lid bedoelde gevangenisstraf en het bedrag van de geldboetes verdubbeld.

Afdeling 2. - Doping
Art.29.Elke inbreuk op de artikelen 7 en 8 van deze ordonnantie verjaart [1 tien]1 jaar na de datum van deze overtreding.
  ----------
  (1)<ORD 2021-12-24/03, art. 19, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.30.De sportverenigingen organiseren de tuchtprocedures betreffende de overtredingen van de antidopingregels en leggen de tuchtmaatregelen op overeenkomstig deze ordonnantie, haar uitvoeringsbesluiten en het geheel van de bepalingen van de Code betreffende de tuchtprocedure [2 en in het bijzonder in artikel 7, 8, 9, 10 en 11 van de Internationale Standaard voor resultatenbeheer]2 alsmede de antidopingreglementen van de overeenkomstige internationale sportfederaties.
  [2 De sportverenigingen verzekeren zich ervan dat de hoorinstantie billijk, onafhankelijk en onpartijdig is en dat de gemotiveerde beslissingen worden genomen binnen een redelijke termijn, overeenkomstig artikel 8 van de Code.]2
  [1 De sportverenigingen nemen een tuchtreglement inzake antidoping aan en passen het toe, overeenkomstig de bepalingen van de Code.]1 Het reglement inzake de tuchtprocedure van de sportverenigingen garandeert de naleving van de rechten van de verdediging en het principe van onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de tuchtrechters. Dit reglement voorziet erin dat er ten minste tegen elke tuchtrechterlijke uitspraak in beroep kan worden gegaan [2 in de vormen en onder de voorwaarden bepaald bij artikel 35/1 van deze ordonnantie, overeenkomstig artikel 13 van de Code]2.
  Met inachtneming van de door het Verenigd College vastgestelde bepalingen delen de sportverenigingen via beveiligde communicatiekanalen de uitgevaardigde beslissingen en de identiteit van de bestrafte personen mee aan de ambtenaren van de overheden belast met het toezicht op doping en aan de verantwoordelijken van andere sportverenigingen belast met de uitvoering van de maatregelen.
  De sportverenigingen mogen de in de vorige leden bedoelde tuchtprocedures samen organiseren.
  [2 De NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie blijft de verantwoordelijke instantie voor het resultatenbeheer en kan te allen tijde de sportverenigingen om een kopie van hun tuchtreglement inzake antidoping verzoeken en zo nodig correcties verwoorden.]2
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 20, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.30/1. [1 § 1. Het Verenigd College is belast met het oprichten van een billijke, onafhankelijke en onpartijdige tuchthoorinstantie voor de opvolging van de antidopingovertredingen door sporters of andere personen die niet zouden vallen onder de bevoegdheid van de sportverenigingen bedoeld in artikel 30 of indien de sportverenigingen de verplichting bedoeld in artikel 30 van deze ordonnantie niet nakomen.
   Deze instantie past de procedures en sancties toe overeenkomstig deze ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan, de Code, en in het bijzonder de artikelen 7, 8, 9, 10, 11 en 13 van de Internationale Standaard voor resultatenbeheer.
   De door deze instantie genomen beslissingen, zijn steeds vatbaar voor hoger beroep, overeenkomstig artikel 35/1.".
   § 2. Het Verenigd College stelt de procedure en de voorwaarden vast voor het onderzoek en de kennisgeving van mogelijke overtredingen van de andere antidopingregels overeenkomstig de Internationale Standaard voor resultatenbeheer, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op de voorlopige schorsingen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij ORD 2021-12-24/03, art. 21, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>


Art.31.[1 Geen [2 sporter of andere persoon die het voorwerp uitmaakt van een schorsing of een voorlopige schorsing]2 mag, gedurende de periode van schorsing, in geen enkele hoedanigheid deelnemen aan :
   1° een wedstrijd of activiteit die toegelaten wordt door een ondertekenaar van de Code, een lid van een ondertekenaar van de Code, een club of een andere organisatie die lid is van een ondertekenaar van de Code, behalve indien het toegestane opvoedings- of rehabilitatieprogramma's inzake doping betreft;
   2° een wedstrijd die toegestaan of georganiseerd wordt door een professionele liga of een organisatie die instaat voor nationale of internationale sportmanifestaties, of een sportactiviteit op elite- of nationaal niveau die gefinancierd wordt door het Verenigd College of een instelling die ervan afhankelijk is [2 of een andere regeringsinstelling]2.
   De overeenkomstig het vorige lid geschorste sporter of andere persoon blijft onderworpen aan controles [2 en aan elk verzoek om informatie over verblijfsgegevens door een antidopingorganisatie]2.]1
  Het is voor elke organisator van een sportmanifestatie verboden om de deelname van een door de bevoegde overheid voor doping uitgesloten sporter [2 of een andere persoon]2 te aanvaarden en dit tijdens de volledige duur van deze uitsluiting.
  [2 De sporter of de andere persoon aan wie een schorsing van meer dan vier jaar is opgelegd, mag na vier jaar schorsing als sporter deelnemen aan lokale sportevenementen die niet onder de bevoegdheid vallen van een ondertekenaar van de Code of een lid van een ondertekenaar van de Code voor zover het lokale sportevenement niet plaatsvindt op een niveau waarop de sporter of de andere persoon zich rechtstreeks of onrechtstreeks kan kwalificeren voor een nationaal kampioenschap of een internationaal evenement (of punten kan verzamelen voor zijn kwalificatie), en de sporter of de andere persoon in geen enkele hoedanigheid bij het evenement met beschermde personen samenwerkt.]2
  [2 Binnen twintig dagen na een definitieve beslissing deelt de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie via beveiligde communicatiekanalen de uitgevaardigde beslissingen en de identiteit van de bestrafte personen mee aan de andere Belgische NADO's, aan het WADA, aan de nationale en internationale sportorganisaties, aan de NADO van het land waar de persoon verblijft of van de landen waarvan de persoon een onderdaan of een licentiehouder is, alsook aan het Internationaal Olympisch Comité en het Internationaal Paralympisch Comité wanneer de beslissingen de mogelijkheid om deel te nemen aan de Olympische of Paralympische Spelen kunnen beïnvloeden. De NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie rapporteert deze kennisgeving in ADAMS.
   Overeenkomstig artikel 14.3.2 en 14.3.5 van de Code en met betrekking tot elitesporters en andere personen die een overtreding van de antidopingregel hebben begaan, met uitzondering van de breedtesporters, minderjarigen, beschermde personen en recreatiesporters, verspreidt de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, onverminderd het voorgaande lid, op haar website het volgende gedurende één maand of gedurende de schorsingsperiode, al naargelang welke periode het langst is: de naam van de sporter of andere persoon die wegens doping is geschorst, de sport die hij of zij beoefent, de geschonden antidopingregel, de eventueel daarbij betrokken verboden stof of methode, alsook de opgelegde gevolgen.
   Overeenkomstig artikel 14.3.4 van de Code mag, in elk geval waarin de beslissing concludeert dat de sporter of andere persoon geen overtreding van de antidopingregels heeft begaan, de beslissing alleen worden bekendgemaakt met de uitdrukkelijke instemming van de sporter of andere persoon, in voorkomend geval door de beslissing anoniem te maken.
   Indien de sporter of andere persoon instemt met de bekendmaking van de beslissing die hem of haar betreft, wordt deze in het in het vorige lid bedoelde geval gepubliceerd op de website van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, in voorkomend geval onder de specifieke voorwaarden waarom de betrokken sporter of andere persoon heeft verzocht.]2
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 22, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.32.[1 § 1.]1 Een overtreding van de antidopingregels in een individuele sport die verband houdt met een controle in competitie brengt automatisch de annulatie met zich mee van de resultaten die tijdens deze wedstrijd werden behaald [1 en alle gevolgen die eruit volgen met inbegrip van de intrekking van de medailles, punten en prijzen]1.
  [1 " § 2. Overeenkomstig artikel 10.1 van de Code kan een overtreding van de antidopingregels tijdens of in het kader van een evenement na een beslissing van de voor het evenement verantwoordelijke organisatie, leiden tot de annulering van alle individuele resultaten die de sporter in het kader van dat evenement behaalde, met alle gevolgen die eruit voortvloeien, met inbegrip van de intrekking van de medailles, punten en prijzen, met uitzondering van de in dit lid bepaalde gevallen overeenkomstig artikel 10.1.1. van de Code.
   De factoren waarmee rekening moet worden gehouden om andere resultaten tijdens een evenement te annuleren kunnen onder meer de ernst van de door de sporter begane overtreding van de antidopingregels omvatten en ook of de sporter negatief heeft getest in andere wedstrijden.
   Wanneer de sporter aantoont dat hij geen schuld of nalatigheid draagt voor de overtreding, worden zijn individuele resultaten in andere wedstrijden niet geannuleerd, tenzij de resultaten die hij behaalde in andere wedstrijden dan deze waarin de overtreding van de antidopingregels zich voordeed, waarschijnlijk door deze overtreding werden beïnvloed.]1
  [1 § 3. Een overtreding van de antidopingregels kan ook leiden tot de volgende sancties:
   1° een schorsing in geval van aanwezigheid, gebruik of poging tot gebruik of bezit van een verboden stof of een verboden methode onder de voorwaarden bedoeld in artikel 10.2 van de Code;
   2° een schorsing voor andere overtredingen van de antidopingregels onder de voorwaarden bedoeld in artikel 10.3 van de Code;
   3° een annulering van de resultaten behaald in daaropvolgende wedstrijden onder de voorwaarden bedoeld in artikel 10.10 van de Code.
   Deze sancties kunnen het voorwerp zijn van verzwarende omstandigheden onder de voorwaarden bedoeld in de artikelen 10.4 en 10.9 van de Code. Zij kunnen het voorwerp zijn van verzachtende omstandigheden in geval van afwezigheid van schuld of nalatigheid (artikel 10.5 van de Code), afwezigheid van schuld of aanzienlijke nalatigheid (artikel 10.6 van de Code), andere redenen dan de schuld (artikel 10.7 van de Code), onmiddellijke erkenning en aanvaarding van de sanctie (artikel 10.8.1 van de Code), instemming om de zaak te schikken (artikel 10.8.2 van de Code).
   De aanvang van de schorsingsperiode wordt bepaald overeenkomstig artikel 10.13 van de Code.
   Het Verenigd College kan voorzien in een evenredige vergoeding van de kosten of financiële sancties in verband met een overtreding van de antidopingregels onder de voorwaarden bedoeld in artikel 10.12 van de Code en in de verdeling van de ontnomen winsten onder de voorwaarden bedoeld in artikel 10.11 van de Code. Het stelt bovendien het statuut vast van de persoon die het voorwerp uitmaakt van een schorsing of een voorlopige schorsing overeenkomstig artikel 10.14 van de Code.]1
  ----------
  (1)<ORD 2021-12-24/03, art. 23, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.33.§ 1. Voor de teamsporten worden de door het team behaalde resultaten niet beïnvloed door een positief resultaat van één van de teamleden.
  [2 Indien meer dan twee leden van hetzelfde team tijdens de duur van het evenement een overtreding van de antidopingregels hebben begaan, worden de regelingen die gelden op grond van artikel 32 mutatis mutandis dan op het team toegepast, bovenop de gevolgen die worden opgelegd aan de individuele sporters die een overtreding van de antidopingregels hebben begaan, onverminderd de mogelijkheid voor de sportvereniging die verantwoordelijk is voor het evenement waarin een ploeg een overtreding van de antidopingregels heeft begaan, of voor een internationale federatie met betrekking tot de ploegsporten die onder haar bevoegdheid vallen, om in strengere gevolgen te voorzien.]2
  § 2. [2 De NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of een andere voor het evenement verantwoordelijke instantie voert gerichte controles uit op alle leden van het betrokken team, wanneer meer dan één van zijn leden op de hoogte werd gebracht van een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 7 van de Code in het kader van een evenement.]2
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>
  (2)<ORD 2021-12-24/03, art. 24, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.34.Elke tuchtbeslissing die kracht van gewijsde heeft en overeenkomstig de Code door één van zijn ondertekenaars [1 een nationaal arbitrageorgaan bedoeld in artikel 13.2.2 van de Code of het Hof van Arbitrage voor Sport]1 is genomen, wordt automatisch erkend door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, zonder andere formaliteiten. Zij bindt de personen en de instellingen die onderworpen zijn aan deze ordonnantie.
  [1 Niettegenstaande de bepalingen van artikel 15.1.1 van de Code is een beslissing over een overtreding van de antidopingregels genomen door een organisatie verantwoordelijk voor grote evenementen in het kader van een versnelde procedure tijdens een evenement niet bindend voor de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de personen en instellingen die onder deze ordonnantie vallen, tenzij de regels van de organisatie verantwoordelijk voor grote evenementen de sporter of de andere persoon de mogelijkheid bieden om volgens niet-versnelde procedures beroep aan te tekenen.]1
  Het Verenigd College kan deze erkenning uitbreiden tot bepaalde beslissingen die genomen zijn door instanties die de Code niet hebben ondertekend voor zover deze beslissingen met inachtneming van de bepalingen van de Code werden genomen.
  ----------
  (1)<ORD 2021-12-24/03, art. 25, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>

Art.35.Onverminderd de toepassing van de tuchtmaatregelen waartoe besloten door de sportverenigingen en andere straffen opgelegd door het Strafwetboek of andere bijzondere regelgevingen, wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en een boete van vijf tot vijftig euro of één van die straffen alleen, hij die de in [1 artikel 8, § 1, 6°, b) tot 9°]1 bedoelde bepalingen schendt.
  In geval van recidive binnen twee jaar na een veroordeling wegens één van de bovenvermelde schendingen, die kracht van gewijsde heeft, wordt de duur van de in het eerste lid bedoelde gevangenisstraf en het bedrag van de geldboetes verdubbeld.
  ----------
  (1)<ORD 2015-07-29/06, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 22-08-2015>

Art.35/1. [1 § 1. Niettegenstaande het bestaan van de gebruikelijke beroepsmogelijkheden bij de Raad van State en de hoven en rechtbanken, en overeenkomstig artikel 13.1 van de Code kan tegen alle beslissingen die op grond van de Code, deze ordonnantie of de uitvoeringsbesluiten ervan worden genomen, beroep worden aangetekend bij het CAS. Dit beroep heeft geen opschortende werking, tenzij het CAS anders beslist.
   Het beroep moet worden aangetekend binnen 21 dagen die volgen op de kennisgeving aan de partij van de beslissing waartegen beroep wordt aangetekend. De termijn voor het indienen van een beroep in naam van het WADA is de datum die overeenstemt met de laatste van de volgende termijnen: (a) 21 dagen na de einddatum waarop elke andere partij die het recht heeft om beroep aan te tekenen, beroep had kunnen aantekenen of (b) 21 dagen na de ontvangst door het WADA van het volledige beslissingsdossier.
   De partij die beroep aantekent, heeft recht op de bijstand van het CAS om alle relevante informatie te verkrijgen van de antidopingorganisatie waarvan de beslissing wordt aangevochten in beroep. Die informatie moet worden verstrekt indien het CAS dit beveelt.
   Alle partijen die beroep aantekenen bij het CAS zorgen ervoor dat het WADA en alle andere partijen die gerechtigd zijn om beroep aan te tekenen, binnen een redelijke termijn op de hoogte worden gebracht van het beroep.
   § 2. De draagwijdte van het onderzoek in beroep omvat alle vragen die relevant zijn voor de zaak en is niet uitdrukkelijk beperkt tot de vragen of de draagwijdte van het onderzoek voor het oorspronkelijke beslissingsorgaan. Elke partij in beroep kan bewijsmiddelen, juridische argumenten en vorderingen aanvoeren die in eerste aanleg niet werden aangevoerd, op voorwaarde dat deze middelen, argumenten en vorderingen op dezelfde grond of dezelfde algemene feiten of omstandigheden berusten die in eerste aanleg werden aangevoerd of behandeld.
   § 3. Het CAS is niet gebonden aan de in aanmerking genomen elementen in de beslissing waartegen beroep wordt aangetekend.
   Bij het nemen van zijn beslissing is het CAS niet verplicht zich te baseren op de discretionaire bevoegdheid die wordt uitgeoefend door de instantie waarvan de beslissing wordt aangevochten.
   § 4. Overeenkomstig artikel 13 van de Code kan het WADA, wanneer het het recht heeft om beroep aan te tekenen op grond van dit artikel en geen enkele partij beroep heeft aangetekend tegen een definitieve beslissing in het kader van de bij deze ordonnantie of de uitvoeringsbesluiten ervan vastgestelde procedure, rechtstreeks beroep aantekenen bij het CAS, zonder de interne beroepsmiddelen te moeten uitputten waarin deze ordonnantie of de uitvoeringsbesluiten ervan voorzien.
   § 5. Beroep kan, uitsluitend in de vormen en onder de voorwaarden vastgesteld in deze bepaling, worden aangetekend tegen:
   1° een beslissing met betrekking tot een overtreding van de antidopingregels;
   2° een beslissing die al dan niet gevolgen oplegt aan een overtreding van de antidopingregels;
   3° een beslissing die vaststelt dat er geen overtreding van de antidopingregels werd begaan;
   4° een beslissing die vaststelt dat een procedure met betrekking tot de overtreding van de antidopingregels niet kan worden voortgezet wegens procedureredenen (met inbegrip van de verjaring);
   5° een door het WADA genomen beslissing om geen uitzondering toe te kennen voor de opzeggingsvereiste van zes maanden voor een sporter die zich terugtrekt uit de sport en die later opnieuw wil deelnemen aan wedstrijden, overeenkomstig artikel 26, § 9, van deze ordonnantie;
   6° een door het WADA genomen beslissing die het resultatenbeheer toekent, overeenkomstig artikel 7.1 van de Code;
   7° een beslissing van een antidopingorganisatie om een afwijkend of atypisch analyseresultaat niet als een overtreding van de antidopingregels te melden;
   8° een beslissing om geen gevolg te geven aan een overtreding van de antidopingregels na een onderzoek dat gevoerd werd overeenkomstig de Internationale Standaard voor resultatenbeheer;
   9° een beslissing om een voorlopige schorsing op te leggen of op te heffen na een inleidende hoorzitting;
   10° de niet-naleving van artikel 7.4 van de Code door een antidopingorganisatie;
   11° een beslissing die uitdrukkelijk bepaalt dat een antidopingorganisatie niet bevoegd is zich uit te spreken over een aangevochten overtreding van de antidopingregels of over de gevolgen ervan;
   12° een beslissing om voor gevolgen de opschorting al dan niet toe te passen of opnieuw in te voeren overeenkomstig artikel 10.7.1 van de Code;
   13° de niet-naleving van de artikelen 7.1.4 en 7.1.5 van de Code;
   14° de niet-naleving van artikel 10.8.1 van de Code;
   15° een beslissing genomen op grond van artikel 10.14.3 van de Code;
   16° een beslissing die een antidopingorganisatie heeft genomen om de beslissing van een andere antidopingorganisatie niet toe te passen op grond van artikel 15 van de Code;
   17° een beslissing genomen op grond van artikel 27.3 van de Code.
   § 6. In de gevallen die volgen uit de deelname aan een internationaal evenement of in de gevallen waarbij sporters van internationaal niveau betrokken zijn, kan tegen de beslissing alleen beroep worden aangetekend bij het CAS.
   § 7. De volgende partijen hebben het recht om beroep aan te tekenen bij het CAS:
   1° de sporter of de andere persoon die het voorwerp uitmaakt van een beslissing waartegen beroep wordt aangetekend;
   2° de andere partij in de zaak waarin de beslissing werd genomen;
   3° de bevoegde internationale federatie;
   4° de nationale antidopingorganisatie van het land waar de persoon verblijft of van de landen waarvan de persoon een onderdaan of een licentiehouder is;
   5° het Internationaal Olympisch Comité of het Internationaal Paralympisch Comité, al naar gelang het geval, wanneer deze beslissing gevolgen kan hebben voor de Olympische Spelen of de Paralympische Spelen, met name wanneer het gaat om beslissingen die gevolgen hebben voor de mogelijkheid om daaraan deel te nemen;
   6° het WADA.
   § 8. Niettegenstaande elke andere bepaling in deze ordonnantie of de Code is de sporter of de andere persoon aan wie een voorlopige schorsing werd opgelegd de enige die gerechtigd is om beroep aan te tekenen tegen de voorlopige schorsing.
   § 9. Overeenkomstig artikel 13.2.4 van de Code zijn de gezamenlijke en de andere latere beroepen ingesteld door elke verweerder aangehaald in zaken die op grond van de Code bij het CAS aanhangig gemaakt zijn, uitdrukkelijk toegestaan. Elke partij die op grond van dit artikel gerechtigd is beroep aan te tekenen, dient een gezamenlijk of later beroep in, uiterlijk samen met het antwoord van die partij.
   § 10. Indien de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in een bepaald geval niet binnen een door het WADA vastgestelde redelijke termijn beslist dat een overtreding van de antidopingregels werd begaan, kan het WADA beslissen rechtstreeks beroep aan te tekenen bij het CAS, alsof de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie had beslist dat er geen overtreding van de antidopingregels werd begaan. Indien het CAS-panel vaststelt dat een overtreding van de antidopingregels werd begaan en dat het WADA redelijkerwijze heeft beslist rechtstreeks beroep aan te tekenen bij het CAS, vergoedt de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie het WADA de door het WADA in de beroepsprocedure gemaakte kosten en advocatenhonoraria.
   § 11. Tegen de beslissingen met betrekking tot een TTN kan alleen beroep worden aangetekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 10.
   § 12. Indien de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie partij is bij een beroep, bezorgt zij de beslissing in beroep onmiddellijk aan de sporter of de andere persoon en aan de andere antidopingorganisaties die beroep hadden kunnen aantekenen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij ORD 2021-12-24/03, art. 26, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>


Art.36. De verboden stoffen en voorwerpen die gebruikt worden om verboden methodes toe te passen, wanneer er een strafrechterlijke inbreuk wordt begaan, worden in beslag genomen en buiten werking gesteld.

Art.37. § 1. Indien een sportvereniging, een organisator van een sportmanifestatie of een uitbater van een sportinfrastructuur één of meer bepalingen van deze ordonnantie of van haar uitvoeringsbesluiten niet naleeft, zal het Verenigd College hen aanmanen zich, naar gelang van het geval binnen een termijn van acht dagen tot zes maanden, aan die bepalingen te conformeren.
  § 2. Het Verenigd College kan elke sportvereniging, organisator van een sportmanifestatie of uitbater van een sportinfrastructuur die geen gevolg geeft aan de in de vorige paragraaf bedoelde aanmaning, verbieden binnen het geheel of een gedeelte van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad sportmanifestaties te organiseren en sportinfrastructuur uit te baten, gedurende een termijn van minstens vierentwintig uur en hoogstens achttien maanden.
  Het Verenigd College kan, als de sportvereniging, de organisator van een sportmanifestatie of de uitbater van een sportinfrastructuur geen gevolg geeft aan de in vorig lid bedoelde aanmaning, de overheid of (de overheden) die hun subsidies verleent (verlenen) hiervan op de hoogte brengen.
  § 3. Het Verenigd College bepaalt de procedure en de regels van kennisgeving en uitvoering van de in § 2 bedoelde beslissingen.
  De betrokken sportvereniging, organisator van een sportmanifestatie of uitbater van sportinfrastructuur wordt gehoord door de Adviesraad voor gezondheids- en welzijnszorg, opgericht bij ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 17 juli 1991, en dit voor elke beslissing van het Verenigd College.
  De Adviesraad voor gezondheids- en welzijnszorg verstrekt een advies aan het Verenigd College, dat een beslissing neemt binnen de maand na ontvangst van dit advies.
  De beslissing van het Verenigd College kan worden bestreden voor de Raad van State.

HOOFDSTUK IX. - Slot- en opheffingsbepaling
Art.38. De ordonnantie van 19 juli 2007 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan, gewijzigd bij ordonnantie van 19 maart 2009, wordt opgeheven.

Art.39. [1 Deze ordonnantie mag worden aangehaald als: "de antidopingordonnantie van 21 juni 2012".]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij ORD 2021-12-24/03, art. 29, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>


BIJLAGE.
Art. N. [1 Bijlage 1. Lijst met de sporttakken en -disciplines die overeenstemmen met categorie A en B.
   Voor de Olympische sporten zijn enkel de Olympische disciplines betrokken, met uitzondering van triatlon.
   Voor de sporten die op wereldspelen worden beoefend, zijn enkel de disciplines betrokken die op die spelen worden beoefend.
   Lijst A
   A 1. Atletiek
   A 2. Bodybuilding (IFBB)
   A 3. Boksen
   A 4. Cyclocross
   A 5. Wielrennen - BMX
   A 6. Wielrennen - baanwielrennen
   A 7-. Weilrennen- mountainbike
   A 8. Wielrennen - op de weg
   A 9. Veldlopen (atletiek)
   A 10. Gewichtheffen
   A 11. Judo
   A 12. Powerlifting
   A 13. Watersport - zwemmen
   A 14. Tennis
   A 15. Triatlon - alle disciplines
   Met uitzondering van veldlopen, vermeld in punt A9, stemmen de voornoemde sportdisciplines overeen met Olympische disciplines of met de overeenstemmende Paralympische discipline ervan.
   Voor tennis, vermeld in punt A14, heeft de categorie A enkel betrekking op de sporters in de top 100 in het enkelspel top 25 in dubbelspel van de wereldranglijst.
   Lijst B
   Deze lijst betreft enkel de hoogste nationale divisie.
   B1. Basketbal
   B2. Hockey
   B3. Voetbal
   B4. Volleybal.]1
  ----------
  (1)<ORD 2021-12-24/03, art. 27, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>


Art. N2.[1 Bijlage 2. De gerapporteerde gegevens worden uiterlijk aan het einde van het kwartaal volgend op het einde van de opgegeven bewaartermijn gewist.


Categorie Soort gegevens Bewaartermijn Remarques Critères

   1. sporter Gemeenschapscommissie behoort
 
  

   Gegevens van de sporter die relevant zijn voor praktische doeleinden en voor de kennisgeving bij overtreding van de antidopingregels.
 
 
   Naam en voornaam, geboortedatum, sport/sportdiscipline, geslacht

   10 jaar vanaf het moment dat de sporter is uitgesloten van de doelgroep van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, of vanaf het moment dat de andere gegevenscategorieën gewist zijn, naargelang welk moment later valt.

   Noodzakelijk aangezien een kennisgeving moet worden bezorgd bij overtreding van de antidopingregels en een dossier moet worden bewaard over de sporters die deel hebben uitgemaakt van het controleprogramma van de NADO.

   Noodzaak
 
   Telefoonnummer of gsm-nummer, e-mailadres, domicilie

   10 jaar vanaf het moment dat de sporter is uitgesloten van de doelgroep van de NADO van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

   Idem

   Noodzaak

   2. Verblijfsgegevens
   (met uitzondering van de stad, het land en de verblijfsgegevens binnen wedstrijdverband die vereist zijn voor het in punt 7 bedoelde biologische paspoort van de sporter)

   Verblijfsgegevens (met uitzondering van de stad, het land en de verblijfsgegevens binnen wedstrijdverband)
   Aangifteverzuimen van verblijfsgegevens (niet-naleving van de verplichting om verblijfsgegevens door te geven en gemiste controles)

   12 maanden vanaf het einde van het kwartaal waarvoor de verblijfsgegevens werden ingediend.
   10 jaar vanaf de datum van het aangifteverzuim van verblijfsgegevens.

   Relevante gegevens voor de registratie van drie aangifteverzuimen van de verblijfsgegevens in twaalf maanden.
   Relevante gegevens voor de registratie van drie aangifteverzuimen van de verblijfsgegevens in twaalf maanden en voor eventuele andere overtredingen van de antidopingregels. Bij overtredingen van de antidopingregels wordt de informatie ook bewaard in het dossier voor resultatenbeheer (zie punt 6).

   Noodzaak
   Noodzaak

   3. TTN's

   Attest tot goedkeuring van de TTN en formulieren voor de beslissing tot afwijzing van de TTN

   10 jaar vanaf de datum van het attest om de TTN goed te keuren of af te wijzen.
Door de vernietiging van medische informatie kunnen het WADA en de NADO TTN's niet retroactief onderzoeken wanneer deze niet meer geldig zijn. De informatie in de TTN's is voornamelijk van medische aard en dus gevoelig.
   Kan relevant zijn in geval van nieuwe controles of andere onderzoeken.
Proportionaliteit/noodzaak
 
   TTN-aanvraagformulieren, aanvullende medische informatie en alle andere informatie die niet specifiek in deze afdeling wordt vermeld
   Onvolledige TTN's

   12 maanden vanaf het einde van de geldigheidsperiode van de TTN.
   12 maanden vanaf de aanmaakdatum.

   Deze gegevens verliezen hun relevantie na het verstrijken van de TTN, behalve bij een nieuwe aanvraag.
   Deze gegevens kunnen relevant zijn bij een nieuwe aanvraag.

   Proportionaliteit/noodzaak
   Proportionaliteit

   4. Controles

   Dopingcontroleformulier Opdrachten
   Veiligheidsketen
   Onvolledige controledocumenten of documentatie zonder monster

   10 jaar vanaf de monsterafname.
   Wordt bewaard tot alle gerelateerde processen-verbaal van controles gewist zijn.
   10 jaar vanaf de aanmaakdatum van het document.
   12 maanden vanaf de aanmaakdatum van het document.

   Dopingcontroleformulieren, de bijhorende opdrachtorders/controleorders en de documenten van de veiligheidsketen zijn relevant voor het biologisch paspoort van de sporter en bij nieuwe analyses van monsters. Bij overtredingen van de antidopingregels wordt de informatie ook bewaard in het dossier voor resultatenbeheer (zie punt 6).
   Idem.
   Idem.
   Onvolledige documentatie of documentatie zonder bijhorend monster is meestal het gevolg van een fout bij de gegevensinvoer en wordt na korte tijd vernietigd om de integriteit van de gegevens te waarborgen.

   Proportionaliteit/noodzaak
   Proportionaliteit/noodzaak
   Proportionaliteit/noodzaak
   Proportionaliteit/noodzaak

   5. Controles/resultatenbeheer (formulieren en documentatie)

   Analyseresultaten van controles (met inbegrip van rapporten van afwijkende en atypische analyseresultaten), verslagen van laboratoria en andere gerelateerde documenten
Vanaf de datum van de monsterafname of vanaf de aanmaakdatum van de relevante documenten:
   10 jaar vanaf de monsterafname of vanaf de aanmaakdatum van de relevante documenten.

   Noodzakelijk wegens meervoudige overtredingen en retroactieve analyse. Bij overtredingen van de antidopingregels wordt de informatie ook bewaard in het dossier voor resultatenbeheer (zie punt 6).
   *met inachtneming van de criteria en voorschriften van de Code/de Internationale Standaarden mogen analytische gegevens die voortvloeien uit de analyse van monsters en andere informatie over dopingcontroles in bepaalde omstandigheden langer dan de geldende bewaartermijn bewaard worden voor onderzoek en andere doeleinden die op grond van artikel 6.3 van de Code zijn toegestaan. De monsters en gegevens moeten zodanig verwerkt worden dat ze niet meer met een sporter in verband kunnen worden gebracht voordat ze voor deze secundaire doeleinden worden gebruikt. De maximale bewaartermijn voor identificeerbare monsters en gegevens bedraagt 10 jaar.

   Noodzaak
   Proportionaliteit/noodzaak

   6. Procedures en beslissingen (overtreding van antidopingregels)
Sancties en beslissingen op grond van de Code
   Documentatie, relevante dossiers, met inbegrip van dossiers over afwijkende analyseresultaten, over aangifteverzuimen of over beslissingen, laboratoriumdocumentatie, biologisch paspoort.

   Vanaf de datum van de eindbeslissing: 10 jaar of de duur van de sanctie, naargelang welke het langst duurt 10 jaar of de duur van de sanctie, naargelang welke het langst duurt
Gegevens noodzakelijk wegens meervoudige overtredingen en de mogelijke duur van de sanctie.
   *beslissingen (bv. van het CAS) kunnen belangrijke juridische precedenten vormen en deel uitmaken van het openbare dossier; in dat geval kan de NADO een beslissing langer bewaren dan de toepasselijke bewaartermijn.
   Gegevens noodzakelijk wegens meervoudige overtredingen en de mogelijke duur van een sanctie.
Noodzaak
   Proportionaliteit/noodzaak
   Noodzaak

   7. Biologisch paspoort van de sporter

   Biologische variabelen, atypische resultaten, afwijkende resultaten van het paspoort, verslagen van de instantie die de biologische paspoorten beheert, onderzoeken van deskundigen en andere ondersteunende documentatie
   Verblijfsgegevens (enkel stad, land en verblijfsgegevens binnen wedstrijdverband)

   10 jaar vanaf de datum van overeenstemming tussen de resultaten en het dopingcontroleformulier.
   10 jaar vanaf het einde van het kwartaal waarvoor de verblijfsgegevens werden ingediend.

   Gegevens noodzakelijk wegens meervoudige overtredingen en om de biologische variabelen, de verslagen van de instantie die de biologische paspoorten beheert en de onderzoeken van deskundigen doorheen de tijd te analyseren of onderzoeken.
   Gegevens noodzakelijk om atypische/afwijkende resultaten te staven of beweringen van sporters te weerleggen

   Noodzaak
   Proportionaliteit/noodzaak
]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij ORD 2021-12-24/03, art. 28, 004; Inwerkingtreding : 14-01-2022>