8 MAART 2007. - Wet tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-03-2007 en tekstbijwerking tot 10-05-2023)
Art. 1-4, 4/1, 5-9
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art.2. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder " oudere " : persoon die de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt.
Art.3.§ 1. Er wordt een Federale Adviesraad voor Ouderen opgericht, hierna de Adviesraad genoemd.
§ 2. [1 De Adviesraad vervult de volgende taken :
- hij brengt, op eigen initiatief, op verzoek van de federale regering of van een Wetgevende Kamer, advies uit omtrent de tot de bevoegdheid van de federale overheid behorende aangelegenheden die worden bedoeld in § 3. Daartoe volgt de Adviesraad de ontwikkelingen in het ouderenbeleid en heeft hij oog voor de behoeften van ouderen. De adviezen van de Adviesraad zijn niet bindend;
- hij bespreekt jaarlijks de beleidsverklaring van de regering wat de aangelegenheden betreft die verband houden met de ouderen;
- hij vaardigt, op verzoek van een lid van de regering, waarnemers af naar de in het kader van de Europese Unie opgerichte adviescomités;
- hij evalueert de kwaliteit van de dienstverlening aan de ouderen door de federale overheidsdiensten.]1
§ 3. [1 Binnen de Adviesraad worden permanente commissies opgericht over de volgende bevoegdheden of onderwerpen :
- pensioenen;
- gelijkheid van kansen;
- sociale integratie en bestrijding van kansarmoede;
- toegankelijkheid van de gezondheidszorg;
- mobiliteit.
[2 Elke permanente commissie kiest onder haar leden een voorzitter en een ondervoorzitter voor een periode van twee jaar.]2
[2 Het voorzitterschap wordt bij beurtrol uitgeoefend door leden waarvan de maatschappelijke zetel in verschillende taalgebieden is gevestigd. De leden die het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap uitoefenen, moeten hun maatschappelijke zetel in verschillende taalgebieden hebben.]2
De Adviesraad kan andere permanente of tijdelijke commissies of werkgroepen oprichten.]1
§ 4. [1 Het in artikel 3, § 2, eerste lid, bedoelde advies wordt overgezonden aan het regeringslid of de regeringsleden die terzake bevoegd zijn.]1
De leden van de regering, aan wie het advies is gericht, formuleren binnen de drie maand na de ontvangst ervan, het gevolg dat ze aan het advies willen geven.
Indien ze geen gevolg wensen te geven aan het advies, motiveren ze dat omstandig.
§ 5. De Adviesraad brengt jaarlijks verslag uit over zijn werkzaamheden aan de federale regering en de Wetgevende Kamers.
----------
(1)<W 2009-12-18/36, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<W 2023-04-16/02, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 21-07-2023>
Art.4.[1 § 1. De Adviesraad is samengesteld uit vijfentwintig leden. De leden zijn organisaties met deskundigheid op het vlak van het oude-renbeleid.
De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de samenstelling van de Adviesraad.
De leden worden door de Koning benoemd bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de ministers die respectievelijk bevoegd zijn voor Pensioenen en Sociale Zaken.
Bij de benoeming waakt de Koning over de diversiteit, het pluralisme en de representativiteit in de samenstelling van de Adviesraad.
§ 2. Het mandaat van de leden duurt vier jaar en is hernieuwbaar.
Wanneer een lid ontslag neemt voor het einde van zijn vierjarig mandaat, benoemt de Koning, overeenkomstig § 1, vierde en vijfde lid, een nieuw lid dat het mandaat voleindigt van het lid dat ontslag genomen heeft.
§ 3. De in § 1, eerste lid, bedoelde organisaties die kandidaat zijn om lid te worden van de Adviesraad, moeten in hun kandidaturen de namen vermelden van de personen die worden voorgedragen om hen in de Adviesraad te vertegenwoordigen.
Een lid mag, voor het verstrijken van zijn mandaat van vier jaar, vragen om zijn vertegenwoordiger in de Adviesraad tijdelijk of definitief te vervangen. Desgevallend deelt het lid de naam van de vervanger mee aan de Adviesraad die de ministers die respectievelijk bevoegd zijn voor Pensioenen en Sociale Zaken, hiervan binnen vijftien dagen op de hoogte stelt.
Het vorige lid is niet van toepassing op de leden die het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap van de Adviesraad uitoefenen, behalve in geval van overmacht.
In geval van een in het tweede lid bedoelde vervanging van een vertegenwoordiger van een lid, moet de vervanger van hetzelfde geslacht zijn als de persoon die hij vervangt.
§ 4. De Adviesraad kiest onder zijn leden een voorzitter voor een periode van twee jaar.
De Adviesraad kiest onder zijn leden een ondervoorzitter voor een periode van twee jaar.
Na het verstrijken van de in het eerste en tweede lid vermelde periode van twee jaar neemt het overeenkomstig het tweede lid verkozen lid automatisch het voorzitterschap op voor een periode van twee jaar en neemt het overeenkomstig het eerste lid verkozen lid automatisch het ondervoorzitterschap op voor een periode van twee jaar.
Het voorzitterschap wordt bij beurtrol uitgeoefend door leden waarvan de maatschappelijke zetel in verschillende taalgebieden is gevestigd. De leden die het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap uitoefenen, moeten hun maatschappelijke zetel in verschillende taalgebieden hebben.
§ 5. De Adviesraad komt minstens driemaal per jaar samen.]1
----------
(1)<W 2023-04-16/02, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 21-07-2023>
Art. 4/1. [1 In de uitvoering van zijn taken wordt de Adviesraad bijgestaan door een cel binnen de administratie die voor haar werking ook een beroep kan doen op experten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2009-12-18/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
Art.5. De Adviesraad kan te allen tijde het lid van de regering dat belast is met een materie die het voorwerp vormt van de besprekingen binnen de Adviesraad, of een door dit lid aangewezen vertegenwoordiger, uitnodigen om één of meer vergaderingen van de Adviesraad bij te wonen.
Art.6. § 1. Er wordt een bureau opgericht, dat belast is met de technische en administratieve coördinatie van de werkzaamheden van de Adviesraad en de verschillende werkgroepen of commissies. Het bureau verzorgt het secretariaat van de Adviesraad en de verschillende werkgroepen of commissies.
§ 2. [1 De Koning bepaalt de samenstelling van het bureau, dat minstens bestaat uit de voorzitter en de ondervoorzitter van de raad en uit de voorzitters en ondervoorzitters van de permanente commissies.]1
----------
(1)<W 2009-12-18/36, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
Art.7. De Koning legt de modaliteiten vast voor de tenlasteneming van de kosten voor het afsluiten van een verzekering tegen ongevallen van de leden en de deskundigen van de Adviesraad tijdens en op de weg van en naar de vergaderingen, van de werkingskosten van de Adviesraad, en forfaitair, van de reiskosten van de leden van de Adviesraad.
Art.8. De Adviesraad stelt een huishoudelijk reglement op, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de ministers die de Pensioenen en die Sociale Zaken onder hun bevoegdheid hebben.
Art. 9. Deze wet treedt in werking op de datum waarop het besluit tot benoeming van de leden van de Raad, bedoeld in artikel 4, § 1, in werking treedt, en ten laatste twaalf maanden na de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad.