8 MAART 2010. - Wet met betrekking tot de verzwarende omstandigheid voor daders van bepaalde misdrijven tegen bepaalde personen bekleed met een openbare hoedanigheid
Art. 1-10
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art.2. Artikel 280 van het Strafwetboek wordt vervangen als volgt :
" Art. 280. Indien de misdaad of het wanbedrijf is gepleegd op een ministerieel ambtenaar, een agent die drager is van het openbaar gezag of van de openbare macht of op enig ander persoon met een openbare hoedanigheid bekleed, in de uitvoering of ter gelegenheid van de uitoefening van zijn bediening, zijn de straffen de volgende :
1° in de gevallen bedoeld in artikel 398, eerste lid, zijn de straffen gevangenisstraf van een maand tot een jaar en geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro;
2° in de gevallen bedoeld in artikel 398, tweede lid, zijn de straffen gevangenisstraf van twee maanden tot twee jaar en geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro;
3° in de gevallen bedoeld in artikel 399, eerste lid, zijn de straffen gevangenisstraf van vier maanden tot vier jaar en geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro;
4° in de gevallen bedoeld in artikel 399, tweede lid, zijn de straffen gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro;
5° in de gevallen bedoeld in artikel 400, eerste lid, is de straf opsluiting van vijf jaar tot tien jaar;
6° in de gevallen bedoeld in artikel 400, tweede lid, is de straf opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar;
7° in de gevallen bedoeld in artikel 401, eerste lid, is de straf opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar;
8° in de gevallen bedoeld in artikel 401, tweede lid, is de straf opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar. "
Art.3. Artikel 281 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 20 december 2006, wordt opgeheven.
Art.4. Artikel 281bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door de wet van 20 december 2006, wordt opgeheven.
Art.5. Artikel 281ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door de wet van 20 december 2006, wordt opgeheven.
Art.6. In artikel 31 van de wet van 5 juni 1928 houdende herziening van het Tucht- en Strafwetboek voor de koopvaardij en de zeevisserij, vervangen bij de wet van 21 oktober 1997, worden de woorden " bij de artikelen 280 en 281 " vervangen door de woorden " bij artikel 280 ".
Art.7. In artikel 28, eerste lid, van de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen, gewijzigd bij de wet van 22 januari 2007, worden de woorden " , 280 en 281 " vervangen door de woorden " en 280 ".
Art.8. In artikel 13, § 4, van de wet van 12 juli 1983 op de scheepsmeting, gewijzigd bij de wet van 3 mei 1999, worden de woorden " , 280 en 281 " vervangen door de woorden " en 280 ".
Art.9. In artikel 6, eerste lid, 1°, eerste lid, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, vervangen bij de wet van 7 mei 2004 en gewijzigd bij de wet van 1 maart 2007, worden de woorden " bij de artikelen 280 en 281 " vervangen door de woorden " bij artikel 280 ".
Art. 10. In artikel 22, § 8, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 7 mei 2004, worden de woorden " bij de artikelen 280 en 281 " vervangen door de woorden " bij artikel 280 ".
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 8 maart 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK