28 DECEMBER 2011. - Wet houdende diverse bepalingen inzake justitie (I)
TITEL I. - Algemene bepaling
Art. 1
TITEL II. - Diverse bepalingen
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de pensioenen van de magistraten betreft
Art. 2-4
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wetgeving betreffende de tijdelijke personeelsformaties bij de hoven van beroep en van de parketten-generaal
Afdeling 1. - Wijziging van de wet van 29 november 2001 tot vaststelling van een tijdelijke personeelsformatie van raadsheren teneinde de gerechtelijke achterstand bij de hoven van beroep weg te werken
Art. 5-6
Afdeling 2. - Wijziging van de wet van 14 december 2004 tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting, van de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg en van artikel 211 van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 7-8
Afdeling 3. - Wijziging van de wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting en tot tijdelijke toelating tot overtallige benoemingen van magistraten, wat het hof van beroep te Gent betreft
Art. 9-11
Afdeling 4. - Wijziging van de wet van 20 december 2005 houdende diverse bepalingen betreffende justitie
Art. 12
Afdeling 5. - Wijziging van de wet van 12 maart 2007 tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting voor wat het hof van beroep te Bergen en de rechtbank van eerste aanleg te Gent betreft en tot tijdelijke toelating tot overtallige benoemingen van magistraten, wat het hof van beroep te Bergen betreft
Art. 13-14
Afdeling 6. - Inwerkingtreding
Art. 15
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis
Art. 16-17
2001009986 2004009883 2005009656 2005009998 2007009286 2007009524
TITEL I. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
TITEL II. - Diverse bepalingen
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de pensioenen van de magistraten betreft
Art.2. In het tweede deel, boek II, titel IV, hoofdstuk II, van het Gerechtelijk Wetboek wordt een artikel 391/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 391/1. In afwijking van artikel 391 kunnen de magistraten die op 1 januari 2012 de leeftijd van 55 jaar niet hebben bereikt geen aanspraak maken op het pensioen berekend op basis van artikel 391. Niettemin behouden zij het voordeel van het tantième 1/30ste voorzien in artikel 391 voor de diensten gepresteerd in de magistratuur tot 31 december 2011. Indien zij ten minste vijftien jaren in de magistratuur hebben, behouden zij bovendien eveneens het voordeel van het tantième 1/30e voor de andere diensten dan deze gepresteerd in de magistratuur.
Voor de diensten gepresteerd vanaf 1 januari 2012 wordt het tantième 1/30e vervangen door het tantième 1/48e".
Art.3. In hetzelfde hoofdstuk II wordt een artikel 392/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 392/1. In afwijking van artikel 392 worden voor de magistraat die op 1 januari 2012 de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt en van wie bevonden is dat hij wegens een gebrekkigheid niet meer in staat is zijn ambt te vervullen, de tantièmes 1/30e en 1/35ste voorzien in artikel 392, tweede lid, vervangen door het tantième 1/48e voor de diensten gepresteerd vanaf 1 januari 2012.".
Art.4. Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 januari 2012.
De magistraten die de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt op 1 januari 2012, behouden het voordeel van de berekeningswijze die op hen van toepassing was op de datum van 31 december 2011.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wetgeving betreffende de tijdelijke personeelsformaties bij de hoven van beroep en van de parketten-generaal
Afdeling 1. - Wijziging van de wet van 29 november 2001 tot vaststelling van een tijdelijke personeelsformatie van raadsheren teneinde de gerechtelijke achterstand bij de hoven van beroep weg te werken
Art.5. In artikel 2 van de wet van 29 november 2001 tot vaststelling van een tijdelijke personeelsformatie van raadsheren teneinde de gerechtelijke achterstand bij de hoven van beroep weg te werken, gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, worden de woorden "van tien jaar" vervangen door de woorden "van elf jaar".
Art.6. In artikel 3, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, worden de woorden "van tien jaar" vervangen door de woorden "van elf jaar".
Afdeling 2. - Wijziging van de wet van 14 december 2004 tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting, van de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg en van artikel 211 van het Gerechtelijk Wetboek
Art.7. In artikel 8, eerste lid, van de wet van 14 december 2004 tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting, van de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg en van artikel 211 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, wordt het woord "2011" vervangen door het woord "2012".
Art.8. In artikel 9, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, wordt het woord "2011" vervangen door het woord "2012".
Afdeling 3. - Wijziging van de wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting en tot tijdelijke toelating tot overtallige benoemingen van magistraten, wat het hof van beroep te Gent betreft
Art.9. In artikel 3, eerste lid, van de wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting en tot tijdelijke toelating tot overtallige benoemingen van magistraten, wat het hof van beroep te Gent betreft, gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, wordt het woord "2011" vervangen door het woord "2012".
Art.10. In artikel 4 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, wordt het woord "2011" vervangen door het woord "2012".
Art.11. In artikel 5, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, wordt het woord "2011" vervangen door het woord "2012".
Afdeling 4. - Wijziging van de wet van 20 december 2005 houdende diverse bepalingen betreffende justitie
Art.12. In artikel 8 van de wet van 20 december 2005 houdende diverse bepalingen betreffende justitie, gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, wordt het woord "2011" telkens vervangen door het woord "2012".
Afdeling 5. - Wijziging van de wet van 12 maart 2007 tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting voor wat het hof van beroep te Bergen en de rechtbank van eerste aanleg te Gent betreft en tot tijdelijke toelating tot overtallige benoemingen van magistraten, wat het hof van beroep te Bergen betreft
Art.13. In artikel 4 van de wet van 12 maart 2007 tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting voor wat het hof van beroep te Bergen en de rechtbank van eerste aanleg te Gent betreft en tot tijdelijke toelating tot overtallige benoemingen van magistraten, wat het hof van beroep te Bergen betreft, gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, wordt het woord "2011" vervangen door het woord "2012".
Art.14. In artikel 5, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, wordt het woord "2011" vervangen door het woord "2012".
Afdeling 6. - Inwerkingtreding
Art.15. Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 januari 2012, met uitzondering van de artikelen 5 en 6 die uitwerking hebben met ingang van 18 december 2011.
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis
Art.16. In artikel 157 van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, gewijzigd bij wet van 24 juli 2008, worden de woorden ", en uiterlijk op de eerste dag van de vierenvijftigste maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad vervangen door de woorden "en uiterlijk op 1 januari 2013".
Art. 17. Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 januari 2012.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 28 december 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
E. DI RUPO
Voor de Minister van Pensioenen, afwezig :
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM