2 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010 wordt vervangen als volgt :
" Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende die de in artikel 37, §§ 1 en 19 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bedoelde verhoogde verzekeringstegemoetkoming geniet, in de honoraria van de raadplegingen van geneesheer in de huisartsgeneeskunde en voor de bijkomende honoraria voor dringende raadplegingen, voorzien in artikel 2, A, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen wordt vastgesteld tot 1,50 euro voor de verstrekkingen aangeduid met de rangnummers 101010, 101032, 101054, 101076.
Er is geen persoonlijk aandeel verschuldigd door de rechthebbenden voor de verstrekkingen aangeduid met de rangnummers 102410, 102432, 102454 en 102476. "
Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 december 2005, 26 augustus 2010 en 9 februari 2011 wordt het eerste lid vervangen als volgt :
a) het eerste en het tweede lid worden vervangen als volgt :
" Voor de rechthebbenden die genieten van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19 van voornoemde wet en voor wie de verstrekking aangeduid met het rangnummer 102771 beoogd in artikel 2, A, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 wordt verleend, wordt het bedrag van het persoonlijk aandeel :
1° beperkt tot 1,00 euro voor de raadplegingen aangeduid met de rangnummers 101010, 101032, 101054 en 101076;
2° verminderd met 30 pct. voor de bezoeken aangeduid met de rangnummers 103110, 103132, 103213, 103235, 103412, 103434, 103913 en 104112, en op voorwaarde dat de rechthebbende ouder is dan 75 jaar of vanaf de dag waarop de verzekeringsinstelling in het bezit is van het bewijs dat de rechthebbende in het lopend of het voorgaande kalenderjaar voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 2, 2), van het koninklijk besluit van 2 juni 1998 tot uitvoering van artikel 37, § 16bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Het recht op de beperking of de vermindering van het persoonlijk aandeel bedoeld in het eerste lid gaat in op de dag waarop de voornoemde verstrekking aangeduid met het rangnummer 102771 wordt verleend en geldt vanaf deze dag tot en met 31 december van het tweede daarop volgende kalenderjaar. ";
b) in het vierde lid worden de woorden " de beperking of " ingevoegd tussen de woorden " Het recht op " en de woorden " de vermindering ".
Art.3. In artikel 4ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 januari 2002 en vervangen bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010 wordt het eerste lid opgeheven.
Art.4. In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 december 1992 worden de woorden " 1 " en " 3 " opgeheven.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6. De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 oktober 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie,
Mevr. L. ONKELINX